Thursday, 31 August 2023

Finally?



Cigarettes & Silhouettes. Danny The K

How many incarnations does one artist need? Not that much that a first solo album can't be added to the roster. Dan Kopko can be found on this blog as a member of Watts, The Peppermint Kicks, The Shang Hi Los and now as Danny the K. What does not change is the melodic (garage) rock on display. Of a so much more than average quality.

With The Shang Hi Los he has released a contender for my favourite album of 2023, with Cigarettes & Silhouettes he certainly is contending for a position among my favourites of this year. Kopko is able to write exceptional songs in a genre in which I had expected to have heard all I needed to hear. The kind that went out of style somewhere after 1980, the mix of pop, punk and rock. In this song one of the three may be more prominent. In the other another genre is more prominent. The other two are never forgotten.

Praise for this album started with the single 'Roller Derby Girl'. What a nice and great song this is. (Continue in an old single post.) What is earcatching, is that as Danny 'the K' Kopko manages to give every song something special, a feature capturing me each time. A great riff, an extra melody, an added instrument giving a different sound to the whole, Kopko has the imagination to change things around a bit.

What I notice, is that Kopko has selected songs for his solo album that are different from the ones he brings to the bands he plays in. In part this is down to the production, some songs are simply more elementary arranged. The big (punk/garage)rock element is lacking. Take the bonus track, the "acoustic" version. I can hear how this song could be blown up into Watts or The Shang Hi Los proportions, but isn't and keeps its strength. This comparison is cheating of course. Fact is, I could write the same for the version of the song that opens the album. This rocks out more loudly, than the acoustic version, but less so than I have gotten to know to be Kopko's standard.

There is a downside to Cigarettes & Silhouettes. The record contains only has seven songs! Not more than an extended mini album it is. With that two of the songs get an "acoustic" version, so there are really only five new songs. Better to have five new songs like these than none. Danny The K delivered on this album as someone with his reputation should. Add that all instruments were played by Kopko and the praise only gets raised.

How many people know Dan Kopko('s bands) in my country? I fear frightfully little. This should change, as the quality of his output is high, in all his incarnations. Cigarettes & Silhouettes underscores that rule once again.

Wout de Natris


You can listen to and order Cigarettes & Silhouettes here:

https://rumbarrecords.bandcamp.com/album/cigarettes-silhouettes

Wednesday, 30 August 2023

Abloom. Caspar Auwerkerken

Over the past months the name Caspar Auwerkerken could be found on this blog. In the singles section, to be precise. Today you find Auwerkerken's debut, the six song mini album Abloom. Expect to be mesmerised by the soft, slow but elaborate sound of the songs.

The Hasselaar may release his first album, there is no economising on the music. Like in the days that a debut album could be as big in sound and approach like 'Chicago Transit Authority' or 'Nina Hagen Band', Caspar Ouwerkerken manages to blow up his songs into huge proportions, making the most of his first impression on music fans. Here the resemblances with the older acts stop though.

Abloom is an album filled with ballads. Not in the sense of modest softly rippling music. No, Abloom comes with a bang. The songs flourish, float, vibrate, are very much alive and sissling. It's the voice that constitutes the truly soft side of the album. As if searching his way around the melody, Auwerkerken delivers his vocals. It is here that Thom Yorke comes to mind, with Caspar Ouwerkerken's the more pleasant to listen to. Hesitation could be another good description for the vocal delivery.

The way of singing is not always reflected in the music. The huge sound that at times is created by a full band and string section contradicts any hesitance. The contradictions adds to the beauty of the music.

Somewhere deep down the young man and his guitar in the bedroom creating his songs can still be heard. From the beginning he knew though that his songs would never be reproduced at the campfire. For that they are to complex but also not melodic enough. This last aspect shines through in the whole of the song, in the wide ranging arrangements. Here the true strength of the songs shine through. So, yes, there is another resemblance with Radiohead here. It's a band Caspar Auwerkerken has listened to for sure while growing up.

For me though, most of the time, Radiohead is an acquired taste. Abloom and the singles preceding it were love at first hear. There's more though. Opening song 'Hiacynth' brings Sophia to mind for example, an artist now working from Belgium so I understand.

Abloom is a six song debut album that, if anything, shows the great potential Caspar Auwerkerken has. He has the courage to go full out on his first album and it pays off. The depth and width of the music are striking, as is the quality on display. Bring on more soon!

Wout de Natris

Tuesday, 29 August 2023

Greg Mendez. Greg Mendez

Bij eerste beluistering van het titelloze album van Greg Mendez hoorde ik vooral Elliott Smith, maar nu ik het korte maar zeer fraaie album vaker heb gehoord hoor ik langzaam maar zeker meer en meer Greg Mendez.

Het is in Nederland redelijk stil gebleven rond het in mei verschenen album van Greg Mendez, maar in de Verenigde Staten kon het album rekenen op flink wat positieve recensies. Omdat de muzikant uit Philadelphia zich wel erg nadrukkelijk heeft laten beïnvloeden door de albums van Elliott Smith vond ik al die lof wat overdreven, maar inmiddels begrijp ik wat de Amerikaanse muziekcritici horen in het titelloze album van Greg Mendez. Het is een album met een flinke dosis Elliott Smith, maar het is ook een album met een aantal wonderschone popsongs, die bij eerste beluistering misschien eenvoudig lijken, maar waarin steeds meer moois aan de oppervlakte komt.

De Amerikaanse muziekpers was vorige week behoorlijk enthousiast over het titelloze album van Greg Mendez en zelfs het kritische Pitchfork gaf het album een heel mooi rapportcijfer. Ik was bij eerste beluistering een stuk minder enthousiast en niet omdat het een slecht album is, maar ik vond het wel erg veel lijken op de muziek van Elliott Smith. Ik heb het album daarom vrij snel opzij gelegd, maar werd na het lezen van de zoveelste positieve recensie toch weer nieuwsgierig.

Ik ging er overigens van uit dat het een debuutalbum was, want ik had nog niet eerder van Greg Mendez gehoord. Dat blijkt niet het geval, want het titelloze album blijkt al het vijfde album van de muzikant uit Philadelphia, Pennsylvania, al zijn een aantal van deze albums zo kort dat het ook mini-albums genoemd kunnen worden. Ook het vorige week verschenen albums is met drieëntwintig minuten overigens aan de korte kant.

In die drieëntwintig minuten komen negen songs voorbij en het zijn allemaal prima songs. Greg Mendez is een getalenteerd muzikant, een uitstekend verhalenverteller en een verdienstelijk zanger. Als Elliott Smith er nooit was geweest had ik het nieuwe album van Greg Mendez, net als de Amerikaanse muziekpers, een fantastisch album gevonden, maar ik heb nu eenmaal een stapeltje Elliott Smith albums in huis dat ik koester.

Zeker als Greg Mendez kiest voor een instrumentatie die voornamelijk bestaat uit akoestische en elektrische gitaren en zacht en wat dromerig zingt ligt de vergelijking met het werk van Elliott Smith er wel heel dik bovenop. Het is echter de vraag of dat erg is. Ook Elliott Smith maakte geen geheim van zijn inspiratiebronnen, die zich met name in de wat Beatlesque songs makkelijk lieten raden. Ook Greg Mendez vindt een deel van de inspiratie bij The Beatles en laten we het er maar op houden dat hij ook de albums van Elliott Smith wel kan waarderen.

Sinds ik het album van Greg Mendez probeer te beluisteren zonder al teveel aan het werk van het betreurde voorbeeld uit Portland, Oregon, te denken, ben ik meer gecharmeerd geraakt van de muziek van Greg Mendez. De muzikant uit Philadelphia maakt muziek zonder opsmuk, maar de songs op zijn nieuwe album zijn niet alleen sober maar ook mooi ingekleurd en klinken zeker niet eenvormig. Het zijn bovendien songs die complexer in elkaar zitten dan bij eerste beluistering het geval lijkt, waardoor ze interessanter worden.

Ook de zang van de Amerikaanse muzikant is verdienstelijk en vertelt de indringende verhalen op het album met veel gevoel. De songs zijn tenslotte mooi en aansprekend en gaan niet vervelen wanneer je ze vaker hoort. En ja, het lijkt op de muziek van Elliott Smith. Soms een beetje, soms veel en soms als twee druppels water. Je hoort het niet alleen in de instrumentatie en in de zang, maar ook in de melancholie, die in grote hoeveelheden over je wordt uitgestort.

De originaliteitsprijs ga ik Greg Mendez dan ook niet geven, maar ik heb meer albums in de kast staan die deze prijs niet verdienen, maar die ik desondanks koester. Een week geleden ging ik er van uit dat dit er zeker niet in zou zitten voor Greg Mendez, maar hoe vaker ik het album hoor, hoe groter mijn zwak voor de pure en intieme popsongs van de Amerikaanse muzikant wordt.

Erwin Zijleman


Je kunt Greg Mendez hier luisteren en bestellen:

https://gregmendez.bandcamp.com/album/greg-mendez

Monday, 28 August 2023

In Clash With The Zeitgeist. Para Lia

Years fly by when one gets older and it surely doesn't get any slower I can assure you. At some point you will look into the mirror and think who is that grey-haired person? The good news is that new bands keep coming into my life and some turn into new favourites of which a new album is something to look forward to. Para Lia from Cottbus in Germany is one of these bands. With album number three the duo sets a giant step in its development.

On it's first two records 'Soap Bubble Dreams' (2019) and 'Gone With The Flow' (2020) Para Lia played, on average, loud, melodic rock with great guitar work by René Methner. Extremely nice but not always really, really special. With In Clash With The Zeitgeist, the duo decided to dive off the deep end and see where it would land. The result is an extremely varied rock album and more. Gone is that level of predictability, enter surprise and awe.

In the three years between the last album and this new one lay three years, including the two pandemic years. I have the impression that this period was also used to ripen the songs and allow for new ideas, some totally out of the box to enter the new music, all adding up to the experience In Clash With The Zeitgeist has become.

The album has a fully modern sound but if I had to compare it to anything, it may well be that had The Moody Blues (with Justin Hayward) started today, it would have sounded like this. Music going beyond what is trendy, certainly taking elements from it but adding anything that works in the context. So, yes, you will hear a nice, melodic rock riff and extremely tight rhythms, but also be alert for elements that have nothing to do with rock music. You will find several of these surprises that seem to clash with the zeitgeist in music. Usually critics call this the development of an artist or band. In my view daring to develop is another important prerequisite. Only when an artist or band dares to take a next step, change comes in. This is certainly the case for Para Lia.

Promo photo: Christine Schleiffenbaum
The second instance of change is the larger role of singer Cindy Methner. She is more prominent in the mix and adds added value to the songs with her, often, dreamy contributions, while taking the lead vocals on 'Will You Find Me'.

The intro of In Clash With The Zeitgeist may start a bit mysterious, the first songs are all fine and rich in sound rock songs. from the second half of the album things change. First the rock beast in Para Lia has to be tamed. First, René Methner shows what a fine guitarist he is. No half work, he really goes for it, presenting a dense sound with all sorts on effects on his sound.

It all comes together in a rich album, with some great songs on it. Para Lia, not in the least in the great rock song 'Already Came To Know', has set a giant step in its career, deserving to be heard by rock fans all over the world. Cottbus may become to small a town for Para Lia soon. If I'm correct the band may take to the stage soon. Looking forward!

Wout de Natris


You can listen to and order In Clash With The Zeitgeist here:

https://paralia.bandcamp.com/album/in-clash-with-the-zeitgeist

Sunday, 27 August 2023

Oh Mijn Ziel. broeder Dieleman

Inmiddels is meer dan duidelijk dan Tonnie Dieleman zijn eigen unieke muzikale weg vervolgd, die hem diep in het nabije en verdere verleden van zijn geboortestreek en huidige woonplaats in de provincie Zeeland brengt. Als broeder Dieleman creëert hij zo een eigen biotoop, waar ik als westerling bij gelegenheid in mag kijken, maar op geen enkele manier ooit deel van uit kan maken. Gelukkig voor mij staat genieten van de platen van Dieleman geheel vrij en zo kom ik zo dicht bij als mogelijk is als buitenstaander.

Iedereen die wel eens op dit blog gekeken heeft, komt broeder Dieleman regelmatig tegen. Ik schat sinds 2014. Sindsdien volgde dit blog zijn carrière, met opeens een, voor broeder Dieleman dan, bijna pop album, waarop hij, overigens op prachtige wijze, de weg ietwat kwijt leek ten opzichte van de mystieke ervaringen die 'Uut de Bron' en 'Komma' waren. Met Oh Mijn Ziel stapt hij terug richting het licht en de duisternis van het mystieke van zijn geboortegrond.

Oh Mijn Ziel is meer dan ooit een samenwerking zo benadrukt Dieleman. Muzikaal met de Amerikaanse in Zeeland wonende muzikant Baby Dee, die ook te horen is op de plaat, maar ook bewerkte, gesproken teksten van Leo Bootsgezel en zijn zus Jacoba. 'Toe, Leo', "vertel nu maar", doet meer dan ook denken aan eerder werk, maar is muzikaal zo rijk en warm. Leo vertelt over het Zwin, waar hij jachtopziener was, in zijn dialect. Het nummer, in het midden van Oh Mijn Ziel, zet een prachtige punt.

Door de blazers op de plaat, is de link met dat orkest met blazers uit de Zaanstreek duidelijk dan ooit. Zo uitbundig als De Kift kan "feeste, feeste, feeste", wordt het hier nooit, maar de verwantschap is zeker aanwezig. Dat maakt Oh Mijn Ziel ook een verrassende plaat. Nooit klonk broeder Dieleman als op het instrumentële 'Dee's March'. Een nummer waar Dieleman overigens echt op de achterbank zit, maar de plaat wel heeft gehaald.

Mijn verwantschap met Dieleman komt tot uiting als hij zingt "Als de muziek eraan komt, dan ga ik er achteraan". Van jongst af aan is die fascinatie voor muziek aanwezig en die is nog steeds niet over. Ik kan mij dan ook volop inleven in de titel van het nummer, iets wat ik, denk ik, volledig deel met Dieleman. Het nummer heeft tegelijkertijd iets melancholieks. Het idee van een feestje, waar het nummer mee lijkt te beginnen, gaat toch niet volledig op. Ook hier denk ik weer aan De Kift.

Hoe dieper ik Oh Mijn Ziel in ga, hoe meer het mij opvalt welke unieke presentatie broeder Dieleman, wederom, heeft geleverd. Zonder consessies trekt hij ons zijn eigen belevingswereld in. Muzikaal bijna steeds ver van gebaande paden, zelden virtuoos, maar altijd precies raak. Luister maar naar de opbouw van het titelnummer. Rond de drie minuten neemt de folk instrumental een wending en wordt omgekeerd tot een plechtstatige meezinger, die het publiek zal opdelen tot een canon, terwijl de band een steeds steviger geluid zal neerleggen. Werkelijke pracht, in alle eenvoud, wervelt om mijn oren heen. Het draagt mij als in trance naar het einde van het album, waar mij maar een keuze wacht: het opnieuw opzetten om weer nieuwe nuances te ontdekken. Ik weet bijna zeker dat ik de komende luisterbeurten telkens nieuwe elementen zal ontdekken, die mij tot een geheel andere recensie zouden kunnen leiden, simpelweg omdat andere punten mij dan zullen treffen. Het is echter aan jullie, lezers, om Oh Mijn Ziel zelf te gaan ontdekken. In alle bescheidenheid is er een meesterwerk afgeleverd.

Wout de Natris


Je kunt Oh Mijn Ziel hier luisteren en bestellen:

https://snowstar.bandcamp.com/album/oh-mijn-ziel

Saturday, 26 August 2023

Careful Of Your Keepers. This Is The Kit

Kate Stables maakte met This Is The Kit al een aantal geweldige albums, maar legt de lat wat mij betreft nog een stukje hoger met het fascinerende, avontuurlijke en wonderschone Careful Of Your Keepers.

Sinds mijn ontdekking van de muziek van This Is The Kit een jaar of acht geleden, koester ik alle muziek van het project van de Britse muzikante Kate Stables. Deze week verscheen het zesde album van This Is The Kit en ook Careful Of Your Keepers is weer een geweldig album. De muziek van This Is The Kit laat zich niet of nauwelijks in een hokje duwen en de songs van Kate Stables zijn vaak complexer dan gemiddeld, maar desondanks dringt het album zich onmiddellijk op en streelt Careful Of Your Keepers van de eerste tot en met de laatste noot het oor. De instrumentatie is ook dit keer veelkleurig en wonderschoon, de productie van Gruff Rhys doeltreffend en de zang van Kate Stables bijzonder mooi. Jaarlijstjesmateriaal, dat is zeker.

Careful Of Your Keepers is alweer het zesde album van This Is The Kit, het project van de Britse singer-songwriter Kate Stables. Vijftien jaren zijn verstreken sinds het debuutalbum Krulle Bol (!) uit 2008 en inmiddels ligt er een mooi stapeltje albums, waarvan het in 2015 verschenen en door Aaron Dessner geproduceerde Bashed Out vooralsnog mijn favoriete album is.

Kate Stables weet keer op keer interessante producers te strikken voor haar albums, want na John Parish (Krulle Bol, Moonshine Freeze), Jesse D Vernon (Wriggle Out The Restless), Aaron Dessner (Bashed Out) en Josh Kaufman (Off Off On), nam dit keer de van de band Super Furry Animals en als veelzijdig solomuzikant bekende Gruff Rhys plaats achter de knoppen.

Kate Stables staat er ook dit keer niet alleen voor, want ook op haar nieuwe album wordt ze weer bijgestaan door gitarist Neil Smith, drummer Jamie Whitby-Coles en bassiste Rozi Plain, die inmiddels ook als solomuzikante stevig aan de weg timmert. Multi-instrumentalist Jesse D Vernon tekende ook dit keer onder andere voor de fraaie blazersarrangementen, die een voorname rol spelen in de muziek van This Is The Kit.

Careful Of Your Keepers laat een inmiddels vertrouwd geluid horen, maar producer Gruff Rhys legt net iets andere accenten, waardoor het album toch weer net wat anders klinkt dan zijn voorgangers. Ook op Careful Of Your Keepers staat de mooie en karakteristieke stem van Kate Stables centraal, maar ook de klanken die om haar stem heen draaien zijn van een bijzondere schoonheid.

Ook dit is keer is gekozen voor een warm en organisch geluid, waarin prachtig gitaarwerk als eerste de aandacht trekt en fraaie accenten van onder andere blazers zijn toegevoegd. Het is een geluid dat wel wat doet denken aan dat op de vroege albums van Kathryn Williams of aan dat op het briljante What A Boost van Rozi Plain, maar het is ook het inmiddels zo herkenbare This Is The Kit geluid.

Kate Stables woont al vele jaren in Parijs, maar in muzikaal opzicht laat ze zich vooral beïnvloeden door Britse folk met hier en daar wat jazzy accenten, al doe je de muziek van de Britse muzikante met het noemen van hokjes altijd tekort. Dat geldt zeker voor het nieuwe album van This Is The Kit, want Kate Stables maakt dit keer veel subtiele uitstapjes richting omliggende genres.

De muzikanten die Kate Stables omringen spelen ook dit keer prachtig subtiel, waarbij de fraaie bijdragen van bas en drums niet onvermeld mogen blijven, al trekken de fraaie gitaarlijnen en de subtiele blazers de meeste aandacht. Careful Of Your Keepers klinkt vaak net wat soberder dan zijn voorganger, maar ook dit keer gebeurt er van alles in de muziek van This Is The Kit en blijf je, zeker bij beluistering met de koptelefoon, nieuwe dingen ontdekken.

De songs van Kate Stables klinken direct aangenaam, maar zitten bijzonder knap in elkaar. Dat geldt ook voor de instrumentatie, die je steeds weer weet te verrassen met bijzondere wendingen, nieuwe klanken en fraaie accenten. Ik moet de albums van This Is The Kit meestal een paar keer horen voordat ik er een goed oordeel over kan vellen, maar Careful Of Your Keepers vond ik direct bij eerste beluistering een prachtplaat en het is er een die vooralsnog alleen maar beter en interessanter wordt.

Kate Stables bouwt inmiddels vijftien jaar aan een uniek en werkelijk wonderschoon oeuvre en heeft met Careful Of Your Keepers wat mij betreft haar beste album tot dusver afgeleverd. De hoogste tijd dus dat haar bijzondere muziek ook in Nederland de aandacht trekt van een breed publiek.

Erwin Zijleman


Je kunt Careful Of Your Keepers hier luisteren en bestellen:

https://thisisthekit.bandcamp.com/album/careful-of-your-keepers


Friday, 25 August 2023

Bowie for Dummies # 34

Once again we present you the link to an update to all things David Bowie found on the Internet. It is a never ending cataloguing that is taking place, all for your and our own enjoyment.

For six years now we've been able to present you these updates through the hard work of Tineke Guise, Bowie fan for at least 50 years. So allow me to express on your behalf your gratitude here for all the work going into this post on WoNoBlog, as a thank you is due for the biggest and only post that keeps expanding, on this blog.

Here's the link, leading you to the updated 2017 post:

https://wonomagazine.blogspot.com/2017/01/bowie-for-dummies.html

Thursday, 24 August 2023

The Wonder Stuff live. Boiler Shop, Newcastle-upon-Tyne, 22 Juli.

Foto: HareD
Als je het maar lang genoeg uithoudt als band, of op tijd weer bij elkaar komt na een break-up, en je hebt ook nog een paar succesvolle platen gemaakt, dan kun je tot in de lengte der tijden jubilea vieren. Verleden jaar stond het album Never Loved Elvis centraal tijdens een kleine tour langs het Britse clubcircuit van The Wonder Stuff, dit jaar is het de beurt aan Construction for the Modern Idiot (1993). Dit was de minst populaire van de eerste vier albums van ‘the stuffies’ (hoewel toch nummer 4 in de UK charts). Na 78 concerten in de tour die erop volgde was de koek op en ging de band uit elkaar in juli 1994 (tot 2000). Ook in latere jaren speelde de hergroepeerde band (met naast zanger Miles Hunt alleen gitarist Malc Treece nog over van de originele bezetting) niet veel materiaal van dit album, zo vertelde zanger Hunt in de aanloop naar de tour in een reeks filmpjes op You Tube.

Geen reden om nu thuis te blijven, want afgelopen weken toerde de band door Noord-Engeland en Glasgow, ze staan eind november op een festival met twee optredens in de aanloop, en in december volgt de afsluiter in onder andere London en Birmingham. Ik vond het leuk om een nieuwe stad te ontdekken, dus kocht ik een kaartje voor het tweede concert, in Newcastle. Zaal de Boilershop was een oude werkplaats waar de locomotieven van de beroemde treinpionier Robert Stephenson vroeger werden gemaakt. Als concertzaal was het ook prima, niet te groot en merkwaardigerwijs met palen in het midden, zodat de zichtlijnen niet overal handig waren. Maar daar kon gelukkig om heen worden gewerkt en als lange Nederlander is het altijd weer een kijkgenot om tussen de gemiddeld genomen lilliputterige Britten te staan.

Foto: HareD
De set bestond uit twee delen: eerst Construction for the Modern Idiot in zijn geheel, aangevuld met enkele b-sides, dan een korte pauze en vervolgens een set met greatest hits en andere aangename stukken. Het eerste deel was fijn en goed, al begon het merkwaardig: de basversterker was stuk, dus moest er na het eerste nummer gewacht worden. In de tussentijd riep iemand uit publiek ‘go on’,  maar dat viel niet goed bij Hunt, hij reageerde: ‘why the fuck do you think I am able to do something about that’ en ging toen maar op het podium liggen. Veel nummers dus die amper eerder live zijn uitgevoerd en dat is een gemis want ze klonken erg goed. Uitzondering is evergreen ‘On The Ropes’ (nummer 10 in de UK topparade destijds), met een hoofdrol voor violiste Erica Nockalls. Na de pauze ging het tempo verder omhoog  en reeg de band hoogtepunt na hoogtepunt aan elkaar, waaronder ‘Mission Drive’ en ‘Caught in my Shadow’. Kortom, het was weer een heerlijk muziektripje, dus laat de albumjubilea elkaar maar blijven opvolgen!

HareD

P.S. van de redactie. De bijdage van HareD kwam binnen tijdens onze vakantie. Vandaar de late plaatsing

Tuesday, 22 August 2023

Dream Of America. Hannah Aldridge

Hannah Aldridge is een flinke tijd uit beeld geweest, maar ze dwingt haar plek in de spotlights op indrukwekkende wijze af met het prachtige Dream Of America, dat echt in alle opzichten indruk maakt.

Muziekveteraan Walt Aldridge zag zijn dochter het liefst klassiek pianiste worden, maar uiteindelijk koos ook Hannah Aldridge voor de Amerikaanse rootsmuziek. Na een veelbelovend debuutalbum en een net wat mindere opvolger verdween de muzikante uit Nashville uit het zicht, maar het deze week verschenen Dream Of America komt aan als een mokerslag. Hannah Aldridge zingt op Dream Of America prachtig, heeft haar album voorzien van sfeervolle maar ook fantasierijke klanken, tekent voor een aantal geweldige songs en maakt ook in tekstueel opzicht flink wat indruk. Zomaar een van de beste (roots)albums van het jaar. Ga dat vooral horen.

Hannah Aldridge kreeg de Amerikaanse rootsmuziek thuis met de paplepel ingegoten van haar vader Walt, een gerenommeerde producer in Nashville en Muscle Shoals, en dat hoorde je op haar debuutalbum Razor Wire uit 2014, waarop de jonge Amerikaanse muzikante verrassend rauw en doorleefd klonk. De ‘dark Americana’ van Hannah Aldridge was wat mij betreft goed genoeg om haar te scharen onder de beloften van de Amerikaanse rootsmuziek van dat moment, maar het uitstekende debuutalbum van de muzikante uit Nashville, Tennessee, kreeg, zeker in Nederland, helaas maar weinig aandacht.

Het in 2017 verschenen Gold Rush, dat in een aantal tracks wat opschoof richting wat rechttoe rechtaan rockmuziek, vond ik vervolgens een stuk minder aansprekend, waardoor ik Hannah Aldridge eerlijk gezegd al weer was vergeten toen een paar weken geleden haar derde album op de mat plofte. Het is lang stil geweest rond de Amerikaanse muzikante, maar met Dream Of America slaat Hannah Aldridge keihard terug.

Op haar derde album heeft ze de ‘dark Americana’ van haar debuutalbum geperfectioneerd en laat ze horen dat dit debuut zeker geen toevalstreffer was. Dream Of America is nog veel beter dan Razor Wire en 2014 en is een album dat zomaar kan uitgroeien tot de beste rootsalbums van 2023.

Hannah Aldridge maakte op haar debuutalbum indruk met haar krachtige stem en doorleefde voordracht en de zang van de Amerikaanse muzikante is alleen maar beter geworden. Hannah Aldridge laat op Dream Of America horen dat ze niet alleen een uitstekende, maar ook een verrassend veelzijdige zangeres is. De muzikante uit Nashville kan stevig uithalen, met veel gevoel zingen of haar teksten met veel expressie voordragen en alles komt even hard binnen.

Ook in muzikaal opzicht is Dream Of America een veelzijdig album. Hannah Aldridge kan betrekkelijk netjes binnen de lijntjes van de Amerikaanse rootsmuziek kleuren met sfeervolle pedal steel klanken, maar kan ook voorzichtig experimenteren met bijzondere klanken en texturen, waaronder wat atypische elektronica of jazzy accenten. Ik vind de muziek op het album het mooist wanneer Hannah Aldridge kiest voor weidse klanken met een donkere maar ook sfeervolle ondertoon, die wordt versterkt door de pedal steel.

De fraaie arrangementen passen in deze songs perfect bij haar mooie stem, die in een aantal tracks gezelschap krijgt van mannenstemmen, waaronder die van Ben Glover. Hannah Aldridge zingt prachtig, maar ook met veel gevoel, wat de teksten over het opgroeien in de aartsconservatieve Bible Belt van de Verenigde Staten voorziet van extra lading.

De opvallendste track op het album is Hannah Aldridge’s versie van Psycho Killer van Talking Heads. Het is een versie waar ik aan moest wennen, maar inmiddels kruipt ook deze track op het album onder de huid. De eigen songs van de Amerikaanse muzikante zijn overigens van een even hoog niveau, want wat heeft Hannah Aldridge veel moois verstopt in haar aansprekende songs.

Dream Of America noemde ik eerder in deze recensie een album dat zomaar kan uitgroeien tot de beste rootsalbums van 2023, maar het is een album dat ook buiten het eigen genre de competitie met de concurrentie met gemak aan kan. Wat een geweldige comeback van de Amerikaanse muzikante.

Erwin Zijleman

Monday, 21 August 2023

That! Feels Good!. Jessie Ware

Jessie Ware is met That! Feels Good! alweer toe aan haar vijfde album, dat je op fantastische wijze mee terugneemt naar de disco en soul uit de jaren 70 en 80 en tien songs lang goed is voor een gelukzalig gevoel.

De Britse muzikante Jessie Ware maakt inmiddels al vijf albums lang indruk met een geweldige songs en muziek die steeds weer weet te verrassen. Dat doet ze ook weer op haar nieuwe album That! Feels Good!, dat een feelgood album is dat zijn gelijke niet kent. De Britse muzikante duikt dit jaar in de archieven van de disco, soul en funk zoals die in de jaren 70 en 80 werd gemaakt en weet het geluid uit deze periode prachtig te reproduceren. That! Feels Good! is voorzien van een heerlijk geluid dat stil zitten onmogelijk maakt en dat van iedere dag een feestje maakt. In muzikaal opzicht is het smullen, maar Jessie Ware is ook nog altijd een fantastische zangeres. Wow. That! Feels Good!

k heb tot dusver wel wat met de albums van de Britse muzikante Jessie Ware, die elf jaar geleden opdook met haar debuutalbum Devotion. Het album trok de aandacht met een bijzondere mix van soul, pop, hiphop en r&b, die stevig werd bewierookt door met name de Britse muziekpers. En terecht. Ik vergeleek het album zelf met de muziek van Soul II Soul, maar noemde ook Whitney Houston, Alicia Keys, Sade en The Xx als vergelijkingsmateriaal, wat iets zegt over de veelzijdigheid van de Britse muzikante.

Jessie Ware maakte niet alleen indruk met een bijzondere mix van invloeden, maar ook met een fantastische en heerlijk soulvolle stem, die alleen maar gegroeid bleek op het in 2014 verschenen Tough Love, dat net iets meer dan zijn voorganger flirtte met dansbare pop en alternatieve elektronische muziek. Op het in 2017 verschenen Glasshouse verwerkte Jessie Ware nog wat meer invloeden uit de pop, maar het was wel pop met diepgang en bovendien pop met geweldige zang.

Op een of andere manier wilde het kwartje bij mij niet vallen toen in 2020 What's Your Pleasure? verscheen. Op haar vierde album citeerde Jessie Ware wat nadrukkelijker uit de elektronische popmuziek uit de jaren 80 en 90, maar de songs deden me niet zoveel als die op de eerste drie albums van Jessie Ware. Ik ben het album sindsdien wel meer gaan waarderen, maar sla de drie voorgangers nog altijd hoger aan. Daar sta ik overigens redelijk alleen in, want de critici onthaalden het album als een meesterwerk.

Ik begon vanwege mijn mindere ervaringen met het vorige album met bescheiden verwachtingen aan het deze week verschenen That! Feels Good!, maar wat is het een heerlijk album geworden. De titel van het album dekt de lading volledig, want na eerste beluistering kon ik alleen maar That! Feels Good! uitroepen.

Jessie Ware slaat op haar vijfde album wederom andere wegen en dompelt zich volledig onder in jaren 70 disco en soul en jaren 80 funk en soul. Het album opent fantastisch met een geluid dat je zo de jaren 70 insleept met funky basloopjes, catchy gitaarakkoorden en heerlijke blazers en het is een geluid dat Jessie Ware op het grootste deel van haar nieuwe album volhoudt. In muzikaal opzicht klinkt het onweerstaanbaar lekker, maar Jessie Ware is ook nog altijd een fantastische zangeres, waardoor That! Feels Good! klassen beter is dan de disco guilty pleasure die Kylie Minoque een paar jaar geleden afleverde.

Jessie Ware heeft een album gemaakt dat niet onder doet voor de beste discoalbums uit de jaren 70, maar de Britse muzikante laat zich ook nog altijd inspireren door Soul II Soul uit de jaren 90 en in een aantal tracks lijkt het bovendien bijna zo dat Prince goedkeurend toekijkt vanuit de coulissen (en Madonna en Grace Jones kijken mee).

Natuurlijk moet je enigszins vatbaar zijn voor de discoklanken van Jessie Ware op That! Feels Good!, maar als je dit bent is het album iedere keer weer goed voor een feestje. Jessie Ware heeft met That! Feels Good! de ultieme feelgood plaat gemaakt, maar ondertussen zitten de songs knap in elkaar, spelen de muzikanten op het album de pannen van het dak en zingt Jessie Ware de sterren van de hemel. Van het talent van Jessie Ware ben ik inmiddels al heel wat jaren overtuigd, maar That! Feels Good! overtreft alle verwachtingen en doet uitzien naar een heerlijke zomer.

Erwin Zijleman

Saturday, 19 August 2023

Tracey Denim. bar italia

De Britse band bar italia hoort bij de eigenzinnigere bands van de Londense muziekscene, maar op het deze week verschenen Tracey Denim heeft de schoonheid het wat mij betreft gewonnen van het experiment.

De twee mini-albums die de Britse band bar italia de afgelopen twee jaar uitbracht, waren wat mij betreft te wisselvallig en pretentieus om de band te scharen onder de grote beloften van de Britse popmuziek, maar met Tracey Denim bewijst de band uit Londen mijn ongelijk. Het debuutalbum van de band is nog altijd behoorlijk ongrijpbaar en bij vlagen tegendraads, maar de band is dit keer de popsong met een kop en een staart niet vergeten. Het zijn popsongs met een fantastisch spelende ritmesectie en wonderschoon gitaarwerk. De Britse band verwerkt flink wat ingrediënten uit de rockmuziek van de jaren 90 tot een uniek eigen gerecht, dat na enige gewenning steeds beter en fascinerender smaakt.

De Britse band bar italia bracht de afgelopen twee jaar al twee mini-albums uit, die ik bij vlagen heel interessant vond, maar die ook wel erg wisselvallig en ongrijpbaar waren en me uiteindelijk toch onvoldoende wisten te overtuigen. Ik had dan ook geen hele hoge verwachtingen van het deze week verschenen debuutalbum van de band uit Londen, maar op Tracey Denim zijn de goede ideeën gebleven en is de wisselvalligheid grotendeels verdwenen.

De muziek van de Britse band, die haar naam ontleende aan een song van Pulp op het album Different Class, is nog altijd een vat vol tegenstrijdigheden. Ik hoor invloeden uit de postpunk, maar ook invloeden uit de Britpop, madchester, 90s indierock, slowcore, shoegaze en zelfs een beetje grunge, maar de muziek van bar italia past in geen van deze hokjes. Dat is ook niet zo gek, want Tracey Denim is een album waarop met grote regelmaat het experiment wordt gezocht. Dat sloeg op de minialbums van de band wat te ver door, maar op Tracey Denim heeft de band uit Londen de balans gevonden tussen enigszins toegankelijke songs en ongebreideld experiment.

Ook op haar debuutalbum kiest bar italia voor niet alledaagse songstructuren, maar de songs van de band bevatten ook betoverend mooie passages, bijvoorbeeld wanneer fraai repeterende gitaarloopjes worden gecombineerd met de stem van zangeres Nina Cristante, zie zich hier en daar in net zulke bijzondere bochten wringt als de snaren van de gitaren. Zeker wanneer de Italiaanse zangeres tekent voor de vocalen heeft de muziek van bar italia iets zwoels en tegendraads, maar ook wanneer ze de zang overlaat aan haar mannelijke collega Tarik Fehmi, heeft de muziek van de Britse band iets dromerigs en ongrijpbaars.

Wanneer invloeden uit de postpunk hoorbaar zijn en diepe bassen en staccato gitaarwerk de songs van bar italia domineren, is de muziek van de band uit Londen behoorlijk donker en hoor ik hier en daar iets van het donkerste werk van The Cure, maar de muziek van bar italia kan ook lichter of zweveriger klinken. De Britse band maakt het je op haar debuutalbum nooit echt makkelijk, maar waar ik bij beluistering van de mini-albums van de band vooral werd afgeleid door een verrassende wending en tegendraadse toevoeging teveel, houdt Tracey Denim me de hele speeldeur van een kleine drie kwartier op het puntje van de stoel.

In die kleine drie kwartier jaagt bar italia er maar liefst vijftien songs doorheen, maar dat is wat mij betreft een verstandige keuze. Ook wanneer de band flink experimenteert blijven de korte songs van de band voldoende toegankelijk en hierdoor interessant. In muzikaal opzicht is het smullen van het fantastische drumwerk en het bij vlagen wonderschone gitaarwerk, maar ook in vocaal opzicht overtuigt bar italia wat mij betreft volledig.

Tracey Denim is een album dat zeker bij eerste beluistering wat tegen de haren instrijkt, want de band uit Londen maakt muziek die lak heeft aan de conventies van welk genre dan ook, maar waar ik bij beluistering van de mini-albums langzaam maar zeker afhaakte, vind ik Tracey Denim alleen maar mooier en indrukwekkender worden. Het is een album waarop bar italia een aantal genres uit met name de jaren 90 combineert in een eigen geluid dat heerlijk eigenzinnig, maar ook heel vaak wonderschoon is.

Erwin Zijleman

Friday, 18 August 2023

Proof Of Life. Joy Oladokun

Proof Of Life is mijn eerste kennismaking met de muziek van de Amerikaanse muzikante Joy Oladokun en het is er een die behoorlijk veel indruk heeft gemaakt, want wat is dit een geweldig album.

Joy Oladokun heeft zicht op haar nieuwe album Proof Of Life omringd met sterproducers en topmuzikanten, maar de grootste ster is ze zelf. De muzikante uit Los Angeles beweegt zich soepel tussen uiteenlopende genres binnen de Amerikaanse rootsmuziek en voegt daar een smaakvol snufje pop aan toe. De wat aan Tracy Chapman herinnerende zang op het album is prima en hetzelfde geldt voor de smaakvolle inkleuring van de songs, maar het zijn de songs zelf die de meeste aandacht trekken. Het zijn songs die zich onmiddellijk genadeloos opdringen en die je vervolgens niet meer wilt vergeten. Dat Joy Oladokun heel groot gaat worden lijkt me een kwestie van tijd.

Ik heb de naam Joy Oladokun de afgelopen jaren wel een paar keer voorbij zien komen in de Amerikaanse muziekmedia, maar had tot dusver nog niet naar haar muziek geluisterd. Het deze week verschenen Proof Of Life kwam voor mij dan ook als een volslagen verrassing en wat is het een sterk of zelfs imponerend album.

Joy Oladokun werd geboren in Arizona, maar zocht een jaar of tien geleden haar geluk in Los Angeles, waar ze in eerste instantie aan de bak kon als achtergrondzangeres. In 2016 bracht ze haar debuutalbum Carry uit, waarna in 2020 het een half uur durende Defense Of My Own Happiness (The Beginnings) volgde. Dat album werd in 2021 uitgewerkt tot Defense Of My Own Happiness, dat in de meest complete versie maar liefst vijf kwartier muziek bevatte.

Het is een album dat zeker niet had misstaan op de krenten uit de pop, want op Defense Of My Own Happiness laat Joy Oladokun horen dat ze bulkt van het talent. De Amerikaanse muzikante beschikt immers over een aangename stem, die af en toe wel wat aan Tracy Chapman doet denken, maar ze laat ook horen dat ze in meerdere genres uit de voeten kan en bovendien zeer aansprekende songs kan schrijven.

De talenten van Joy Oladokun komen nog veel duidelijker naar boven op het deze week verschenen Proof Of Life dat in muzikaal, vocaal en productioneel opzicht een stuk interessanter is dan zijn voorgangers en ook nog eens vol staat met werkelijk geweldige songs met vlijmscherpe en behoorlijk expliciete teksten.

Een blik op de credits van het album laat zien dat haar platenmaatschappij het volste vertrouwen heeft in de muzikale toekomst van Joy Oladokun, want er is zichtbaar stevig geïnvesteerd in het nieuwe album van de Amerikaanse muzikante. Zo is er een blik producers opengetrokken, met Mike Elizondo (Fiona Apple), Ian Fetchuk (Kacey Musgraves) en Dan Wilson (Taylor Swift) als bekendste namen. Joy Oladokun bemoeide zich zelf overigens ook nadrukkelijk met de productie van het geweldig klinkende album.

Naast meerdere producers werden ook flink wat gastmuzikanten uitgenodigd in de studio, onder wie flink wat strijkers Hiernaast leverden grote namen als Chris Stapleton, Manchester Orchestra en Mt. Joy een bijdrage aan het album. Ik ben normaal gesproken niet gecharmeerd van albums waarop wordt gewerkt met meerdere producers en veel gastmuzikanten, maar Proof Of Life is een verrassend consistent klinkend album.

Het is een album waarop Joy Oladokun laat horen dat ze binnen de Amerikaanse rootsmuziek op een breed terrein uit de voeten kan, maar op haar nieuwe album is ze ook niet vies van invloeden uit de pop. In muzikaal opzicht klinkt het allemaal erg lekker en ook de zang spreekt me meer aan dan op haar vorige album, maar vergeleken met dit album heeft de muzikante uit Los Angeles een geweldige serie songs geschreven.

Proof Of Life staat vol met memorabele songs, waaronder een aantal instant hits en hoe vaker ik naar het album luister, hoe beter ze worden. Proof Of Life is mijn eerste kennismaking met de muziek van Joy Oladokun en ik hoor een wereldster in wording. Proof Of Life is een album waarop alles klopt, maar de muziek van de Amerikaanse muzikante klinkt ook nog altijd puur, oprecht en authentiek. Ik pakte dit album er als allerlaatste bij deze week, maar het is sensationeel goed.

Erwin Zijleman

Thursday, 17 August 2023

Safe To Run. Esther Rose

Esther Rose verbrandde de schepen achter zich en maakte een nieuwe start, wat een fris, sprankelend en kwalitatief hoogstaand album met Amerikaanse rootsmuziek en subtiele uitstapjes daarbuiten oplevert.

De Amerikaanse muzikante Esther Rose maakte indruk met haar vorige album How Many Times, maar het deze week verschenen Safe To Run vind ik nog een stuk beter. Safe To Run is een persoonlijk album vol optimisme. Esther Rose vond nieuw geluk in New Mexico en heeft een aantal songs geschreven die je aangenaam omarmen. Ook Safe To Run is in de basis een rootsalbum, maar Esther Rose zoekt op subtiele wijze de grenzen van het genre op, wat een aangenaam en fris geluid oplevert. In muzikaal opzicht klinkt het allemaal bijzonder lekker, maar het is ook dit keer vooral de geweldige stem van Esther Rose die de aandacht trekt. Wat een sterk album.

De naam Esther Rose deed bij mij niet direct een belletje rinkelen, terwijl ik net iets meer dan twee jaar geleden toch behoorlijk enthousiast was over haar derde album How Many Times. De Amerikaanse muzikante beschikt kennelijk over een naam die niet heel onderscheidend is en hierdoor niet goed blijft hangen, maar ze beschikt gelukkig wel over muzikale kwaliteiten die je bij blijven.

Op How Many Times maakte de muzikante die werd geboren in Detroit, Michigan, lange tijd opereerde vanuit New Orleans, Louisiana, maar nu Taos in New Mexico als thuisbasis heeft, vooral Amerikaanse rootsmuziek, maar liet ze zich niet vastpinnen op één genre. How Many Times viel op door sterke songs en een mooie instrumentatie, maar het was vooral de stem van Esther Rose die de aandacht trok.

Het is een stem die gemaakt is voor Amerikaanse rootsmuziek, maar het is ook een stem waar je van moet houden. Ik kan me goed voorstellen dat de stem van Esther Rose niet iedereen zal aanspreken, maar wanneer je gevoelig bent voor de vocale verleidingen van de Amerikaanse muzikante, was op How Many Times echt iedere noot raak. Het is niet anders op het deze week verschenen Safe To Run, het vierde album van Esther Rose.

Ook Safe To Run is een album waarop invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek domineren en waarop direct vanaf de eerste noten de stem van Esther Rose centraal staat. Ik was zelf zeer gecharmeerd van de zang op haar vorige album en was ook bij eerste beluistering van Safe To Run direct onder de indruk van de vocalen. Het zijn vocalen, die, net als op How Many Times, worden gecombineerd met een veelkleurige instrumentatie, die lekker vol, maar ook ingetogen kan zijn.

Het is een instrumentatie waarvoor Esther Rose een beroep deed op leden van de bands The Deslondes, Silver Synthetic en Hurray For The Riff Raff, die ze nog kent uit de muziekscene van New Orleans. Net als How Many Times werd ook Safe To Run geproduceerd door de van de synthpop band Video Age bekende Ross Farbe, die ook het nieuwe album van Esther Rose heeft voorzien van een smaakvol en vooral door snareninstrumenten ingekleurd rootsgeluid.

Waar Esther Rose op How Many Times vooral binnen de kaders van de Amerikaanse rootsmuziek bleef, staat Safe To Run vol met uitstapjes buiten de gebaande paden van de Amerikaanse rootsmuziek. Het zijn wel hele subtiele uitstapjes, die de songs van Esther Rose voorzien van een vleugje pop of indie, waardoor het album niet alleen in vocaal, maar ook in muzikaal opzicht zal opvallen in het aanbod van het moment.

Ik vind Safe To Run hierdoor nog een stuk aantrekkelijker en aansprekender dan zijn voorganger. Het zijn overigens niet alleen de uitstapjes buiten de gebaande paden die Safe To Run nog interessanter maken dan het al uitstekende How Many Times, want ik vind ook het geluid op het nieuwe album mooier. Bovendien zingt Esther Rose nog wat zelfverzekerder en heeft ze een serie geweldige songs geschreven.

Safe To Run van Esther Rose is een album dat zich direct aangenaam opdringt, maar het is ook een album dat je langzaam maar zeker steeds dierbaarder wordt. Ik ga haar naam vanaf nu echt proberen te onthouden, maar de geweldige songs op Safe To Run krijg ik met geen mogelijkheid meer uit mijn hoofd.

Erwin Zijleman

Wednesday, 16 August 2023

PARANOÏA, ANGELS, TRUE LOVE. Christine And The Queens

Het vorige album van Christine And The Queens kreeg schandalig weinig aandacht, maar de Franse muzikant revancheert zich met PARANOÏA, ANGELS, TRUE LOVE, dat absoluut een meesterwerk genoemd mag worden.

Het vierde album van Christine And The Queens schotelt de nietsvermoedende luisteraar meer dan anderhalf uur muziek voor en het is muziek die alle kanten op kan en ook nog eens behoorlijk zwaar is aangezet. Toch is PARANOÏA, ANGELS, TRUE LOVE geen zware kost, want de Franse muzikant strooit op het nieuwe album met geweldige popsongs. Het zijn popsongs die het avontuur of zelfs het experiment niet schuwen, maar ondertussen klopt alles op dit fascinerende album. Het vorige meesterwerk van Christine And The Queens werd vorig jaar nauwelijks opgemerkt, maar het briljante PARANOÏA, ANGELS, TRUE LOVE verdient echt een veel beter lot.

Christine And The Queens, het alter ego van Héloïse Létissier, dook in 2014 op met het uitstekende Chaleur Humaine. Het album werd, met name door de geweldige single Christine, snel opgepikt door liefhebbers van zwoele Franse popmuziek, maar direct bij eerste beluistering van Chaleur Humaine was duidelijk dat Héloïse Létissier niet het zoveelste Franse zuchtmeisje was. Het debuutalbum van Christine And The Queens blonk uit door avontuurlijk ingekleurde elektronische popsongs, die de exceptionele songwriting skills van Héloïse Létissier bloot legden.

Nadat het debuutalbum van Christine And The Queens in 2015 in een Engelstalige versie was verschenen, dook Christine And The Queens in 2018 op met het zowel in een Engelstalige als een Franstalige versie uitgebrachte Chris. Héloïse Létissier ging inmiddels als Chris door het leven en gaf aan zichzelf man te voelen. Ook Chris was een geweldig popalbum, al sloeg ik het uiteindelijk net wat minder hoog aan dan het debuutalbum.

Voor het volgende album van Christine And The Queens moesten we wachten tot 2022 toen Redcar Les Adorables Étoiles verscheen. Het grotendeels Franstalige album, waarop Héloïse Létissier zichzelf presenteerde als Redcar, was een sensationeel goed album, dat om onduidelijke redenen nauwelijks werd opgepikt. Ik heb het album de afgelopen weken weer met enige regelmaat beluisterd en raakte steeds meer onder de indruk van de bonte mix aan stijlen, het fascinerende klankentapijt en de eindeloze experimenteerdrang van de Franse muzikant.

Héloïse Létissier noemt zich inmiddels Red en komt deze week met de opvolger van Redcar Les Adorables Étoiles. PARANOÏA, ANGELS, TRUE LOVE is weer een grotendeels Engelstalig album en bevat ruim anderhalf uur muziek. In drie van de twintig tracks op het album duikt Madonna op als gast, maar Christine And The Queens heeft de kroon van de voormalige Queen of Pop al lang overgenomen. PARANOÏA, ANGELS, TRUE LOVE is een ontstellend goed album en een ware masterclass in het maken van hoogstaande popmuziek.

Christine And The Queens kiest ook deze keer voor een bonte mix aan stijlen en heeft het grotendeels elektronische klankentapijt op het album verrijkt met heel veel avontuur. De ene keer vliegen de gitaren uit de bocht, de volgende keer klinkt een weemoedige piano, maar meestal vertrouwt de Franse muzikant op zwaar aangezette elektronica en broeierige beats.

Natuurlijk is ruim anderhalf uur muziek heel erg veel en misschien teveel, maar ik heb inmiddels toch al een aantal keren ademloos geluisterd naar de fascinerende roller coaster ride van Christine And The Queens. Zeker wanneer je het album als geheel beluisterd, grijpen de knappe songs van de Franse muzikant fraai in elkaar en ontvouwt zich een conceptalbum dat je steeds weer op het verkeerde been zet, maar dat je ook steeds meer betovert.

Het deels door de dood van zijn moeder geïnspireerde album is bij vlagen loodzwaar en aardedonker, maar het nieuwe album van Christine And The Queens is ook een album vol wonderschone popsongs vol zeggingskracht. Natuurlijk moet je van pop houden om te kunnen genieten van PARANOÏA, ANGELS, TRUE LOVE, maar als je van pop houdt krijg je met dit album een waar meesterwerk, of volgens The Guardian ‘a grief-stricken masterpiece’, in handen.

Erwin Zijleman

Tuesday, 15 August 2023

¡Ay!. Lucretia Dalt

De Colombiaanse muzikante Lucrecia Dalt verrast op ¡Ay! met een fascinerende mix van klanken en een bijzondere mix van invloeden, wat een prachtig album oplevert dat met geen enkel ander album is te vergelijken.

Ik kwam ¡Ay! van Lucrecia Dalt de afgelopen weken in een aantal jaarlijstjes tegen, maar nooit zo hoog als in het lijstje van de invloedrijke Amerikaanse muziekwebsite Pitchfork. Het is een prachtige tip van Pitchfork, want ¡Ay! is een uniek album. De Colombiaanse muzikante Lucrecia Dalt begon in haar huidige woonplaats Berlijn met de Latijns-Amerikaanse muziek waarmee ze opgroeide, maar voegde vervolgens de meest uiteenlopende invloeden toe. Het levert een uniek klinkend album vol experiment op, maar ¡Ay! klinkt ondanks de soms bijna vervreemdende klanken en songstructuren ook verrassend toegankelijk. Inderdaad een jaarlijstjesalbum dit intrigerende ¡Ay!.

¡Ay! Van Lucrecia Dalt dook vorige week op in de top tien van het jaarlijstje van de gerenommeerde Amerikaanse muziekwebsite Pitchfork. Het jaarlijstje van Pitchfork is voor mij ieder jaar weer een belangrijke bron van inspiratie, maar ik ben nog maar zelden zo verrast als door ¡Ay! van Lucrecia Dalt.

¡Ay! is mijn eerste kennismaking met de muziek van de vanuit Berlijn opererende Colombiaanse muzikante, die toch al een flinke stapel albums op haar naam heeft staan. Het zijn albums die vooralsnog wat onderbelicht zijn gebleven en die bovendien vaak het etiket avant-garde opgeplakt hebben gekregen. Dat is een genre waar ik niet erg in thuis ben en ook maar beperkt in geïnteresseerd ben, wat zou kunnen verklaren waarom ik de muziek van Lucrecia Dalt nu pas heb ontdekt.

¡Ay! is zeker geen alledaags album en hier en daar een album waarop het experiment stevig wordt opgezocht, maar desondanks vind ik het etiket avant-garde maar beperkt van toepassing op het laatste album van de Colombiaanse muzikante. ¡Ay! is misschien geen alledaags en bij vlagen een experimenteel album, maar het is zeker geen ontoegankelijk album. Lucrecia Dalt smeedt op ¡Ay! meerdere invloeden aan elkaar, wat een bijzonder klankentapijt en een serie unieke songs oplevert.

De Colombiaanse muzikante begint dicht bij huis met de traditionele Colombiaanse en Zuid-Amerikaanse muziek waarmee ze opgroeide. Deze invloeden worden op ¡Ay! op bijzondere wijze vermengd met invloeden uit met name de ambient, waarna de al unieke muzikale cocktail verder op smaak wordt gebracht met vleugjes avant-garde, jazz, pop en elektronica.

In muzikaal opzicht klink ¡Ay! echt prachtig. De meeste songs zijn behoorlijk ingetogen en slepen zich in een laag tempo voort, maar er gebeurt echt van alles in de songs van Lucrecia Dalt. Bijzondere ritmes met een hang naar Latijns-Amerikaanse muziek worden gecombineerd met stemmige strijkers en broeierig klinkende blazers. De organische klanken in het geluid van Lucrecia Dalt worden vervolgens gecombineerd met behoorlijk eigenzinnige en vaak wat duistere elektronica, wat bijzondere contrasten oplevert. Deze contrasten worden versterkt door de over het algemeen zachte zang van de Colombiaanse muzikante, die haar Spaanstalige teksten soms bijna voordraagt.

Het levert een album op dat geen moment in een hokje is te duwen, dat zeer uiteenlopende genres combineert en dat vol spannende uitstapjes zit, maar dat ook bijzonder aangenaam klinkt. ¡Ay! is aan de ene kant een bijzondere luistertrip die je op de achtergrond voort kunt laten kabbelen, maar het is ook een album waarop ieder detail er toe doet en bijdraagt aan een uniek eigen geluid.

Ik ken geen enkel album dat lijkt op ¡Ay! van Lucrecia Dalt en het is een album dat me direct bij eerste beluistering dierbaar was. Aan de andere kant heb ik, ook na flink wat keren horen, nog altijd niet het idee dat ik grip heb op het album of dat ik alle bijzondere wendingen op het album inmiddels wel heb gehoord.

Ik blijf me verbazen over de prachtige klanken, de bijzondere songstructuren en de benevelende zang van de Colombiaanse muzikante. Het is zoals gezegd een van de beste tips die ik tot dusver uit een jaarlijstje van Pitchfork heb gehaald. En dat Pitchfork ¡Ay! van Lucrecia Dalt in de top 10 van haar jaarlijstje heeft gezegd vind ik inmiddels logisch en volkomen terecht.

Erwin Zijleman

Monday, 14 August 2023

Big Tear. Pitou (2)

Bijna vijf jaar na haar tweede EP komt de Nederlandse muzikante Pitou op de proppen met haar debuutalbum, dat zowel in muzikaal als in vocaal opzien baart en Pitou definitief op de kaart zet als een groot talent.

De Nederlandse muzikante Pitou liet op de EP’s die ze in 2016 en 2018 uitbracht al horen dat ze beschikt over flink wat talent, maar op haar debuutalbum Big Tear laat ze horen dat ze nog veel meer kan. Big Tear laat horen dat Pitou een geweldige zangeres is, die niet alleen veel kan met haar stem, maar bovendien flink wat emotie in haar zang stopt. Ook in muzikaal opzicht is Big Tear een mooi en fascinerend album. Pitou heeft haar muziek rijk en veelzijdig ingekleurd, maar Big Tear is ook een ruimtelijk klinkend album dat ademt. Het is een album met mooie en bijzonder aangenaam klinkende songs, maar het zijn ook songs die durven te experimenteren en te verrassen. Bijzonder knap debuutalbum.

Pitou (Nicolaes) wordt inmiddels al flink wat jaren een van de grote beloften van de Nederlandse popmuziek genoemd. De van oorsprong Amsterdamse muzikante heeft zich niet laten opjagen door alle verwachtingen, maar heeft de tijd genomen voor het maken van haar debuutalbum. Het deze week verschenen Big Tear volgt op een titelloze EP uit 2016 en de EP I Fall Asleep So Fast uit 2018. Beide EP’s kunnen met zeven songs en meer dan twintig minuten muziek overigens net zo goed mini-albums worden genoemd.

Pitou liet in eerste instantie behoorlijk ingetogen en sober ingekleurde folksongs horen, maar op I Fall Asleep So Fast zocht de Amsterdamse muzikante met enige regelmaat het experiment en was een avontuurlijker geluid te horen. Beide EP’s lieten een getalenteerd songwriter horen, maar boven alles een geweldige zangeres met een stem die meerdere kanten op kan en ook nog eens vol gevoel zit.

Na I Fall Asleep So Fast hebben we bijna vijf jaar op het debuutalbum van Pitou moeten wachten, waardoor de verwachtingen op zijn minst hooggespannen waren. Het zijn verwachtingen die Pitou onmiddellijk waar maakt. De openingstrack en titeltrack van Big Tear laat horen dat de muzikante, die tegenwoordig in Antwerpen woont. haar muziek nog wat voller en avontuurlijker heeft ingekleurd en laat bovendien horen dat Pitou als zangeres en songwriter is gegroeid.

Big Tear is in muzikaal opzicht een fascinerend album. Pitou heeft voor haar debuutalbum flink wat instrumenten uit de kast getrokken, wat een bijzonder geluid oplevert. Pitou heeft de akoestische gitaar van haar vroege werk grotendeels verruild voor piano en keyboards en heeft hiernaast onder andere harp, blazers en strijkers toegevoegd aan haar muziek. Ondanks de veelheid aan instrumenten en de inzet van flink wat muzikanten is Big Tear een subtiel ingekleurd album, waarop de details prachtig aan de oppervlakte komen.

De muziek van Pitou kreeg lange tijd het etiket folk opgeplakt en dat is een etiket dat slechts ten dele van toepassing is op haar muziek. Big Tear bevat ook flink wat invloeden uit de klassieke muziek, de chamber pop en de jazz, waardoor de muziek van Pitou zich lastig in een hokje laat duwen. De songs van de Amsterdamse muzikante zitten over het algemeen complex in elkaar en doen continu dingen die je niet verwacht, maar Big Tear is desondanks een zeer aangenaam klinkend album, dat zich makkelijk opdringt.

Wat voor de instrumentatie en de songs op het debuutalbum van Pitou geldt, geldt ook zeker voor haar zang. De Nederlandse muzikante liet op haar EP’s al horen dat ze een geweldige zangeres is, maar op Big Tear klinkt de stem van Pitou nog wat mooier en overtuigender. Ook de stem van Pitou doet vaak dingen die je niet verwacht en klinkt net zo veelzijdig als de instrumentatie, maar ondanks de vele wendingen, klinkt de zang op het debuutalbum van Pitou geen moment gekunsteld.

Pitou heeft zoals gezegd de tijd genomen voor haar eerste album en dat hoor je. Big Tear overstijgt het niveau van een gemiddeld debuutalbum op alle fronten en klinkt als een album van een gelouterde muzikante. Ondanks een lang muzikaal verleden, dat naar verluidt begon bij Kinderen voor Kinderen, is Pitou Nicolaes pas 29 jaar oud, maar wat bereikt ze op Big Tear al een hoog niveau.

Erwin Zijleman

Saturday, 12 August 2023

All Of This Will End. Indigo De Souza

Indigo De Souza laat op haar uitstekende derde album All Of This Will End nog maar eens horen waarom ze behoort tot de grote en de eigenzinnige talenten van de indiepop en indierock van het moment.

De naam Indigo De Souza staat in de meeste releaselijsten van deze week hooguit ergens in de middenmoot, maar haar derde album is echt een belangrijke release. Na twee heerlijk eigenwijze maar ook wel wat wisselvallige albums, maakt de muzikante uit North Carolina op All Of This Will End indruk met een serie geweldige songs. Het zijn nog steeds lekker eigenzinnige songs, die soms opschuiven richting indiepop en soms richting indierock, maar de kwaliteit ligt over de hele linie hoog. Indigo De Souza schudt de memorabele popsongs op haar derde album uit de mouw, maar ze is gelukkig ook zichzelf gebleven en schaart zich met dit album definitief onder de indie smaakmakers.

Een blik op de cover van het deze week verschenen derde album van de Amerikaanse muzikante Indigo De Souza maakt direct duidelijk dat de muzikante uit North Carolina niets heeft veranderd aan het artwork van haar albums. De wat duistere cover van All Of This Will End lijkt immers als twee druppels water op die van voorgangers Any Shape You Take uit 2021 en I Love My Mom uit 2018.

Ook in muzikaal opzicht heeft Indigo De Souza zich gelukkig niet laten beknotten, want haar derde album klinkt net zo ruw, onbevangen en eigenzinnig als de vorige twee. Ook op All Of This Will End schakelt de Amerikaanse muzikante makkelijk tussen indiepop en indierock, maar waar ze op haar vorige twee albums de plank nog wel eens flink mis sloeg, is de kwaliteit van de songs op All Of This Will End een stuk hoger en consistenter. De Amerikaanse muzikante heeft een nieuwe band en werkt samen met producer Alex Farrar, die heeft gezorgd voor een kwaliteitsimpuls.

Indigo De Souza kiest op haar derde album voor een overrompelende start. De eerste zes tracks op All Of This Will End halen geen van allen de grens van drie minuten en ze klinken allemaal behoorlijk vol of zelfs overweldigend. De muziek van Indigo De Souza had op haar eerste twee albums nog wel eens een lo-fi karakter, maar album nummer drie is voorzien van een behoorlijk volle productie.

Het betekent overigens niet dat het predicaat lo-fi helemaal niet meer van toepassing is op de muziek van de Amerikaanse muzikante, want ook de songs op All Of This Will End kunnen aangenaam rammelen. In de eerste zes tracks van haar nieuwe album stort Indigo De Souza een flinke bak goede ideeën over de luisteraar uit. Deze zijn deels verpakt in vooral elektronisch ingekleurde songs, maar de muzikante uit North Carolina schuwt ook de stevige gitaren niet.

Het zijn behoorlijk aanstekelijke songs waarmee Indigo De Souza op de proppen komt, maar haar songs blijven gelukkig ook heerlijk eigenwijs, met hier en daar een muzikale ontsporing en natuurlijk de af en toe uit de bocht vliegende zang van de Amerikaanse muzikante. Het schiet ook dit keer in muzikaal opzicht meerdere kanten op, maar net als op haar vorige albums komt Indigo De Souza er makkelijk mee weg.

Ik vind het niet eens zo makkelijk om uit te leggen wat ik zo goed vind aan de songs van Indigo De Souza, maar met All Of This Will End overtuigde de Amerikaanse muzikante me vrijwel onmiddellijk. Het is de verdienste van de uitstekende songs, maar ook de verdienste van de eigenzinnigheid in de muziek van Indigo De Souza, die er voor zorgt dat haar songs ook tegen de haren in kunnen strijken en de fantasie kunnen prikkelen.

Na de korte tracks aan het begin van het album neemt Indigo De Souza op de tweede helft van het album wat meer tijd voor haar songs, laat ze wat vaker horen dat ze een uitstekende zangeres is en bewijst ze nog maar eens dat ze ook ver buiten de indiepop en de indierock uit de voeten kan, bijvoorbeeld met de bijzondere fraaie psychedelische countrysong Younger & Dumber, die flink ver verwijderd is van de songs waarmee het album opent.

Indigo De Souza laat voor de derde keer op rij horen dat ze bulkt van het eigenzinnige talent, dat op All Of This Will End nog wat meer floreert dankzij betere songs en een wat minder donkere kijk op het leven, die er voor zorgt dat de geweldige songs van de Amerikaanse muzikante zich nog wat nadrukkelijker opdringen dan die op haar vorige albums.

Erwin Zijleman

Friday, 11 August 2023

Nothing For Me, Please. Dean Johnson

Dean Johnson timmert al vele jaren aan de weg in de muziekscene van Seattle, maar tot een debuutalbum kwam het nog niet, tot de release van het uitstekende Nothing For Me, Please deze week.

Op latere leeftijd debuteren met een geweldig album komt niet al te vaak voor en als het gebeurt moet je als muzikant het geluk hebben dat de critici en de muziekliefhebbers opletten. Nothing For Me, Please van de Amerikaanse muzikant Dean Johnson krijgt nog niet heel veel aandacht, maar één artikel was genoeg om mij nieuwsgierig te maken naar het album. Het debuutalbum van de muzikant uit Seattle heeft mij vervolgens zeker niet teleurgesteld. Dean Johnson klinkt als een tijdloze singer-songwriter die bijzonder aansprekende songs schrijft. De Amerikaanse muzikant beschikt ook nog eens over een bijzondere stem die van een prima album een uitstekend album maakt. Aanrader!

Ook de afgelopen week verschenen er weer heel veel albums van tot voor kort voor mij onbekende singer-songwriters en ook de afgelopen week pikte ik er weer vooral albums van vrouwelijke singer-songwriters uit. De enige uitzondering was het debuutalbum van een Amerikaanse cultmuzikant, die na heel veel jaren dan eindelijk zijn debuutalbum heeft uitgebracht.

Dean Johnson is een singer-songwriter uit Seattle, Washington, die al minstens twintig jaar meedraait in de rijke muziekscene van de stad. Hij speelde in een aantal voor mij onbekende bands, waarvan The Sons Of Rainier de bekendste schijnt te zijn, maar Dean Johnson heeft ook een solorepertoire, dat tot voor kort alleen was te horen op een aantal kleine podia in de stad, die in de jaren 90 uitgroeide tot de hoofdstad van de grunge.

Dean Johnson nam zijn debuutalbum Nothing For Me, Please met zeer beperkte middelen live op en had hier slechts vier dagen voor nodig. De opnames van de Amerikaanse muzikant stammen overigens al uit de zomer van 2018, wat illustreert dat zijn debuutalbum er niet zomaar is gekomen.

Nu zijn er heel veel singer-songwriters in het segment waarin Dean Johnson opereert, maar direct bij eerste beluistering van Nothing For Me, Please werd ik gegrepen door dit album. Dean Johnson beschikt allereerst over een bijzondere stem, die er voor zorgt dat zijn debuutalbum veel meer met me doet dan de meeste andere albums van mannelijke singer-songwriters die ik recent heb beluisterd.

Het is een wat hoge stem, met hier en daar een vleugje Roy Orbison, en het is een stem waar je emotie in bakken van af kunt scheppen. Direct vanaf de eerste noten van Nothing For Me, Please grijpt Dean Johnson je bij de strot met zijn emotievolle zang, om pas na negen songs en een kleine dertig minuten later weer los te laten.

De stem van Dean Johnson is wat mij betreft zijn sterkste wapen, maar de muzikant uit Seattle schrijft ook sterke en tijdloos klinkende songs. In muzikaal opzicht treedt Nothing For Me, Please in de voetsporen van grote singer-songwriters als Townes van Zandt en John Prine, maar het debuutalbum van Dean Johnson klinkt zeker niet gedateerd. De songs van de Amerikaanse muzikant doen we ook wel wat denken aan het vroege werk van Ryan Adams, zowel in vocaal als in muzikaal opzicht.

In muzikaal opzicht klinkt Nothing For Me, Please redelijk sober en rechttoe rechtaan, precies wat je verwacht bij een album dat binnen een paar dagen en live werd opgenomen. De instrumentatie bestaat vooral uit akoestische gitaar en een ritmesectie, maar dit past uitstekend bij het genre waarin Dean Johnson opereert. De relatief sobere instrumentatie geeft de bijzondere stem van de muzikant uit Seattle bovendien alle ruimte. Dean Johnson weet niet alleen op te vallen met zijn karakteristieke stem, maar ook met zijn persoonlijke en emotievolle songs, die niet alleen authentiek en tijdloos klinken, maar ook bijzonder makkelijk blijven hangen.

Het heeft Dean Johnson de nodige tijd gekost om een debuutalbum te maken, maar Nothing For Me, Please is een album waarmee hij wat mij betreft opvalt binnen het enorme aanbod van het moment. Het is een album dat vooralsnog weinig aandacht krijgt, maar dat moet echt snel gaan veranderen, want albums als Nothing For Me, Please hoor ik maar weinig.

Erwin Zijleman

Thursday, 10 August 2023

Such Ferocious Beauty. Cowboy Junkies

De Canadese band Cowboy Junkies scoort al decennia hoog op het lijstje met mijn favoriete bands en steekt ook op het deze week verschenen en wat donker getinte Such Ferocious Beauty weer in een blakende vorm.

Bij Cowboy Junkies weet ik inmiddels al meer dan 35 jaar wat ik krijg, maar toch weet de band uit Toronto me met ieder nieuw album weer te verrassen. Such Ferocious Beauty laat het inmiddels uit duizenden herkenbare Cowboy Junkies geluid horen, met uiteraard hoofdrollen voor de zang van Margo Timmins en het fantastische gitaarwerk van haar broer Michael. De band presteert de afgelopen jaren op de toppen van haar kunnen en doet dat ook weer op haar nieuwe album, dat binnen het oeuvre van de band met de beste albums mee kan. Such Ferocious Beauty is getekend door de dood, verlies en sterfelijkheid, maar omarmt uiteindelijk nadrukkelijk het leven en doet dit op wonderschone wijze.

Het is een ontstellend mooi oeuvre dat de Canadese band Cowboy Junkies inmiddels op haar naam heeft staan. Ik kreeg het album The Trinity Session, het tweede album van de band, in 1988 in mijn handen gedrukt in de lokale platenzaak en liet me bijna op het verkeerde been zetten door de bijzondere naam van de band. The Trinity Session bleek echter al snel het mooiste album van het betreffende jaar en de start van een lange liefde voor het werk van de band uit Toronto.

Ik heb inmiddels meer dan twintig Cowboy Junkies albums in de kast staan en ze zijn me bijna allemaal zeer dierbaar. Tussen deze albums zitten er ook een aantal die ik schaar onder mijn persoonlijke favorieten aller tijden en deze stammen zowel uit de beginjaren van de band als uit het recente verleden. Sinds 2010 bouwt de band aan een serie ijzersterke albums, wat in 2018 het geweldige All That Reckoning opleverde, misschien wel het beste album van de band tot dusver.

Vorig jaar moesten we het doen met de overigens prima verzameling covers op Songs Of The Recollection, maar deze week is het weer tijd voor een nieuw album van de Canadese band, Such Ferocious Beauty. Ook het nieuwe album werd weer gemaakt met wat inmiddels de ultieme bezetting van de band genoemd mag worden. Margo Timmins, Michael Timmins, Peter Timmins en Alan Anton lieten zich voor hun nieuwe album inspireren door zware thema’s als ziekte en verval, ouder worden, sterfelijkheid en de dood. Dit centrale thema werd deels ingegeven door het verlies van ouders, maar de leden van de band, die inmiddels 38 jaar bestaat, worden zelf ook een jaartje ouder.

Het staat het maken van goede muziek gelukkig niet in de weg, want net als op de vorige albums steekt de band uit Toronto in een blakende vorm en bovendien schijnt de zon achter alle wolken en is het album net zo goed een ode aan het leven. Such Ferocious Beauty ligt in het verlengde van zijn voorgangers en laat het geluid horen dat eigenlijk al meer dan 35 jaar het typische Cowboy Junkies geluid is.

Het is een geluid dat wordt gedomineerd door de prachtige stem van Margo Timmins. Het is een stem die misschien niet meer zo engelachtig klinkt als op de vroege albums van de band, maar het is nog steeds een geweldige zangeres, die de songs van Cowboy Junkies voorziet van een uniek en uit duizenden herkenbaar geluid. Ik hoor af en toe iets breekbaars in de zang op Such Ferocious Beauty, wat de impact van de zang van Margo Timmins alleen maar vergroot.

Ook gitarist Michael Timmins, die ook dit keer tekende voor de songs, draagt overigens stevig bij aan het zo bijzondere Cowboy Junkies geluid. Het ruimtelijke gitaarwerk van Michael Timmins is ook dit keer wonderschoon en kleurt prachtig bij de bijzondere stem van zijn zus Margo. De ritmesectie van de band speelt ook dit keer vooral ondersteunend, maar levert ondertussen wel vakwerk af.

Such Ferocious Beauty is in tekstueel opzicht een wat donker album, maar in muzikaal opzicht is het weer smullen. De band schakelt moeiteloos tussen uiterst ingetogen en wat gruizigere songs en bestrijkt op haar nieuwe album wederom haar complete oeuvre. Such Ferocious Beauty doet wat mij betreft niet onder voor de vorige albums van de band en behoort binnen het inmiddels imposante oeuvre van Cowboy Junkies tot de betere albums. Dat is een ongelooflijk knappe prestatie, maar het vat lijkt gelukkig nog lang niet leeg bij de band uit Toronto.

Erwin Zijleman

Tuesday, 8 August 2023

Katherine. Neev

Katherine is het debuutalbum van de jonge Schotse muzikante Neev en het is een album dat overtuigt met een mooie en interessante instrumentatie, prikkelende songs en echt geweldige zang.

Het is de laatste weken dringen binnen de Britse folk en ook over albums die de grenzen opzoeken van de traditionele Britse folk hebben we niet te klagen. Toch zou ik het debuutalbum van de van oorsprong Schotse muzikante Neev niet laten liggen. Op haar debuutalbum Katherine laat Neev horen dat ze een uitstekende zangeres is en bovendien beschikt over een karakteristiek stemgeluid. Het is al genoeg om het debuutalbum van Neev boven het maaiveld uit te tillen, maar het is ook nog eens een album dat veelzijdig en fantasierijk is ingekleurd en dat bovendien indruk maakt met aansprekende songs, die de tradities van de folk eren, maar die ook zeker buiten de lijntjes durven te kleuren.

Ik ben lang niet altijd gek op Britse folk, maar ik heb de afgelopen weken echt een enorm zwak voor folky zangeressen. Het zijn wel stuk voor stuk folky zangeressen die zich hebben ontworsteld aan het strakke keurslijf van de traditionele Britse folk. Ook Neev heeft dit gedaan op haar uitstekende debuutalbum Katherine.

Neev is het alter ego van de van oorsprong Schotse muzikante Niamh Katherine Downes, die inmiddels een aantal jaren Londen als thuisbasis heeft. Neev is haar fonetisch uitgesproken Ierse voornaam Niamh, terwijl Katherine haar tweede voornaam is, wat zowel haar alter ego als de titel van haar debuutalbum verklaart.

Het is een album waarop Neev in een aantal tracks redelijk dicht bij de traditionele Britse folk blijft, maar ze neemt er ook met enige regelmaat flink afstand van. Dat doet ze door in de instrumentatie hier en daar te kiezen voor wat steviger aangezette klanken, door op opvallende wijze strijkers in te zetten, door subtiel gebruik van elektronica en door haar stem soms in meerdere lagen op te nemen.

Ook wanneer Neev redelijk dicht bij de wat traditionelere Britse folk blijft, maakt ze wat mij betreft makkelijk indruk. Katherine is dan subtiel maar mooi ingekleurd, waarna Neev flink wat indruk maakt met haar stem. Het is een stem die uitstekend past bij het folky repertoire op het debuutalbum van de Schotse muzikante, maar Neev beschikt ook over een zeer karakteristiek stemgeluid en zingt bovendien met veel expressie en emotie.

Ook wanneer de instrumentatie wat uitbundiger is en wat minder netjes binnen de lijnen kleurt, valt vooral de stem van Neev in positieve zin op. Het is een stem waarmee Neev zich wat mij betreft weet te onderscheiden van de meeste van haar concurrenten, maar de Schotse muzikante is meer dan een uitstekende zangeres.

Neev schreef de songs voor haar debuutalbum tijdens de eindeloze corona lockdowns en je hoort goed dat ze de tijd heeft genomen voor het perfectioneren van haar songs. Dat streven naar perfectie hoor je ook in de inkleuring van de songs op Katherine, die steeds weer in positieve zin weet te verrassen. De songs op het debuutalbum van Neev spreken makkelijk tot de verbeelding, maar het zijn ook songs die de fantasie uitvoerig prikkelen en songs die iedere keer dat je ze hoort weer net wat beter zijn.

Ik heb de afgelopen weken flink wat uitstekende albums van Britse folkies gehoord, waaronder die van Josienne Clarke en Lucy Farrell, wat twee gevestigde namen zijn binnen de Britse folk. Nieuwkomer Neev doet met haar debuutalbum echter zeker niet onder door de gevestigde namen. Katherine is in muzikaal opzicht net zo goed als de albums van Josienne Clarke en Lucy Farrell, die zich in muzikaal opzicht ook knap ontworstelden aan het strakke keurslijf van de Britse folk, maar de songs van Neev vind ik misschien wel spannender en ook met haar zang levert de Schotse muzikante een bijzonder indrukwekkende prestatie.

Het is de laatste weken wel flink dringen in het genre, waardoor een debuterende muzikante als Neev makkelijk tussen wal en schip valt, maar het geweldige Katherine verdient absoluut een beter lot. Grote kans dat liefhebbers van eigenzinnige Britse folk direct vallen voor de muzikale en vocale charmes van Neev, maar beluister het album nog een keer en je bent definitief verkocht.

Erwin Zijleman

Monday, 7 August 2023

This Is Brian Jackson. Brian Jackson

Brian Jackson kende zijn hoogtijdagen, samen met Gil Scott-Heron, in de jaren 70, maar is het maken van geweldige muziek niet verleerd op zijn nieuwe soloalbum, dat van de eerste tot de laatste noot imponeert.

Laat This Is Brian Jackson van de Amerikaanse muzikant Brian Jackson uit de speakers komen en je waant je onmiddellijk in de jaren 70. Het is het decennium waarin Brian Jackson voor het eerst aan de weg timmerde, maar ook 50 jaar later heeft hij nog een topalbum in zich. This Is Brian Jackson valt op door veel muzikaal vuurwerk, door een heerlijk laid-back geluid, door een bak aan invloeden en vooral door songs waarvan je onmiddellijk gelukkig wordt. Bijgestaan door een aantal topmuzikanten schakelt Brian Jackson soepel tussen soul, jazz, funk, psychedelica, Afrobeat en nog veel meer. Het is muziek van hoog niveau, maar ook muziek die doet verlangen naar zorgeloze zomeravonden. Wat een heerlijk album.

Tussen de nieuwe releases van deze week vond ik This Is Brian Jackson van de Amerikaanse muzikant Brian Jackson. Het is een naam die mij niet direct een belletje deed rinkelen, al is het maar omdat het geen hele onderscheidende naam is. Gezien de titel ging ik uit van een debuutalbum, maar daar lijkt de muzikant op de cover net wat te oud voor. Bovendien klinkt This Is Brian Jackson als het werk van een gelouterde muzikant.

Het is werk dat meer dan eens zo lijkt weggelopen uit de jaren 70 en 80, waardoor ik nog even uitging van een reissue, maar This Is Brian Jackson is wel degelijk een nieuw album van een naar blijkt zeer gerespecteerd muzikant. Brian Jackson werkte in de jaren 70 samen met Gil Scott-Heron met wie hij een aantal uitstekende albums maakte en was vanaf de jaren 80 als muzikant te horen op talloze albums.

In 2002 leverde Brian Jackson met Gotta Play een uitstekend maar helaas slechts in kleine kring opgepikt soloalbum af en nu is er This Is Brian Jackson. Het is een album dat deels bestaat uit nieuw materiaal, maar de Amerikaanse muzikant werkte ook een aantal vergeten demo’s uit de jaren 70 verder uit.

This Is Brian Jackson ademt vanaf de eerste noten de sfeer van de jaren 70. De conga’s, de dwarsfluit, de subtiele of funky gitaarlijnen, de zwierige strijkers, de zwoele koortjes en de heerlijke laid-back noten van piano, orgel- en keyboards nemen je stuk voor stuk flink mee terug in de tijd en ook de mix van soul, funk, jazz, psychedelica en rhythm & blues herinnert aan vervlogen tijden. Het zijn niet alleen de gebruikte instrumenten en de combinatie van invloeden die This Is Brian Jackson voorzien van een 70s vibe, want ook het ontspannen karakter en de tijd die wordt genomen voor het opbouwen van de songs zijn nauwelijks van deze tijd.

This Is Brian Jackson bevat bijdragen van een aantal topmuzikanten, waaronder natuurlijk de bijdragen van Brian Jackson zelf, die ook nog eens is gezegend met een zeer aangename stem. Zeker op de lome zondagochtend streelt het nieuwe soloalbum van Brian Jackson genadeloos het oor, maar This Is Brian Jackson heeft ook alles dat nodig is om uit te groeien tot de soundtrack van de warme en broeierige zomeravonden van 2022.

In muzikaal en vocaal opzicht is het acht songs en bijna drie kwartier lang smullen, want wordt er geïnspireerd en gloedvol gemusiceerd op het album. Brian Jackson begint op zijn nieuwe album bij de jazzy soul uit de jaren 70, maar sleept er gedurende het album nog wat extra invloeden bij, waaronder invloeden uit de Afrikaanse muziek en de disco om af te sluiten met een track met een vleugje Prince, die de mosterd deels haalde bij de muziek waarmee Brian Jackson in de jaren 70 opdook.

Die muziek uit de jaren 70 is muziek die ik zelf pas het afgelopen decennium aan het ontdekken ben, maar in plaats van het uitpluizen van stapels albums had ik ook kunnen beginnen bij het geweldige This Is Brian Jackson, dat zich laat beluisteren als een goed gevulde compilatie met dit soort muziek uit de jaren 70 en 80.

Muzikanten die hun gloriejaren beleefden in decennia die inmiddels ver achter ons liggen, slagen er helaas maar zelden in om nieuwe muziek te maken die ook maar enigszins in de buurt komt bij de muziek die ze maakten in hun gloriejaren, maar Brian Jackson schittert op zijn eerste soloalbum in twintig jaar als nooit tevoren. Briljant album. En het wordt alleen maar onweerstaanbaarder.

Erwin Zijleman