maandag 31 juli 2023

Venus Is Home. Ernie Belle

De Nieuw-Zeelandse muzikante Erny Belle grossiert op haar debuutalbum in zwoele en aangename roots songs met een vleugje pop, maar het zit allemaal ook nog eens bijzonder knap in elkaar.

Bij muziek uit Nieuw-Zeeland refereer ik vaak aan het gezegde “wat je van ver haalt is lekkerder” en dit gezegde gaat ook op voor het debuutalbum van Erny Belle. De Nieuw-Zeelandse muzikante heeft Maori roots, maar op haar debuut verwerkt ze vooral invloeden uit de pop en de rootsmuziek. Het klinkt allemaal aangenaam en toegankelijk, maar Venus Is Home is bijzonder mooi ingekleurd en Erny Belle is een uitstekend zangeres, die ook nog eens aansprekende songs en teksten schrijft. Er komt de laatste tijd veel moois uit Nieuw-Zeeland en het debuutalbum van Erny Belle past hier uitstekend tussen, al is het maar omdat het album het verlangen naar een zorgeloze zomer flink aanwakkert.

Dankzij de nieuwsbrief van Flying Out Records uit Auckland volg ik de Nieuw-Zeelandse muziekscene inmiddels al een aantal jaren op de voet. Het is een nieuwsbrief die net wat andere krenten uit de pop pikt dan de Nederlandse, Britse en Amerikaanse platenzaken met een nieuwsbrief, wat de wekelijkse mailing van Flying Out Records al zeer de moeite waard maakt. Het is bovendien een nieuwsbrief die er keer op keer in slaagt om de essentie van een album in een paar zinnen te vangen, waardoor ik vrijwel onmiddellijk weet of ik een album moet beluisteren of niet.

Op basis van de paar zinnen die werden opgeschreven over Venus Is Home van Erny Belle leek dit album me zeer interessant en na een paar noten kon ik al concluderen dat dit klopte. Erny Belle is het alter ego van Aimee Renata (Ngāpuhi) uit Tāmaki Makaurau, wat volgens mij de Maori naam voor (een deel van) Auckland is. Aimee Renata (Ngāpuhi) heeft zelf ook een Maori achtergrond, maar haar alter ego Erny Belle laat hier niet heel veel van horen.

Venus Is Home is vooral een intiem folkalbum met een vleugje pop en een vleugje country. Zeker wanneer het album wat meer de kant van de pop op gaat, hoor ik wel wat van Lana Del Rey, maar wanneer invloeden uit de rootsmuziek aan terrein winnen, zijn er voorzichtige raakvlakken met landgenoten als Aldous Harding en Reb Fountain. Erny Belle slaagt er wat mij betreft echter vooral in om een eigen geluid te laten horen.

De negens songs op het debuutalbum van de Nieuw-Zeelandse muzikante zijn betrekkelijk sober, maar zeer smaakvol ingekleurd. In een aantal songs hoor je een vleugje country, soms domineert de folk en heel af en toe is er een voorname rol voor pop, maar over het algemeen genomen is Venus Is Home een consistent klinkend album.

Het is een album waarop de stem van Erny Belle alle ruimte krijgt en dat is logisch. De Nieuw-Zeelandse muzikante zingt vooral zacht, maar heeft een warme en aangename stem, die zowel in de meer pop georiënteerde als in de meer roots georiënteerde songs uitstekend uit de voeten kan. Soms hoor ik zoals gezegd een randje Lana Del Rey, maar het is maar een dun randje.

Venus Is Home is een album dat makkelijk in het gehoor ligt en dat mij daarom snel een eenvoudig wist te overtuigen, maar de songs van Erny Bell zijn ook groeibriljanten. De Nieuw-Zeelandse muzikante schrijft scherpe teksten en is zowel in muzikaal als in vocaal opzicht interessanter dan de meeste van haar soort- en tijdgenoten. Venus Is Home is bovendien een lekker veelzijdig album, waarop Erny Belle steeds weer kiest voor net wat andere invloeden.

Zeker de wat zwoelere songs op het album dringen zich al snel genadeloos op, maar inmiddels vind ik alle songs op het album mooi en ben ik verliefd op de prachtige stem van de muzikante uit Auckland. Venus Is Home is in muzikaal, vocaal en tekstueel opzicht een interessant album, maar Erny Belle maakt ook lekker zwoele en zorgeloze popliedjes die doen verlangen naar broeierige zomeravonden.

Het is dringen in het genre van de vrouwelijke singer-songwriters met een voorkeur voor een mix van pop en roots, maar het debuutalbum van Erny Belle zou ik zeker niet laten liggen. Venus Is Home laat nog maar eens horen dat het in de gaten houden van de Nieuw-Zeelandse muziekscene absoluut de moeite waard is.

Erwin Zijleman

zaterdag 29 juli 2023

Jamie McDell. Jamie McDell

Jamie McDell verruilde het Nieuw-Zeelandse Auckland tijdelijk voor Nashville en maakte in de country hoofdstad een prachtig authentiek album, dat de Amerikaanse concurrentie het nakijken geeft.

Ik was vier jaar geleden al eens enthousiast over een album van Jamie McDell, die destijds de countrypop verruilde voor een wat traditioneler rootsgeluid. Het in Nashville opgenomen titelloze album dat deze week is verschenen is nog veel beter en laat horen dat Jamie McDell zich heeft ontwikkeld tot een van de betere countryzangeressen van het moment. In productioneel en muzikaal opzicht klinkt het titelloze vierde album van de Nieuw-Zeelandse muzikante, mede dankzij de inzet van topkrachten, geweldig, maar het zijn toch vooral haar prachtige stem en haar emotievolle voordacht die het nieuwe album van Jamie McDell naar een hoger plan tillen.

De uit het Nieuw-Zeelandse Auckland afkomstige Jamie McDell viert later dit jaar haar dertigste verjaardag, maar heeft er al een hele carrière in de muziek op zitten. Ze brak als tiener door met songs die ze op YouTube plaatste en via sociale media onder de aandacht bracht van een met name Nieuw-Zeelands publiek. In 2012 debuteerde ze met een album dat het met name in eigen land goed deed en ook de albums die volgden in 2015 en 2018 waren in Nieuw-Zeeland zeer succesvol.

Het zijn albums waarop Jamie McDell begon met Taylor Swift achtige countrypop, maar vervolgens steeds meer opschoof richting meer traditionele of alternatieve country, wat in 2018 een album opleverde waarover ik erg enthousiast was. Buiten haar vaderland timmerde Jamie McDell vooralsnog nauwelijks aan de weg, maar dat moet gaan veranderen met haar deze week verschenen nieuwe album, dat geen titel heeft meegekregen.

Titelloze albums wijzen meestal op een nieuwe start en dat is het nieuwe album van Jamie McDell dan ook. De start van een internationale carrière bijvoorbeeld. Direct vanaf de eerste noten klinkt het vierde album van de muzikante uit Auckland als het beste dat momenteel in Nashville wordt gemaakt. Dat is geen toeval, want Jamie McDell nam haar nieuwe album op in de hoofdstad van de Amerikaanse countrymuziek.

In Nashville werkte ze samen met de van oorsprong Australische producer Nash Chambers, die een aantal topmuzikanten naar zijn studio haalde, waar ook The McCrary Sisters, Robert Ellis en Erin Rae nog eens aanschoven voor een bijdrage.

Voordat ik wist wie het album produceerde had ik overigens al sterke associaties met de muziek van Kasey Chambers, de jongere zus van Nash Chambers. Net als Kasey Chambers heeft ook Jamie McDell een stem die is gemaakt voor Amerikaanse countrymuziek, al doet laatstgenoemde minder vaak een beroep op de beroemde (of beruchte) countrysnik.

Waar ik de laatste tijd nogal wat albums heb besproken van vrouwelijke singer-songwriters die de traditionele Amerikaanse rootsmuziek hebben verlaten voor een meer pop of rock georiënteerd geluid, omarmt Jamie McDell de muziek die we kennen uit Nashville met volle overgave. Het levert een prachtig klinkend rootsalbum op dat herinnert aan klassiekers uit het genre. De muziek van Jamie McDell is diep geworteld in de traditionele Amerikaanse rootsmuziek, maar haar nieuwe album laat ook uitstapjes richting Laurel Canyon folk en gospel of juist richting de wat moderne alt-country horen.

Ik heb al stapels albums in dit genre, maar Jamie McDell heeft iets. Ze beschikt over een prachtige stem en het is een stem die inmiddels een stuk rijper en doorleefder klinkt dan op de albums die ze op jonge leeftijd maakte. Het is een stem die zoals gezegd gemaakt is voor de country, maar dat is nog geen garantie voor het kippenvel waarvoor Jamie McDell meer dan eens goed is.

Minstens even belangrijk is het feit dat het titelloze album van de Nieuw-Zeelandse muzikante een puur en oprecht album is dat ik woord voor woord geloof. De prachtig klinkende productie van Nash Chambers, de prachtige bijdragen van de topmuzikanten die op het album zijn te horen en de vocale bijdragen van de genoemde gastmuzikanten zijn de kers op de taart.

Het aanbod binnen de Amerikaanse rootsmuziek is momenteel echt enorm groot, maar het is een Nieuw-Zeelandse muzikante die er wat mij betreft uitspringt met een album zonder frivoliteiten, dat desondanks even authentiek als eigentijds klinkt. Wat een talent deze Jamie McDell.

Erwin Zijleman

vrijdag 28 juli 2023

Everything Was Forever. Sea Power

British Sea Power heet sinds vorig jaar Sea Power, maar het verlies van een deel van de naam wordt gecompenseerd door de muziek, die het vorige werk van de band wat mij betreft overtreft.

Ik was eerlijk gezegd een beetje uitgekeken op de albums van British Sea Power, maar sinds de band als Sea Power door het leven gaat, heeft de muziek van de band een flinke boost gekregen. Everything Was Forever klinkt melodieuzer, grootser, dromeriger en toegankelijker dan veel van de vorige albums van de band. Het album bevat flink wat echo’s uit de jaren 80 en 90, maar de voorbeelden liggen er nooit te dik bovenop. British Sea Power bleef altijd een cultband, maar Sea Power klinkt op haar eerste album als een grote band, die een breed publiek moet kunnen aanspreken. Everything Was Forever is een album dat mij enorm verrast heeft en dat nog steeds doet.

De Britse band British Sea Power veranderde vorig jaar haar naam in Sea Power. De band wilde niet langer geassocieerd worden met het groeiende nationalisme in de wereld in het algemeen en in het Verenigd Koninkrijk in het bijzonder, waardoor het eerste woord van de naam sneuvelde. Everything Was Forever is hierdoor het debuutalbum van Sea Power, maar het volgt wel op zeven albums van British Sea Power, waarvan de laatste overigens alweer vijf jaar oud is (de soundtrack bij een computergame niet meegerekend).

Ik was absoluut gecharmeerd van de eerste paar albums van British Sea Power, maar ben de band in de loop der jaren steeds meer uit het oog verloren en heb de laatste drie albums van de band niet eens meer beluisterd (wat overigens niet helemaal terecht was). Ik had dan ook geen hoge verwachtingen van de eerste worp van Sea Power, maar Everything Was Forever is een geweldig album, dat zich kan meten met alle albums van British Sea Power.

Net als op de vorige albums van de band is duidelijk hoorbaar dat Sea Power een zwak heeft voor postpunk. Everything Was Forever blijft echter ver verwijderd van de nieuwe generatie Britse postpunk bands. Gelukkig horen we op het eerste album van Sea Power geen overdreven springerige of tegendraadse ritmes en ook geen irritante praatzang.

De Britse band kiest op Everything Was Forever vooral voor de mooi ingekleurde en groots klinkende songs met een vleugje postpunk. Het zijn songs waarin een flink deel van de Britse rockmuziek tussen de jaren 80 en het heden voorbij komt, maar ik hoor veel meer Echo & The Bunnymen dan U2, om maar eens twee namen te noemen die opduiken in recensies van het album. Ik hoor ook meer The Arcade Fire dan U2 overigens.

Sea Power klinkt over het algemeen melodieuzer en aanstekelijker dan op de meeste albums van British Sea Power, waardoor het een betrekkelijk toegankelijk album is geworden. Zeker de vooral mooi en sfeervol ingekleurde songs op het album verleiden makkelijk en laten horen dat Sea Power ook hitgevoelige songs kan schrijven.

Everything Was Forever bevat ook net wat stekeligere songs, waarmee de band net wat meer opschuift richting postpunk, maar het is postpunk van het vriendelijke en grootse soort. Sea Power is het verleden van de band zeker niet vergeten, maar het laten vallen van een deel van de naam, heeft de band ook verlost van wat ballast en heeft gezorgd voor nieuwe energie.

Direct bij eerste beluistering was het eerste album met de naam Sea Power op de cover een album waar ik heel vrolijk van werd. Het is een album dat me ook weer eens heeft geïnspireerd tot het uit de kast trekken van de briljante eerste vier albums van Echo & The Bunnymen, maar niet voordat Everything Was Forever flink wat keren voorbij was gekomen.

Het album van Sea Power wordt bij herhaalde beluistering alleen maar beter. De grootse en meeslepende songs op het album verleiden steeds meedogenlozer, maar bij herhaalde beluistering hoor je ook steeds beter hoe mooi de muziek van de Britse band in elkaar steekt. Ik was zoals gezegd wat uitgekeken op de muziek van British Sea Power, maar het eerste album van Sea Power is een daverende verrassing en zeker in de meest dromerige tracks op het album een album van een enorme schoonheid en veelzijdigheid. British Sea Power is dood, leve Sea Power.

Erwin Zijleman

donderdag 27 juli 2023

Lewis & Clark. Mountaineer (2)

De Nederlandse muzikant Marcel Hulst werkte jaren aan het tweede album van Mountaineer en levert een album af dat van de eerste tot en met de laatste noot betovert met songs waarvan je alleen maar zielsgelukkig kunt worden.

Marcel Hulst had met twee albums van de band Maggie Brown en het debuut van Mountaineer al drie parels uit de Nederlandse popmuziek op zijn naam staan, maar op Lewis & Clark legt hij de lat nog wat hoger. Het tweede album van Mountaineer is een zeer ambitieus album, waaraan de Nederlandse muzikant zich makkelijk had kunnen vertillen, maar het is een geweldig album geworden. De vaak wat folky songs op het album worden steeds weer verrijkt met fraaie versiersels, stappen met zevenmijlslaarzen door de geschiedenis van de popmuziek en kijken niet op een invloed meer of minder, maar Lewis & Clark is ook een fraaie eenheid en een album waarmee het heerlijk ontsnappen is aan de toch wat donkere wereld van het moment.

De naam Marcel Hulst zal niet bij iedere muziekliefhebber een belletje doen rinkelen, maar voor mij is hij de man achter twee van de beste Nederlandse gitaarplaten aller tijden. Die twee albums maakte Marcel Hulst met de band Maggie Brown. Het titelloze debuut van de band uit 2014 en Another Place uit 2017 kregen niet overdreven veel aandacht, maar ik trek ze nog met grote regelmaat uit de kast en ben iedere keer weer verrast door de schoonheid en veelzijdigheid van de muziek van Maggie Brown.

Het zijn niet de enige wapenfeiten van Marcel Hulst, want de Nederlandse muzikant maakte in 2015 als Mountaineer ook nog het prachtige 1974, dat het volle geluid van Maggie Brown verruilde voor zeer sfeervolle en voornamelijk ingetogen klanken. 1974 van Mountaineer is inmiddels bijna zeven jaar oud en krijgt deze week gezelschap van Lewis & Clark.

Marcel Hulst heeft jaren gewerkt aan het nieuwe album van Mountaineer en heeft inmiddels onderdak gevonden bij het sympathieke Concerto Records. Dat Marcel Hulst lang heeft gewerkt aan het tweede album van Mountaineer is direct vanaf de eerste noten duidelijk. Lewis & Clark is een ambitieus album dat start bij het debuutalbum van Mountaineer, maar vervolgens in alle richtingen grote stappen zet.

De meeste songs op het album hebben een vrij sobere basis die bestaat uit de akoestische gitaar en de stem van Marcel Hulst, maar die basis wordt keer op keer verrijkt met prachtige versiersels, waarbij de Nederlandse muzikant alles uit de kast trekt. De ene keer zijn het stemmige pianoakkoorden, de volgende keer fraaie koortjes, dromerige keyboards, een stemmige blaasinstrument of een vanuit de achtergrond opduikende pedal steel.

Net als op de albums van Maggie Brown en op het debuut van Mountaineer, is Marcel Hulst op Lewis & Clark een meester in het aan elkaar smeden van invloeden en de tijd. Lewis & Clark kan worden getypeerd als Amerikaanse rootsmuziek, maar het is veel meer dan dat. Het is een album dat de inspiratie vaak zoekt in folk uit de jaren 60 en 70, maar net als de albums van Maggie Brown kan ook de muziek van Mountaineer zomaar opeens een aantal decennia vooruit schieten in de tijd.

Lewis & Clark is een album over jeugddromen, die zich in het geval van Marcel Hulst vooral in de Verenigde Staten afspeelden, maar de Nederlandse muzikant is ook niet blind voor de soms harde realiteit in het land. Lewis & Clark is niet alleen een album vol wonderschone popliedjes, die je na één keer horen voorgoed wilt koesteren, maar Marcel Hulst is er ook in geslaagd om deze popliedjes aan elkaar te smeden tot een eenheid.

Lewis & Clark vertelt een verhaal dat je vasthoudt zoals bijvoorbeeld The Wall van Pink Floyd dat zo goed kan. Het is een verhaal dat steeds weer net wat andere wegen in slaat, maar alles op het album is raak en ondanks de verschillen tussen de songs sluit alles naadloos op elkaar aan.

Het album is prachtig ingekleurd en fraai geproduceerd, maar ook de zeer aangename stem van de Nederlandse muzikant, die hier en daar herinnert aan die van Elliott Smith, draagt nadrukkelijk bij aan het prachtige eindresultaat.

De LP is tien songs lang betoverend mooi, op Spotify is het twaalf songs lang prachtig en de (spotgoedkope) cd of de bandcamp download houden je zelfs vijftien tracks lang gevangen in de muzikale schoonheid en overtuigingskracht van Mountaineer.

Lewis & Clark is naar eigen zeggen het album dat Marcel Hulst als twintig jaar wilde maken. Ik kan alleen maar concluderen dat hij het geflikt heeft, al hoop ik natuurlijk wel dat er naast de twee prachtalbums van Maggie Brown (check deze albums zeker eens) en de al even mooie twee van Mountaineer nog veel muziek van zijn hand bij komt de komende jaren.

Erwin Zijleman

dinsdag 25 juli 2023

Young Man. Jamestown Revival

De Amerikaanse band Jamestown Revival maakte in 2019 flink wat indruk met het zeer fraaie San Isabel, maar het deze week verschenen Young Man is nog veel mooier en indrukwekkender.

Liefhebbers van gouden keeltjes en subtiele rootsklanken konden in 2019 niet om San Isabel van de Amerikaanse band Jamestown Revival heen. Het tweetal uit Austin, Texas, keert deze week terug met een nieuw album en legt de lat nog wat hoger. Ook op Young Man is de zang van een bijzondere schoonheid, is de instrumentatie subtiel en smaakvol en zijn de songs aangenaam en tijdloos, maar Jonathan Clay en Zach Chance maken wat mij betreft nog wat meer indruk dan op hun vorige album. Young Man vult de ruimte met prachtige klanken en geweldige songs, waarna de geweldige stemmen van de twee de genadeklap uitdelen. Ik blijf maar naar dit album luisteren en het wordt echt alleen maar mooier.

De Amerikaanse band Jamestown Revival was voor mij een van de grote verrassingen van 2019. De band uit Austin, Texas, maakte op San Isabel, overigens al het derde album van Jamestown Revival, diepe indruk met twee prachtig bij elkaar kleurende stemmen, met een subtiele maar wonderschone instrumentatie en met een serie tijdloze rootssongs.

Het is ook het recept voor het deze week verschenen Young Man, waarop de Texaanse band de draad van het terecht geprezen San Isabel weer oppakt. Heel veel veranderd is er niet. De stemmen van Jonathan Clay en Zach Chance klinken nog altijd prachtig en versterken elkaar op fraaie wijze, de subtiele instrumentatie is ook dit keer  zeer smaakvol en ook op Young Man maakt Jamestown Revival muziek die ook een aantal decennia geleden gemaakt had kunnen worden.

Jonathan Clay en Zach Chance werken al samen sinds hun jeugd in het Texaanse Magnolia en dat hoor je op Young Man. De stemmen van de twee passen niet alleen perfect bij elkaar, maar vullen elkaar ook op bijzonder fraaie wijze aan, wat je vooral goed hoort in de meest ingetogen songs op het album. Het herinnert aan The Everly Brothers, CSN&Y en aan Simon & Garfunkel, maar de twee muzikanten uit Austin hebben ook een duidelijk eigen geluid.

Vergeleken met San Isabel klinkt de zang op Young Man nog wat subtieler en wat mij betreft ook nog wat mooier. Ook de instrumentatie is nog wat subtieler dan op het al zo zorgvuldig ingekleurde vorige album van het tweetal. Net als op het vorige album bestaat de basis van de muziek van Jamestown Revival uit subtiele klanken van snareninstrumenten, waar vervolgens nog subtielere accenten aan zijn toegevoegd.

De muziek op het album is zacht, wat Jonathan Clay en Zach Chance de mogelijkheid biedt om zacht te zingen, wat niet alleen zorgt voor een duidelijk eigen geluid, maar ook voor een geluid dat een garantie biedt op kippenvel. Young Man is prachtig opgenomen, waardoor de smaakvolle klanken en vocalen ook nog eens glashelder uit de speakers komen.

Ik had na San Isabel hoge verwachtingen rond het nieuwe album van Jamestown Revival, maar Young Man overtreft ze op alle fronten. De instrumentatie, met natuurlijk een rol voor de pedal steel, is prachtig en de zang is betoverend mooi, maar ook de songs op het nieuwe album van Jamestown Revival zijn van een zeer hoog niveau. Het zijn vooral tijdloze rootssongs, die ook uit de hoogtijdagen van de 70s countryrock hadden kunnen komen, maar het klinkt geen moment gedateerd.

Jamestown Revival beperkt zich op haar nieuwe album overigens niet alleen tot de Amerikaanse rootsmuziek, want ook invloeden uit de psychedelica en de 70s singer-songwriter muziek hebben hun weg gevonden naar de songs van het Amerikaanse tweetal, wat zorgt voor voldoende variatie.

Young Man is een vooral ingetogen album, maar wanneer Jonathan Clay en Zach Chance hier en daar net was meer gas geven, hoor je dat ze ook in net wat stevigere songs tot grote hoogten stijgen met net wat krachtigere vocalen en een wat voller geluid, al kan de muziek van het tweetal wat mij betreft niet ingetogen genoeg zijn.

Young Man is een album dat je tien songs lang meeneemt naar hele mooie herinneringen uit het verleden en dat tien songs lang een bijzonder hoog niveau weet vast te houden. San Isabel was in 2019 een album vol belofte, maar op het fantastische Young Man is Jamestown Revival de belofte ver voorbij en legt het de lat helemaal aan het begin van het muziekjaar 2022 angstig hoog.

Erwin Zijleman

maandag 24 juli 2023

Fake Books. The Moving Pictures

Fake Books van The Moving Pictures werd vorig jaar door vrijwel niemand opgemerkt, maar ik heb het album inmiddels omarmd als een van de meest indringende en intense albums van 2021.

Nadat ik Fake Books van The Moving Pictures was tegengekomen in een interessant jaarlijstje en het voor het eerst uit de speakers liet komen, heb ik een half uur lang met open mond geluisterd naar het album. Het alter ego van de Amerikaanse muzikant Hayes Waring heeft een album gemaakt zonder enige opsmuk, maar met een intensiteit om bang van te worden. De instrumentatie is teruggebracht tot de essentie, zeker wanneer vervormde gitaren domineren, maar in combinatie met de indringende vocalen is het precies wat nodig is voor kippenvel. Fake Books van The Moving Pictures klinkt iedere track weer net iets anders, maar iedere song op het album is raak. En hoe. Met terugwerkende kracht een onbetwist jaarlijstjesalbum.

Het samenstellen van mijn eigen jaarlijstje is altijd een flinke klus, maar het uitpluizen van de jaarlijstjes van anderen vraagt over het algemeen nog veel meer tijd. Het heeft me ook dit jaar weer een aantal hele waardevolle tips opgeleverd, al viel de oogst me vaak wat tegen. Zeker de gerenommeerde jaarlijstjes waren weinig verrassend en moesten het doen zonder obscure parels. Hiertegenover stond het jaarlijstje van Maurice Dielemans, dat een aantal albums bevatte die mij ook dierbaar zijn, maar me ook zeven (!) waardevolle tips opleverde en dat in een lijst met 21 albums.

Er komen er deze week een paar voorbij en ik begin met de voor mij grootste verrassing: Fake Books van The Moving Pictures. The Moving Pictures is een band uit Olympia, Washington, die vijf jaar geleden debuteerde als viertal, maar inmiddels lijkt gereduceerd tot het alter ego van Hayes Waring. Het debuut van de band heb ik ook nog even beluisterd, maar is niet zo indrukwekkend en bovendien mijlenver verwijderd van het wat mij betreft imponerende Fake Books.

Hayes Waring nam Fake Books voor een belangrijk deel thuis op, maar dook ook de studio in met technicus Capt. Tripps Ballsington. Het levert een album op dat je direct bij de eerste noten vastgrijpt en pas na negen songs en 30 minuten los laat. Dit was zo bij eerste beluistering, maar talloze luisterbeurten later is het nog steeds zo.

Fake Books opent met een mokerslag. Loved One heeft genoeg aan een zeer elementair ritme, galmende en vervormde gitaarlijnen en de indringende stem van Hayes Waring. De Amerikaanse muzikant keert in de openingstrack terug naar de essentie van de rock ’n roll en illustreert het begrip ‘less is more’ op prachtige wijze. Zeker wanneer de gitaren steeds meer vervormen en Hayes Waring indringender gaat zingen grijpt Loved One je met al zijn eenvoud genadeloos bij de strot.

The Moving Pictures had van mij een album vol met dit soort songs mogen maken, maar in de tweede track is de instrumentatie voller en warmer. Elektronica vloeit prachtig samen met gitaren en een pedal steel en ook de stem van Hayes Waring klinkt warmer en dromeriger en heeft opeens een vleugje Bryan Ferry. Flowers On The Wall wijkt flink af van de openingstrack, maar het is wederom bloedstollend mooi en bijna beangstigend intens.

In Nothing Fades (Like Love) keren de vervormde gitaren terug, maar Hayes Waring weet er ook een intiem liefdesliedje van te maken door het rauwe gitaargeluid te combineren met melodieuze vocalen. In Raton keren vervolgens de warme klanken uit de tweede track terug, maar meer van hetzelfde is het niet. Ook in deze track regeert de eenvoud, want veel meer dan fraaie gitaarakkoorden en de indringende zang van Hayes Waring krijgen we niet.

The Moving Pictures omarmt op Fake Books de eenvoud en de essentie van de rock ’n roll, maar slaagt er toch in om anders te klinken dan alles dat ik al in de kast heb staan. Ook in Holiday Ennui heeft de Amerikaanse muzikant genoeg aan de essentie. Een tijdloze gitaarriff wordt gecombineerd met spaarzame percussie en wederom maakt de stem van Hayes Waring de muziek van The Moving Pictures melodieus.

In Obliration Room nemen een ritmebox en elektronica het even over van de gitaren en schuift Fake Books even op richting Suicide of Soft Cell om in Crush Box te benevelen met prachtige gitaarlijnen met op de achtergrond wat vocalen. Het tempo gaat nog wat verder omlaag in het instrumentale en bijna folky No Name, waarna het album fraai afsluit met Late Dahlias, dat zeker niet voor de eerste keer invloeden van The Velvet Underground laat horen.

Bij eerste beluistering was ik 30 minuten diep onder de indruk en dat ben ik nog steeds. Wat een weergaloos album en wat is het zonde dat dit album zo weinig aandacht heeft gekregen. Hulde voor Maurice Dielemans, die het album wel oppikte en terecht een ereplaats gaf in zijn jaarlijstje.

Erwin Zijleman

zondag 23 juli 2023

Antlers In Velvet. Leon III

De twee vaste leden van Leon III hebben een geschiedenis in de Amerikaanse rootsmuziek, maar verrijken dit genre op het fascinerende Antlers in Velvet met heel veel psychedelica en een snufje prog.

Ik heb het tweede album van de Amerikaanse band Leon III eerder dit jaar over het hoofd gezien, maar dankzij een tip van een lezer heb ik me alsnog kunnen onderdompelen in de fascinerende en bedwelmende luistertrip op Antlers In Velvet. De twee leden van de band maakten in het verleden al eens indruk met de band Wrinkle Neck Mules, maar imponeren nu als Leon III. In de basis hoor je nog wel wat invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek, maar invloeden uit de psychedelica domineren op dit bijzondere album, dat meer dan eens aan Pink Floyd doet denken, maar minstens net zo vaak ook helemaal niet. In de gaten houden deze band. Leon III is de naam.

Een lezer van deze BLOG adviseerde me om eens naar Antlers In Velvet van Leon III te luisteren. Het is een naam die bij mij geen belletje deed rinkelen, maar de band debuteerde al in 2018 en kon toen rekenen op zeer positieve recensies. Het eerder dit jaar verschenen Antlers In Velvet, dat in kleine kring ook zeer positief is ontvangen, is het tweede album van de band, die een paar jaar werd geleden werd geformeerd door twee leden van de Amerikaanse band Wrinkle Neck Mules.

Dat is een band die ik wel een tijdje heb gevolgd, maar uiteindelijk uit het oog ben verloren. Waar de muziek van Wrinkle Neck Mules zwaar tegen de countryrock aanleunde, kiest Leon III vooral voor invloeden uit de psychedelica. Andy Stepanian en Mason Brent, de twee vaste leden van de band, hebben deze invloeden verwerkt in een afwisselend zeer toegankelijk en lekker trippy geluid, dat me, zeker bij eerste beluistering, deed denken aan een dwarsdoorsnede uit het oeuvre van Pink Floyd.

De twee muzikanten, die opereren vanuit Houston, Texas, hebben Antlers In Velvet opgenomen met flink wat gastmuzikanten. Blazers, strijkers en een pedal steel zorgen voor mooie accenten in een geluid, dat wordt gedomineerd een batterij aan keyboards en vooral door gitaren. Ondanks het grote aantal instrumenten is het tweede album van Leon III voorzien van een aangenaam zweverig of zelfs wat atmosferisch geluid, waarin zowel ruimte is voor redelijk toegankelijke songstructuren als voor experimenteren.

De fraaie klanken op het album en zeker de wat langere tracks zorgen steeds weer voor een ontspannen sfeer, die uitnodigt tot wegdromen. De wat dromerige vocalen van Andy Stepanian en Mason Brent dragen bij aan de lome sfeer op het album en ook de hier en daar opduikende vrouwenstem draagt prachtig bij aan het zo mooie eindresultaat.

Zeker wanneer de pedal steel opduikt, hoor je nog wel wat invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek op het album, maar invloeden uit de Amerikaanse en vooral Britse psychedelica hebben de meeste invloed gehad op het bijzondere geluid van Leon III. Het is een geluid dat zoals gezegd af en toe associaties oproept met de muziek van Pink Floyd en het bijzondere is dat ik zowel invloeden hoor uit de psychedelische jonge jaren van de Britse band als uit de veel toegankelijkere en melodieuzere late jaren van de band.

Leon III maakt muziek die zich door alle aangename klanken makkelijk opdringt, maar wat heeft de Amerikaanse band ook veel moois verstopt in de songs op Antlers In Velvet. Gitaarsolo’s zijn wat uit de afgelopen jaren, maar Leon III weet er wel raad mee en kan zowel uit de voeten met de melodieuze gitaarsolo’s van David Gilmour als met het net wat gruizigere werk.

Door de subtiele accenten uit de Amerikaanse rootsmuziek klinkt de Leon III anders dan de meeste andere bands van het moment die raad weten met psychedelica, waardoor het onderscheidend vermogen van Antlers In Velvet groot is, zeker als hier en daar ook nog wat invloeden uit de progrock opduiken.

Een Amerikaanse website heeft voor dit album van Leon III al het hokje ‘progressive psychedelic countryrock’ bedacht, maar vraagt zich vervolgens af of er muziekliefhebbers zijn die op dit genre zitten te wachten. Ik kan niet voor anderen spreken, maar zelf kan ik deze vraag alleen maar met een volmondig JA beantwoorden.

Erwin Zijleman

vrijdag 21 juli 2023

2023. Week 29, 10 singles

Some more recent singles, although there are so many of them, I will never catch up. It's the thought that counts. You will varied set once again, with some familiar names, some new and two in a different guise. So, feel free to explore with us. Enjoy!

Roller Derby Girl. Danny the K

How many guises does a singer-guitarist need? Another one, so much is obvious. Dan Kopko, who as part of The Shang-Hi Los is contending for the album of the year spot, releases a single of his upcoming solo album under the name Danny The K. 'Cigarettes & Silhouettes is out for a week. Roller Derby Girl is a nice pop song, with enough of a rock bite to please. Kopko knows what a good song needs and knows what a nice song takes and combines the two in this single. At the same times he is familiar with the classics in the genre and works them into his own song. This results in a song that is tight, except in the instrumental interlude where he lets the song float and flow into the chorus. This is exactly the element making the song so strong. Roller Derby Girl has this little, unique self that makes it stand out.

If U Know, U Know. Tamar Berk

Tamar Berk is working towards the release of her new album. It will be my third and judging the bittersweet new single, it may be another treat she has in store for us. If you've followed this blog a little, then you'll have encountered Tamar Berk regularly. She plays the kind of music that is somewhere between pop and rock. If U Know, U Know is exactly in the middle, is my conclusion. The drums are definitely rock, as the playing props up the song no little. It contrast with her dreamy singing, where a longing for something is shared with the listener. The keyboard plays the same riff over and over, giving the song its pop feel. When the guitar enters for the bridge and solo the song veers more to the rock side. As I wrote, everything meets nicely in the middle.

Neuland. Weite

A single of ten minutes was an impossibility in the old days. At best you had a part 1 and 2 spread out over the a and b side of the 45 RPM single. Today a single can be as long as you like and Weite, a new group with members from three others, made use of this digital format. Expect an instrumental song with elements from symphonic rock, some postrock (whatever that truly means) and a few elements from 1970s jazzrock. Weite presents a few themes and works its way around them. When all is said and done it is about the guitarist(s?) showing off their chops but that is also selling the other members short. The drumming is great and very interesting to pick out, as is the bass playing. Without it Neuland would not be half as interesting.

Love & Light. Indian Askin

"I'm feeling electric, I'm coming alive inside" Nelson 'Chino' Ayala sings on his new single and it shows. Vocally he's bouncing around as if there's no end to the energy he has. Musically there is a contrast, as he is holding back nicely in the verses, to truly go at it in the chorus. From the very beginning Indian Askin was a band that was so interesting to follow. It's two albums were good and based on the two songs I've heard so far, number three will be as well. Love & Light has that touch of brutality, of daring. It gives the song something attractive with a hint of danger, as in not being able to expect what is coming next. In other words Love & Light is able to surprise a few times. There's one downside. Indian Askin is no longer a band and in the sound of the programmed drums it shows. For the rest, a very nice song.

Drop In The Bucket. Tamar Berk

There are too many singles being released, so I'm rather behind in this long, long list. I made 'If U Know, U Know' skip the line and only then encountered Drop In The Bucket, the first single of Tamar Berk's upcoming album 'Tiny Injuries' scheduled for 18 August. It's featured anyway, as Drop In The Bucket is a nice and tight rock song. The guitars play a tough chord progression, with drums and bass following. You will find it's the keyboards that provide the playful elements in the song. As do a host of Tamar Berks when singing the vocals. She has found many harmonies, including counter melodies that were hiding within her original idea for the song. The result is a rich powerpop song that deserves to be heard by a wide audience and especially people with a love for circa 1980 powerpop. You will find a lot to like.

Kisses. Slowdive

Slowdive is a band that formed in 1989, was on a hiatus for a few decades and in 2023 returns with its second album after reforming in the 10s, the fifth in total. The name sounded faintly familiar to me, when I came across the announcement of 'Everything Is Alive' (1 September). Not more than that and I do not own any of the previous albums in any form. So, Kisses is my introduction and what I hear is a band with one foot firmly in the past and one somewhere in between, not certain where it is exactly. The music and singing express that feeling I have. The dreamy way of singing of Neil Holstead and Rachel Gowess are in the style of Curt Smith (Tears For Fears), so deep in the past. The music accompanies this dreamy atmosphere, yet sounds clear and modern, beautifully mixed and spacious. A song that is good to listen to, while presenting memories of  kisses of past and present to me. A whole album in this style though? I'm not certain I could cope. One song? Bingo.

What's Up With That? The Master Plan

Is there any fun in listening to a new song that is combining early, as in really early, Stones with a surf rock guitar style and a honkin' saxophone as if Keith's brother by another mother Bobby Keys, was already with the band then? Yes, it is. What's Up With That? is a fun song that shows the fun the band members have in playing this music. It is all nostalgia but there's nothing wrong with a little longing for the past as it comes this good. The guitar sound, all the different ones, is simply great. There are quite some guitars involved in the single, as are the styles in which they were played and the effects used on them. The vocal melody allows anyone to sing along with ease and already during the first listening session. In other words, in another place and time, What's Up With That? would have spelled hit. The Master Plan really scored one in my book.

Make It Better EP. CIEL

CIEL has released its debut EP and it rocks. The band from Brighton, U.K., with members from different countries certainly has heard fellow Brighton band Blood Red Shoes play in the past and departed from there, finding a little Garbage along the way and some modern rhythms. The four song EP starts with the song 'Somebody', that featured a few months ago in this space. Hearing it again, I totally stand by my words that it is a great rock song full of so much energy. That makes the next song, 'So Scared', the more surprising, as it's electronic and flatter. Michelle Hindriks moves towards a modern French sigh girl in her way of singing. The band does find its rocking mode though and certainly moving into song three, 'Make It Better'. Here the Garbage connection comes across a lot stronger, with Blood Red Shoes' level of energy. The light dark element is, again, divided in a strong way. CIEL understands how it can play this card in a good and strong way. Final song 'Jealousy' is exactly somewhere in between. With a slightly higher pop element and an 80s keyboard vibe CIEL again shows another side of itself. A nice introduction Make It Better is for sure.

On The Other Side. Nick Cave and Debbie Harry

An unexpected duet. Two punk icons who both in a way never quite were that. Nick Cave is more and more a modern day crooner and Debbie Harry was more pop than punk. One still has a career that evolves, the other is best known for her hits that are getting closer to being 50 years old every day. Together they sing as part of a project that commemorates the music of Jeffrey Lee Pierce, a long time ago of The Gun Club fame. On The Other Side in their version is a slow and laden song. I can't call this song beautiful, while in its way it is. The music certainly is. This is meant to make the song shine and it works. It is the voices of Cave and Harry that give On The Other Side its frayed quality. Cave is Cave, with his baritone that always had a rough edge. Debbie Harry always had a shrill element in her voice. With age her voice has become a little rough at the edges, hiding the shrillness because she sings so softly. Together they contrast with music in an interesting way, making the song, most likely, stand out more. Pierce's voice wasn't an epitome of smoothness either, was it? What the original version sounded like? I have no clue.

DMC. Dartz

Okay, a little punk today from Wellington, New Zealand's Dartz. After an intro that could allow the band to shoot off in a few directions, Dartz leaves no doubt. When the band starts going, it goes in one direction and as fast as it can keep with playing together with some coherence. It all spells four letters p u n k. DMC is rollocking song where notes and words are bouncing over one another. As if they are in strong competition with an imaginary audience that is doing exactly the same. There's no holding back this band. Enthusiasm counts as much if not for more over technique, to reach a maximum effect. DMC does, period.

Wout de Natris

donderdag 20 juli 2023

Rajan. Night Beats

Rajan is out and Night Beats really lays the psychedelic moods down. Not surprising based on its previous singles. It's laid on thick and thing unto the world. It may all sound, sometimes overly, familiar, but it sounds so nice. So, you won't hear me complaining.

Night Beats is Danny Lee Blackwell. He's responsible for the concept and the songs. Except for the drumming in two songs (Michael Scott) and the voice and harp on 'Osaka' (Ambrose Kenny Smith) everything you hear has been played, programmed and sung by Blackwell. So, should you not like the album, there's only one person to blame. Clarity is provided for.

As far as I'm concerned there's no need. Let me start with the ultra relaxed second track, 'Blue'. Over six minutes Night Beats takes us back to a 60s late night discotheque for the after party, if such a thing existed at the time. People lounging, sipping their last drink, smoking their very last cigarette and the band plays a late, late night track. The final dancers only have to cling to each other and move ever so slowly. 'Blue' has this great vibe bringing these images to mind. The song is so ultimately relaxed. Beyond French band Air with ease.

With one easy flick of the wrist, Night Beats moves into soul of the early 70s and all with a psychedelic undertone. In the way Blackwell sings or perhaps better records his vocals, and in the overall sound. The song without doubt has that light touch pre-funk guitar sound but underneath it all psych is bubbling. It is ever so subtle here. Again, things sound very familiar. Anyone can probably name a few songs 'Nightmare' reminds them of. It's irrelevant, the song is oh so nice.

Every other song brings a style change, making Rajan a very varied and because of it satisfying album. Some songs come dangerously close to things that already exist. Single 'Thank You' could have been called 'Sunny' instead, as I wrote before. And what does 'Motion Picture' make me think of? It's on the tip of my tongue. The song rocks more and has a tough lead guitar that gives the song a sense of urgency.

Mostly Rajan  is laidback though. Blackwell is not in a hurry in most songs. Lounging more than rocking he allows us to relax and undergo his songs while resting. It works, as I'm finding myself in an ever more relaxed mood while listening to Rajan. It's an ideal album for a warm summer's day.

Wout de Natris


You can listen to and order Rajan here:

https://nightbeats.bandcamp.com/album/rajan


woensdag 19 juli 2023

Stories Of Change. Roos Meijer. Residentie Orkest The Hague

Stories Of Change van Roos Meijer leek me op voorhand een wat overbodig tussendoortje, maar wat pakt de samenwerking met het Residentie Orkest goed uit en wat is de muzikante uit Den Haag een fantastische zangeres.

De Haagse muzikante Roos Meijer maakte de afgelopen twee jaar in twee gedaantes twee totaal verschillende, maar ook twee betoverend mooie albums. De songs van haar solodebuut Why Don't We Give It A Try? keren nu deels terug op Stories Of Change, dat werd gemaakt met het eveneens Haagse Residentie Orkest. Het is een goedmakertje voor het concert dat op het laatste moment sneuvelde door een van de corona lockdowns, maar het is zeker geen overbodig tussendoortje. Het Residentie Orkest voorziet de songs van Roos Meijer van bijzonder mooie klanken, waarna de Haagse muzikante de sterren van de hemel zingt. Stories Of Change is drie kwartier lang van een bijna beangstigende schoonheid en onderstreept het enorme talent van Roos Meijer.

De Nederlandse muzikante Roos Meijer haalde zowel in 2021 als in 2022 mijn jaarlijstje. In 2021 deed ze dit met haar solodebuut Why Don't We Give It A Try?, waarop ze diepe indruk maakte met fraai ingekleurde folksongs en vooral met een werkelijk prachtige stem. De bijzonder mooie stem van Roos Meijer was ook te horen op het in 2022 verschenen Tales Of Adolescence, het debuutalbum van het duo Maida Rose. Samen met Javièr den Leeuw liet Roos Meijer horen dat ze niet alleen uitstekend uit de voeten kan binnen de folk, maar ook op zeer fraaie wijze dreampop songs kan vertolken, wat het mooiste dreampop album van 2022 opleverde.

Eerder deze maand verscheen een nieuw album van Roos Meijer, dat me op voorhand niet zo essentieel leek als haar solodebuut en het debuutalbum van Maida Rose. Stories Of Change werd opgenomen met het Haagse Residentie Orkest en bevat vooral songs van het debuutalbum van Roos Meijer en van de EP (Maktub) die ze in 2018 uitbracht. Roos Meijer zou eind 2021 met datzelfde Residentie Orkest op het podium van het Paard in Den Haag staan, maar de zoveelste lockdown vanwege de coronapandemie gooide helaas roet in het eten.

Elk nadeel heeft zijn voordeel, want omdat werd besloten om dan maar zonder publiek op te treden en het concert op te nemen, kunnen we nu allemaal genieten van de bijzondere bewerkingen van de songs van Roos Meijer. Ik was op voorhand zoals gezegd niet overtuigd van de meerwaarde van de samenwerking met het Residentie Orkest en had het album bijna laten liggen als een niet heel noodzakelijk tussendoortje.

Op Why Don't We Give It A Try? maakte Roos Meijer indruk met een gevarieerde en zonder uitzondering wonderschone inkleuring van haar songs, wat een serie songs opleverde die ik tot op de dag van vandaag koester. Nieuwe versies zouden hier alleen maar afbreuk aan kunnen doen, maar inmiddels denk ik heel anders over dit ‘tussendoortje’ van de Haagse muzikante. Stories Of Change is namelijk een ontstellend mooi album.

De klassieke orkestraties voorzien de songs van Roos Meijer van een voller en steviger aangezet geluid, maar het Residentie Orkest voorziet de songs ook van een spannend en fantasierijk klankentapijt. Het nadeel van klassieke orkestraties is dat zowel de zang als de songs makkelijk verzuipen in een brei van strijkers en blazers, maar hier is op Stories Of Change geen moment sprake van. Het Residentie Orkest pakt hier en daar prachtig uit, maar de stem van Roos Meijer krijgt gelukkig alle ruimte.

Die stem maakte op haar debuutalbum diepe indruk, maar ik vind de zang op Stories Of Change misschien nog wel mooier. Het is een stem die twaalf songs lang goed is voor kippenvel en die alleen maar verder wordt opgetild door de zeer smaakvolle orkestratie. Het album laat nog maar eens horen hoe sterk de songs op het debuutalbum van Roos Meijer zijn, maar ik ben minstens evenveel onder de indruk van de songs van haar debuut EP, die ik nog niet kende, maar zeker niet onder doen voor de songs op het debuutalbum.

Het is te danken aan het Nederlandse muziekplatform Musicmeter dat ik Stories Of Change überhaupt ben gaan beluisteren en wat ben ik de tipgever dankbaar. Ik sluit zeker niet uit dat Roos Meijer over een maand of zes voor de derde keer op rij mijn jaarlijstje gaat halen, want wat is de combinatie van een van de beste Nederlandse orkesten en misschien wel de beste zangeres die ons land rijk is een bijzondere.

Erwin Zijleman

dinsdag 18 juli 2023

Jane Birkin (1946 - 2023)

When you see a name like Jane Birkin pop up on Twitter, you usually know what the time of day is. Unfortunately for her family she had been found dead in her apartment. I saw dozens of pictures come by of a beautiful young girl/woman and a few showing that she did not lose her looks later on in life. I realised I had no idea what she really looked like, she was the voice in that one song.

A voice that, so I've read several times through the decades, was not meant to be hers at all. The part was meant for Brigitte Bardot, France's number one sexbomb of the day. Although she recorded the song with Serge Gainsbourg, it was not released at the time. Even BB did not dare to go this far. Then 22 year old Jane Birkin, already in a relationship with Gainsbourg did and the rest is history as they said.

I was in elementary school at the time and had no clue what the song was about. All I knew, was that it was forbidden to be played on the radio, but that my station, the pirate Veronica, did play it, broadcasting just outside the territorial waters. Totally predictable the song became a huge hit. Most likely because of that national ban.

In 1969 the song stayed in the top 40 for 28 weeks, peaking at number 2 and re-entered in 1974 for another 10 weeks, making the 'Je t'Aime ... Moi Non Plus' the number 7 biggest hit in the Top 40 of all time.

For me the song got its bigger attraction when in high school, slow dancing with the girls at parties at school, hockey or elsewhere. There weren't much better songs for it to be honest. Jane Birkin is the über French sigh girl ... from the U.K. of all places.

Listening to the song through all the years gone by since, what I notice most is that bass and how that has influenced so many players. In general though how good the song is, without the scandal it wouldn't have been such a big hit but this song is a hit no matter what the lyrics and heavy sighing would have been substituted for. That organ, the guitars, the strings, the melody are all top and Jane Birkin sings the song home. This is love, desire, longing, lust, and who knows what else to do with innocent curiosity incarnated. All that is caught in the voice of Jane Birkin and as such one of the best vocal performances ever. The music matches this all as well. In between is Gainsbourg, dirty man of French pop.

This is all I know of Jane Birkin's music. Since, I've learned that she has two very successful daughters, Charlotte Gainsbourg and Lou Doillon, who both do feature in my record collection. Who look like her, but she had the better looks, once upon a time.

It is possible for someone to be more famous for her voice than for her looks. It happened to me with Jane Birkin. 54 years after the scandal, it is the merit of her biggest hit that remains standing. 'Je t'Aime .. Moi Non Plus' is a classic hit and one of the biggest ever. And, would it have faired better with Brigitte Bardot singing? I'm 100% certain it would have not. This Jane Birkin's song and no one else's.

Wout de Natris

The Beths live with Lande Hekt. Rotterdam, Rotown Saturday 15 July 2023

Saturday 15 July I learned an important lesson: Don't drink too much before going to a show and certainly do not keep continuing drinking during it. What happened to me at least, is that my reception for things to write on was totally blocked. Also, the reception of the music itself became sub-optimal. To say the least.

Something else happened instead and far more than with other shows. My favourite songs of The Beths seem branded into my mainframe. They go round and round and round. One thing I am 100% certain of. The Beths played a great show in a sold out Rotown. The band is as good as its records and matched the New Zealand show that is accessible on You Tube.

New Zealand band The Beths is present on this blog from its first album and has since become one of my favourite young bands. For me that all started with 'I'm Not Getting Exited' somewhere in the lockdown days. From the very first seconds of the, super-energised, guitar intro, I was sold. It was the song I wanted to hear foremost and the band kept the tension going, as it only came towards the end. How far gone I was, was underscored by the fact that I can't remember hearing the guitar solo, that superweird jumping of a cliff kind of solo that somehow, like Roadrunner, lands back on its feet on the cliff. Just being totally happy, that impression remains.

What I did notice, was how tight the band played. Like a machine almost. The interaction between the four was phenomenal. All those little details that are woven into the alternative rocksongs stood out without playing too loud. I did not need my earplugs.

For the rest, I simply do not know more to write, except that The Beths are really, really good and deserve to play larger venues in this country.

Lande Hekt played before The Beths but what can I say? You've got the message. I believe she released a record not that long ago. I promise to give it a try.

Wout de Natris


You can listen to and order The Beths' records here:

https://thebethsnz.bandcamp.com/music


and Lande Hekt's here:

https://landehekt.bandcamp.com/

maandag 17 juli 2023

Chaos For The Fly. Grian Chatten

Grian Chatten surprises with a solo album that is truly different from the music he makes with his band, Fontaines D.C.. His voice is his voice but even that he is showing different sides of continuously here. Some time ago I read an interview with Chatten saying that he had a bunch of songs that, to paraphrase him, did not fit in with the punk/alternative rock Fontaines D.C. usually plays. All the songs on Chaos For The Fly are far softer and intimate. Although Fontaines D.C. certainly is changing its sound, this is next level.

'The Score' opens the album and with its Air like bass sound, the album opens in a totally surprising and satisfactory way. With its 80s electronic percussion the song goes back in time before Chatten was even born. The opening is voice, acoustic guitar and some atmospherics on keys. It is only in the second verse that the bass and percussion come in, changing the song into a mix of Serge Gainsbourg/Air and 80s. All the time it is Grian Chatten who sings over it with a soft voice while having that rasp within his grasp. The hint of it is present and it's enough.

In essence, this is all you need to know about Chaos For The Fly. The other songs' arrangements are variations to this theme. A few things stand out that I would like to share with you here.

First is that the songs on Chaos For The Fly are in fear of becoming boring. When all is said and done, not that much is happening. Fact is, they don't. With each spin I'm more attracted to the album. I start noticing and more importantly appreciating what Chatten has done to prevent the song from becoming boring.

So, here's number two. There are so many rich details and changes in the instruments, that each individual song stands out, sometimes totally surprising me. Even after many listening sessions other details present themselves.

Thirdly, the addition of a female voice in a few of the songs in a prominent way changes the feel of the album immediately, enriching it a bit more in the process. The singer is Chatten fiancée, Georgie Jesson. It really makes a difference.

Finally, Chatten varies with genres and times. The 60s, James Bond, atmosphere of 'Bob's Casino, brings Herb Alpert to mind and perhaps Chatten is showing to Jesson here that 'This Guy Is In Love With You'.

Bringing it all together, Chaos For The fly is a nice album that may grow into great. Grian Chatten shows he is far more than just the singer of Fontaines D.C. but a singer-songwriter in his own right. It's clear that should the band for whatever reason stop, there at minimum is one member who has no need to worry. For now let us enjoy the best both worlds.

And just when I'm finishing up, the reference that kept alluding me is there, the new Arctic Monkeys. I dismiss the thought anyway, as this album is so much more playful.

Wout de Natris


You can listen to and order Chaos For The Fly here:

https://grianchatten.bandcamp.com/album/chaos-for-the-fly

zondag 16 juli 2023

2023, Week 28, 10 singles

There are so many kinds of music and this week we tap into several different styles. There are some real good songs in between the 10 of this week but the absolute magic comes at the end. This is only the second single of this new Dutch band and one of extreme beauty. Check it out. Just like the rest, as they are all worthy of your attention. Enjoy!

Mystical Porn Heroes EP. Mystical Porn Heroes

Three songs by Italian psych rockers Mystical Porn Heroes. The duo drummer Max Ear (OJM, Ananda Mida, Go Down Records art director) and guitarist and songwriter Andrea Ghion, aka Rocker (Scontro Frontale, Rocker’s Guitar) really go for it, three songs long. Expect a deep rock sound where the guitars of Ghion are all over the place, supported by the relentless activity of Max Ear. To my ears the songs are more rock than psych, but like many artists from the Go Down Records label they land well in my ears. Take the deep riffing of 'Carnal'. Ghion plays in a familiar, rocking way, tapping into a few genres along the song, yet it all sounds so organic and right. The instrumental has more than enough angles to remain interesting for the whole 4 plus minutes the song last. The maxi single is not totally instrumental. The opening song 'Tura' and the final song 'Titana' are sung but the voice is not the strongest point of Mystical Porn Heroes. The whole is certainly interesting enough to spend time with.

The Big Dream. Svperfvtvre 

When a befriended artist asks you to listen to a song by a colleague band of course I pay attention. Svperfvtvre is a band from Cottbus in Germany, like Para Lia, indeed. They practice in the same building. In the single The Big Dream Svperfvtvre taps into music from a long time ago, in a nice and upbeat manner. My mind goes back straight to my student days and the songs we used to dance to at the time. Svperfvtvre uses the same sort of beat that seems to be able to go on for ever, with the synths following that beat, played somewhere between melody and alternative beat. Think Kajagoogoo or The Bronski Beat and a Frankie Goes To Hollywood without the huge Trevor Horn production. Svperfvtvre manages to take that 80s vibe and give it a positive twist matching the far better times, yes, despite everything going on, than the 80s ever were. There's an EP as well, so you better check it out. Dream do come true, sometimes. The Big Dream may be one of them.

Make Me. ON

For fans of PJ Harvey says the bio. Well, not the one on which we recently reported, that has very little to do with the energised and punky track that Torontonians ON released recently. Lucy Di Santo (vocals, bass) with Dan Cornelius on drums and Steve Fall on guitars were once in a band called Acid Test and its 90s legacy comes straight through in Make Me. Smashing Pumpkins of the old days come across the divide of time in the heavily distorted guitars Steve Fall plays, just like there's a touch of Louise Post's way of singing in Lucy Di Santo's voice. So, yes, in that sense the song is a trip down memory lane and there's nothing wrong with that, as long as the quality is there in the now. It is here that ON delivers once again, as you can find on this blog before today. Alternative, grungy punk for the 50 plussers. Count me in.

Cool Imposter. Muck and The Mires

It has to be said, Cool Imposter has a very funny video and the song stands its ground as well. Muck and The Mires can be found on this blog for several years now and the band simply never disappoints. Despite being original songs, they always sound immediately familiar. The band looks it each time as well. This time in an outfit The Kinks wore in the mid sixties. The song is not directly to be tied to that band. To my ears this is perhaps the most original song I've ever heard by Muck and his mates. The sixties are there but there's simply so much more. It doesn't take me long to shouting Cool Imposter along with the band, as not singing along is simply not an option. Like standing still would be if I ever got to see the band live. Something which must be a treat based on all these fun songs I've heard over the past years.

I'm Alice. Alice Cooper

It's fifty one years ago when my favourite high school song was released, 'School's Out', Alice Cooper's first hit in NL. I sang it all day long waiting for that moment to happen. A few great hits followed until it all stopped only a little over a year later, an incidental hit aside. At the time Alice Cooper was a band, not one man. Fast forward to 2023. Alice Cooper, once born as Vincent Furnier in 1948, is still on the block. And truth be told I'm Alice is a song that follows nicely in the line with 'Elected', 'Hello Hurray' and 'No More Mr. Nice Guy'. (No, not School's Out' and 'Halo Of Flies'. That's über category). The double guitars sound as if Glenn Buxton and Michael Bruce are still around. His voice may be a little worn but still convincing. The lyrics are about his live basically, as if he has to convince anyone that he's truly Alice. No one sounds like you, Mr. Cooper.  Not in 1972, not in 2023. At 75 Alice Cooper, like Iggy Pop, is still rocking in all the right ways.

Mild Davis. Frankie and The Witch Fingers

There's so much music that it's impossible to keep up. Even just keeping up with releases is impossible, let alone hear it all. This is once again underscored by the release announcement of Frankie and The Witch Fingers' seventh album for 1 September. To the best of my knowledge 'Mild Davis', the first single from the album, is the first song I've ever heard of the Los Angeles psych punkrockers. Mild Davis is the right kind of introduction. Built around some great guitar riffs with a nice dark sound that bring to mind some great bands from the 70s, like Nazareth for example, the song demands attention straight away. By playing with dynamics and a spacey yet rocking interlude, the song is made even stronger and more interesting. Welcome to the blog, Frankie and The Witch Fingers.

Top Secret Agent Man on a Wire Tapped Phone at Sea. Guitarmy Of One

I'm not even going to try to repeat the title here. Imagination is a good thing to have but sometimes it can be overdone. The fantasy and imagination creating the music is all in good stead though. Guitarmy Of One is the solo project of Scott Helland, who can write on his resume to have played in a band called Deep Wound with J. Mascis and Lou Barlow. As Guitarmy Of One he plays instrumental music, at least on this track, where he plays with the legacy of a guitarist like Dick Dale and translates his surf rock to the 21st century. In other words, you will recognise a lot of familiar elements in Top Secret etc. But all done in such a way that it sounds fresh and new and Helland knows how to play his guitars. The basis is an acoustic one and from there the sound is built, with a drums, bass and a sample about a wiretap at the end. Don't forget to watch the video. Helland tries to run like Tom Cruise in an imaginary video to 'Secret Agent Man'.

Yellow Rose. Para Lia

Para Lia returns to the blog with a rock ballad filled with subtle singing and playing, while keeping the pace of the song at a good and strong level. The drums make sure that Yellow Rose has nothing to do with the rock ballads of old by bands like Foreigner and Journey that could make your teeth crack. The drums are everywhere on the single. In Para Lia's past they were programmed and I suppose this has not changed. It shows how good the modern, digital equipment is. The two notes played on the guitar are the second ear-catching feature but in a sense both are a distraction from the real action in Yellow Rose, the beautiful slow piano notes and long-held keyboard chords. The angelic singing of Cindy Methner is a quality that stands out superbly in Yellow Rose. On top of it all is Para Lia's mastermind , René Methner, who is singing at his softest, almost whispering. Yellow Rose is a beautiful song that totally convinces. Not long to go for the album now.

Countdown To Shutdown. The Hives

A lot of shouting and no wool? Countdown To Shutdown can easily be taken to underscore this Dutch proverb. For that you would have to not hear the extremely strong riffing on the guitars in the song. Missing the incredibly great bass playing and the interaction between bass and drums. In less kinder words: you'd have to be deaf. Singer Howlin' Pelle Almqvist may no longer be a young man, the energy he is bringing to the latest single by The Hives is infectious. In other words, The Hives, now for two singles, 'Bogus Operandi' preceded recently on the blog, show that their songs are once again equalling the quality of their 'Veni Vidi Vicious' album of 23 (!) years ago. With two so strong singles, it is nearly impossible the upcoming album, 'The Death Of Randy Fitzsimmons', out on 11 August, will not be a good album. We'll know in about a month from now.

The Night. Baker Miller Noir

With its new single, Baker Miller Noir plays with influences from decades ago while also tapping into the sound of relevant new(er) bands like Loupe and Warpaint. The atmosphere of The Night is, dreamy, ethereal, fitting in with elements of what to me constitutes dreampop. At the same time The Night contains elements of 1970s symphonic rock, as can be heard in the "giant" guitar solo in the middle of the song, blending Steve Howe's guitar playing with a slower, jazzy element. All together it gives the single a suave and mature feel, taking the song to a next level. It's the kind of playing that deserves to be heard in bigger venues, where a whole audience can become enraptured by the magic of the playing and the singing. Let's not forget how good Agnes Loonstra is singing here. Undercooled, yet romantic is the way she presents her lyrics (with her smooth sounding bass right in the middle behind her.) The trio, with  Bart van Gemert (drums) and Freek Rijna (guitar), is a great addition to the NL pop front.

Wout de Natris

zaterdag 15 juli 2023

What Matters Most. Ben Folds

De Amerikaanse muzikant Ben Folds zocht zijn heil de afgelopen jaren in de klassieke muziek, maar keert op het ijzersterke What Matters Most terug naar de perfecte piano popsongs die hem beroemd maakten.

Ik moest diep graven in mijn geheugen naar het laatste wapenfeit van Ben Folds, naar dit bleek ook al acht jaar oud te zijn. Zijn solocarrière begon in 2001 met een waar meesterwerk, maar de albums die volgden waren wat wisselvallig. Op What Matters Most heeft de Amerikaanse muzikant de goede vorm weer gevonden, want heeft Ben Folds een sterke serie songs geschreven. Het zijn songs die schatplichtig zijn aan de grote singer-songwriters uit de jaren 70, maar Ben Folds heeft ook een duidelijk eigen geluid, dat op What Matters Most weer tot grote hoogten stijgt. De Amerikaanse muzikant vertelt op zijn nieuwe album prachtige verhalen en verpakt ze in wonderschone songs. Wat een overtuigende comeback.

Het is voor mijn gevoel echt heel lang stil geweest rond de Amerikaanse muzikant Ben Folds. Dat gevoel blijkt redelijk te kloppen, want zijn vorige reguliere album, het fascinerend ingekleurde So There, verscheen in 2015. Sindsdien verschenen op de streaming media diensten nog wel een drietal live-albums, maar ook dit betrof vooral materiaal uit 2015 en eerder.

De muzikant die werd geboren in North Carolina debuteerde in 1995 met het titelloze debuutalbum van zijn bands Ben Folds Five en leverde twee jaar later het geweldige Whatever And Ever Amen af, het album af waarmee ik kennis maakte met de muziek van Ben Folds. Het van dit album afkomstige Brick behoort wat mij betreft tot de mooiste popliedjes aller tijden, maar het tweede album van Ben Folds Five bevatte er meer.

Na The Unauthorized Biography of Reinhold Messner uit 1999 begon Ben Folds aan een solocarrière die in 2001 met Rockin' The Suburbs direct zijn meesterwerk opleverde. De soloalbums die volgden waren zeker niet allemaal even memorabel, maar af en toe zat er een prima album tussen. Het reünie album van Ben Folds Five uit 2012 beviel me misschien nog wel het beste, maar nu is er What Matters Most.

Ben Folds hield zich de afgelopen jaren vooral bezig met klassieke muziek, maar op zijn nieuwe soloalbum kiest hij weer voor de pianopop waarmee hij ruim 25 jaar geleden beroemd werd. De Amerikaanse muzikant heeft zich inmiddels in Nashville gevestigd en nam daar zijn nieuwe album op. Zijn nieuwe thuisbasis heeft niet heel invloed gehad op de muziek van Ben Folds, want hij maakt nog steeds tijdloze pianopop met een hang naar de jaren 70.

In de meeste songs op What Matters Most vormen de mooie pianoklanken en de aangename stem van de Amerikaanse muzikant de basis, maar het album is vervolgens verrijkt met warme klanken en incidenteel met fraaie blazers- of strijkersarrangementen, die de muziek van Ben Folds een klassiek tintje geven.

Ben Folds is een uitstekend pianist en een prima zanger, maar op zijn beste albums imponeerde hij vooral als songwriter. Dat doet hij ook weer op What Matters Most, dat hier en daar voorzichtig het experiment opzoekt, maar toch vooral grossiert in nagenoeg perfecte popliedjes. Het zijn popliedjes die je na één keer horen dierbaar zijn, maar het zijn ook popliedjes vol mooie wendingen en bijzondere ingrediënten.

In muzikaal opzicht zit het allemaal even goed in elkaar, maar ook de teksten van de Amerikaanse muzikant zijn zeer de moeite waard, want wat komen er mooie en bijzondere verhalen voorbij, waarvan er een aantal de basis zouden kunnen vormen voor een geweldige roman. Het was lang geleden dat een album van Ben Folds zoveel indruk op me maakte, want ik hou toch het meest van het vintage Ben Folds geluid dat domineert op zijn nieuwe album.

What Matters Most is een album dat je in veertig minuten trakteert op tien perfecte popsongs. Ik heb absoluut mijn favorieten als het ingetogen en fraai met strijkers versierde Fragile, het klassiek aandoende Kristine From The 7th Grade en het meeslepende Winslow Gardens, maar alle songs op What Matters Most scoren wat mij betreft een fraai rapportcijfer. Je moet altijd maar afwachten waar muzikanten na lange afwezigheid nog mee komen, maar de comeback van Ben Folds is zeer geslaagd.

Erwin Zijleman


Je kunt What Matters Most hier luisteren en bestellen:

https://benfolds.bandcamp.com/album/what-matters-most