Sunday, 31 December 2017

WoNoBlog's top 10 best read posts of 2017

This post is all about you, dear reader. What were your favourite posts of 2017? Let's find out, but first attention to one post that would have been in this list, had it been newly posted to in 2017. Again someone put Harm's fun post on the record store of his youth, Gé Hofenk, in Leiden, on his or her Facebook page. This led to somewhere between a 1000 and 900 views in the winter of 2017 and temporarily to the #1 spot all over, were it not for a post in the late summer of 2017 that overtook all that went before and kept running forward ever since.

This could have been fun, but alas. Einfach Kurt ended on the 11th spot of best read articles two years in a row and posted on its position in the endlist on its Facebook page. That led to a burst of views just after the new year. Had it counted it would have ended on ... It would have been nice to write #11, but it didn't. Close though.

So what were your favourite posts. Let's count down:

10. Live At The Love Song. Spain

http://wonomagazine.blogspot.nl/2017/06/live-at-lovesong-spain.html

9. John Lee Hooker's World. Hugo Race & Michelangelo Russo

http://wonomagazine.blogspot.nl/2017/05/john-lee-hookers-world-today-hugo-race.html

8. Burn Something Beautiful. Alejandro Escovedo

https://wonomagazine.blogspot.nl/2017/03/burn-something-beautiful-alejandro.html

7. Moon Moon Moon. Help! Help! release party, 6 April 2017

http://wonomagazine.blogspot.nl/2017/04/moon-moon-moon-help-help-release-party.html

6. 4. The Desoto Circus

http://wonomagazine.blogspot.nl/2017/01/4-desoto-caucus.html

5. When On Fire. Christine Owman

https://wonomagazine.blogspot.nl/2017/02/when-on-fire-christine-owman.html

4. Feels Like Going Home. The Box Set. The Walkabouts

http://wonomagazine.blogspot.nl/2017/01/feels-like-going-home-box-set-walkabouts.html

3. Down Hearted Blues. Eilen Jewell

http://wonomagazine.blogspot.nl/2017/09/down-hearted-blues-eilen-jewell.html

2. Bowie For Dummies by Tineke G.

http://wonomagazine.blogspot.nl/2017/01/bowie-for-dummies.html

1. Remedies. Soup (2)

http://wonomagazine.blogspot.nl/2017/10/remedies-soup-2.html

Saturday, 30 December 2017

Southern Blood. Gregg Allman

Toen Gregg Allman aan het begin van 2016 begon aan het opnemen van Southern Blood, wist hij waarschijnlijk al wel dat het zijn laatste plaat zou worden.
 
De gezondheid van de muzikant die zo lang furore maakte in The Allman Brothers Band ging hard achteruit en zelfs een levertransplantatie mocht niet meer baten.
 
Uiteindelijk overleed Gregg Allman in mei van dit jaar en ontviel ons wederom een groot muzikant. Southern Blood was toen gelukkig al af en verschijnt nu postuum. 
Gregg Allman wilde een afscheid in stijl en wist voor Southern Blood niet alleen topproducer Don Was, maar ook flink wat muzikanten van naam en faam te strikken.
 
In de fameuze FAME Studios in Muscle Shoals doken onder andere Jackson Browne, Buddy Miller, pedal steel tovenaar Greg Leisz en blazer veelvraat Jay Collins op en uiteraard stonden ook de orgels van Gregg Allman opgesteld.
 
Het maken van een goede afscheidsplaat is maar weinigen gegeven. David Bowie deed het op unieke wijze, Leonard Cohen op een buitengewoon ontroerende manier, terwijl Johnny Cash er in slaagde om een hele stapel goede afscheidsplaten te maken.
 
Wat op Southern Blood opvalt is dat je slechts zeer incidenteel hoort dat je te maken hebt met een muzikant die met zijn laatste project bezig is. Voor de songs op de plaat deed Gregg Allman vrijwel uitsluitend een beroep op songs van anderen, onder wie tijdgenoten als Bob Dylan, Tim Buckley, Jerry Garcia, Lowell George en Jackson Browne. Gregg Allman vertolkt deze songs op gloedvolle wijze.
 
Hij is verrassend goed bij stem (al moesten de gastvocalisten op de plaat af en toe flink bijspringen) en steekt in muzikaal opzicht in een blakende vorm. Don Was heeft Southern Blood voorzien van een volstrekt tijdloos geluid en het is een geluid waarin de invloeden uit de country, folk, R&B, blues en rock uitstekend gedijen.
 
Het is een geluid dat op een of andere manier direct vertrouwd klinkt, maar dat hier en daar ook weet te verrassen, bijvoorbeeld wanneer blazers en pedal steel op bijzonder fraaie wijze samenvloeien.
 
Southern Blood is een plaat die met een beetje fantasie ook een aantal decennia geleden gemaakt had kunnen worden en ook een aantal decennia geleden was het een topplaat geweest. Southern Blood is een plaat van afscheid, maar het is ook een plaat waarop Gregg Allman nog één keer doet waar hij goed in is: muziek maken. Southern Blood heeft hierdoor niet het mystieke, emotionele of breekbare van de hierboven genoemde afscheidsplaten, maar viert het leven met muziek vol passie en soul.
 
Gregg Allman heeft een rijk verleden met The Allman Brothers Band, maar een niet al te imposante solocarrière. Hij maakte in 1973 het geweldige Laid Back, maar hier staan talloze missers tegenover, met het samen met echtgenote Cher gemaakte Two The Hard Way als triest dieptepunt. Met Southern Blood revancheert Gregg Allman zich voor zijn slechte platen en maakt hij een plaat die naast zijn solodebuut mag staan. Het levert een afscheid in stijl op.

Erwin Zijleman

Friday, 29 December 2017

Small Believer. Anna Tivel

In de oktober lijst van de altijd bijzondere EuroAmericana Chart (check de lijst eens op http://www.euroamericanachart.eu) kwam ik Small Believer van ene Anna Tivel tegen. Haar naam klonk op een of andere manier wel bekend, maar in de platenkast kwam ik haar vervolgens toch niet tegen. (Wo. wel, lees zijn recensie van 'Heroes Waking Up' hier: http://wonomagazine.blogspot.nl/2016/07/heroes-waking-up-anna-tivel.html)
 
Daar gaat nu zeker verandering in komen, want Small Believer van Anna Tivel is een mooie plaat. Een hele mooie plaat zelfs.

Ik kan op het Internet niet zo gek veel vinden over Anna Tivel, maar weet inmiddels dat ze uit Portland, Oregon, komt en dat Small Believer al haar vierde plaat is. De plaat werd in Portland opgenomen met producer Austin Nevins achter de knoppen. Ik ken deze Austin Nevins vooral als gitarist en ook op Small Believer tekent hij voor mooi en vaak stemmig gitaarwerk.
 
De mooie en veelkleurige gitaarlijnen, die de songs van Anna Tivel steeds voorzien van vuur en dynamiek, zijn overigens zo ongeveer de enige serieuze versiersels op de nieuwe plaat van Anna Tivel, want de Amerikaanse singer-songwriter houdt het op Small Believer vooral sober. De ritmesectie speelt voorzichtig en zacht, de akoestische gitaar van Anna Tivel speelt geen noot te veel en de spaarzame bijdragen van viool, orgel, banjo en klarinet zijn uiterst subtiel.
 
Wanneer de gitaren van Austin Nevins zwijgen moet alles komen van de stem van Anna Tivel, maar die stem is gelukkig prachtig. De singer-songwriter uit Portland beschikt over een warm en helder stemgeluid dat makkelijk overtuigt en dat iets doet met de songs op de plaat. Er zullen ongetwijfeld mensen zijn die het net wat te lieflijk vinden, maar mij heeft Anna Tivel iedere keer toch weer makkelijk te pakken met een stem die niet alleen aangenaam klinkt, maar die ook passie en emotie uitstraalt.
 
Het is niet zo makkelijk om te overtuigen met songs die zo sober zijn als die op Small Believer, maar Anna Tivel slaagt er glansrijk in. De songs van de Amerikaanse singer-songwriter blijken ook nog eens groeibriljanten, want iedere keer dat ik Small Believer hoor vind ik de plaat nog net wat mooier en indrukwekkender. Dat ligt vooral aan de geweldige stem van Anna Tivel en aan haar emotievolle voordracht, maar ook het gitaarwerk op de plaat wint steeds meer aan kracht en is trefzeker met iedere noot. Bovendien vertelt de Amerikaanse singer-songwriter mooie verhalen, die de zeggingskracht van haar songs verder vergroten.

Heel af en toe doet de muziek van Anna Tivel me wel wat denken aan het geweldige debuut van Edie Brickell van heel lang geleden, aan de meer ingetogen platen van Laura Veirs en zeker ook aan het werk van Sophie Zelmani, maar Small Believer is meer verankerd in de Amerikaanse rootsmuziek en moet het bovendien doen met minder opsmuk. Een mooi voorbeeld van 'less is more'.
 
De vierde plaat van Anna Tivel is puur en eerlijk en vrijwel altijd van een uitzonderlijke schoonheid en intimiteit. Wat bij eerste beluistering nog aangenaam en mooi is, groeit al snel uit tot een plaat die van alles en nog wat met je doet. Anna Tivel opereert vooralsnog wat in de anonimiteit, maar heeft een plaat gemaakt die in rootskringen moet worden gekoesterd en omarmd. Ik kwam de vierde plaat van Anna Tivel een paar dagen geleden bij toeval gekregen, maar ik wil hem echt niet meer missen.

Erwin Zijleman

Je kunt Small Believer hier beluisteren en kopen:

https://annativel.bandcamp.com

Thursday, 28 December 2017

Erwins plaat van 2017: Turn Out The Lights. Julien Baker

Het is de tijd van het jaar voor de overzichten. Traditioneel volgen er op dit blog vier. We beginnen met Erwin Zijlemans plaat van 2017, die eerder door Wo. werd besproken (Lees hier verder: http://wonomagazine.blogspot.nl/2017/11/turn-out-lights-julien-baker.html). 

Julien Baker maakte precies twee jaar geleden met Sprained Ankle een van de mooiste en een van de meest indringende platen van 2015.
 
Het debuut van de piepjonge singer-songwriter uit Memphis, Tennessee, ontleende een groot deel van zijn schoonheid aan de ruwe eenvoud en intimiteit van de songs op de plaat, waarna de gitzwarte teksten en alle emotie op de plaat er voor zorgden dat Sprained Ankle een diepe en bovendien onuitwisbare indruk maakte.
 
Inmiddels zijn we twee jaar verder en is er flink wat veranderd voor Julien Baker. Waar Sprained Ankle met zeer  bescheiden middelen moest worden gemaakt, heeft haar contract bij het roemruchte label Matador gezorgd voor een flink ruimer budget. Dat is goed te horen op haar tweede plaat Turn Out The Lights.
 
Waar het debuut van Julien Baker het moest hebben van eenvoud en imperfectie, klinkt de tweede plaat van de jonge Amerikaanse singer-songwriter fantastisch. De emotievolle vocalen van Julien Baker en haar bijzondere en vaak wat minimalistische gitaarspel hebben dit keer gezelschap gekregen van flink wat pianopartijen en strijkers en bovendien zijn er meerdere lagen vocalen toegevoegd aan de plaat.
 
Turn Out The Lights klinkt hierdoor zeker anders dan zijn zo bejubelde voorganger, maar de verschillen met Sprained Ankle moeten zeker niet overdreven worden. Ook op haar tweede plaat maakt Julien Baker diepe indruk met songs die van alles met je doen.
 
Turn Out Of The Lights klinkt misschien net wat voller en geproduceerder dan het debuut van Julien Baker, maar het is net als dit debuut een opvallend intieme en indringende plaat. De singer-songwriter uit Memphis maakt nog steeds muziek waarin de grijstinten domineren een schrijft teksten die meer leed bevatten dan voor iemand van de leeftijd van Julien Baker (ze is pas 22) gebruikelijk is.
 
De grijstinten in haar muziek worden ook dit keer benadrukt door de bijzondere gitaarlijnen. Julien Baker heeft over het algemeen genoeg aan een paar akkoorden, vult hiermee op bijzondere wijze de ruimte, maar laat ook veel ruimte open. Deze open ruimte wordt ook dit keer prachtig ingevuld door de stem van Julien Baker, die af en toe uithaalt, maar ook dit keer vooral ingetogen zingt. Vergeleken met haar debuut is Julien Baker veel beter gaan zingen, maar het is gelukkig niet ten koste gegaan van de ruwe emotie en intensiteit die dit debuut zo bijzonder maakten.
 
Ook de wat meer blinkende productie en de extra instrumentatie op de plaat hebben geen negatief effect gehad op de enorme impact die de muziek van Julien Baker heeft. In de openingstracks was ik nog even afgeleid door het wat vollere geluid, maar desondanks werd ik ook dit keer razendsnel gegrepen door de persoonlijke songs van de jonge singer-songwriter uit Memphis.
 
Inmiddels heb ik Turn Out The Lights heel vaak beluisterd. Het is een plaat die net wat anders is dan het debuut dat twee jaar geleden als een mokerslag aan kwam, maar het is zeker geen mindere plaat. De ruwe charmes van Sprained Ankle zijn vervangen door nieuwe charmes en persoonlijk vind ik de productie van de tweede plaat van Julien Baker een kunststukje.
 
Wat is gebleven is de enorme impact en urgentie van de songs. Er zijn niet veel platen die bij mij vrijwel constant zorgen voor kippenvel, maar Julien Baker zorgt er ook dit keer voor met songs die door de ziel snijden.
 
Turn Out The Lights maakt de belofte van Sprained Ankle voor mij dan ook meer dan waar en is wat mij betreft een plaat die overal bovenuit steekt dit jaar. Het feit dat Sprained Ankle nog maanden bleef groeien en ook de nieuwe plaat iedere keer weer beter is, maakt deze conclusie alleen maar indrukwekkender.
 
Het valt niet mee om na een droomdebuut op de proppen te komen met een minstens net zo goede plaat, maar Julien Baker heeft het geflikt. En hoe. 42 minuten kippenvel. Bijzonder indrukwekkend.

Erwin Zijlemans

Je kunt hier luisteren naar 'Turn Out The Lights':

https://www.youtube.com/watch?v=xV1dMqeb4_U

Wednesday, 27 December 2017

I Knew You When. Bob Seger

Het is eigenlijk een beetje raar dat ik in een jaartje  of 14 WoNo-stukjes typen nog nooit iets heb geschreven over Bob Seger (1945). Geen idee waarom, want al sinds mijn tienerjaren is hij een van mijn helden. Vrijwel onbekend in Nederland, en eigenlijk ook in de rest van Europa. Dat is ook weer niet zo gek, want voor zover ik kon nagaan heeft hij in zijn ruim 60-jarige carrière welgeteld acht shows in Europa gegeven. In 1977: vijf in Duitsland, drie in het VK. Dat is jammer, want de man heeft een fantastisch oeuvre. Ook de nieuwe CD ‘I knew You When’ past daar perfect in.

Hoe tegengesteld is de situatie in de VS (en Canada). Daar is Seger een grootheid, opgenomen in Rock and Roll Hall of Fame (2004) en de Songwriters Hall of Fame (2014). Ruim 23 miljoen albums verkocht, en in zijn thuisstaat Michigan meerdere keren geëerd met een ‘state-wide’ Bob Seger Day. Begonnen in de jaren zestig in en rond Detroit, met zijn eerste landelijke hit Ramblin’ Gamblin’ Man in 1969. Zijn carrière was zeker geen rechte lijn omhoog. Wel hard werken, geflopte albums en meer dan 200 keer per jaar optreden in kleine achterafzaaltjes, maar vooral rond Detroit in toenemende mate ook de grote arena’s. Kenmerkend was dat hij in juni 1976 in de Pontiac Silverdome in Detroit voor 80.000 man speelde en de volgende avond voor paar honderd man in Chicago.

Merkwaardig genoeg kwam de grote doorbraak niet met een gewone plaat, maar met een live album, Live Bullet (1976), dat Bob Seger het jaar ervoor opnam met meest bekende begeleiders, The Silver Bullet Band, in Cobo Hall in Detroit. Het album staat nog altijd in de top tien van meest verkochte live albums in de VS, hoewel ik zelf meer gecharmeerd ben van het volgende live album Nine Tonight, uit 1981. Dat heeft er ongetwijfeld ook mee te maken dat op dat latere album veel van Seger’s grote hits staan.

Tussen 1976 en 1986 was zijn grote succesperiode. In 1976 bracht bij naast Live Bullet ook Night Moves uit, de eerste elpee die een groot commercieel succes werd (top 10 van Bill Board album chart, uiteindelijk meer dan 6 miljoen verkochte exemplaren). Naast de titelsong werden ‘Mainstreet’ en ‘Rock and Roll Never Forgets’ klassiekers. In 1978 bracht hij zijn -wat mij betreft- beste album uit, Stranger in Town, met ijzersterke songs als ‘Still the Same’, ‘Hollywood Nights’, ‘Not a Number’ en ‘We’ve got Tonight’. Meest bekende nummer is echter ‘Old Time Rock and Roll’, een bewerking van een oud nummer van George Jackson en Thomas E. Jones. Het figureerde ook in de film Risky Business (1983), waarin de piepjonge Tom Cruise zijn ‘onderbroek-dans-act’ deed. Het nummer is de een-na-best gedraaide Jukebox Single of All Time en werd in 2001 benoemd als een van de ‘Songs of the Century’. Seger’s enige nummer 1 album was Against The Wind (1980), met nummers als ‘Fire Lake’ (met onder andere Don Henley en Glenn Frey), het titelnummer en ‘You’ll Accompany Me’.

Latere albums, zoals The Distance (1982) en Like A Rock (1986) verkochten in mindere aantallen, maar bevatten prachtige nummers. Sinds de jaren negentig treedt Seger meer op (in volle grote zalen) dat dat hij albums maakt, maar The Fire Inside uit 1991 is alleen al voor het titelsong een must-listen album. Ook op It’s a Mystery (1995) en Face the Promise (2006) staan fijne liedjes. 

I Knew You When (overigens zonder de Silver Bullet Band) is Seger’s ode aan zijn overleden goede vriend Glenn Frey van de Eagles. Sinds de vroege jaren zestig trokken en traden zij samen op. Seger schreef bijvoorbeeld mee aan ‘Heartache Tonight’ waarmee de Eagles in 1979 een nummer 1 hit scoorden. I Knew You When telt 13 nummers en heeft de kenmerkende mix van stijlen die Seger zijn hele carrière heeft gespeeld: rock, blues, veel mid-tempo en af en toe een ballad. Hij trapt stevig en pompend af met ‘Gracile’, gevolgd door een cover van Lou Reed’s ‘Busload of Faith’. Een ander hoogtepunt is ‘The Highway’, dat vintage Seger is, vol met zijn indringende stemgeluid, upbeat en soms ook wel rauw. Dat geldt ook voor de meeste andere nummers op de cd. ‘I knew you when’ is een kenmerkend mid-tempo nummer over zijn vriendschap met Glenn Frey. ‘The Sea Inside’ is een heerlijk lied, met karakteristieke vocale uithalen. Een tweede opvallende cover, ‘Democracy’ van Leonard Cohen, beklijft lekker. ‘Marie’ is minder geslaagd, maar het wordt gevolgd door het fijne ‘Runaway Train’. Seger sluit de cd ingetogen af met de ultieme ode ‘Glenn Song’.

Zoals gezegd: ken je Seger nog niet, dan is het echt de moeite waard om dat gemis in te halen. Je kunt daarbij slechter beginnen dan met I Knew You When.

HareD

Sunday, 24 December 2017

The Assassination Of Julius Caesar. Ulver

The Assassination Of Julius Caesar van de Noorse band Ulver trok in eerste instantie vooral mijn aandacht vanwege de bijzondere titel, maar sinds ik de plaat heb beluisterd, houdt de Noorse band flink wat grote namen uit de cd-speler.
 
The Assassination Of Julius Caesar is mijn eerste kennismaking met de muziek van de Noorse band, maar de Noren maken al sinds 1994 platen en hebben inmiddels een aardige stapel op hun naam staan.
 
Het zijn platen waaraan op Allmusic.com een imposant rijtje genres en stijlen is gekoppeld (van black metal tot jazz en avant garde), maar op The Assassination Of Julius Caesar maken de Noren vooral muziek die het etiket synthpop zal krijgen opgeplakt. Het is synthpop die hier en daar is verrijkt met donkere gitaren en het is synthpop die niet kiest voor de lichtvoetige deuntjes, maar voor een betrekkelijk zwaar aangezet geluid.
 
Het is een geluid dat wel wat doet denken aan het geluid waarmee Depeche Mode in de jaren 90 transformeerde van een synthpop band in een rockband, maar vergeleken met Depeche Mode kiest Ulver veel vaker het experiment. Op hetzelfde moment klinkt de muziek van de Noren vaak dansbaar en hier en daar zelfs soulvol.
 
The Assassination Of Julius Caesar is hierdoor een vat vol tegenstrijdigheden, maar het is ook een plaat die een bijna bezwerende uitwerking heeft en die je wanneer je er eenmaal gevoelig voor bent meesleurt tot de allerlaatste noten.
 
Ulver verwerkt op knappe wijze invloeden uit de 80s en 90s synthpop en pop en geeft vervolgens een eigen draai aan deze invloeden. Zeker wanneer de vocalen zwaar worden aangezet en verrijkt met vrouwenstemmen klinkt het allemaal verrassend toegankelijk (voor zover dat tenminste mogelijk is in een track van ruim 9 minuten), maar Ulver zet je minstens net zo vaak op het verkeerde been met uit de bocht vliegende elektronica of een kakafonie van lawaai.
 
Wanneer de band flink buiten de lijntjes kleurt hoor je waarom de band ook wel eens het etiket metal opgeplakt heeft gekregen en hoor je bovendien flink wat invloeden uit de progrock en de psychedelica, maar Ulver is ook niet vies van popsongs met een kop en een staart en raakt hierbij meerdere malen aan de muziek van Pet Shop Boys.
 
Met The Assassination Of Julius Caesar heeft Ulver voor de afwisseling eens een popalbum willen maken en ook dat is met grote regelmaat gelukt. Het is een popalbum dat verrast met sterke songs en bijzonder fraaie klankentapijten, maar door de constante dreiging van ontsporing heeft de muziek van de Noren altijd een bijzondere lading.
 
Ik was een paar weken geleden behoorlijk positief over de laatste plaat van Depeche Mode, maar The Assassination Of Julius Caesar van Ulver is echt klassen beter. Er zijn vorige week heel veel platen verschenen, maar deze knappe plaat van de band uit Noorwegen mag echt niet ondersneeuwen.

Erwin Zijleman

Je kunt het album hier beluisteren en kopen:

https://ulver.bandcamp.com/album/the-assassination-of-julius-caesar

Saturday, 23 December 2017

Goodnight Ronda Lee. Nicole Atkins

De Amerikaanse singer-songwriter Nicole Atkins bouwt sinds 2007 aan een werkelijk prachtig oeuvre.
 
Het is een oeuvre dat de meeste muziekliefhebbers vooralsnog helaas is ontgaan, maar iedereen die Neptune City uit 2007, Mondo Amore uit 2011 en Slow Phaser uit 2014 (lees de recensie van Wo. hier: http://wonomagazine.blogspot.nl/2014/07/slow-phaser-nicole-atkins.html) niet heeft laten liggen, weet dat Nicole Atkins een muzikante is om te koesteren.
 
Op het onlangs verschenen Goodnight Rhonda Lee zet de singer-songwriter uit Neptune, New Jersey, een volgende stap. De vierde van Nicole Atkins is wat mij betreft haar beste, wat overigens niet af doet aan de torenhoge kwaliteit van haar eerste drie platen.
 
Op deze eerste drie platen was Nicole Atkins niet erg stijlvast. Het ene moment koos ze voor pure pop en pop-noir, maar de platen van de Amerikaanse muzikante experimenteerden ook met invloeden uit onder andere de soul, psychedelica, blues en jazz.
 
Voor Goodnight Rhonda Lee toog Nicole Atkins samen met het producers collectief Niles City Sound naar een studio in Fort Worth, Texas, om daar een volstrekt tijdloze rootsplaat op te nemen. Goodnight Rhonda Lee staat bol van de invloeden uit de blues, country, gospel, jazz en funk, maar het zijn invloeden uit de soul die domineren op de vierde plaat van Nicole Atkins.
 
Goodnight Rhonda Lee is voorzien van een instrumentatie en productie die zo lijken weggelopen uit een ver verleden en hier en daar wel wat doen denken aan de platen die Phil Spector in zijn beste dagen produceerde. De plaat bevat flink wat echo’s uit de rootsmuziek zoals die in de jaren 50 en 60 werd gemaakt in het diepe Zuiden van de Verenigde Staten en slaat zich direct bij eerste beluistering als een warme deken om je heen.
 
Het is een instrumentatie die vraagt om een heerlijk soulvolle strot en daarvoor ben je bij Nicole Atkins zeker aan het juiste adres. De singer-songwriter maakte op haar eerste drie platen al flink wat indruk met haar geweldige stem, maar op Goodnight Rhonda Lee trekt ze alle registers open.
 
Het is een stem die zo nu en dan raakt aan die van Neko Case, maar ook Maria McKee, k.d. lang en flink wat grote soul- en country-zangeressen uit een ver verleden dragen zinvol vergelijkingsmateriaal aan.
 
Goodnight Rhonda Lee laat zich in eerste instantie beluisteren als een vrijwel onweerstaanbare portie retro country-soul, maar wanneer je de plaat vaker hoort kruipen de songs van Nicole Atkins door haar fantastische zang een voor een onder de huid.
 
Goodnight Rhonda Lee is een verrassend veelzijdige plaat, die steeds kiest voor een net wat andere instrumentatie. Dat vraagt flink wat van de stem van Nicole Atkins, maar de Amerikaanse kan in alle genres die ze op haar vierde plaat aanraakt uit de voeten en levert bijna achteloos het ene na het andere vocale hoogstandje af.
 
Het levert een plaat op die Nicole Atkins eindelijk maar eens de aandacht en waardering op moet gaan leveren die ze inmiddels al tien jaar zo verdient.

Erwin Zijleman

Je kunt hier naar Goodnight Rhonda Lee luisteren en het album kopen:

https://nicoleatkins.bandcamp.com/album/goodnight-rhonda-lee

 

Friday, 22 December 2017

Dripping Springs. Joana Serrat

De uit Barcelona afkomstige Joana Serrat bracht in 2011 al eens in eigen beheer een plaat uit, maar trok buiten haar vaderland voor het eerst serieus de aandacht met het eind 2014 verschenen Dear Great Canyon (lees de recensie hier: http://wonomagazine.blogspot.nl/2015/04/dear-great-canyon-joana-serrat.html).
 
Op deze plaat werkte de Spaanse (of is het Catalaanse?) singer-songwriter samen met de van The Arcade Fire bekende Howard Bilerman en eerde ze nadrukkelijk de goed gevulde platenkast van haar ouders.
 
In deze platenkast domineerden de Amerikaanse folk- en countryrock uit de jaren 70 en het waren dan ook deze genres die het geluid op Dear Great Canyon bepaalden, al voegde Joana Serrat ook wel wat modernere invloeden toe aan haar sfeervolle muziek, waaronder een snufje elektronica.
 
Op het vorig jaar verschenen Cross The Verge werkte Joana Serrat wederom samen met Howard Bilerman en schoof ze verder op richting de Amerikaanse rootsmuziek met een stemmig geluid waarin de pedal steel floreerde en waarmee de jonge singer-songwriter nog wat meer indruk maakte.
 
Op het deze week verschenen Dripping Springs kiest Joana Serrat nog wat nadrukkelijker voor de Amerikaanse rootsmuziek uit de jaren 70 in het algemeen en de countryrock uit deze periode in het bijzonder. Voor haar nieuwe plaat toog de singer-songwriter uit Barcelona naar Dripping Springs, Texas, waar ze samenwerkte met de eigenzinnige rootsmuzikant Israel Nash en geluidsman Ted Young, die met de groten der aarde werkte. Samen met flink wat muzikanten uit de band van Israel Nash werd vervolgens een plaat opgenomen en ik vind het een fascinerende plaat.
 
Israel Nash drukt nadrukkelijk zijn stempel op de instrumentatie op de plaat en betovert met heerlijke zweverige klanken vol echo’s uit het verleden. De Amerikaanse muzikant claimt hierbij flink wat ruimte en schuwt de lange jams vol prachtig gitaarwerk niet. Het tempo ligt laag, waardoor Dripping Springs over het algemeen loom en dromerig kinkt.
 
Het is een geluid vol invloeden uit de hoogtijdagen van de Amerikaanse countryrock, maar zeker wanneer het tempo laag ligt en Israel Nash en zijn band alle tijd nemen voor het inkleuren van de songs van Joana Serrat doet Dripping Springs ook flink denken aan Mazzy Star in haar meest dromerige en psychedelische momenten.
 
Persoonlijk hou ik wel van het lome en zompige geluid dat Israel Nash heeft gekozen voor de nieuwe plaat van Joana Serrat, al gaat het, zeker op het eerste gehoor, wel wat ten koste van de songs op de plaat. Zeker bij eerste beluistering vond ik Dripping Springs vooral klinken als een plaat van Israel Nash met een gastrol voor Joana Serrat in plaat van andersom, maar hoe vaker je Dripping Springs beluistert, hoe groter de rol van de Spaanse singer-songwriter wordt.
 
Ook op haar nieuwe plaat zingt Joana Serrat weer prachtig en verleidt ze met heerlijk zwoele vocalen met een licht Spaanse tongval. Het zijn vocalen die soms verzuipen in het bijzondere geluid dat Israel Nash heeft gecreëerd, maar op een of andere manier maakt dit de zang op de plaat alleen maar mooier wanneer Joana Serrat de spotlights kiest.
 
Ik kan me voorstellen dat liefhebbers van de intieme popliedjes van Joana Serrat het grootse geluid op Dripping Springs wat overweldigend vinden, maar uiteindelijk pakt het wat mij  betreft prachtig uit en heeft Joanna Serrat wederom een prachtplaat afgeleverd die de herfstavonden op beeldende wijze inkleurt.

Erwin Zijleman

Je kunt hier luisteren naar 'Come Closer':

https://www.youtube.com/watch?v=Fgq5Kbk_QJA

Thursday, 21 December 2017

Set Free. Grawlixes

Hoewel het Internet korte metten heeft gemaakt met geografische afstanden, pik ik muziek uit Nieuw Zeeland nog altijd lang niet zo makkelijk op als muziek uit Europa of uit de Verenigde Staten.
 
Zo nu en dan weet muziek uit Nieuw Zeeland me echter toch te bereiken en keer op keer ben ik verrast door het hoge niveau van de muziek die vanaf de andere kant van onze aardbol tot ons komt.
 
Grawlixes is een duo uit het Nieuw Zeelandse Wellington, dat bestaat uit Penelope Esplin en Robin Cederman. Penelope Esplin speelt accordeon en zingt, terwijl Robin Cederman naast de vocalen ook de gitaren voor zijn rekening neemt.
 
Op het debuut van de band, Set Free, wordt het tweetal zo nu en dan bijgestaan door violist Alex Vaatstra, maar over het algemeen genomen kiest het Nieuw Zeelandse tweetal voor uiterst ingetogen muziek zonder opsmuk.
 
Op Set Free maakt Grawlixes vooral intieme en folky popsongs. Wanneer de instrumentatie zo sober is als op Set Free klinken platen vaak wat eenvormig en slaat de verveling snel toe, maar het debuut van Grawlixes houdt me inmiddels al een tijdje in een stevige wurggreep.
 
Met name de zeer subtiele bijdragen van de accordeon voorzien het debuut van het Nieuw Zeelandse tweetal van een net wat ander geluid dan gebruikelijk in dit genre, maar ook het afwisselen van mannen en vrouwenvocalen en het fraaie gitaarspel dragen bij aan de verrassende veelzijdigheid van het debuut van Grawlixes.
 
De grootste kracht van het debuut van Grawlixes schuilt echter in het feit dat Penelope Esplin en Robin Cederman niet voor de makkelijkste weg kiezen op hun debuut. Set Free bevat nauwelijks songs die je na een keer horen kunt reproduceren, maar staat vol met songs die wat dieper graven en hierdoor nog lang aan kracht winnen.
 
Het zijn songs die gelukkig niet al te gepolijst zijn, waardoor Set Free aangenaam schuurt en rammelt. Dat hoor je niet alleen in de instrumentatie, maar ook in de vocalen, die puur en eerlijk maar soms ook wat onvast klinken.
 
Het maakt van Set Free een intense en vaak wat melancholische plaat, die zich langzaam maar zeker steeds meer opdringt. Het doet me af en toe wel wat denken aan de meest ingetogen en folky songs van Everything But The Girl, maar wanneer Penelope Esplin zingt hoor ik ook wel wat raakvlakken met een band als The Sundays.
 
Grawlixes zet zeer bescheiden middelen in op haar debuut, maar sorteert veel effect met deze middelen. Bij eerste beluistering moest ik vooral wennen aan de niet alledaagse songstructuren en de soms wat onvast klinkende zang, maar wanneer je het debuut van Grawlixes vaker hoort, dringen de songs op het debuut van het Nieuw Zeelandse duo zich genadeloos op en winnen de pure en intense songs op Set Free steeds meer aan kracht en aan kleur.
 
De sobere instrumentatie zit opeens vol fraaie accenten, terwijl de vocalen steeds vaker de juiste snaar weten te raken. Ondertussen kabbelt de plaat na enige gewenning ook heerlijk rustgevend voort op de achtergrond. Wat je van ver haalt is niet per definitie lekker, maar het debuut van Grawlixes verdient ook hier in Nederland alle aandacht.

Erwin Zijleman

Je kunt Set Free hier beluisteren en aanschaffen:

https://grawlixesnz.bandcamp.com/releases

Tuesday, 19 December 2017

Sinner. Stone Irr

Naar aanleiding van mijn recensie van de prachtplaat van Phoebe Bridgers (voor mij een van de mooiste van 2017), kreeg ik vanuit de Verenigde Staten de tip om ook eens te luisteren naar de muziek van Stone Irr.
 
Ik sta altijd open voor tips en hoopte in dit geval natuurlijk op een intieme vrouwelijke singer-songwriter plaat vol melancholie. Daarvoor ben je bij Stone Irr niet helemaal aan het juiste adres, want het betreft hier een mannelijke singer-songwriter uit Bloomington, Indiana.
 
Toch was ik direct bij eerste beluistering onder de indruk van de muziek van de Amerikaan en begreep ik de tipgever’s associatie met de muziek van Phoebe Bridgers.
 
Sinner wordt gepresenteerd als het officiële debuut van Stone Irr, maar de muzikant uit Indiana bracht in eigen beheer ook al een EP en een album uit. Deze worden qua schoonheid ruimschoots overtroffen door Sinner, dat direct bij eerste beluistering een onuitwisbare indruk maakte en me vervolgens alleen maar dierbaarder is geworden.
 
Net als het door mij zo geprezen debuut van Phoebe Bridgers is Sinner van Stone Irr een zachte, intense en van melancholie overlopende plaat. Stone Irr keert net als zijn jonge collega uit Los Angeles terug naar zijn jeugd en het is een jeugd die niet makkelijk is geweest, al zijn het andere demonen die Stone Irr op zijn pad vond.
 
Sinner gaat niet over de verleidingen en leegheid van een grote Amerikaanse stad, maar over het conservatisme en de leegheid van het Amerikaanse platteland, waar religie nadrukkelijk regeert en niet de vrijheid biedt die Stone Irr in zijn jeugd zocht.
 
De melancholie op Sinner legt een donkere deken over het debuut van de muzikant uit Indiana. Het is een deken die nauwelijks daglicht doorlaat en die verstikkend kan werken, maar het is ook een deken die Sinner voorziet van een enorme intensiteit en broeierigheid.
 
Sinner is gevuld met uiterst ingetogen klanken vol melancholie, maar het zijn ook klanken van grote schoonheid. Het is muziek die een wat unheimisch gevoel geeft, maar het is ook muziek die voorzichtig betovert. Waar de al eerder genoemde Phoebe Bridgers haar intieme akoestische klanken combineert met stekelige accenten, is de instrumentatie op Sinner zonder uitzondering zacht en intiem.
 
Het effect van de instrumentatie wordt versterkt door de in meerdere lagen opgenomen stem van Stone Irr. Zeker wanneer meerdere lagen worden gecombineerd doet Sinner denken aan de meest ingetogen muziek van The Beach Boys, maar het debuut van Stone Irr heeft ook volop raakvlakken met de platen van Sufjan Stevens en met het glorieuze debuut van Jeff Buckley.
 
Sinner is een fluisterzachte plaat vol melancholie en schoonheid, maar het is ook een intense plaat vol onderhuidse spanning. Het is een plaat die aangenaam voortkabbelt op de achtergrond, maar wanneer je met wat meer aandacht luistert is het ook een plaat die van alles met je doet en die alleen maar mooier en intiemer wordt.
 
Stone Irr opereert vooralsnog voornamelijk in de anonimiteit of obscuriteit, maar Sinner is een plaat die veel meer aandacht verdient en die zomaar kan uitgroeien tot een van de grote verrassingen van 2017.

Erwin Zijleman

Je kunt Sinner hier beluisteren en aanschaffen:

https://stoneirr.bandcamp.com/album/sinner