Watkins
Family Hour is een project van broer en zus Sara en Sean Watkins, die de
afgelopen 15 jaar hele mooie muziek hebben gemaakt met hun gezamenlijke
en vooral in de Verenigde Staten zeer succesvolle band Nickel Creek.
Nickel Creek
verwerkt op haar platen vooral invloeden uit de traditionele folk,
country en bluegrass en deze genres staan ook centraal op het debuut van
Watkins Family Hour.
Sara en Sean
Watkins hebben voor het project Watkins Family Hour het afgelopen jaar
in Los Angeles op het podium gestaan met nogal wat muzikanten van naam
en faam en een aantal van deze muzikanten is ook te horen op het
titelloze debuut van de band.
Met de
muzikale kwaliteiten van Sara en Sean Watkins, die geweldig uit de
voeten kunnen op respectievelijk de viool en uiteenlopende
snareninstrumenten, valt het al niet mee om een slechte plaat te maken,
maar als ook zwaargewichten als pianist Benmont Tench, pedal steel
virtuoos Greg Leisz, bassist Sebastian Steinberg en drummer Don
Heffington act de présence geven, weet je dat het in muzikaal opzicht
wel goed zit. De bijdrage van niemand minder dan Fiona Apple is de kers
op de taart.
Het levert
een ontspannen plaat op, waarop broer en zus Watkins en hun muzikale
medestanders op zeer gedreven wijze aan de haal gaan met invloeden uit
een aantal decennia Amerikaanse rootsmuziek.
Op het
debuut van Watkins Family Hour is zeker plaats voor muzikale
hoogstandjes, maar uiteindelijk staan de songs staan centraal en deze
songs zijn wonderschoon. Het zijn songs vol geweldige vocalen, vol
emotie en vol plezier, wat beluistering van de muziek van Watkins Family
Hour een waar feest maakt.
Het is een
feest waarop muziek wordt gemaakt van een bij vlagen bijna onwerkelijk
hoog niveau, maar het is ook muziek die van de eerste tot de laatste
noot vermaakt. Heerlijke plaat en hopelijk de start van een omvangrijke
serie.
Erwin Zijleman
Je kunt hier luisteren naar 'Steal Your Heart Away':
https://www.youtube.com/watch?v=DkRIliiC_Lw
of Watkins Family Hour kopen op Bol.Com:
Sunday, 31 July 2016
Saturday, 30 July 2016
Delilah. Anderson East
Er zijn
tijden geweest waarin alleen een goede soulstem al voldoende was voor
een glanzende carrière in de muziek. Momenteel is het aanbod echter zo
groot dat er meer nodig is.
Anderson East heeft dat meer te bieden. De uit Athens, Alabama, afkomstige muzikant is een blanke soulzanger met een gitzwarte strot en het is bovendien een soulzanger die de muzikale tradities van zijn geboortegrond kent en in ere houdt.
Delilah, het debuut van Anderson East, klinkt bij vlagen precies zoals de platen die in de jaren 60 in het nabijgelegen Muscle Shoals werden gemaakt klonken en dat is een groot goed.
Het is deels de verdienste van de prima muzikanten die de Amerikaan omringen en het is zeker ook de verdienste van producer Dave Cobb, die eerder hele mooie dingen deed met Sturgill Simpson en Jason Isbell en nu Anderson East heeft voorzien van een geluid dat de muziek van de jonge Amerikaan naar een hoger plan tilt.
Het is een rijk en gloedvol Southern soul geluid dat herinnert aan vervlogen tijden, maar Anderson East doet meer dan alleen maar het reproduceren van het soulgeluid waar hij mee opgroeide.
De door Dave Cobb in Nashville gerekruteerde band weet hoe een portie dampende soul moet klinken, maar is ook niet vies van blues en country, waardoor Delilah rijker en veelzijdiger klinkt dan de gemiddelde plaat in dit genre.
Anderson East is in vocaal opzicht minstens net zo veelzijdig als de muzikanten op zijn plaat, waardoor Delilah uiteindelijk veel meer is dan een retro soulplaat. De jonge Amerikaan kan uithalen als de groten uit het genre (ik hoor vooral wat van Wilson Pickett en Al Green), maar heeft ook de rauwe strot van Van Morrison om nog maar eens een grootheid van stal te halen.
Het debuut van Anderson East is uiteindelijk vooral een rootsplaat met heel veel soul en het is een hele goede rootsplaat. De concurrentie in het genre is momenteel moordend, maar dat Anderson East het gaat redden durf ik na beluistering van zijn uitstekende debuut wel te voorspellen.
Je kunt hier luisteren naar 'Only You':
https://www.youtube.com/watch?v=5TBmpPi2O_A&list=PL6qbzerapbnUCZzmiqXZYYSJxteNEARMx
Of Delilah kopen op Bol.Com
Anderson East heeft dat meer te bieden. De uit Athens, Alabama, afkomstige muzikant is een blanke soulzanger met een gitzwarte strot en het is bovendien een soulzanger die de muzikale tradities van zijn geboortegrond kent en in ere houdt.
Delilah, het debuut van Anderson East, klinkt bij vlagen precies zoals de platen die in de jaren 60 in het nabijgelegen Muscle Shoals werden gemaakt klonken en dat is een groot goed.
Het is deels de verdienste van de prima muzikanten die de Amerikaan omringen en het is zeker ook de verdienste van producer Dave Cobb, die eerder hele mooie dingen deed met Sturgill Simpson en Jason Isbell en nu Anderson East heeft voorzien van een geluid dat de muziek van de jonge Amerikaan naar een hoger plan tilt.
Het is een rijk en gloedvol Southern soul geluid dat herinnert aan vervlogen tijden, maar Anderson East doet meer dan alleen maar het reproduceren van het soulgeluid waar hij mee opgroeide.
De door Dave Cobb in Nashville gerekruteerde band weet hoe een portie dampende soul moet klinken, maar is ook niet vies van blues en country, waardoor Delilah rijker en veelzijdiger klinkt dan de gemiddelde plaat in dit genre.
Anderson East is in vocaal opzicht minstens net zo veelzijdig als de muzikanten op zijn plaat, waardoor Delilah uiteindelijk veel meer is dan een retro soulplaat. De jonge Amerikaan kan uithalen als de groten uit het genre (ik hoor vooral wat van Wilson Pickett en Al Green), maar heeft ook de rauwe strot van Van Morrison om nog maar eens een grootheid van stal te halen.
Het debuut van Anderson East is uiteindelijk vooral een rootsplaat met heel veel soul en het is een hele goede rootsplaat. De concurrentie in het genre is momenteel moordend, maar dat Anderson East het gaat redden durf ik na beluistering van zijn uitstekende debuut wel te voorspellen.
Je kunt hier luisteren naar 'Only You':
https://www.youtube.com/watch?v=5TBmpPi2O_A&list=PL6qbzerapbnUCZzmiqXZYYSJxteNEARMx
Of Delilah kopen op Bol.Com
Friday, 29 July 2016
No Song, No Spell, No Madrigal. The Apartments
Peter Milton
Walsh maakte aan het eind van de jaren 70 kort deel uit van de
legendarische Australische band The Go-Betweens, maar uiteindelijk
werkte het niet. "Walsh is night, we are day" zeiden de twee voormannen
van The Go-Betweens er ooit eens over.
Het is een uitspraak die wordt onderschreven door de zwaar onderschatte platen die Peter Milton Walsh tussen 1985 en 1997 met zijn band The Apartments zou maken. Stuk voor stuk aardedonkere platen, maar ook platen van een bijna onwerkelijke schoonheid, die inmiddels hadden moeten zijn uitgegroeid tot klassiekers.
Na een stilte van 18 jaar is Peter Milton Walsh terug met The Apartments en lijkt het wel of de tijd heeft stil gestaan. No Song, No Spell, No Madrigal borduurt voort op de vorige platen van de band, maar legt de lat nog net een stukje hoger.
De muziek van The Apartments werd in het vorige leven van de band vooral vergeleken met de muziek van onder andere American Music Club, Leonard Cohen, Spain en Tindersticks. Het is nog steeds relevant vergelijkingsmateriaal, maar als ik slechts één naam zou mogen noemen, zou ik kiezen voor de muziek van de Schotse band The Blue Nile.
Net als The Blue Nile maakt The Apartments muziek die het daglicht maar nauwelijks kan verdragen. De stemmige, maar bij vlagen ook zwaar georkestreerde, klanken op No Song, No Spell, No Madrigal lijken gemaakt voor lange, donkere en bij voorkeur regenachtige avonden en doen het vooral goed wanneer melancholie het even wint van de roze bril.
Een ieder die de vorige platen van The Apartments kent weet dat Peter Milton Walsh songs schrijft die diep onder de huid kunnen kruipen en ook de songs op No Song, No Spell, No Madrigal slagen hier weer moeiteloos in. Deels vanwege de werkelijk prachtige instrumentatie, deels vanwege de indringende en emotievolle zang van de Australiër.
De niet meer verwachte comeback van The Apartments is verschenen op een klein Frans label, maar verdient wereldwijd erkenning. The Apartments hadden tot voor kort al een aantal prachtplaten op hun naam staan, maar deze nieuwe plaat is nog mooier en indrukwekkender. Schrijf maar op voor de jaarlijstjes.
Erwin Zijleman
Je kunt hier luisteren naar 'Twenty One':
https://www.youtube.com/watch?v=Q1F1V9gwg6M
of No Song, No Spell, No Madrigal kopen op Bol.Com
Het is een uitspraak die wordt onderschreven door de zwaar onderschatte platen die Peter Milton Walsh tussen 1985 en 1997 met zijn band The Apartments zou maken. Stuk voor stuk aardedonkere platen, maar ook platen van een bijna onwerkelijke schoonheid, die inmiddels hadden moeten zijn uitgegroeid tot klassiekers.
Na een stilte van 18 jaar is Peter Milton Walsh terug met The Apartments en lijkt het wel of de tijd heeft stil gestaan. No Song, No Spell, No Madrigal borduurt voort op de vorige platen van de band, maar legt de lat nog net een stukje hoger.
De muziek van The Apartments werd in het vorige leven van de band vooral vergeleken met de muziek van onder andere American Music Club, Leonard Cohen, Spain en Tindersticks. Het is nog steeds relevant vergelijkingsmateriaal, maar als ik slechts één naam zou mogen noemen, zou ik kiezen voor de muziek van de Schotse band The Blue Nile.
Net als The Blue Nile maakt The Apartments muziek die het daglicht maar nauwelijks kan verdragen. De stemmige, maar bij vlagen ook zwaar georkestreerde, klanken op No Song, No Spell, No Madrigal lijken gemaakt voor lange, donkere en bij voorkeur regenachtige avonden en doen het vooral goed wanneer melancholie het even wint van de roze bril.
Een ieder die de vorige platen van The Apartments kent weet dat Peter Milton Walsh songs schrijft die diep onder de huid kunnen kruipen en ook de songs op No Song, No Spell, No Madrigal slagen hier weer moeiteloos in. Deels vanwege de werkelijk prachtige instrumentatie, deels vanwege de indringende en emotievolle zang van de Australiër.
De niet meer verwachte comeback van The Apartments is verschenen op een klein Frans label, maar verdient wereldwijd erkenning. The Apartments hadden tot voor kort al een aantal prachtplaten op hun naam staan, maar deze nieuwe plaat is nog mooier en indrukwekkender. Schrijf maar op voor de jaarlijstjes.
Erwin Zijleman
Je kunt hier luisteren naar 'Twenty One':
https://www.youtube.com/watch?v=Q1F1V9gwg6M
of No Song, No Spell, No Madrigal kopen op Bol.Com
Thursday, 28 July 2016
Pageant Material. Kacey Musgraves
Kacey Musgraves behoort in de Verenigde Staten inmiddels een aantal jaren tot de jonge en zeer succesvolle countryzangeressen. Het
is een categorie die in Nederland, zeker onder de liefhebbers van
Amerikaanse rootsmuziek, op weinig steun hoeft te rekenen. Dat is
meestal terecht, maar soms wel eens jammer. In het geval van Kacey
Musgraves is het heel jammer.
De vorige plaat van de Texaanse zangeres, Same Trailer Different Park, besprak ik uiteindelijk als ‘guilty pleasure’, maar het was veel meer dan dat. Same Trailer Different Park was een prima plaat van een singer-songwriter die hard werkte aan een eigen geluid en het was een eigen geluid dat naar veel meer smaakte.
De nieuwe plaat van Kacey Musgraves, Pageant Material, zal in de Verenigde Staten ongetwijfeld in grote aantallen over de toonbank gaan, maar wat mij betreft verdient de plaat ook in Nederland aandacht, ook van muziekliefhebbers die hun dagelijkse portie country bij voorkeur op alternatieve wijze bereid zien.
Op Pageant Material kiest Kacey Musgraves op het eerste gehoor voor radiovriendelijke popliedjes, maar in tegenstelling tot bijvoorbeeld Taylor Swift, is ze de countrymuziek trouw gebleven. Sterker nog, op haar nieuwe plaat heeft Kacey Musgraves de country alleen maar steviger omarmd en gaat ze op fraaie wijze aan de haal met invloeden uit het verleden. 'You can take me out of the country, but you can't take the country of out me' zingt Kacey Musgraves in Dime Store Cowgirl en zo is het maar net.
Pageant Material is een heerlijk lichtvoetige plaat vol lome en dromerige popliedjes, die stuk voor stuk zijn voorzien van een flinke dosis country. Het is de country waar ze in de Verenigde Staten gek op zijn, maar het is ook country die niet tegen de haren van de liefhebbers van traditionele Amerikaanse rootsmuziek hoeft in te strijken.
Kacey Musgraves schreef de meeste songs op haar nieuwe plaat samen met producers Shane McAnally en Luke Laird, maar ook Brandi Clark, die de stap van de contemporary country naar de alternatieve country inmiddels heeft gemaakt, staat Kacey Musgraves bij op haar nieuwe plaat.
Het is een plaat die, zeker in de wat minder gepolijste songs, raakt aan de muziek van door mij zeer gewaardeerde zangeressen als Gretchen Wilson en Miranda Lambert, maar ook als Kacey Musgraves kiest voor radiovriendelijke songs met een acceptabele dosis pop, blijft Pageant Material vrij makkelijk aan de goede kant van de streep.
Kacey Musgraves wordt in Nederland over het algemeen in de hoek van de countrypop geduwd, maar Pageant Material is meer country dan pop. En meer alt-country dan country. Het is (alt-)country die alleen maar een glimlach op je gezicht kan toveren; zeker wanneer de zon zo nadrukkelijk schijnt als op het moment.
Dankzij het enorme succes van Same Trailer Different Park in de Verenigde Staten zat er ongetwijfeld flink wat druk op de nieuwe plaat van de Texaanse, maar hier is niets van te merken. Pageant Material is een ontspannen en eerste klas feelgood plaat, maar het is ook een plaat die veel knapper in elkaar steekt dan je op het eerste gehoor zult vermoeden.
Zo is de redelijk sobere instrumentatie zeer smaakvol en zit deze bovendien vol verrassingen, bijvoorbeeld wanneer de strijkers aan mogen zwellen of wanneer de muziek een aantal decennia terug gaat in de tijd.
Ook in vocaal opzicht weet Pageant Material zeer makkelijk te overtuigen. Kacey Musgraves beschikt over een hele aangename stem en het is een stem die gemaakt is voor countrymuziek. Het is ook een stem die veel emotie in de songs weet te leggen en dat is gezien de leeftijd van Kacey Musgraves (26) knap.
Same Trailer Different Park koesterde ik uiteindelijk als een ‘guilty pleasure’ maar de nieuwe plaat van Kacey Musgraves durf ik best openlijk te omarmen. Ik sta hier niet alleen in, want als zelfs Pitchfork een 8.0 durft te geven weet je dat Kacey Musgraves een prestatie van formaat heeft geleverd.
De laatste twijfelaars worden hopelijk definitief over de streep getrokken wanneer in de laatste track ook nog eens levende legende Willie Nelson opduikt. Het is een fraai slotakkoord van een plaat die op indrukwekkende wijze een brug slaat van de Nashville country en countrypop naar de meer eigenzinnige Amerikaanse rootsmuziek. Voor mij één van de aangenaamste (roots)verrassingen die 2015 tot dusver heeft opgeleverd.
Erwin Zijleman
Je kunt hier luisteren naar 'Biscuits':
https://www.youtube.com/watch?v=nGIUtLO_x8g
of Pageant Material kopen op Bol.Com
De vorige plaat van de Texaanse zangeres, Same Trailer Different Park, besprak ik uiteindelijk als ‘guilty pleasure’, maar het was veel meer dan dat. Same Trailer Different Park was een prima plaat van een singer-songwriter die hard werkte aan een eigen geluid en het was een eigen geluid dat naar veel meer smaakte.
De nieuwe plaat van Kacey Musgraves, Pageant Material, zal in de Verenigde Staten ongetwijfeld in grote aantallen over de toonbank gaan, maar wat mij betreft verdient de plaat ook in Nederland aandacht, ook van muziekliefhebbers die hun dagelijkse portie country bij voorkeur op alternatieve wijze bereid zien.
Op Pageant Material kiest Kacey Musgraves op het eerste gehoor voor radiovriendelijke popliedjes, maar in tegenstelling tot bijvoorbeeld Taylor Swift, is ze de countrymuziek trouw gebleven. Sterker nog, op haar nieuwe plaat heeft Kacey Musgraves de country alleen maar steviger omarmd en gaat ze op fraaie wijze aan de haal met invloeden uit het verleden. 'You can take me out of the country, but you can't take the country of out me' zingt Kacey Musgraves in Dime Store Cowgirl en zo is het maar net.
Pageant Material is een heerlijk lichtvoetige plaat vol lome en dromerige popliedjes, die stuk voor stuk zijn voorzien van een flinke dosis country. Het is de country waar ze in de Verenigde Staten gek op zijn, maar het is ook country die niet tegen de haren van de liefhebbers van traditionele Amerikaanse rootsmuziek hoeft in te strijken.
Kacey Musgraves schreef de meeste songs op haar nieuwe plaat samen met producers Shane McAnally en Luke Laird, maar ook Brandi Clark, die de stap van de contemporary country naar de alternatieve country inmiddels heeft gemaakt, staat Kacey Musgraves bij op haar nieuwe plaat.
Het is een plaat die, zeker in de wat minder gepolijste songs, raakt aan de muziek van door mij zeer gewaardeerde zangeressen als Gretchen Wilson en Miranda Lambert, maar ook als Kacey Musgraves kiest voor radiovriendelijke songs met een acceptabele dosis pop, blijft Pageant Material vrij makkelijk aan de goede kant van de streep.
Kacey Musgraves wordt in Nederland over het algemeen in de hoek van de countrypop geduwd, maar Pageant Material is meer country dan pop. En meer alt-country dan country. Het is (alt-)country die alleen maar een glimlach op je gezicht kan toveren; zeker wanneer de zon zo nadrukkelijk schijnt als op het moment.
Dankzij het enorme succes van Same Trailer Different Park in de Verenigde Staten zat er ongetwijfeld flink wat druk op de nieuwe plaat van de Texaanse, maar hier is niets van te merken. Pageant Material is een ontspannen en eerste klas feelgood plaat, maar het is ook een plaat die veel knapper in elkaar steekt dan je op het eerste gehoor zult vermoeden.
Zo is de redelijk sobere instrumentatie zeer smaakvol en zit deze bovendien vol verrassingen, bijvoorbeeld wanneer de strijkers aan mogen zwellen of wanneer de muziek een aantal decennia terug gaat in de tijd.
Ook in vocaal opzicht weet Pageant Material zeer makkelijk te overtuigen. Kacey Musgraves beschikt over een hele aangename stem en het is een stem die gemaakt is voor countrymuziek. Het is ook een stem die veel emotie in de songs weet te leggen en dat is gezien de leeftijd van Kacey Musgraves (26) knap.
Same Trailer Different Park koesterde ik uiteindelijk als een ‘guilty pleasure’ maar de nieuwe plaat van Kacey Musgraves durf ik best openlijk te omarmen. Ik sta hier niet alleen in, want als zelfs Pitchfork een 8.0 durft te geven weet je dat Kacey Musgraves een prestatie van formaat heeft geleverd.
De laatste twijfelaars worden hopelijk definitief over de streep getrokken wanneer in de laatste track ook nog eens levende legende Willie Nelson opduikt. Het is een fraai slotakkoord van een plaat die op indrukwekkende wijze een brug slaat van de Nashville country en countrypop naar de meer eigenzinnige Amerikaanse rootsmuziek. Voor mij één van de aangenaamste (roots)verrassingen die 2015 tot dusver heeft opgeleverd.
Erwin Zijleman
Je kunt hier luisteren naar 'Biscuits':
https://www.youtube.com/watch?v=nGIUtLO_x8g
of Pageant Material kopen op Bol.Com
Wednesday, 27 July 2016
I Can't Imagine. Shelby Lynne
Eerder kondigde we aan dat we een aantal recensies van Erwin Zijleman die op de plank zijn blijven liggen, alsnog op de site gaan plaatsen. De vorige kwam per ongeluk wat eerder dan gepland. Hier deel 2 dus.
Shelby Lynne (Moorer) had al een heel (overigens niet overdreven interessant) muzikaal leven achter zich toen ze in 2000 toch nog doorbrak met het prachtige I Am Shelby Lynne, dat werd omarmd door liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek en werd vergeleken met het beste van Dusty Springfield.
De Amerikaanse singer-songwriter leek even verzekerd van een hele mooie toekomst, maar toen I Am Shelby Lynne ruim een jaar later werd gevolgd door het uiterst zwakke Love, Shelby, was Shelby Lynne het opgebouwde krediet weer snel kwijt.
Dat blijft jammer, want Love, Shelby is achteraf bezien de enige zwakke plaat die Shelby Lynne sinds I Am Shelby Lynne heeft gemaakt. De afgelopen jaren was het wat stil rond de Amerikaanse singer-songwriter, maar vier jaar na het bijzonder fraaie Revelation Road is Shelby Lynne gelukkig terug met een nieuwe plaat.
Shelby Lynne bracht een paar jaar lang platen uit op haar eigen label, maar is nu toch weer teruggekeerd bij een grotere platenmaatschappij. Het opnamebudget lag hierdoor weer net wat hoger en dat hoor je. Voor I Can’t Imagine wist Shelby Lynne een aantal prima muzikanten te strikken en bovendien schreef ze twee songs voor de plaat samen met Ron Sexsmith; wat mij betreft één van de betere songwriters van het moment.
I Can’t Imagine laat vooral een lekker laid back geluid horen en dat is een geluid dat uitstekend past bij de krachtige, maar ook soulvolle stem van Shelby Lynne. Het is een stem die in de wat krachtigere uithalen lijkt op die van haar zus Allison Moorer, maar Shelby Lynne heeft vergeleken met Allison Moorer wat minder country en wat meer soul in haar stem.
Invloeden uit de soul zijn dan ook nadrukkelijk aanwezig in de muziek van Shelby Lynne, maar de Amerikaanse flirt op I Can’t Imagine ook met tal van andere genres, waaronder folk, country, jazz en rhythm & blues, maar ook rock en psychedelica.
Waar Shelby Lynne in het verleden in vocaal opzicht behoorlijk van leer trok is I Can’t Imagine in vocaal opzicht een lome, ontspannen en ingetogen plaat. De instrumentatie is sfeervol en kabbelt over het algemeen rustig voort, waardoor Shelby Lynne geen capriolen hoeft uit te halen om de instrumentatie te overstemmen. Dit betekent overigens niet dat I Can’t Imagine over de hele linie een ingetogen plaat is, want zo af en toe mogen de gitaren los gaan en rockt Shelby Lynne net zo stevig als haar zus deed op The Duel.
Het levert een plaat op waarmee Shelby Lynne in commercieel opzicht geen potten gaat breken en waarmee ze waarschijnlijk ook niet veel nieuwe zieltjes gaat winnen, maar voor de liefhebbers van haar muziek is het smullen.
I Can’t Imagine bevat een serie bijzonder fraaie songs. Het zijn zeker geen songs die na één keer horen in het geheugen zijn gegrift, maar na een paar keer horen zijn ze je allemaal dierbaar.
Allison Moorer maakte eerder in 2015 met Down To Believing misschien wel haar beste plaat tot dusver (al hou ik zelf een zwak voor The Duel). Haar zus Shelby Lynne doet nu met I Can’t Imagine hetzelfde. Het levert een plaat op die het verdient om gehoord te worden.
Erwin Zijleman
Je kunt hier luisteren naar 'I Can't Imagine':
https://www.youtube.com/watch?v=nDLEmXLgiQA
of I Can't Imagine kopen op Bol.Com
Shelby Lynne (Moorer) had al een heel (overigens niet overdreven interessant) muzikaal leven achter zich toen ze in 2000 toch nog doorbrak met het prachtige I Am Shelby Lynne, dat werd omarmd door liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek en werd vergeleken met het beste van Dusty Springfield.
De Amerikaanse singer-songwriter leek even verzekerd van een hele mooie toekomst, maar toen I Am Shelby Lynne ruim een jaar later werd gevolgd door het uiterst zwakke Love, Shelby, was Shelby Lynne het opgebouwde krediet weer snel kwijt.
Dat blijft jammer, want Love, Shelby is achteraf bezien de enige zwakke plaat die Shelby Lynne sinds I Am Shelby Lynne heeft gemaakt. De afgelopen jaren was het wat stil rond de Amerikaanse singer-songwriter, maar vier jaar na het bijzonder fraaie Revelation Road is Shelby Lynne gelukkig terug met een nieuwe plaat.
Shelby Lynne bracht een paar jaar lang platen uit op haar eigen label, maar is nu toch weer teruggekeerd bij een grotere platenmaatschappij. Het opnamebudget lag hierdoor weer net wat hoger en dat hoor je. Voor I Can’t Imagine wist Shelby Lynne een aantal prima muzikanten te strikken en bovendien schreef ze twee songs voor de plaat samen met Ron Sexsmith; wat mij betreft één van de betere songwriters van het moment.
I Can’t Imagine laat vooral een lekker laid back geluid horen en dat is een geluid dat uitstekend past bij de krachtige, maar ook soulvolle stem van Shelby Lynne. Het is een stem die in de wat krachtigere uithalen lijkt op die van haar zus Allison Moorer, maar Shelby Lynne heeft vergeleken met Allison Moorer wat minder country en wat meer soul in haar stem.
Invloeden uit de soul zijn dan ook nadrukkelijk aanwezig in de muziek van Shelby Lynne, maar de Amerikaanse flirt op I Can’t Imagine ook met tal van andere genres, waaronder folk, country, jazz en rhythm & blues, maar ook rock en psychedelica.
Waar Shelby Lynne in het verleden in vocaal opzicht behoorlijk van leer trok is I Can’t Imagine in vocaal opzicht een lome, ontspannen en ingetogen plaat. De instrumentatie is sfeervol en kabbelt over het algemeen rustig voort, waardoor Shelby Lynne geen capriolen hoeft uit te halen om de instrumentatie te overstemmen. Dit betekent overigens niet dat I Can’t Imagine over de hele linie een ingetogen plaat is, want zo af en toe mogen de gitaren los gaan en rockt Shelby Lynne net zo stevig als haar zus deed op The Duel.
Het levert een plaat op waarmee Shelby Lynne in commercieel opzicht geen potten gaat breken en waarmee ze waarschijnlijk ook niet veel nieuwe zieltjes gaat winnen, maar voor de liefhebbers van haar muziek is het smullen.
I Can’t Imagine bevat een serie bijzonder fraaie songs. Het zijn zeker geen songs die na één keer horen in het geheugen zijn gegrift, maar na een paar keer horen zijn ze je allemaal dierbaar.
Allison Moorer maakte eerder in 2015 met Down To Believing misschien wel haar beste plaat tot dusver (al hou ik zelf een zwak voor The Duel). Haar zus Shelby Lynne doet nu met I Can’t Imagine hetzelfde. Het levert een plaat op die het verdient om gehoord te worden.
Erwin Zijleman
Je kunt hier luisteren naar 'I Can't Imagine':
https://www.youtube.com/watch?v=nDLEmXLgiQA
of I Can't Imagine kopen op Bol.Com
Tuesday, 26 July 2016
The Analogues trump Asif Avidan
Only at the end of last year I wrote that the post on 'One Day' by Asif Avidan in the Wankelmut remix would never be surpassed, it was so far ahead of the pack. Well, I was wrong. Recently it was surpassed by my post on the live show this May in Velsen of The Analogues.
It is all about the power of Facebook. A few acts posted the post of this blog on their Facebook page and the result is quite a difference in how many times a post gets clicked upon. With the Analogues as the clear winner.
Wo.
It is all about the power of Facebook. A few acts posted the post of this blog on their Facebook page and the result is quite a difference in how many times a post gets clicked upon. With the Analogues as the clear winner.
Wo.
Monday, 25 July 2016
Big Bad Good. My Bubba
Het
Zweeds-IJslandse duo My Bubba dook begin vorig jaar eindelijk op in
Nederland en verraste met het bijzondere en na enige gewenning zwaar
bezwerende Goes Abroader.
De Zweedse My Larsdotter en de uit IJsland afkomstige Guðbjörg (Bubba) Tómasdóttir keerden onlangs terug met een nieuwe plaat en het is wederom een hele opvallende plaat geworden.
Voor de productie werd dit keer een beroep gedaan op Shahzad Ismaily, die eerder werkte met onder andere Laura Veirs, Jolie Holland en Will Oldham.
Ismaily koos samen met My en Bubba voor een bijzondere aanpak. De songs voor Big Bad Good werden ter plekke geschreven en opgenomen, wat de plaat een bijzondere lading en een opvallend intieme sfeer geeft.
My Bubba maakt ook op haar nieuwe plaat weer unieke muziek. Het is muziek die vrijwel volledig vertrouwt op de mooie stemmen van My en Bubba, die over het algemeen fluisterzacht zingen en zich absoluut hebben laten inspireren door de stokoude folk uit de Amerikaanse Appalachen.
De stemmen van het tweetal worden begeleid door een sobere of zelfs minimalistische instrumentatie. Deze bestaat in de openingstrack slechts uit percussie, maar is meestal net iets voller ingekleurd met banjo, gitaar en een Noorse harp, al blijft het geluid van My Bubba in alle gevallen uiterst ingetogen.
De sfeervolle instrumentatie kleurt bijzonder fraai bij de stemmen van het Scandinavische tweetal. Zelfs als de instrumenten helemaal ontbreken maken deze stemmen diepe indruk en dat is knap.
Het is bijzonder hoeveel gevoel en emotie My en Bubba in hun uiterst sobere muziek kunnen leggen. Het is bijzonder hoe de songs die allemaal een vergelijkbaar recept volgen van elkaar verschillen. En het is bijzonder hoe My Bubba ook dit keer muziek weet te maken die een bezwerende uitwerking heeft.
Big Bad Good komt het best tot zijn recht wanneer je er met volledige aandacht naar kunt luisteren en kunt wegdromen op de subtiele en wonderschone klanken. Big Bad Good is uiteindelijk nog wat beter dan zijn voorganger en dat mag gezien de kwaliteit en verrassing van deze voorganger best een prestatie van formaat worden genoemd.
Erwin Zijleman
Je kunt hier luisteren naar 'Big Bad Good':
https://www.youtube.com/watch?v=LfHKadIc2v8
of Big Bad Good kopen op Bol.Com:
De Zweedse My Larsdotter en de uit IJsland afkomstige Guðbjörg (Bubba) Tómasdóttir keerden onlangs terug met een nieuwe plaat en het is wederom een hele opvallende plaat geworden.
Voor de productie werd dit keer een beroep gedaan op Shahzad Ismaily, die eerder werkte met onder andere Laura Veirs, Jolie Holland en Will Oldham.
Ismaily koos samen met My en Bubba voor een bijzondere aanpak. De songs voor Big Bad Good werden ter plekke geschreven en opgenomen, wat de plaat een bijzondere lading en een opvallend intieme sfeer geeft.
My Bubba maakt ook op haar nieuwe plaat weer unieke muziek. Het is muziek die vrijwel volledig vertrouwt op de mooie stemmen van My en Bubba, die over het algemeen fluisterzacht zingen en zich absoluut hebben laten inspireren door de stokoude folk uit de Amerikaanse Appalachen.
De stemmen van het tweetal worden begeleid door een sobere of zelfs minimalistische instrumentatie. Deze bestaat in de openingstrack slechts uit percussie, maar is meestal net iets voller ingekleurd met banjo, gitaar en een Noorse harp, al blijft het geluid van My Bubba in alle gevallen uiterst ingetogen.
De sfeervolle instrumentatie kleurt bijzonder fraai bij de stemmen van het Scandinavische tweetal. Zelfs als de instrumenten helemaal ontbreken maken deze stemmen diepe indruk en dat is knap.
Het is bijzonder hoeveel gevoel en emotie My en Bubba in hun uiterst sobere muziek kunnen leggen. Het is bijzonder hoe de songs die allemaal een vergelijkbaar recept volgen van elkaar verschillen. En het is bijzonder hoe My Bubba ook dit keer muziek weet te maken die een bezwerende uitwerking heeft.
Big Bad Good komt het best tot zijn recht wanneer je er met volledige aandacht naar kunt luisteren en kunt wegdromen op de subtiele en wonderschone klanken. Big Bad Good is uiteindelijk nog wat beter dan zijn voorganger en dat mag gezien de kwaliteit en verrassing van deze voorganger best een prestatie van formaat worden genoemd.
Erwin Zijleman
Je kunt hier luisteren naar 'Big Bad Good':
https://www.youtube.com/watch?v=LfHKadIc2v8
of Big Bad Good kopen op Bol.Com:
Sunday, 24 July 2016
Strangers. Marissa Nadler
De
uit Washington D.C. afkomstige maar inmiddels vanuit Boston opererende
Marissa Nadler bouwt inmiddels een jaar of twaalf aan een even fraai als
opvallend oeuvre.
Twee jaar geleden maakte de Amerikaanse singer-songwriter indruk met de fraaie breakup-plaat July, nu keert ze terug met het net iets luchtigere maar minstens even fraaie Strangers.
Marissa Nadler begon ooit als folkie, maar kiest tegenwoordig voor een wat bredere invalshoek. Strangers staat vol met prachtige songs en het zijn songs die wat toegankelijker klinken dan we van haar gewend zijn. Dat betekent gelukkig niet dat Marissa Nadler de strijd aan gaat met de popprinsessen van deze wereld, want ook Strangers is weer een eigenzinnige plaat van zeer hoge kwaliteit.
Strangers is voorzien van een sfeervol en atmosferisch aandoend geluid, dat meerdere kanten op kan schieten. De plaat werd net als July geproduceerd door Randall Dunn (Sunn O))), Earth, The Cave Singers) en dat is een uitstekende keuze. De mooie productie van de plaat biedt ruimte aan de folky kant van Marissa Nadler, maar geeft ook alle ruimte aan de bezwerende muziek die ze al sinds haar debuut maakt.
Door de licht zweverige instrumentatie begeven een aantal songs op de plaat zich op het terrein van Beach House, al is de instrumentatie van de muziek van Marissa Nadler subtieler en hoor ik haar stem liever. Stranger raakt echter net zo makkelijk aan de muziek van Mazzy Star of aan de intiemere songs van Lana Del Rey.
Strangers is een plaat die ik vooral met de koptelefoon erg mooi vind. Het breed uitwaaiende geluid vol strijkers, elektronica, pedaal steel en gitaren vervliegt vanuit de speakers vrij makkelijk, maar zorgt met de koptelefoon voor een fascinerende luistertrip. Het is een luistertrip die wat aan de donkere kant is, al klinkt de muziek van Marissa Nadler minder duister en beklemmend dan in het verleden.
Met July liet Marissa Nadler al horen dat ze mee kan met de betere singer-songwriters van het moment en ook Strangers is weer een plaat die makkelijk mee kan met die van de concurrentie. Dit is voor een deel de verdienste van de spannende en werkelijk wonderschone instrumentatie, maar de verleidingskracht van de vocalen van Marissa Nadler is minstens even groot. Een fraaie soundtrack voor lange en donkere avonden vol songs om steeds intenser te koesteren.
Erwin Zijleman
Je kunt hier luisteren naar het hele album:
https://www.youtube.com/watch?v=V6YIdLY9J7g&list=PLxKHVMqMZqUSwMITNUyhdzdHL79nwBFdP
Of koop Strangers hier op Bol.Com:
Twee jaar geleden maakte de Amerikaanse singer-songwriter indruk met de fraaie breakup-plaat July, nu keert ze terug met het net iets luchtigere maar minstens even fraaie Strangers.
Marissa Nadler begon ooit als folkie, maar kiest tegenwoordig voor een wat bredere invalshoek. Strangers staat vol met prachtige songs en het zijn songs die wat toegankelijker klinken dan we van haar gewend zijn. Dat betekent gelukkig niet dat Marissa Nadler de strijd aan gaat met de popprinsessen van deze wereld, want ook Strangers is weer een eigenzinnige plaat van zeer hoge kwaliteit.
Strangers is voorzien van een sfeervol en atmosferisch aandoend geluid, dat meerdere kanten op kan schieten. De plaat werd net als July geproduceerd door Randall Dunn (Sunn O))), Earth, The Cave Singers) en dat is een uitstekende keuze. De mooie productie van de plaat biedt ruimte aan de folky kant van Marissa Nadler, maar geeft ook alle ruimte aan de bezwerende muziek die ze al sinds haar debuut maakt.
Door de licht zweverige instrumentatie begeven een aantal songs op de plaat zich op het terrein van Beach House, al is de instrumentatie van de muziek van Marissa Nadler subtieler en hoor ik haar stem liever. Stranger raakt echter net zo makkelijk aan de muziek van Mazzy Star of aan de intiemere songs van Lana Del Rey.
Strangers is een plaat die ik vooral met de koptelefoon erg mooi vind. Het breed uitwaaiende geluid vol strijkers, elektronica, pedaal steel en gitaren vervliegt vanuit de speakers vrij makkelijk, maar zorgt met de koptelefoon voor een fascinerende luistertrip. Het is een luistertrip die wat aan de donkere kant is, al klinkt de muziek van Marissa Nadler minder duister en beklemmend dan in het verleden.
Met July liet Marissa Nadler al horen dat ze mee kan met de betere singer-songwriters van het moment en ook Strangers is weer een plaat die makkelijk mee kan met die van de concurrentie. Dit is voor een deel de verdienste van de spannende en werkelijk wonderschone instrumentatie, maar de verleidingskracht van de vocalen van Marissa Nadler is minstens even groot. Een fraaie soundtrack voor lange en donkere avonden vol songs om steeds intenser te koesteren.
Erwin Zijleman
Je kunt hier luisteren naar het hele album:
https://www.youtube.com/watch?v=V6YIdLY9J7g&list=PLxKHVMqMZqUSwMITNUyhdzdHL79nwBFdP
Of koop Strangers hier op Bol.Com:
Saturday, 23 July 2016
On My One. Jake Bugg
The first two albums of Jake Bugg were poured over the world within a year. After that it became all quiet on the record front and in 2016 in comes an artist in his twenties. I liked 'Jake Bugg' but it was 'Shangri- La' that really got to me. The rock and roll, Jake Bugg style, made for one of the better albums of the 10s so far. So where does Jake Bugg stand in 2016?
It starts with confusion. Nine of ten times I found myself writing "On My Own", instead of "On My One". That aside the new album grew on me. From what I'm hearing during the x listening session, I can't believe I found the album a bit flat and not very interesting at first. This does explain the not very overhasty review of an album that I like at the second or third session. On My One was digested in multiple sessions, spread over days and weeks. Looking back it needed just that to truly appreciate what is on offer.
Jake Bugg on 'Shangri La' found several perfect rock and roll like songs, that were so smooth that they, still, slide through me like a knife through the proverbial butter. These songs are mostly missing in 2016. It seems that Jake Bugg stretches out and touches all sorts of musical streams from (Stones) country to rap and from pop balladry to early Dylan folk. As colourful a palette of music as the cover is.
Reading up on On My One showed that Bugg did most of the writing, producing and playing all on his own. A next step in his development towards a mature artist. A month after the release I am able to conclude that the step is successful. Jake Bugg does exactly what a young artist should be doing: experiment, play with music to see what fits him best. Usually this growing up does not happen in public, but the extreme young age eh was at at the release of the first record in 2012, still makes him only 22 in 2016.
Having said that the step from the opening folk and title song to the hard rocking song with a dance beat, 'Gimme The Love', is large jump. The kind that makes an unsuspecting listener jump from his chair. Still 'Gimme The Love' comes closest to some of his rock songs on his previous album. At the same time a good remix could propel the song into any rave party. The rhythm is so driving the spooky synths give the song something eerie. This is a 100% score of what The Stone Roses could have sounded like in 2016.
Not much later America at the time of 'A Horse With No Name' comes by. The acoustic guitar comes up very close in the mix. The E snare resonating the whole time as if in the room. The drifting into the more Dylan and Johnny Cash outing called 'Put Out The Fire' convinces just as easily. These kind of songs fit Jake Bugg like a glove.
The surprise comes with a soul ballad like 'Never Wanna Dance'. Smooth, with a Herb Alpert like trumpet solo. Listening closer I hear the acoustic guitar that was at the basis of this song. I hear that Bee Gees could have turned this into a hit around 1978. Something like 'Spirits Having Flown' or 'Fanny (Be Tender)', some of my guilty pleasures. 'Never Wanna Dance' reaches this level easily, showing how good a songwriter Jake Bugg has become in the past years.
The strengths of On My One come out when played loud. It is the sort of album that you have to allow to embrace and envelop you totally. At that moment the ballads touch you, the rockers lift you, the folk songs land you again. On My One becomes a trip to ride if you let it take you through all the highs and lows, bends and curves, dimly lit caves and open sunshine. Play it louder is my advice.
Having done just that and setting aside my strong preference of 'Shangri La', I found little at fault with On My One. The album is a lot of things at the same time, but mostly an album that shows the world how good Jake Bugg may become in a few years. The gloves are off, nothing is holding him back. The world is his for the taking.
Wo.
You can listen to 'On My Own' here:
https://www.youtube.com/watch?v=tNBTOSNpmKQ&list=RDtNBTOSNpmKQ
or buy On My Own on Bol.Com:
It starts with confusion. Nine of ten times I found myself writing "On My Own", instead of "On My One". That aside the new album grew on me. From what I'm hearing during the x listening session, I can't believe I found the album a bit flat and not very interesting at first. This does explain the not very overhasty review of an album that I like at the second or third session. On My One was digested in multiple sessions, spread over days and weeks. Looking back it needed just that to truly appreciate what is on offer.
Jake Bugg on 'Shangri La' found several perfect rock and roll like songs, that were so smooth that they, still, slide through me like a knife through the proverbial butter. These songs are mostly missing in 2016. It seems that Jake Bugg stretches out and touches all sorts of musical streams from (Stones) country to rap and from pop balladry to early Dylan folk. As colourful a palette of music as the cover is.
Reading up on On My One showed that Bugg did most of the writing, producing and playing all on his own. A next step in his development towards a mature artist. A month after the release I am able to conclude that the step is successful. Jake Bugg does exactly what a young artist should be doing: experiment, play with music to see what fits him best. Usually this growing up does not happen in public, but the extreme young age eh was at at the release of the first record in 2012, still makes him only 22 in 2016.
Having said that the step from the opening folk and title song to the hard rocking song with a dance beat, 'Gimme The Love', is large jump. The kind that makes an unsuspecting listener jump from his chair. Still 'Gimme The Love' comes closest to some of his rock songs on his previous album. At the same time a good remix could propel the song into any rave party. The rhythm is so driving the spooky synths give the song something eerie. This is a 100% score of what The Stone Roses could have sounded like in 2016.
Not much later America at the time of 'A Horse With No Name' comes by. The acoustic guitar comes up very close in the mix. The E snare resonating the whole time as if in the room. The drifting into the more Dylan and Johnny Cash outing called 'Put Out The Fire' convinces just as easily. These kind of songs fit Jake Bugg like a glove.
The surprise comes with a soul ballad like 'Never Wanna Dance'. Smooth, with a Herb Alpert like trumpet solo. Listening closer I hear the acoustic guitar that was at the basis of this song. I hear that Bee Gees could have turned this into a hit around 1978. Something like 'Spirits Having Flown' or 'Fanny (Be Tender)', some of my guilty pleasures. 'Never Wanna Dance' reaches this level easily, showing how good a songwriter Jake Bugg has become in the past years.
The strengths of On My One come out when played loud. It is the sort of album that you have to allow to embrace and envelop you totally. At that moment the ballads touch you, the rockers lift you, the folk songs land you again. On My One becomes a trip to ride if you let it take you through all the highs and lows, bends and curves, dimly lit caves and open sunshine. Play it louder is my advice.
Having done just that and setting aside my strong preference of 'Shangri La', I found little at fault with On My One. The album is a lot of things at the same time, but mostly an album that shows the world how good Jake Bugg may become in a few years. The gloves are off, nothing is holding him back. The world is his for the taking.
Wo.
You can listen to 'On My Own' here:
https://www.youtube.com/watch?v=tNBTOSNpmKQ&list=RDtNBTOSNpmKQ
or buy On My Own on Bol.Com:
Friday, 22 July 2016
Tropix. Céu
Ik ben
inmiddels al een jaar of tien zeer gecharmeerd van de bijzondere muziek
van de Braziliaanse singer-songwriter Céu (volledige naam: Maria do Céu
Whitaker Poças).
In die tien jaar maakte Céu drie echt geweldige platen (Céu, Vagarosa en Caravana Sereia Bloom). Het zijn platen vol Braziliaanse verleiding, maar het zijn ook platen vol avontuur.
Céu maakt muziek die uiteraard flink is beïnvloed door de Braziliaanse muziek die ze met de paplepel kreeg ingegoten (samba, bossa nova, tropicalia, forró), maar ze gaat net zo graag aan de haal met invloeden uit de pop, rock, psychedelica, funk, elektronica, West Coast pop en muziek uit andere verre oorden.
Ook op het recentelijk verschenen Tropix is Céu weer van vele markten thuis. Tropix laat de zomer krachtig doorbreken met zwoele Braziliaanse klanken, maar ook dit keer zet de muziek van Céu je vaker op het verkeerde been dan Messi in topvorm zijn tegenstanders dolt.
Het fraaie van de muziek van Céu is dat de Braziliaanse singer-songwriter alle invloeden op buitengewoon subtiele wijze verwerkt. Een track die 90% van de tijd een zwoel en tijdloos Braziliaans popliedje is, kan door een paar bijzonder subtiele accenten een eigentijds funky en elektronisch popliedje worden en andersom.
Tropix borduurt voort op zijn drie briljante voorgangers, maar laat net wat meer accenten uit de moderne elektronische popmuziek horen. Het bijzondere van Tropix is dat deze moderne elektronica vooral wordt gecombineerd met traditionele Braziliaanse muziek. Het geeft Tropix een uniek geluid, dat vooral met de koptelefoon goed tot zijn recht komt.
Bij wat oppervlakkerige beluistering is Tropix vooral een zwoel lenteplaatje. Dat is ook lekker, erg lekker zelfs, maar alle bijzondere accenten maken van de vierde van Céu pas echt een plaat om te koesteren.
Tropix imponeert met alle verrassende muzikale wendingen, maar is ook in vocaal opzicht een prachtplaat. Céu beschikt over een zwoel stemgeluid dat verwarmt en betovert en het is een stemgeluid dat zich op behendige wijze langs alle subtiele wendingen op de plaat krult.
Ik ken de vorige drie platen van de Braziliaanse singer-songwriter van de eerste tot en met de laatste noot, maar met het intrigerende en wonderschone Tropix weet ze mee weer te verrassen en te verleiden. Keer op keer.
Erwin Zijleman
Je kunt hier luisteren naar 'Perfume do Invisível':
https://www.youtube.com/watch?v=RaN58mqMwMc
of Tropix kopen op Bol.Com
In die tien jaar maakte Céu drie echt geweldige platen (Céu, Vagarosa en Caravana Sereia Bloom). Het zijn platen vol Braziliaanse verleiding, maar het zijn ook platen vol avontuur.
Céu maakt muziek die uiteraard flink is beïnvloed door de Braziliaanse muziek die ze met de paplepel kreeg ingegoten (samba, bossa nova, tropicalia, forró), maar ze gaat net zo graag aan de haal met invloeden uit de pop, rock, psychedelica, funk, elektronica, West Coast pop en muziek uit andere verre oorden.
Ook op het recentelijk verschenen Tropix is Céu weer van vele markten thuis. Tropix laat de zomer krachtig doorbreken met zwoele Braziliaanse klanken, maar ook dit keer zet de muziek van Céu je vaker op het verkeerde been dan Messi in topvorm zijn tegenstanders dolt.
Het fraaie van de muziek van Céu is dat de Braziliaanse singer-songwriter alle invloeden op buitengewoon subtiele wijze verwerkt. Een track die 90% van de tijd een zwoel en tijdloos Braziliaans popliedje is, kan door een paar bijzonder subtiele accenten een eigentijds funky en elektronisch popliedje worden en andersom.
Tropix borduurt voort op zijn drie briljante voorgangers, maar laat net wat meer accenten uit de moderne elektronische popmuziek horen. Het bijzondere van Tropix is dat deze moderne elektronica vooral wordt gecombineerd met traditionele Braziliaanse muziek. Het geeft Tropix een uniek geluid, dat vooral met de koptelefoon goed tot zijn recht komt.
Bij wat oppervlakkerige beluistering is Tropix vooral een zwoel lenteplaatje. Dat is ook lekker, erg lekker zelfs, maar alle bijzondere accenten maken van de vierde van Céu pas echt een plaat om te koesteren.
Tropix imponeert met alle verrassende muzikale wendingen, maar is ook in vocaal opzicht een prachtplaat. Céu beschikt over een zwoel stemgeluid dat verwarmt en betovert en het is een stemgeluid dat zich op behendige wijze langs alle subtiele wendingen op de plaat krult.
Ik ken de vorige drie platen van de Braziliaanse singer-songwriter van de eerste tot en met de laatste noot, maar met het intrigerende en wonderschone Tropix weet ze mee weer te verrassen en te verleiden. Keer op keer.
Erwin Zijleman
Je kunt hier luisteren naar 'Perfume do Invisível':
https://www.youtube.com/watch?v=RaN58mqMwMc
of Tropix kopen op Bol.Com
Thursday, 21 July 2016
The end game. Just another list: 1966 - 2016
Over the past months I've posted several top 30 on the basis of "a game" played on a website called Musicmeter. Here once a year the MuMe top 40 is played, which is actually a compilation of the best 50 albums mentioned by the circa 100 people participating in the game. I decided to play this year as it was over thirty years that I scored my favourite albums. I was curious to see what had happened since. Well, a lot of my favourite albums from before that date you will find on top in 2016, but a lot of others have been added to this list.
This compilation is different from what happens next on MusicMeter. There the final list is tweaked. I have to chose from the best scoring albums over the decades played in (50s to today) in general. That makes it a lot less interesting for me. My top 30 did not really match the top 50 or even 100 published there. So to wind up this game season on WoNo Magazine, below you find what I at this point in time think are my favourite albums of all time.
No, before you start commenting, I am not sticking to what you have seen before. Some records I had forgotten to take in or have played since so they rank higher or lower, entered this list, without being mentioned before. Still, it's a nice overview for now, with albums from all decades, but the ones most dear to me are oldies, not surprisingly from among my first albums. Peruse and perhaps you are presented with a suggestion or two.
Wo.
This compilation is different from what happens next on MusicMeter. There the final list is tweaked. I have to chose from the best scoring albums over the decades played in (50s to today) in general. That makes it a lot less interesting for me. My top 30 did not really match the top 50 or even 100 published there. So to wind up this game season on WoNo Magazine, below you find what I at this point in time think are my favourite albums of all time.
No, before you start commenting, I am not sticking to what you have seen before. Some records I had forgotten to take in or have played since so they rank higher or lower, entered this list, without being mentioned before. Still, it's a nice overview for now, with albums from all decades, but the ones most dear to me are oldies, not surprisingly from among my first albums. Peruse and perhaps you are presented with a suggestion or two.
Wo.
My endgame:
1. Pink
Floyd - Wish You Were Here (1975)
2. Jeff
Buckley - Grace (1994)
3. Pink
Floyd - Dark Side Of The Moon (1973)
4. The
Beatles - Abbey Road (1969)
5. Pink
Floyd - The Wall (1979)
6. The
Velvet Underground - The Velvet Underground (1969)
7. The
Velvet Underground - VU (1985)
8. Nina
Hagen Band - Nina Hagen Band (1978)
9. Alt-J
(∆) - This Is All Yours (2014)
10. Arctic
Monkeys - Favourite worst nightmare (2007)
11. Bob
Dylan - The Bootleg Series vol. 1 - 3 (1991)
12. David
Bowie - ★ (2016)
13. TMGS -
Rivers & Coastlines: The Ride (2013)
14. Tim
Christensen & The Damn Crystals - Tim Christensen & The Damn Crystals
(2011)
15. Tim
Christensen - Superior (2008)
16.
Jefferson Airplane - After Bathing at Baxter’s (1967)
17.
Jefferson Airplane - Jefferson Airplane Takes Off (1966)
18. David
Bowie - Station To Station (1976)
19. Dexys
Midnight Runners - Searching For The Young Soul Rebels (1980)
20. Kaizers
Orchestra – Maestro (2005)
21. Sophie
Hunger - Supermoon (2015)
22. The
Doors - L.A. Woman (1971)
23. Bob
Dylan - Blood On The Tracks (1975)
24. Frank
Zappa & the Mothers of Invention - One Size Fits All (1975)
25. Joe
Jackson - Body And Soul (1984)
26. Bob
Dylan - Blonde on Blonde (1966)
27. Nirvana
- Nevermind (1991)
28. Kate
Bush - The Kick Inside (1978)
29. Franz
Ferdinand - Franz Ferdinand (2004)
30. Neil
Young - On The Beach (1974)
Wednesday, 20 July 2016
A Dirty Dozen Bars. Death Goldbloom
Last year I was introduced to Death Goldbloom and the debut EP Tim and Tomek released in 2014. On 'Cluster Funk' the duo investigated everything the desert rock of Masters of Reality ever started on, turned it inside out, chewed it, worked it around and came up with a brilliant version of its own. 'Cluster Funk' is one of my favourite records of this decade so far. (With this release drummer Tomek finally reveals his family name, Kijkowski.)
In 2016 Death Goldbloom is back with its first full length. Who expects more of the same will be heavily disappointed. The band moves into the electric blues of the kind of Hot Tuna, The Jimi Hendrix Experience, Stevie Ray Vaughan and the likes. There is a layer of subtlety over the music that leaves space for all. So all that Muddy Waters in the 70s joined by Johnny Winter was not. Do I like it? Yes, both by the way. I just love 'Hard Again' and the live album and I'm starting to like A Dirty Dozen Bars more and more.
The album starts with a male voice stating "this may appear to be only monkey business", indeed the music is serious. In the style of Jimi and Stevie Ray Vaughan Tim Claridge races around his fretboard. Don't expect solo's, just an intricate, long riff that goes around and around in a very soft way, with all sorts of little varieties in and around the main theme.
In 'To Heck With Forgiveness' a Lou Reed rock riff meets Gordon Downie. By then it's clear to me that Death Goldbloom is taking me on a musical trip. Decades of rock music are put in the blender and out comes this incredible mix. The female choir in the background soothes the huge sound and there is a bass player added to the whole, Graeme Wyman. The harsh harmonica at the end tops off this great song.
A Dirty Dozen Bars is full of surprises. You can find an acoustic ballad just as easy as a giant rocker in a The White Stripes style. Rocking the blues with rough riffs and singing. The difference being that nothing goes over the top or right off the cliff. The variety found on the album is what makes it so much fun, but may also be a reason for it not being picked up. Too much different good things? Not for me it is. There's not a single bad song to be found here.
Other influences that can be mentioned are the in between chord licks like Jimi Hendrix, Neil Young's bare blues like in 'Revolution Blues', the indie sound of Nirvana. There are so many different things incorporated into the songs. Varied A Dirty Dozen Bars may be, when all is said and done the album is a quest into the blues. At times it may touch on gospel, like in 'Cornbread (Sonny Terry & Brownie McGhee cover)' or verge towards indie rock, deep down the music remains true to its core: blues.
In the past one and a half year I've learned that Tim Claridge has many faces. Playing excellent acoustic guitar with Natalie Ramsay, creating magic as a duo with Ms. Ramsay under the name Hymalayan, rocking hard as a solo artist and there's the desert rock and blues infused Death Goldbloom. I've learned that I like all the different musical outings so far. And now there is a new face to Death Goldbloom as well.
A Dirty Dozen Bars may not be what I expected from Death Goldbloom, it is a dream of a first album. The trippy spoken cut up pieces called 'Petey Green' aside (I laughed at the "Satan is a real person". "What? What, What? part though), the music is just so good. A world to win here, I'd say.
Wo.
You can listen to and buy A Dirty Dozen Bars here:
https://deathgoldbloom.bandcamp.com/
In 2016 Death Goldbloom is back with its first full length. Who expects more of the same will be heavily disappointed. The band moves into the electric blues of the kind of Hot Tuna, The Jimi Hendrix Experience, Stevie Ray Vaughan and the likes. There is a layer of subtlety over the music that leaves space for all. So all that Muddy Waters in the 70s joined by Johnny Winter was not. Do I like it? Yes, both by the way. I just love 'Hard Again' and the live album and I'm starting to like A Dirty Dozen Bars more and more.
The album starts with a male voice stating "this may appear to be only monkey business", indeed the music is serious. In the style of Jimi and Stevie Ray Vaughan Tim Claridge races around his fretboard. Don't expect solo's, just an intricate, long riff that goes around and around in a very soft way, with all sorts of little varieties in and around the main theme.
In 'To Heck With Forgiveness' a Lou Reed rock riff meets Gordon Downie. By then it's clear to me that Death Goldbloom is taking me on a musical trip. Decades of rock music are put in the blender and out comes this incredible mix. The female choir in the background soothes the huge sound and there is a bass player added to the whole, Graeme Wyman. The harsh harmonica at the end tops off this great song.
A Dirty Dozen Bars is full of surprises. You can find an acoustic ballad just as easy as a giant rocker in a The White Stripes style. Rocking the blues with rough riffs and singing. The difference being that nothing goes over the top or right off the cliff. The variety found on the album is what makes it so much fun, but may also be a reason for it not being picked up. Too much different good things? Not for me it is. There's not a single bad song to be found here.
Other influences that can be mentioned are the in between chord licks like Jimi Hendrix, Neil Young's bare blues like in 'Revolution Blues', the indie sound of Nirvana. There are so many different things incorporated into the songs. Varied A Dirty Dozen Bars may be, when all is said and done the album is a quest into the blues. At times it may touch on gospel, like in 'Cornbread (Sonny Terry & Brownie McGhee cover)' or verge towards indie rock, deep down the music remains true to its core: blues.
In the past one and a half year I've learned that Tim Claridge has many faces. Playing excellent acoustic guitar with Natalie Ramsay, creating magic as a duo with Ms. Ramsay under the name Hymalayan, rocking hard as a solo artist and there's the desert rock and blues infused Death Goldbloom. I've learned that I like all the different musical outings so far. And now there is a new face to Death Goldbloom as well.
A Dirty Dozen Bars may not be what I expected from Death Goldbloom, it is a dream of a first album. The trippy spoken cut up pieces called 'Petey Green' aside (I laughed at the "Satan is a real person". "What? What, What? part though), the music is just so good. A world to win here, I'd say.
Wo.
You can listen to and buy A Dirty Dozen Bars here:
https://deathgoldbloom.bandcamp.com/
Tuesday, 19 July 2016
Setting Sail. Natalie Ramsay
Setting Sail indeed, as you can see. Natalie Ramsay came into my life though the review by Erwin Zijleman late 2014. After that she found her way to this blog in several guises. Not only that, she tipped me about several people she works or worked with, who all found their way to this blog.
Only recently I found out that there is a follow up to her excellent album 'Fly To Home', released already in October 2015. Quality doesn't deny itself anything so also not a review three quarters of a year down the line.
Natalie Ramsay made this mini album with her friend Jasmin Lynn Frederickson. Together they sing like a dream. Where Natalie's voice is already extremely pleasant to listen to, it gets this extra quality because of what Jasmin does next to and behind her. The true duet 'Almost Always' is so beautiful, forceful and silencing. The two ladies show what they are capable of and all I can do is just listen in awe. And then there are these little moments when Tim Claridge joins in as well.
The music is all in the slower register of music. Modern hippie folk may describe the music best. There may be several direct lines of influence to a song like 'The Alchemist', but it transports me directly to David Crosby's 'Triad' on Jefferson Airplane's 'Crown Of Creation' album. The same goes for the guitar playing on 'Aurora Borealis'. 'Coming Back To Me' comes to life straight away. Two strong folk songs that Natalie Ramsay matches here with ease. Old shit, you say? Yes, of course, but two songs that are extremely dear to me for several decades, so there is a complement in here.
Setting Sails is made with a fairly small amount of instruments and modest means. "Together we recorded them in a little closet in our house", the Bandcamp text reads. The huge sound is another compliment that can be made here and a testament to the DIY techniques that are available these days.
Again I'm, well no longer surprised, impressed so much. Not just with this record, but with Hymalayan and Death Goldbloom as well. Bands where Natalie Ramsay plays in respectively does background vocals. The quality is equally high, the talent so huge. Setting Sail is a mini album the whole world ought to hear, but somehow I doubt whether that would make Natalie Ramsay happy, knowing what expectations and obligations come with (huge) success. Again this album deserves this amount of success. Together with 'Bliss' by Californian singer-songwriter Shane Alexander, that was reviewed yesterday on this blog, I simply haven't heard a lot better than this lately. As I started this post, "Setting Sail indeed".
Wo.
You can listen to and buy Setting Sail here:
https://natalieramsay.bandcamp.com/album/setting-sail
Only recently I found out that there is a follow up to her excellent album 'Fly To Home', released already in October 2015. Quality doesn't deny itself anything so also not a review three quarters of a year down the line.
Natalie Ramsay made this mini album with her friend Jasmin Lynn Frederickson. Together they sing like a dream. Where Natalie's voice is already extremely pleasant to listen to, it gets this extra quality because of what Jasmin does next to and behind her. The true duet 'Almost Always' is so beautiful, forceful and silencing. The two ladies show what they are capable of and all I can do is just listen in awe. And then there are these little moments when Tim Claridge joins in as well.
The music is all in the slower register of music. Modern hippie folk may describe the music best. There may be several direct lines of influence to a song like 'The Alchemist', but it transports me directly to David Crosby's 'Triad' on Jefferson Airplane's 'Crown Of Creation' album. The same goes for the guitar playing on 'Aurora Borealis'. 'Coming Back To Me' comes to life straight away. Two strong folk songs that Natalie Ramsay matches here with ease. Old shit, you say? Yes, of course, but two songs that are extremely dear to me for several decades, so there is a complement in here.
Setting Sails is made with a fairly small amount of instruments and modest means. "Together we recorded them in a little closet in our house", the Bandcamp text reads. The huge sound is another compliment that can be made here and a testament to the DIY techniques that are available these days.
Again I'm, well no longer surprised, impressed so much. Not just with this record, but with Hymalayan and Death Goldbloom as well. Bands where Natalie Ramsay plays in respectively does background vocals. The quality is equally high, the talent so huge. Setting Sail is a mini album the whole world ought to hear, but somehow I doubt whether that would make Natalie Ramsay happy, knowing what expectations and obligations come with (huge) success. Again this album deserves this amount of success. Together with 'Bliss' by Californian singer-songwriter Shane Alexander, that was reviewed yesterday on this blog, I simply haven't heard a lot better than this lately. As I started this post, "Setting Sail indeed".
Wo.
You can listen to and buy Setting Sail here:
https://natalieramsay.bandcamp.com/album/setting-sail
Monday, 18 July 2016
Bliss. Shane Alexander
It's a while back that I was introduced to Shane Alexander. "Here's a cd you might like", Hans, of Q-Bus Leiden said to me. Was it 2005 or 2006? "By the way, he will be playing here soon". So I went home with "The Middle Way" and mused about the drifter musician on the cover who's music did not really correspond with the smooth singer-songwriter songs on the album. I heard the beauty in several songs, but not all, I'll admit. Whether I saw Shane Alexander that tour, I do not know for sure, but I did see him play several times since then, like I followed his career over the years. We even became acquainted. With 'Mono Solo' (2010) a page was turned in my view, followed with a monumental 'Ladera' (2013). Shane Alexander had come into his strength and touched upon a level of songwriting he hinted at on his first three albums and reached incidentally. In other words: expectations are so high with his new album. The question at hand is: does Bliss fullfill?
There's no need for suspense. Oh yes, it does. "Right from the start", Alexander sings in 'Heart of California', that bliss laden song with a great totally unsuspecting chorus. That line from the fifth song on Bliss answers my question aptly. In the very first moments of Bliss I somehow knew that this album was going to be so nice. Even those moments of hesitation or even disappointment that a new album by a favourite artist often seems to bring at the first listening sessions, were absent. And I mean totally. I really only have one complaint. After that beautiful cover of 'Ladera' this cover is a bit disappointing. Though clearly well-chosen for this title.
Bliss starts with 'Evergreen'. Shane Alexander tips his hat to the guitar playing of Paul Simon in the second half of the 60s and Paul McCartney is his acoustic endeavours. The fingerpicking is great, the accents so nice and the song as a whole so beautiful. There's nothing "green" about the quality of the songwriting. Staying "Evergreen" may help to find that level of inspiration though. An inner playfulness combined with experience and proficiency. The years of training have found the best of all worlds.
The surprise into 'Something Real Never Dies' is quite big. A full band starts the intro. Firm drums, bass and strumming, a pedal steel and a playful keyboard accompany the singing. The song is graced with a beautiful bridge section, that flows back into the piano sequence so naturally. 'In The High' keeps the band approach, but is so much more subtle in the flow of the melody.
All through the album the pure singer-songwriter element comes back, as does the band. In 'I Will Die alone" the singer-songwriter element of Lee Hazlewood is mixed with ever so light The Moody Blues orchestral brush strokes, colouring the song in ever so subtly. The best hybrid song is 'Heart Of California'. The switch is so unexpected, yet so fantastic. Almost as if two songs were glued together in such a perfect way that the seems are undetectable.
I could go on all through the album and mention each and every song, but there is no need. You know all you need to know. This is it.
As I wrote, I think 'Mono Solo' was a breakthrough in Shane Alexander's songwriter. With 'Ladera' he went through a barrier. Although I had some trouble connecting emotionally to the album, the quality was undeniably there. With Bliss everything that needs to be present on a singer-songwriter's album to make it successful is there and then some more. Bliss is one of the most beautiful albums I've heard this year and ought to be Shane Alexander's breakthrough. This comes with consequences. I will never see him play up close again, most likely never meet him again. If so, it would be well deserved. A beautiful album like Bliss ought to be heard by the world and not by a 30 strong something in Q-Bus, Leiden. Aim high, Shane!
Wo.
You can listen to 'Bliss' here:
https://www.youtube.com/watch?v=-798hZsRuWw
or buy Bliss one Shane's website
http://www.shanealexandermusic.com/store/
There's no need for suspense. Oh yes, it does. "Right from the start", Alexander sings in 'Heart of California', that bliss laden song with a great totally unsuspecting chorus. That line from the fifth song on Bliss answers my question aptly. In the very first moments of Bliss I somehow knew that this album was going to be so nice. Even those moments of hesitation or even disappointment that a new album by a favourite artist often seems to bring at the first listening sessions, were absent. And I mean totally. I really only have one complaint. After that beautiful cover of 'Ladera' this cover is a bit disappointing. Though clearly well-chosen for this title.
Bliss starts with 'Evergreen'. Shane Alexander tips his hat to the guitar playing of Paul Simon in the second half of the 60s and Paul McCartney is his acoustic endeavours. The fingerpicking is great, the accents so nice and the song as a whole so beautiful. There's nothing "green" about the quality of the songwriting. Staying "Evergreen" may help to find that level of inspiration though. An inner playfulness combined with experience and proficiency. The years of training have found the best of all worlds.
The surprise into 'Something Real Never Dies' is quite big. A full band starts the intro. Firm drums, bass and strumming, a pedal steel and a playful keyboard accompany the singing. The song is graced with a beautiful bridge section, that flows back into the piano sequence so naturally. 'In The High' keeps the band approach, but is so much more subtle in the flow of the melody.
All through the album the pure singer-songwriter element comes back, as does the band. In 'I Will Die alone" the singer-songwriter element of Lee Hazlewood is mixed with ever so light The Moody Blues orchestral brush strokes, colouring the song in ever so subtly. The best hybrid song is 'Heart Of California'. The switch is so unexpected, yet so fantastic. Almost as if two songs were glued together in such a perfect way that the seems are undetectable.
I could go on all through the album and mention each and every song, but there is no need. You know all you need to know. This is it.
As I wrote, I think 'Mono Solo' was a breakthrough in Shane Alexander's songwriter. With 'Ladera' he went through a barrier. Although I had some trouble connecting emotionally to the album, the quality was undeniably there. With Bliss everything that needs to be present on a singer-songwriter's album to make it successful is there and then some more. Bliss is one of the most beautiful albums I've heard this year and ought to be Shane Alexander's breakthrough. This comes with consequences. I will never see him play up close again, most likely never meet him again. If so, it would be well deserved. A beautiful album like Bliss ought to be heard by the world and not by a 30 strong something in Q-Bus, Leiden. Aim high, Shane!
Wo.
You can listen to 'Bliss' here:
https://www.youtube.com/watch?v=-798hZsRuWw
or buy Bliss one Shane's website
http://www.shanealexandermusic.com/store/
Sunday, 17 July 2016
Midwest Farmer's Daughter. Margo Price
Aan jonge en
talentvolle countryzangeressen hebben we momenteel geen gebrek.
Nieuwste ster aan het firmament is Margo Price, die met haar debuut
Midwest Farmer’s Daughter wel eens hele hoge ogen zou kunnen gaan gooien
dit jaar.
Het feit dat deze Margo Price een protegee is van niemand minder dan Jack White gaat hierbij zeker helpen, maar Margo Price heeft zelf ook heel wat in huis.
De jonge zangeres komt uit het traditionele Middenwesten van de Verenigde Staten en kreeg hier de traditionele countrymuziek met de paplepel ingegoten.
Inmiddels woont ze al een tijd in Nashville, waar ze de aandacht trok van Jack White, die haar meenam naar de legendarische Sun Studios in Memphis.
Het in deze legendarische studio opgenomen Midwest Farmer’s Daughter is een plaat die het verleden ademt. Margo Price zoekt op haar debuut geen aansluiting bij de jonge en succesvolle countrypop zangeressen van het moment, maar grijpt terug op de platen van Tammy Wynette, Dolly Parton, Loretta Lynn en in iets mindere mate Emmylou Harris. Midwest Farmer’s Daughter klinkt als een countryplaat die in de jaren 70 is gemaakt en het is een hele goede countryplaat.
Over de band van Margo Price heb ik niet veel informatie kunnen vinden, maar het is een competent spelende band, die het 70s countrygeluid uitstekend weet te reproduceren, maar het geluid van Margo Price ook voorziet van invloeden uit de honky tonk en soul en van bravoure. Midwest Farmer’s Daughter klinkt hierdoor een stuk minder gepolijst dan de meeste andere platen in dit genre en/of uit Nashville, ook als de strijkers mogen aanzwellen.
De veelkleurige instrumentatie op de plaat roept al volop herinneringen op aan countrymuziek uit het verleden en deze herinneringen worden nog veel sterker wanneer Margo Price begint te zingen. De Amerikaanse heeft een stem die gemaakt is voor countrymuziek en het is een stem die zowel krachtig uit kan halen als weemoedig kan snikken; precies zoals dat hoort in dit genre.
Omdat Midwest Farmer’s Daughter ook nog eens vol staat met songs die direct blijven hangen en weten te ontroeren, ben ik inmiddels volledig overtuigd van de talenten van Margo Price en mag ze wat mij betreft in de voetsporen treden van de steeds beter wordende Kacey Musgraves.
Erwin Zijleman
Je kunt hier luisteren naar 'Hurtin' (On The Bottle)':
https://www.youtube.com/watch?v=LtxUDSRfmto&list=PL3zveRthH4d5Ifhu-Zv09CWVKGT9_31-E
of koop Midwest Farmer's Daughter op Bol.Com
Het feit dat deze Margo Price een protegee is van niemand minder dan Jack White gaat hierbij zeker helpen, maar Margo Price heeft zelf ook heel wat in huis.
De jonge zangeres komt uit het traditionele Middenwesten van de Verenigde Staten en kreeg hier de traditionele countrymuziek met de paplepel ingegoten.
Inmiddels woont ze al een tijd in Nashville, waar ze de aandacht trok van Jack White, die haar meenam naar de legendarische Sun Studios in Memphis.
Het in deze legendarische studio opgenomen Midwest Farmer’s Daughter is een plaat die het verleden ademt. Margo Price zoekt op haar debuut geen aansluiting bij de jonge en succesvolle countrypop zangeressen van het moment, maar grijpt terug op de platen van Tammy Wynette, Dolly Parton, Loretta Lynn en in iets mindere mate Emmylou Harris. Midwest Farmer’s Daughter klinkt als een countryplaat die in de jaren 70 is gemaakt en het is een hele goede countryplaat.
Over de band van Margo Price heb ik niet veel informatie kunnen vinden, maar het is een competent spelende band, die het 70s countrygeluid uitstekend weet te reproduceren, maar het geluid van Margo Price ook voorziet van invloeden uit de honky tonk en soul en van bravoure. Midwest Farmer’s Daughter klinkt hierdoor een stuk minder gepolijst dan de meeste andere platen in dit genre en/of uit Nashville, ook als de strijkers mogen aanzwellen.
De veelkleurige instrumentatie op de plaat roept al volop herinneringen op aan countrymuziek uit het verleden en deze herinneringen worden nog veel sterker wanneer Margo Price begint te zingen. De Amerikaanse heeft een stem die gemaakt is voor countrymuziek en het is een stem die zowel krachtig uit kan halen als weemoedig kan snikken; precies zoals dat hoort in dit genre.
Omdat Midwest Farmer’s Daughter ook nog eens vol staat met songs die direct blijven hangen en weten te ontroeren, ben ik inmiddels volledig overtuigd van de talenten van Margo Price en mag ze wat mij betreft in de voetsporen treden van de steeds beter wordende Kacey Musgraves.
Erwin Zijleman
Je kunt hier luisteren naar 'Hurtin' (On The Bottle)':
https://www.youtube.com/watch?v=LtxUDSRfmto&list=PL3zveRthH4d5Ifhu-Zv09CWVKGT9_31-E
of koop Midwest Farmer's Daughter op Bol.Com
Subscribe to:
Posts (Atom)