No, I wasn't at Glastonbury, I even missed the TV broadcast on the BBC, but did watch it on the internet this afternoon. Whatever some people may have written on the Stones tour in the US, this show rocked and the band plays totally convincing. There's nothing more to conclude having watch the show. Despite the fact that I was at one show during every tour since 1982 and vowed not to go to another again, I noticed that I was sitting with a big grin on my face during the whole broadcast. No matter what happens, the music of The Rolling Stones is a part of my DNA. Music I grew up with consciously ever since 'Honky tonk women' was released in 1969 and rode the Top 40 to the number three spot.
Yes, the Stones tour 50 and counting is a greatest hits tour with hardly any songs from past 1981. The two new songs of 'Grrrr' being the exception to the rule. With no one most likely wanting to hear them, really. Some songs of the 90's are being neglected which shouldn't be. 'Love is strong', ' Anybody seen my baby' and especially the greatest Rolling Stones song of the past 32 years, 'Saint of me'. Greatest hits that the world wants to hear and pays money for to hear. The band supplies and is again riding the waves of popularity and attention. Eight years after its last album release.
There's nothing more to say. The rest you can see for yourself. Old guys rocking out, that they are human and make small mistakes and that they swing like hell. Listen here and 50% of the show is on view here.
Wo.
Sunday, 30 June 2013
Bridge to nowhere. Farmington Hill
Je kunt hier naar Farmington Hill live luisteren.
Soms moet ik er heel goed naar zoeken, maar soms duiken ze zo maar op in mijn mailbox: rootsplaten die me direct weten te veroveren en waarvan ik nu al zeker weet dat ik ze over een jaar nog steeds beluister. Het overkwam me vorige week met het prachtdebuut van Waiting For Henry en het overkomt me deze week met het al even mooie debuut van het uit Durango, Colorado, afkomstige Farmington Hill. Farmington Hill maakt naar eigen zeggen “country-fried indie rock” en beweegt zich hiermee voor een belangrijk deel op hetzelfde terrein als Waiting For Henry. Ook bij beluistering van het debuut van Farmington Hill moest ik met enige regelmaat denken aan de muziek van alt-country pioniers als Uncle Tupelo en The Jayhawks, maar Farmington Hill is ook zeker niet vies van wat meer traditioneel aandoende countryrock. Het is muziek waarin de gitaren lekker mogen scheuren en de vocalen bij voorkeur in mooie harmonieën zijn gegoten. Zeker in de traditioneel aandoende songs zijn de beloofde invloeden uit de indie-rock lastig te ontdekken, maar in een aantal songs spelen ze een prominente rol. Het is de mix van traditionele countryrock en modernere alt-country of indie-rock die de muziek van Farmington Hill meerwaarde geeft. Het hoge niveau van de songs en de werkelijk geweldige uitvoering van deze songs op Bridge To Nowhere doen de rest. Bij beluistering van Bridge To Nowhere heb ik geen moment het idee dat ik naar een debuut aan het luisteren ben. Alle songs klinken even volwassen en doordacht en alle songs vallen op door de prima vocalen en het hoogstaande gitaarwerk dat heerlijk mag spetteren. Aan de ene kant is het niet nieuw wat Farmington Hill doet, maar aan de andere kant klinkt het toch weer zo anders dan de countryrock of alt-country klassiekers die ik in de kast heb staan dat Farmington Hill ook in de toekomst een graag geziene gast in mijn cd speler zal zijn. De album titel verwijst overigens naar een brug in Colorado die inmiddels al tijden in het niets eindigt (je vindt op het Internet meer over deze brug dan over de plaat). Het debuut van Farmington Hill gaat zeker ergens naar toe. Naar de eregalerij met de betere bands in het genre als het een beetje mee zit. Ga op zijn minst luisteren naar deze bijzonder aangename en gloedvolle plaat. De rest komt vanzelf.
Erwin Zijleman
Je kunt Bridge to nowhere hier bestellen.
Soms moet ik er heel goed naar zoeken, maar soms duiken ze zo maar op in mijn mailbox: rootsplaten die me direct weten te veroveren en waarvan ik nu al zeker weet dat ik ze over een jaar nog steeds beluister. Het overkwam me vorige week met het prachtdebuut van Waiting For Henry en het overkomt me deze week met het al even mooie debuut van het uit Durango, Colorado, afkomstige Farmington Hill. Farmington Hill maakt naar eigen zeggen “country-fried indie rock” en beweegt zich hiermee voor een belangrijk deel op hetzelfde terrein als Waiting For Henry. Ook bij beluistering van het debuut van Farmington Hill moest ik met enige regelmaat denken aan de muziek van alt-country pioniers als Uncle Tupelo en The Jayhawks, maar Farmington Hill is ook zeker niet vies van wat meer traditioneel aandoende countryrock. Het is muziek waarin de gitaren lekker mogen scheuren en de vocalen bij voorkeur in mooie harmonieën zijn gegoten. Zeker in de traditioneel aandoende songs zijn de beloofde invloeden uit de indie-rock lastig te ontdekken, maar in een aantal songs spelen ze een prominente rol. Het is de mix van traditionele countryrock en modernere alt-country of indie-rock die de muziek van Farmington Hill meerwaarde geeft. Het hoge niveau van de songs en de werkelijk geweldige uitvoering van deze songs op Bridge To Nowhere doen de rest. Bij beluistering van Bridge To Nowhere heb ik geen moment het idee dat ik naar een debuut aan het luisteren ben. Alle songs klinken even volwassen en doordacht en alle songs vallen op door de prima vocalen en het hoogstaande gitaarwerk dat heerlijk mag spetteren. Aan de ene kant is het niet nieuw wat Farmington Hill doet, maar aan de andere kant klinkt het toch weer zo anders dan de countryrock of alt-country klassiekers die ik in de kast heb staan dat Farmington Hill ook in de toekomst een graag geziene gast in mijn cd speler zal zijn. De album titel verwijst overigens naar een brug in Colorado die inmiddels al tijden in het niets eindigt (je vindt op het Internet meer over deze brug dan over de plaat). Het debuut van Farmington Hill gaat zeker ergens naar toe. Naar de eregalerij met de betere bands in het genre als het een beetje mee zit. Ga op zijn minst luisteren naar deze bijzonder aangename en gloedvolle plaat. De rest komt vanzelf.
Erwin Zijleman
Je kunt Bridge to nowhere hier bestellen.
Saturday, 29 June 2013
Born in a storm. Douwe Bob
You can listen to 'multicoloured angels' here.
Of course Douwe Bob is pushed hard by Dutch radio 3 as
winner of the singer-songwriter 2012 competition. He plays regularly live in
radio shows, but waited with a first album until it was finished and all songs
were up to par. Born in a storm is just that. Douwe Bob Posthuma presents the
world more than just a singer-songwriter album. Born in a storm is a band
sound. With a lot of 60s and 70s influences from the psychedelic era, country
rock all the way to The Beatles. Loads of pop music with a different flavour in
each songs.
Douwe Bob is a 20 year old singer from Amsterdam. With
parents that both have an artistic background. Father Simon Posthuma was part of The Fool and scored a hit single, 'I saw you', in 1972 with Marijke. Music was always around and
to become a musician a normal thing to do. That way it only takes talent,
determination and a bit of luck to become well known. Douwe Bob managed to step
forward at the right moment and was lucky enough to win the TV contest.
Douwe Bob’s voice suits his music like a glove. He can sing
sweet and with this little, razor like edge. That rasp that gives his voice a
soulful element, making it more expressive and alive. Not to forget some
authenticity. His music splits basically along two lines. The poppy, crowd
pleasing songs and the more serious, singer-songwriter songs with a country flavor.
Both work well, although the pleasing songs are more my favorites. These songs
are freer flowing, more fun and with golden refrains that beg singing along to.
Douwe Bob manages to sing a few songs that come dangerously close to a perfect
song. ‘Life weights heavy’ has these elements where
everything with the exception of the solo like intermezzo near the end that
make the song flawless.
There is a third element on Born in a storm though. Paul
McCartney like ballads with these bitter sweet overtones. Where nothing seems
to ever come right again, but some hope remains in the background. Just beyond
grasping. ‘She knows’ directly competes with ‘She’s leaving home’. ‘She knows’
is not as good, but is extremely well done. The harmonies are breathtaking in
the chorus. If Douwe Bob can do this at 20, what can he achieve at 24? Will
he find his George Martin? (Next to have a chance to hone his skills with four singles a year and an album, at least, each year?) ‘I gave them’ is another example of direct McCartney
influence. More serious, so less playful. In this case not my favorite song of
Born in a storm, but very well written and played nonetheless.
The range of styles Douwe Bob touches on on Born in a storm
make the album quite varied. In all these angles, Douwe Bob convinces
and clearly feels at home. He’s able to find an interesting twist in each different
song or a great change in the melody that just makes Born in a storm a totally
aurely satisfying experience. From the clavecimbel sound on ‘Judge, jury and executioner’ to female soulful background singing in the right places.
What was also a smart move was to get Matthijs van Duijvenbode on board on keyboards and songwriting. "Duijf" is growing into the role of the side kick of all singer-songwriters in The Netherlands. J.P. Hoekstra of Krezip is on guitar. Jeroen Overmans also stems from Tim Knol's band, drummer Bram Hakkens played among others with Kyteman Orchestra. As a whole they bring out the best in Douwe Bob. While songwise Douwe Bob is already miles ahead of Tim Knol, whose band he's ravaged. With songs with the depth and beauty of 'Eliza Jane' or the 'Wild horses' quality of 'Born in a storm' Douwe Bob delivers on his promise and can only grow better in the coming years. If possible more on a live show this fall.
Wo,
You can order Born in a storm here
or here
You can order Born in a storm here
or here
Friday, 28 June 2013
The Tragically Hip live, Tivoli 26 juni
TTH live, foto HareD |
Je kunt hier luisteren naar 'Now for plan A'.
Allemaal een beetje, is waarschijnlijk het
beste antwoord, maar het adagium ‘hoe
ouder hoe gekker’ gaat zeker op voor de leadzanger van The Tragically Hip. Waar
de rest van de band zich standaard had uitgedost, dus spijkerbroek, T-shirt, al
dan niet nog met een leren jack of (zeer) lang haar, kwam Downie op in een zomerpak
met hoed. Het laatste attribuut hield hij ook de hele avond op, waarbij het op
een gegeven moment functioneel werd als afwateringskanaal van het vele zweet
dat de man tijdens een concert produceert. Rocksterren in pakken hebben we wel
vaker gezien (denk alleen al aan David Bowie), maar het toneelstuk dat hij er
de gehele avond bij opvoerde was wel bijzonder. Vanzelfsprekend was het eerder
te interpreteren als ironische knipoog dan als serieuze opvoering. Maar toch.
Voortdurend draaide hij rondjes rond zijn zakdoek , maakte dansjes met zijn
microfoonstandaard, riep onverstaanbare teksten naar het publiek en nam de
meest merkwaardige poses en grimassen aan. Tja. Na afloop vroegen de mensen die
ik sprak zich af waar dit in hemelsnaam goed voor was. Of het je aanspreekt is natuurlijk een kwestie van smaak, of de
hoeveelheid drank of andere genotsmiddelen die je hebt ingenomen. Maar erg functioneel
was het in ieder geval niet, want het leidde af van de muziek.
Dat was jammer, want met de muzikale
prestaties van The Hip is al die drie decennia helemaal niets mis. Ik vond het
geluid goed, de band speelde strak en ondanks alle fratsen blijft Downie een
fascinerende en mooie stem hebben. De set was een goede afwisseling van oude en
nieuwe nummers. Helaas speelden ze mijn twee favorieten (‘38 years old’ en
‘Nautical disaster’) niet. Je kunt wel vaststellen dat hun muzikale hoogtepunt
in het begin van de jaren negentig lag, met de albums Up to Here,Road Apples, Fully Completely en Day for Night. Dat wil niet zeggen dat het daarna niets meer was
met The Hip. Iedere CD erna heeft een stuk of wat mooie nummers, maar deze
waren over het algemeen ingetogener.
Afgaand op de reacties van het publiek,
waar overigens geen veertig-minner tussen leek te staan, werden ze ook in de
jaren negentig fan. De vlam ging namelijk pas echt in de pan bij
Hip-klassiekers uit die tijd, zoals ‘Grace too’, ‘Blow at High Dough’, ‘New
Orleans is Sinking’, ‘Fully Completely’, ‘At the Hundreth Meridian’ en zeker ‘Courage’.
De freakshow was gelukkig bovenal een mooie rockshow.
Thursday, 27 June 2013
Cinematic Coltrane
WoNoBloG is happy to announce a new contributor to the blog. You will find that his contributions make the postings more divers. Welcome, OMK!
The
Cinematic Orchestra is a band that I started to appreciate over the last
few years. They appear on the Ninja Tunes label, a label that features a
number of cool bands that are in the cross-over between jazz, lounge
and dance. That label has quite a few bands that I appreciate. I do not
know much about the background of the Cinematic orchestra, except that
what is written on Wikipedia. The dedicated lemma describes their style
as:
"The Cinematic Orchestra's sound, in both
live and studio contexts, employs a live band which improvises along
with a turntablist and electronic elements such as samples provided by
Swinscoe. In their studio releases Swinscoe will often remix the live
source material to produce a combination of live jazz improvisation with
electronica, such that it is difficult to tell where the improvisation
ends and the production begins."
And produced
it is, their music. It's very slick but I find that they are still on
the safe side of overproducing and have not lost the guts that are so
essential to good music.
One of my most
favorite tunes is the recording of "Man with a Movie Camera" [1] from
the album with the same title. The tune starts with a soprano sax solo
accompanied by a quarter beat drum-and-base rythm, the congas enter and
around 2 minutes into the song the turntables are spun. That is where
the synth kick in and the rythm changes, it sound weirdly syncopated
while in fact the beat has changed to something that I still haven't
maneged to figure out completely (3:4 followed by 4:4th?), then the
composition turns back to the sax solo accompanied with warm melodic
chords.
For some reason I associated towards
Man with a Movie Camera when I got blown away by John Coltrane's India
on volume 1 of the Village Vanguard compilations.[2]
I
have listened to Coltrane so now and then but I find his music
difficult to approach. His compositions are deep and complex. That said,
I am starting to appreciate that if you take your time there is a
beautiful rock-and-roll type rawness that combines with melodic melody
lines. Coltrane is worth an investment and I am prety sure that Swinscoe
invested and drew inspiration. Fortunatelly there is a big Coltrane
legacy to invest in.
OMK
Labels:
avant garde,
ballads,
beats,
jazz,
lounge,
OMK,
Triphop,
WoNo Magazine Muziek Music
Wednesday, 26 June 2013
Evil friends. Portugal. The Man
You can listen to 'Evil friends' here.
The band with an extremely weird name for a band that originally originates from Alaska, returns with a new album. Having just found out that I have missed an album in 2011, I'll admit here and now that I sort of forgot about the band that surprised me with its 2008 album 'Censored colors'. In my memory it was definitely louder than what I'm hearing on Evil friends, but who cares when Evil Friends is such a fun album as it is.
Portugal. The Man is a five piece band from Portland, Oregon, the city where so many fine indie (rock) bands come from. The band started in Wasilla, Alaska in 2004, but moved before much had happened there. Since the start the band has now as many ex-members as it has present members. The last tour must have taken its toll as two band members were replaced. Constants are singer, guitar and organ player John Baldwin Gourley, bassplayer and backing vocalist Zachary Carothers and guitarist and vocalist Noah Gersh. The new ones are Kyle O'Quin on keyboards and synthesizers and Kane Richotte, drums and percussion.
Anyone who has to start with a description of the music of Portugal.The Man will start with the voice of Gourley. It is high, sometimes with a twist, sometimes near angelic, but always a voice that stands out. He would have done great as a background vocalist in the disco era, I'm sure. Gourley's voice works well in the more rock oriented tracks as well in the folkier and hippy trips. When backed up by the band magic's within reach.
Evil friends has another winner on board. Producer Danger Mouse has dug deep into the poppy vein of Portugal. The Man and struck gold when he found the hippy one also. Danger Mouse made the band come up with all sorts of little bends and curves in the music that make it just this little more interesting. All sorts of fine details pop up: Sgt. Peppery horns, some psychedelia, a la-la-la in the right place, a different guitar effect in a solo, disco with all disco elements stripped off. Not only the music is plain good, there is all this fun stuff to discover with each listen.
That brings Portugal. The Man close to The Shins melodically, in the more folky parts I hear fellow Alascans and Portlanders, Port O'Brien, in tune with the new psychedelia music craze and disco reminiscence in the singing. 'Purple yellow red and blue' has this pure disco singing over this poppy rock track. Sylvester could have been proud. What makes it acceptable is the lack of production on the voice. It appears real, high but under-cooled, with rough edges and all. And pop, pop and some more pop.
Allow me to pick out just one song, opener 'Plastic soldiers'. The song starts off with an acoustic guitar with this synth melody over it. Gourley sings, slightly muted. Very deep in the background all these atmospheric things are going on or perhaps just suggested. At 1"10 the mood changes as it will a few more times during the song. It makes the song exciting to listen to, makes it stand out and sets an incredibly high standard to maintain, which Portugal. The Man does. 'Plastic soldiers' is one of the more "empty" songs of Evil friends and still has all these incredible things going on. A true sound trip in combination with a great song. A winner if I ever heard one.
A few years back I remember reading that Portugal. The Man signed with a major. The end of the band was more or less announced. In an artistic way, as the integrity of the band was questioned (and its judgement of course). As I said, I missed the album 'In the mountain, in the cloud' (2011); I'll make up I promise. There's no fault on Evil friends, no lack of artistic inventiveness, to the contrary. The band uses its major budget to the fullest, by using it to create a great and full sound and explore the songs to the max with Evil friends as a result. Beautiful record.
Wo.
You can order Evil Friends here
or here
The band with an extremely weird name for a band that originally originates from Alaska, returns with a new album. Having just found out that I have missed an album in 2011, I'll admit here and now that I sort of forgot about the band that surprised me with its 2008 album 'Censored colors'. In my memory it was definitely louder than what I'm hearing on Evil friends, but who cares when Evil Friends is such a fun album as it is.
Portugal. The Man is a five piece band from Portland, Oregon, the city where so many fine indie (rock) bands come from. The band started in Wasilla, Alaska in 2004, but moved before much had happened there. Since the start the band has now as many ex-members as it has present members. The last tour must have taken its toll as two band members were replaced. Constants are singer, guitar and organ player John Baldwin Gourley, bassplayer and backing vocalist Zachary Carothers and guitarist and vocalist Noah Gersh. The new ones are Kyle O'Quin on keyboards and synthesizers and Kane Richotte, drums and percussion.
Anyone who has to start with a description of the music of Portugal.The Man will start with the voice of Gourley. It is high, sometimes with a twist, sometimes near angelic, but always a voice that stands out. He would have done great as a background vocalist in the disco era, I'm sure. Gourley's voice works well in the more rock oriented tracks as well in the folkier and hippy trips. When backed up by the band magic's within reach.
Evil friends has another winner on board. Producer Danger Mouse has dug deep into the poppy vein of Portugal. The Man and struck gold when he found the hippy one also. Danger Mouse made the band come up with all sorts of little bends and curves in the music that make it just this little more interesting. All sorts of fine details pop up: Sgt. Peppery horns, some psychedelia, a la-la-la in the right place, a different guitar effect in a solo, disco with all disco elements stripped off. Not only the music is plain good, there is all this fun stuff to discover with each listen.
That brings Portugal. The Man close to The Shins melodically, in the more folky parts I hear fellow Alascans and Portlanders, Port O'Brien, in tune with the new psychedelia music craze and disco reminiscence in the singing. 'Purple yellow red and blue' has this pure disco singing over this poppy rock track. Sylvester could have been proud. What makes it acceptable is the lack of production on the voice. It appears real, high but under-cooled, with rough edges and all. And pop, pop and some more pop.
Allow me to pick out just one song, opener 'Plastic soldiers'. The song starts off with an acoustic guitar with this synth melody over it. Gourley sings, slightly muted. Very deep in the background all these atmospheric things are going on or perhaps just suggested. At 1"10 the mood changes as it will a few more times during the song. It makes the song exciting to listen to, makes it stand out and sets an incredibly high standard to maintain, which Portugal. The Man does. 'Plastic soldiers' is one of the more "empty" songs of Evil friends and still has all these incredible things going on. A true sound trip in combination with a great song. A winner if I ever heard one.
A few years back I remember reading that Portugal. The Man signed with a major. The end of the band was more or less announced. In an artistic way, as the integrity of the band was questioned (and its judgement of course). As I said, I missed the album 'In the mountain, in the cloud' (2011); I'll make up I promise. There's no fault on Evil friends, no lack of artistic inventiveness, to the contrary. The band uses its major budget to the fullest, by using it to create a great and full sound and explore the songs to the max with Evil friends as a result. Beautiful record.
Wo.
You can order Evil Friends here
or here
Labels:
album recensie,
ballads,
disco,
folkrock,
hippies,
indie,
pop,
psychedelic,
Recensie,
review,
rock,
WoNo Magazine Muziek Music
Tuesday, 25 June 2013
Through my eyes. Mariecke Borger
Je kunt hier luisteren naar 'Through my eyes' luisteren.
Over het algemeen bewaar ik het eindoordeel over een plaat voor de laatste zinnen van mijn recensie, maar deze keer kan ik daar echt niet op wachten. Mariecke Borger heeft met Through My Eyes immers een intieme, ontroerende, betoverende, sprankelende, authentieke en vooral wonderschone plaat gemaakt die echt iedereen moet horen. Zo, het hoge woord is er uit, maar ik ben nog lang niet klaar. Through My Eyes is zo onwaarschijnlijk mooi dat ik me bij iedere beluistering van de plaat nog steeds een paar keer in mijn arm knijp omdat ik het niet kan geloven, maar iedere keer blijkt het debuut van Mariecke Borger helemaal echt. Ik heb de plaat inmiddels een paar dagen in huis en heb vrijwel niets anders meer gedraaid, maar desondanks wordt Through My Eyes alleen maar mooier en indrukwekkender. Through My Eyes moet hierdoor wel bijna een plaat zijn waarop hele opmerkelijke dingen gebeuren, maar dat is niet het geval. Mariecke Borger is op haar debuut bijzonder door gewoon te blijven en dat is knap. Mariecke Borger is een telg van de zeer muzikale familie Borger uit Ermelo, die de afgelopen jaren al van zich deed spreken met de twee prachtplaten van Mariecke’s broer Johan (waarop Mariecke zelf ook al een onuitwisbare indruk maakte, net als op de plaat van Kim Jansen). Net als haar broer maakt ook Mariecke muziek met flink wat invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek en net als haar broer maakt Mariecke Borger muziek van een niveau dat nationaal en internationaal maar door weinig muzikanten gehaald wordt. Through My Eyes staat vol met intieme luisterliedjes met vooral invloeden uit de folk en country. De instrumentatie is sober, maar veelzijdig, smaakvol en boven alles uiterst trefzeker. De songs van Mariecke Borger zijn zonder uitzondering songs die je onmiddellijk weten te verleiden en betoveren, maar het zijn ook songs met diepte en songs vol geheimen, waardoor Through My Eyes voorlopig nog wel even kan blijven groeien. Mariecke Borger had naar verluid zelf nog wel wat twijfels over haar bestaansrecht als soloartiest, maar Through My Eyes neemt alle twijfels voorgoed weg. Op Through My Eyes horen we een groot songwriter aan het werk, maar Mariecke Borger is ook nog eens een geweldige zangeres. Haar heldere stemgeluid strijkt nooit tegen de haren in, maar kan veel meer dan dromerig fluisteren (en dat kan Mariecke Borger echt als geen ander). Ieder woord dat Mariecke Borger zingt komt aan, waardoor Through My Eyes diep weet te ontroeren en kippenvel niet is te voorkomen. De vaak persoonlijke songs op het debuut van de Nederlandse singer-songwriter zitten allemaal even knap in elkaar, zijn allemaal even mooi gearrangeerd en overtuigen allemaal in een mate die alleen is weggelegd voor de allergrootsten. Through My Eyes is om te janken zo mooi. Iedere liefhebber van vrouwelijke singer-songwriters die deze plaat laat liggen doet zich daarom verschrikkelijk te kort. Wat een ongelooflijk goede en mooie plaat. Ik knijp mezelf nog maar eens. Au.
Erwin Zijleman
Je kunt Through my eyes hier bestellen
Over het algemeen bewaar ik het eindoordeel over een plaat voor de laatste zinnen van mijn recensie, maar deze keer kan ik daar echt niet op wachten. Mariecke Borger heeft met Through My Eyes immers een intieme, ontroerende, betoverende, sprankelende, authentieke en vooral wonderschone plaat gemaakt die echt iedereen moet horen. Zo, het hoge woord is er uit, maar ik ben nog lang niet klaar. Through My Eyes is zo onwaarschijnlijk mooi dat ik me bij iedere beluistering van de plaat nog steeds een paar keer in mijn arm knijp omdat ik het niet kan geloven, maar iedere keer blijkt het debuut van Mariecke Borger helemaal echt. Ik heb de plaat inmiddels een paar dagen in huis en heb vrijwel niets anders meer gedraaid, maar desondanks wordt Through My Eyes alleen maar mooier en indrukwekkender. Through My Eyes moet hierdoor wel bijna een plaat zijn waarop hele opmerkelijke dingen gebeuren, maar dat is niet het geval. Mariecke Borger is op haar debuut bijzonder door gewoon te blijven en dat is knap. Mariecke Borger is een telg van de zeer muzikale familie Borger uit Ermelo, die de afgelopen jaren al van zich deed spreken met de twee prachtplaten van Mariecke’s broer Johan (waarop Mariecke zelf ook al een onuitwisbare indruk maakte, net als op de plaat van Kim Jansen). Net als haar broer maakt ook Mariecke muziek met flink wat invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek en net als haar broer maakt Mariecke Borger muziek van een niveau dat nationaal en internationaal maar door weinig muzikanten gehaald wordt. Through My Eyes staat vol met intieme luisterliedjes met vooral invloeden uit de folk en country. De instrumentatie is sober, maar veelzijdig, smaakvol en boven alles uiterst trefzeker. De songs van Mariecke Borger zijn zonder uitzondering songs die je onmiddellijk weten te verleiden en betoveren, maar het zijn ook songs met diepte en songs vol geheimen, waardoor Through My Eyes voorlopig nog wel even kan blijven groeien. Mariecke Borger had naar verluid zelf nog wel wat twijfels over haar bestaansrecht als soloartiest, maar Through My Eyes neemt alle twijfels voorgoed weg. Op Through My Eyes horen we een groot songwriter aan het werk, maar Mariecke Borger is ook nog eens een geweldige zangeres. Haar heldere stemgeluid strijkt nooit tegen de haren in, maar kan veel meer dan dromerig fluisteren (en dat kan Mariecke Borger echt als geen ander). Ieder woord dat Mariecke Borger zingt komt aan, waardoor Through My Eyes diep weet te ontroeren en kippenvel niet is te voorkomen. De vaak persoonlijke songs op het debuut van de Nederlandse singer-songwriter zitten allemaal even knap in elkaar, zijn allemaal even mooi gearrangeerd en overtuigen allemaal in een mate die alleen is weggelegd voor de allergrootsten. Through My Eyes is om te janken zo mooi. Iedere liefhebber van vrouwelijke singer-songwriters die deze plaat laat liggen doet zich daarom verschrikkelijk te kort. Wat een ongelooflijk goede en mooie plaat. Ik knijp mezelf nog maar eens. Au.
Erwin Zijleman
Je kunt Through my eyes hier bestellen
Monday, 24 June 2013
Silence yourself. Savages
You can listen to 'Shut up' here.
Savages is a band that doesn't mind setting the listener on the wrong foot. Kicking off a first album with spoken word, what sounds like fragments from a movie, seems not like it's the smartest move possible. Undoubtedly there's a deeper message hidden in there, but it goes right passed me. It is when 'Shut up' kicks in, that the deeper meaning of this album reaches me. It is just before 1980. Nina Hagen Band, Patti Smith Group, Lene Lovich are scoring hits and the first two have made great albums. U2 releases its first album drenched in echo. There's punk music and that much vaguer moniker new wave in the air. That is what Savages is recreating here and doing a good job at it at that.
Savages is a band from London, around only since 2011. Jehnny Beth, whose real name is Camille Berthomier sings, Gemma Thompson plays guitar, Ayse Hassan is on bass and Fay Milton bangs the drums. After the start things went very fast for the band. Within a month a support slot, then an EP and now a first album. What is somewhat funny is that from reading the first review, I had a totally different impression of what Silence yourself is. I'd expected a lot more keyboards/electronica where I got guitars and more guitars. Guitars with sounds the likes of Robert Smith, Andy Summers and The Edge got famous for and an echo on the voice of Jennhy Beth, that was on every album around 1980 that had a post punk band from the UK's music on it. As if she's singing in the bathtub of a giant bathroom. Real Steve Lillywhite. A fuzzed bass adds to the atmosphere.
How delicate the balance on Silence yourself is, is proven by the fact that some songs are extremely exiting, while some others are utterly boring, where nothing seems to be happening. Mind, within the same song. 'City's full' has these dull parts and these totally addictive eruptions. There are intermezzos of quietness breaking up the urgency of Silence yourself, breath-catchers. The overall feel is one of urgency, directness and sleaze. Driving, pumping bass. A big city record as in London City. A statement in sound and noise. With 'Strife' as the total winner of all.
Enough said. This is an album every self-respecting rocker, punker, new waver, etc. must hear. Silence yourself matters in 2013 as it would have mattered in 1980 and far better than that doom and gloom of the era.
Wo.
You can order Silence yourself here
or here
Savages is a band that doesn't mind setting the listener on the wrong foot. Kicking off a first album with spoken word, what sounds like fragments from a movie, seems not like it's the smartest move possible. Undoubtedly there's a deeper message hidden in there, but it goes right passed me. It is when 'Shut up' kicks in, that the deeper meaning of this album reaches me. It is just before 1980. Nina Hagen Band, Patti Smith Group, Lene Lovich are scoring hits and the first two have made great albums. U2 releases its first album drenched in echo. There's punk music and that much vaguer moniker new wave in the air. That is what Savages is recreating here and doing a good job at it at that.
Savages is a band from London, around only since 2011. Jehnny Beth, whose real name is Camille Berthomier sings, Gemma Thompson plays guitar, Ayse Hassan is on bass and Fay Milton bangs the drums. After the start things went very fast for the band. Within a month a support slot, then an EP and now a first album. What is somewhat funny is that from reading the first review, I had a totally different impression of what Silence yourself is. I'd expected a lot more keyboards/electronica where I got guitars and more guitars. Guitars with sounds the likes of Robert Smith, Andy Summers and The Edge got famous for and an echo on the voice of Jennhy Beth, that was on every album around 1980 that had a post punk band from the UK's music on it. As if she's singing in the bathtub of a giant bathroom. Real Steve Lillywhite. A fuzzed bass adds to the atmosphere.
How delicate the balance on Silence yourself is, is proven by the fact that some songs are extremely exiting, while some others are utterly boring, where nothing seems to be happening. Mind, within the same song. 'City's full' has these dull parts and these totally addictive eruptions. There are intermezzos of quietness breaking up the urgency of Silence yourself, breath-catchers. The overall feel is one of urgency, directness and sleaze. Driving, pumping bass. A big city record as in London City. A statement in sound and noise. With 'Strife' as the total winner of all.
Enough said. This is an album every self-respecting rocker, punker, new waver, etc. must hear. Silence yourself matters in 2013 as it would have mattered in 1980 and far better than that doom and gloom of the era.
Wo.
You can order Silence yourself here
or here
Sunday, 23 June 2013
The Silhouettes. The Silhouettes
Je kunt hier luisteren naar 'All I lie' luisteren.
Wanneer je op Internet zoekt naar The Silhouettes kom je momenteel nog vooral terecht bij een nooit echt doorgebroken en bovendien weinig opzienbarend R&B kwartet uit Philadelphia. Dat is een kwestie van tijd, want binnen de kortste keren zal de zoektocht op Internet uit gaan komen bij een Amsterdams duo. The Silhouettes bestaat uit Marthe Jellema en Ben Rider en heeft vorige week haar titelloze debuut uitgebracht. Het is een bijzonder overtuigend debuut geworden dat de zon laat schijnen en dit zou wel eens ver buiten de landsgrenzen het geval kunnen zijn kunnen zijn. The Silhouettes maken muziek met vooral invloeden uit de 60s Westcoast pop, 60s surfpop, 60s garage en 60s girlpop. Het is muziek die onze hoofdstad vrijwel onmiddellijk verruilt voor Californische stranden en Detroitse garages uit vervlogen tijden. The Silhouettes komen hiermee terecht in een inmiddels overvolle vijver, maar omdat het duo alle invloeden uit de 60s fraai weet te combineren met een laagje 90s gruis en een eigentijds tintje, blijft het de concurrentie een aantal stappen voor. Het debuut van The Silhouettes doet wel wat denken aan de muziek van bands als Best Coast, The Raveonettes, The Dum Dum Girls en Veronica Falls, allemaal bands die op het hoogste niveau opereren. Mooie gitaarloopjes, flink gruizig gitaarwerk en dromerige vrouwenvocalen vormen, zoals gebruikelijk in dit genre, de belangrijkste bestanddelen van de muziek van The Silhouettes, maar de Amsterdammers slagen er desondanks in om zich te onderscheiden van alles dat er gedurende de afgelopen decennia al in dit genre is verschenen. Dat doen de Amsterdammers bijvoorbeeld met de inzet van de wat minder gebruikelijke synths of met net wat complexere ritmes, maar boven alles slaagt het debuut van The Silhouettes er echter in om met een serie volstrekt onweerstaanbare popliedjes op de proppen te komen. Laat het debuut van The Silhouettes uit de speakers of oordopjes komen en je bent verzekerd van een goed humeur gedurende de volledige speelduur. Het positieve effect van het debuut van The Silhouettes blijkt ook nog eens blijvend en wordt eerder sterker dan zwakker. Iedere keer als ik de plaat hoor ben ik er weer wat enthousiaster over en het einde is volgens mij nog lang niet in zicht. 2013 heeft al een flinke stapel geweldige platen van eigen bodem opgeleverd en ook dit is er weer een. Het is er een die binnenkort wordt omarmd door de Pitchforks en PopMatters van deze wereld. Let maar op.
Erwin Zijleman
Je kunt The Silhouttes hier
Wanneer je op Internet zoekt naar The Silhouettes kom je momenteel nog vooral terecht bij een nooit echt doorgebroken en bovendien weinig opzienbarend R&B kwartet uit Philadelphia. Dat is een kwestie van tijd, want binnen de kortste keren zal de zoektocht op Internet uit gaan komen bij een Amsterdams duo. The Silhouettes bestaat uit Marthe Jellema en Ben Rider en heeft vorige week haar titelloze debuut uitgebracht. Het is een bijzonder overtuigend debuut geworden dat de zon laat schijnen en dit zou wel eens ver buiten de landsgrenzen het geval kunnen zijn kunnen zijn. The Silhouettes maken muziek met vooral invloeden uit de 60s Westcoast pop, 60s surfpop, 60s garage en 60s girlpop. Het is muziek die onze hoofdstad vrijwel onmiddellijk verruilt voor Californische stranden en Detroitse garages uit vervlogen tijden. The Silhouettes komen hiermee terecht in een inmiddels overvolle vijver, maar omdat het duo alle invloeden uit de 60s fraai weet te combineren met een laagje 90s gruis en een eigentijds tintje, blijft het de concurrentie een aantal stappen voor. Het debuut van The Silhouettes doet wel wat denken aan de muziek van bands als Best Coast, The Raveonettes, The Dum Dum Girls en Veronica Falls, allemaal bands die op het hoogste niveau opereren. Mooie gitaarloopjes, flink gruizig gitaarwerk en dromerige vrouwenvocalen vormen, zoals gebruikelijk in dit genre, de belangrijkste bestanddelen van de muziek van The Silhouettes, maar de Amsterdammers slagen er desondanks in om zich te onderscheiden van alles dat er gedurende de afgelopen decennia al in dit genre is verschenen. Dat doen de Amsterdammers bijvoorbeeld met de inzet van de wat minder gebruikelijke synths of met net wat complexere ritmes, maar boven alles slaagt het debuut van The Silhouettes er echter in om met een serie volstrekt onweerstaanbare popliedjes op de proppen te komen. Laat het debuut van The Silhouettes uit de speakers of oordopjes komen en je bent verzekerd van een goed humeur gedurende de volledige speelduur. Het positieve effect van het debuut van The Silhouettes blijkt ook nog eens blijvend en wordt eerder sterker dan zwakker. Iedere keer als ik de plaat hoor ben ik er weer wat enthousiaster over en het einde is volgens mij nog lang niet in zicht. 2013 heeft al een flinke stapel geweldige platen van eigen bodem opgeleverd en ook dit is er weer een. Het is er een die binnenkort wordt omarmd door de Pitchforks en PopMatters van deze wereld. Let maar op.
Erwin Zijleman
Je kunt The Silhouttes hier
Saturday, 22 June 2013
Our dear lady of the plains. Rogier Pelgrim
You can listen to 'Our dear lady of the plains' here.
Early last May Rogier Pelgrim played the support slot for Handsome Poets (read here). As he stood his ground, with the songs deserving attention from the audience, I thought it time to check out his debut album, Our dear lady of the plains.
A few of the songs sound familiar, having heard them at the Paradiso. Pelgrim is a Dutch singer-songwriter from Ede. Last year he participated in a singer-songwriter talent show on Dutch national tv, a show that has led to some talents that broke big in 2013. Pelgrim is not that far yet. Those with a keen ear for music will have spotted him by now. Presently he is in pre-production for his first full length album.
Our lady ... is a seven song mini album. What stands out most for me, is the intensity of Rogier Pelgrim's singing. Emotion is rife. A few of the songs sound familiar, having heard them at the Paradiso. The show was sober and so is the album for the larger part. Rogier Pelgrim is centre stage with his high and higher climbing voice, closely followed by his acoustic guitar. 'Memories' is not the best song for me, but it is very real. Minimal guitar, all voice and the desperateness of a spurned lover, who seemed to have made some mistakes. The best moment of the EP is when Rogier Pelgrim shouts out towards the end of 'My mind's tramp' after which the guitar sets in again with this melodic chord progression. This is one of those rare moments in listening to music that tinkles go down my spine. It happened live and again the first time I heard it on record. The moment when the band kicks in half way 'My mind's tramp' is another gem of this EP.
Not all is well on Our lady ... The final song is irritating. There's no other word for it, with the radio fragments at the start, no matter that it's meant as a joke. 'Arin Island is only so so. I have to get this of my heart also, but having said that, I think Rogier Pelgrim might be going places. Most songs on this EP are above average and have something that makes them worth while. Next to that I heard a song live which I thought to be the best of that set, that is not on this EP. If Rogier Pelgrim manages to get just that little more depth and variation in his repertoire, his new album is going to be something to look forward to. I am any way.
Wo.
You can order Our dear lady of the plains here on is own website.
Early last May Rogier Pelgrim played the support slot for Handsome Poets (read here). As he stood his ground, with the songs deserving attention from the audience, I thought it time to check out his debut album, Our dear lady of the plains.
A few of the songs sound familiar, having heard them at the Paradiso. Pelgrim is a Dutch singer-songwriter from Ede. Last year he participated in a singer-songwriter talent show on Dutch national tv, a show that has led to some talents that broke big in 2013. Pelgrim is not that far yet. Those with a keen ear for music will have spotted him by now. Presently he is in pre-production for his first full length album.
Our lady ... is a seven song mini album. What stands out most for me, is the intensity of Rogier Pelgrim's singing. Emotion is rife. A few of the songs sound familiar, having heard them at the Paradiso. The show was sober and so is the album for the larger part. Rogier Pelgrim is centre stage with his high and higher climbing voice, closely followed by his acoustic guitar. 'Memories' is not the best song for me, but it is very real. Minimal guitar, all voice and the desperateness of a spurned lover, who seemed to have made some mistakes. The best moment of the EP is when Rogier Pelgrim shouts out towards the end of 'My mind's tramp' after which the guitar sets in again with this melodic chord progression. This is one of those rare moments in listening to music that tinkles go down my spine. It happened live and again the first time I heard it on record. The moment when the band kicks in half way 'My mind's tramp' is another gem of this EP.
Not all is well on Our lady ... The final song is irritating. There's no other word for it, with the radio fragments at the start, no matter that it's meant as a joke. 'Arin Island is only so so. I have to get this of my heart also, but having said that, I think Rogier Pelgrim might be going places. Most songs on this EP are above average and have something that makes them worth while. Next to that I heard a song live which I thought to be the best of that set, that is not on this EP. If Rogier Pelgrim manages to get just that little more depth and variation in his repertoire, his new album is going to be something to look forward to. I am any way.
Wo.
You can order Our dear lady of the plains here on is own website.
Friday, 21 June 2013
A short selection of songs. Adam Arcuragi
You can listen to and download A short selection of songs here for free.
What an intriguing cover of this EP. Notice the stains left in the middle. Looking better there is white lettering in the middle below. Reading carefully I learned that I'm looking at a picture that is at least nearly 98 years old, perhaps older, as the church in the picture has been destroyed in 1915. That is half way the first World War. Is the music on offer as intriguing as the cover photograph?
No and yes. As with many things, that depends on what one wants to hear. Adam Arcuragi is an American songer-songwriter from Georgia. Since 2006 he has released four cds of which one was an EP. A short selection of songs is, as the title suggests, a compilation of songs from previous efforts. As I have missed them all, let me draw some attention first to this gift from Arcuragi.
A Short selection of songs is a five song EP that asks something of the listener as it is not exactly upbeat, more the opposite. The tempo is mid range to slow. Arcuragi's voice is certainly pleasant to listen to, but has a sort of constant complaint undertone concealed in it. As a listener one has to be able to deal with this. As far as I'm concerned I can listen to his voice again and again. Around the voice everything else starts with Adam Arcuragi's acoustic, steel-stringed guitar. For aficionados of acoustic guitar playing there is more than enough to enjoy also. 'Sin is just an old archery term' (great title btw) has this fine, subtle melodies of a few notes that are stressed. From there all the fun starts. Harmonies here, a trumpet there, a brushed snare doing the rhythm quietly in the background and finally a few lap steel notes. 5"30 and not one moment that shouldn't be there.
Wikipedia credits Arcuragi with being the founder of the musical genre Death gospel. As I'm thinking half of the time 'this song could be on a Bonny 'Prince' Billy album', this credit may be a bit too much. But listening to a song like 'She comes to me', the moniker does not really do right to this bitter sweet song either. The other reason why I do not agree, is that his music has too many fun elements in there that embellish his songs and make them not just bearable, but most interesting to listen to as well. The previously unreleased 'Cobra tie' is just plain beautiful. As mesmerising as the eyes on the tie, no doubt.
With mentioning the alias of Will Oldham just now, I have given away the biggest influence that I can discern on A short selection of songs. In the way Adam Arcuragi sings, as if he runs out of air every once in a while and in the atmosphere of the songs. It just fits, but without being a copycat. The songs all stand out on their own. Behind Oldham there's someone else lurking in the background also. In a song like '...Riverrun' I hear something of Van Morrison. In the way of singing and in the arrangement. '...Riverrun' isn't as smooth as Morrison's music in the last thirty something years, but the flow of it is unmistakable.
Adam Arcuragi is a singer-songwriter who lends enough from (alt.)country, folk, blue grass and a smattering of well-hidden pop, to come up with songs that are more than just interesting. They invite to sing-along to, to listen to intensely, with full concentration and to have playing in the background. All in one. Yes, I'm interested and plan to check out more from this singer-songwriter. Noisetrade.com did its work again. It made me discover Adam Arcuragi.
Wo.
What an intriguing cover of this EP. Notice the stains left in the middle. Looking better there is white lettering in the middle below. Reading carefully I learned that I'm looking at a picture that is at least nearly 98 years old, perhaps older, as the church in the picture has been destroyed in 1915. That is half way the first World War. Is the music on offer as intriguing as the cover photograph?
No and yes. As with many things, that depends on what one wants to hear. Adam Arcuragi is an American songer-songwriter from Georgia. Since 2006 he has released four cds of which one was an EP. A short selection of songs is, as the title suggests, a compilation of songs from previous efforts. As I have missed them all, let me draw some attention first to this gift from Arcuragi.
A Short selection of songs is a five song EP that asks something of the listener as it is not exactly upbeat, more the opposite. The tempo is mid range to slow. Arcuragi's voice is certainly pleasant to listen to, but has a sort of constant complaint undertone concealed in it. As a listener one has to be able to deal with this. As far as I'm concerned I can listen to his voice again and again. Around the voice everything else starts with Adam Arcuragi's acoustic, steel-stringed guitar. For aficionados of acoustic guitar playing there is more than enough to enjoy also. 'Sin is just an old archery term' (great title btw) has this fine, subtle melodies of a few notes that are stressed. From there all the fun starts. Harmonies here, a trumpet there, a brushed snare doing the rhythm quietly in the background and finally a few lap steel notes. 5"30 and not one moment that shouldn't be there.
Wikipedia credits Arcuragi with being the founder of the musical genre Death gospel. As I'm thinking half of the time 'this song could be on a Bonny 'Prince' Billy album', this credit may be a bit too much. But listening to a song like 'She comes to me', the moniker does not really do right to this bitter sweet song either. The other reason why I do not agree, is that his music has too many fun elements in there that embellish his songs and make them not just bearable, but most interesting to listen to as well. The previously unreleased 'Cobra tie' is just plain beautiful. As mesmerising as the eyes on the tie, no doubt.
With mentioning the alias of Will Oldham just now, I have given away the biggest influence that I can discern on A short selection of songs. In the way Adam Arcuragi sings, as if he runs out of air every once in a while and in the atmosphere of the songs. It just fits, but without being a copycat. The songs all stand out on their own. Behind Oldham there's someone else lurking in the background also. In a song like '...Riverrun' I hear something of Van Morrison. In the way of singing and in the arrangement. '...Riverrun' isn't as smooth as Morrison's music in the last thirty something years, but the flow of it is unmistakable.
Adam Arcuragi is a singer-songwriter who lends enough from (alt.)country, folk, blue grass and a smattering of well-hidden pop, to come up with songs that are more than just interesting. They invite to sing-along to, to listen to intensely, with full concentration and to have playing in the background. All in one. Yes, I'm interested and plan to check out more from this singer-songwriter. Noisetrade.com did its work again. It made me discover Adam Arcuragi.
Wo.
Thursday, 20 June 2013
The Black Crowes Live in Paradiso June 2013
Je kunt hier naar 'Hard to handle' luisteren.
HareD
Waarschijnlijk heeft iedereen wel speciale
herinneringen bij een of meerdere liedjes. Sommige belangrijk en
levensveranderend, maar soms ook veel minder opzienwekkend, of tegen het banale
aan. Mijn herinnering aan ‘Remedy’ van de Black Crowes houdt zich ergens in het
midden op. Zomer 1992, de Amerikaanse
staat Maine (het best te omschrijven als ‘een groot bos met een boel meren’). Het was mijn tweede keer als
counsellor in een zomerkamp voor rijke jochies. Het verschil met de eerste keer
was dat ik mijn rijbewijs inmiddels had gehaald. Van een collega kreeg ik zijn
auto mee, om boodschappen te doen ofzo. Zie daar mijn eigen ‘Route 66-achtige
momentje’: voor het eerst alleen achter het stuur, met op de radio dus ‘Remedy’.
Daarvoor en daarna hebben de heren altijd
een warm plekje in mijn hart gehad en gehouden. Heb ze eind jaren negentig een
paar keer gezien, hun cd’s trouw gekocht, maar hen laatste jaren ook wel uit
het oog verloren. Tot de aankondiging kwam dat ze weer zouden optreden, in
Paradiso. Die show was snel uitverkocht, dus volgde een extra concert. Later
bleek dat ze ook niet te beroerd waren om als het voorprogramma van Bruce
Springsteen in de Goffert te fungeren. Maar hier dus het verslag van het eerste
optreden van de gebroeders Robinson en companen.
Buiten was het 30 graden, binnen nog een
beetje meer. Zweet, bier en de wierrook die op het podium stond te branden
maakten het geringe aantal ventilators tot lachertjes. De officiële aanvangstijd was half negen, waarbij ik denk:
die zien we niet voor negen uur, kwart over negen. Maar om tien over half
kwamen ze al op, waarbij Chris nog meer dan vroeger op een Jezus look-alike
leek met zijn lange haar, baard en schriele postuur. Openingsnummer ‘Seven Seas’ ging er lekker
in. De opbouw van de set bleek traditioneel: paar uptempo openers, rustig
middenstuk, waarna het weer een beetje harder ging. Het repertoire was een
soort greatest hits, met op het laatst ‘Remedy’ en ‘Hard to handle’, die door
de zaal duidelijk het meest enthousiast werden begroet. Alleen ‘Jealous Again’
ontbrak helaas. Het was al met al niet heel verrassend, maar het was wel heel
erg fijn.
Het was dus een prachtige avond, maar ik
sta toch ook altijd wel een ambivalent ten opzichte van hun neiging om sommige
nummers schier eindloos uit te rekken. Op sommige momenten is het magisch,
zoals op een gegeven moment de ‘gitaar-battle’ tussen de twee gitaristen. Vaak
is het een beetje saai en duidelijk leuker voor de muzikanten dan voor het
publiek. Mooi is dan wel dat ineens de vlam weer in het publiek kan slaan en
dat gebeurde ook zeker een paar maal. Grappige uitsmijters waren niet uit eigen
stal: Jumpin’ Jack Flash van de Rollings Stones is altijd een mooi cadeautje.
Wednesday, 19 June 2013
Ghosts & compromise. Waiting for Henry
Je kunt hier naar 'Here comes the rain' luisteren.
Waiting For Henry is een jonge Amerikaanse band, die naar eigen zeggen "old-school alt-country" maakt. Dat is op zich een interessant gegeven. De muziek die aan het begin van de jaren 90 werd binnengehaald als muzikale revolutie, is inmiddels kennelijk al weer old school. De muziek van Waiting For Henry is er niet minder aantrekkelijk om. Het debuut van de band, Ghosts & Compromise, doet inderdaad wel wat denken aan de muziek van alt-country pioniers als Uncle Tupelo en The Jayhawks, maar Waiting For Henry doet veel meer dan oude wijn in nieuwe zakken serveren. De muziek van de band citeert niet alleen uit de archieven van de alt-country, maar verwerkt ook invloeden uit de hoogtijdagen van de American Underground en met een beetje fantasie zelfs invloeden uit de grunge of de Southern Rock. Bij beluistering van Ghosts & Compromise moest ik meer dan eens denken aan het beste van The Jayhawks (en dat is heel erg goed), maar bijna net zo vaak werd ik mee terug genomen naar de hoogtijdagen van R.E.M. (en dat is zo mogelijk nog beter) en heel soms hoor ik ook wel wat van Pearl Jam of de Drive-By Truckers. De muziek van Waiting For Henry bevat onmiskenbaar invloeden uit de alt-country hoek, maar combineert deze met net wat meer rauw gitaarwerk en net wat meer intensiteit dan gebruikelijk. Het resultaat is vrijwel onweerstaanbaar. Ghosts & Compromise is een gloedvolle plaat vol heerlijke songs. De band uit New York State weet net als The Jayhawks te overtuigen met sterke solozang en hemelse harmonieën en gooit er vervolgens een bak gitaarwerk tegenaan waaraan de meeste bands uit de alt-country en de American Underground een puntje kunnen zuigen. Door deze opvallende combinatie van invloeden is Waiting For Henry er in geslaagd om een plaat te maken die volstrekt tijdloos klinkt, maar tegelijkertijd anders klinkt dan alles dat we de afgelopen 25 jaar al gehoord hebben. Voor een debuut ligt de kwaliteit opvallend hoog en hiernaast kent Ghosts & Compromise nauwelijks zwakke momenten. Er komt op het moment een ware vloedgolf van Amerikaanse rootsplaten op me af, maar er zitten er op het moment niet veel tussen die zoveel indruk op me hebben gemaakt als het debuut van Waiting For Henry. Na Hollis Brown is ook dit een band die met een beetje geluk zomaar heel groot kan worden. Ik gun het ze van harte.
Erwin Zijleman
Je kunt Ghosts & compromise hier bestellen
Waiting For Henry is een jonge Amerikaanse band, die naar eigen zeggen "old-school alt-country" maakt. Dat is op zich een interessant gegeven. De muziek die aan het begin van de jaren 90 werd binnengehaald als muzikale revolutie, is inmiddels kennelijk al weer old school. De muziek van Waiting For Henry is er niet minder aantrekkelijk om. Het debuut van de band, Ghosts & Compromise, doet inderdaad wel wat denken aan de muziek van alt-country pioniers als Uncle Tupelo en The Jayhawks, maar Waiting For Henry doet veel meer dan oude wijn in nieuwe zakken serveren. De muziek van de band citeert niet alleen uit de archieven van de alt-country, maar verwerkt ook invloeden uit de hoogtijdagen van de American Underground en met een beetje fantasie zelfs invloeden uit de grunge of de Southern Rock. Bij beluistering van Ghosts & Compromise moest ik meer dan eens denken aan het beste van The Jayhawks (en dat is heel erg goed), maar bijna net zo vaak werd ik mee terug genomen naar de hoogtijdagen van R.E.M. (en dat is zo mogelijk nog beter) en heel soms hoor ik ook wel wat van Pearl Jam of de Drive-By Truckers. De muziek van Waiting For Henry bevat onmiskenbaar invloeden uit de alt-country hoek, maar combineert deze met net wat meer rauw gitaarwerk en net wat meer intensiteit dan gebruikelijk. Het resultaat is vrijwel onweerstaanbaar. Ghosts & Compromise is een gloedvolle plaat vol heerlijke songs. De band uit New York State weet net als The Jayhawks te overtuigen met sterke solozang en hemelse harmonieën en gooit er vervolgens een bak gitaarwerk tegenaan waaraan de meeste bands uit de alt-country en de American Underground een puntje kunnen zuigen. Door deze opvallende combinatie van invloeden is Waiting For Henry er in geslaagd om een plaat te maken die volstrekt tijdloos klinkt, maar tegelijkertijd anders klinkt dan alles dat we de afgelopen 25 jaar al gehoord hebben. Voor een debuut ligt de kwaliteit opvallend hoog en hiernaast kent Ghosts & Compromise nauwelijks zwakke momenten. Er komt op het moment een ware vloedgolf van Amerikaanse rootsplaten op me af, maar er zitten er op het moment niet veel tussen die zoveel indruk op me hebben gemaakt als het debuut van Waiting For Henry. Na Hollis Brown is ook dit een band die met een beetje geluk zomaar heel groot kan worden. Ik gun het ze van harte.
Erwin Zijleman
Je kunt Ghosts & compromise hier bestellen
Tuesday, 18 June 2013
The way we move. Langhorne Slim and the Law
You can listen to 'The way we move' here.
Not so long ago we published a review of an EP Langhorn Slim and the Law (click here) released through Noisetrade.com as a teaser for this album, The way we move. Not only did 'Summertime' receive a favourable review, it is one of the better read articles on this blog this year. So how does the EP translate into a whole album?
Langhorn Slim and the Law is Langhorne Slim, who's called Sean Scolnick, on vocals and guitar, Malachi DeLorenzo on drums, David Moore on banjo and keyboard, and Jeff Ratner on bass. Together they are able to cook up a storm, where one song further they will be playing your heartstrings successfully as well. Active since 1999 when the band started playing in Pennsylvania, The way we move is the band's sixth album since 2004. Langhorne Slim also recorded a solo album with the same name. All this passed me by. The free Summertime EP was my first exposure to the band.
The rough and raw-edged voice of Langhorne Slim is the first thing I really noticed. Not (un)like Rod Stewart, but in a song like 'Someday' he sounds like what Buddy Holly could have sounded like had he lived to 33. (That would have been 1969. Would he have played Woodstock or been "forgotten"?) Next is the variety in moods and songs on The way we move. Langhorne Slim exposes us to different ranges of his musical tastes. From singer-songwriter material like 'Song for Sid' to the up-beat title song or the Caribbean flavoured 'Just a dream'. The modern form of folkrock is present with a banjo in 'Bad luck'. On The way we move all these different influences and styles come by, that make the album interesting and fun to listen. The Faces like piano in 'Fire' is another element that really sticks out.
Langhorne Slim and the Law tune the mood down regularly as well. What inspired 'Song for Sid' I don't know, but Scolnick lets the listener look into his soul. "I loved this old man, I wrote him this song", he sings, before shouting out in pain "gone, gone, gone". The seriousness of 'Song for Sid' attests to the fact how diverse The way we move is. Perhaps slightly too diverse, but my guess is that this song just had to come out. 'Two crooked hearts' is the total opposite. Fast, pounding, not happy, but determined. 'Coffee cups' is the opposite again. Another very serious song about being away from home, that true followers of this blog will have recognised.(as you've listened to the EP, right?).
The third real thing sticking out is the cover photograph. This is a great find! Worth a review by someone with knowledge of photography. Sorry, I'm skipping here.
Taking The way we move all in, the album sits well with me. It will not be my favorite of 2013, but it is a good old decent song smith of an album, that manages to please in a few ways, which is quite a feat. Langhorne Slim and the law convince in ballads, rockers and plain fun songs. And when 'Salvation' rings bells of 'Alabama shamrock', the band even comes close to my personal favorites The Hackensaw Boys and that's a compliment.
Wo.
You can order The way we move here
or here
Not so long ago we published a review of an EP Langhorn Slim and the Law (click here) released through Noisetrade.com as a teaser for this album, The way we move. Not only did 'Summertime' receive a favourable review, it is one of the better read articles on this blog this year. So how does the EP translate into a whole album?
Langhorn Slim and the Law is Langhorne Slim, who's called Sean Scolnick, on vocals and guitar, Malachi DeLorenzo on drums, David Moore on banjo and keyboard, and Jeff Ratner on bass. Together they are able to cook up a storm, where one song further they will be playing your heartstrings successfully as well. Active since 1999 when the band started playing in Pennsylvania, The way we move is the band's sixth album since 2004. Langhorne Slim also recorded a solo album with the same name. All this passed me by. The free Summertime EP was my first exposure to the band.
The rough and raw-edged voice of Langhorne Slim is the first thing I really noticed. Not (un)like Rod Stewart, but in a song like 'Someday' he sounds like what Buddy Holly could have sounded like had he lived to 33. (That would have been 1969. Would he have played Woodstock or been "forgotten"?) Next is the variety in moods and songs on The way we move. Langhorne Slim exposes us to different ranges of his musical tastes. From singer-songwriter material like 'Song for Sid' to the up-beat title song or the Caribbean flavoured 'Just a dream'. The modern form of folkrock is present with a banjo in 'Bad luck'. On The way we move all these different influences and styles come by, that make the album interesting and fun to listen. The Faces like piano in 'Fire' is another element that really sticks out.
Langhorne Slim and the Law tune the mood down regularly as well. What inspired 'Song for Sid' I don't know, but Scolnick lets the listener look into his soul. "I loved this old man, I wrote him this song", he sings, before shouting out in pain "gone, gone, gone". The seriousness of 'Song for Sid' attests to the fact how diverse The way we move is. Perhaps slightly too diverse, but my guess is that this song just had to come out. 'Two crooked hearts' is the total opposite. Fast, pounding, not happy, but determined. 'Coffee cups' is the opposite again. Another very serious song about being away from home, that true followers of this blog will have recognised.(as you've listened to the EP, right?).
The third real thing sticking out is the cover photograph. This is a great find! Worth a review by someone with knowledge of photography. Sorry, I'm skipping here.
Taking The way we move all in, the album sits well with me. It will not be my favorite of 2013, but it is a good old decent song smith of an album, that manages to please in a few ways, which is quite a feat. Langhorne Slim and the law convince in ballads, rockers and plain fun songs. And when 'Salvation' rings bells of 'Alabama shamrock', the band even comes close to my personal favorites The Hackensaw Boys and that's a compliment.
Wo.
You can order The way we move here
or here
Monday, 17 June 2013
Statelines (EP). Dylan Jacobsen
You can listen to and download Statelines for free here.
Another gem that Noisetrade.com provided me with. Statelines is an EP with four songs in which Dylan Jacobsen struts his stuff. The music is advertised as alternative country, but a (pop)rock moniker would work just as well. Certainly for the first two songs. 'All night long' is this fun song, that if sung by Bon Jovi would effortlessly be one of the best songs by that band. You've guessed, I'm not a real fan, though it had its few moments. 'All night long' pleases me not a little though. This starts with the voice of Jacobson that is very pleasant to listen to, according to my ears.
At the basis of all songs on Statelines is the acoustic guitar. This is the point where Dylan Jacobsen's songs start, his guitar and his voice. (Great name by the way, Dylan and Jacob in one. 'All night long could have been a song of The Wallflowers.) After that the rest follows. Jacobsen is a singer-songwriter at heart. 'See you around' attests to this most. "All that we had is coming down, I'll see you around'. Just the right bittersweet tone is found in this song. With a great bridge lifting the song to even higher standards. If anything else shows through his lyrics its his love for music as he is not afraid of mentioning some big names here. You will find out by taking a listen.
No, there's nothing original on this EP. Everything has been done before. Gin Blossoms is the band that comes to mind most listening to the songs. Dcmnd foremost. Here Josh Withenshaw of Every Avenue sings a duet with Dylan Jacobsen. There's nothing wrong with sounding like a band that scored its hits in the 90s of the last century, when the songs are as much fun as they are on Statelines. The electric guitar lines are fluent and inventive. The melody of the songs are all more than alright. The songs sound great and well played, with a keen ear for the right sort of variations in the accompaniment that make them stand out. A change in tempo, a bridge, a fun guitar part, Statelines has it all.
Dylan Jacobsen's voice reminds me of Shane Alexander, a slightly darker shaded version though. Still it comes close, a clear voice that smooths my ears.
Jacoben may have to find his own signature music in times to come. For now this is good enough. Four very good and varied songs that set a standard for his work to come. I'm surely looking forward to hearing more.
Wo.
Another gem that Noisetrade.com provided me with. Statelines is an EP with four songs in which Dylan Jacobsen struts his stuff. The music is advertised as alternative country, but a (pop)rock moniker would work just as well. Certainly for the first two songs. 'All night long' is this fun song, that if sung by Bon Jovi would effortlessly be one of the best songs by that band. You've guessed, I'm not a real fan, though it had its few moments. 'All night long' pleases me not a little though. This starts with the voice of Jacobson that is very pleasant to listen to, according to my ears.
At the basis of all songs on Statelines is the acoustic guitar. This is the point where Dylan Jacobsen's songs start, his guitar and his voice. (Great name by the way, Dylan and Jacob in one. 'All night long could have been a song of The Wallflowers.) After that the rest follows. Jacobsen is a singer-songwriter at heart. 'See you around' attests to this most. "All that we had is coming down, I'll see you around'. Just the right bittersweet tone is found in this song. With a great bridge lifting the song to even higher standards. If anything else shows through his lyrics its his love for music as he is not afraid of mentioning some big names here. You will find out by taking a listen.
No, there's nothing original on this EP. Everything has been done before. Gin Blossoms is the band that comes to mind most listening to the songs. Dcmnd foremost. Here Josh Withenshaw of Every Avenue sings a duet with Dylan Jacobsen. There's nothing wrong with sounding like a band that scored its hits in the 90s of the last century, when the songs are as much fun as they are on Statelines. The electric guitar lines are fluent and inventive. The melody of the songs are all more than alright. The songs sound great and well played, with a keen ear for the right sort of variations in the accompaniment that make them stand out. A change in tempo, a bridge, a fun guitar part, Statelines has it all.
Dylan Jacobsen's voice reminds me of Shane Alexander, a slightly darker shaded version though. Still it comes close, a clear voice that smooths my ears.
Jacoben may have to find his own signature music in times to come. For now this is good enough. Four very good and varied songs that set a standard for his work to come. I'm surely looking forward to hearing more.
Wo.
Subscribe to:
Posts (Atom)