De Britse
singer-songwriter David Gray had al drie weinig succesvolle platen op
zijn naam staan, toen hij in 1999 onverwacht doorbrak met White Ladder.
White Ladder
was een plaat waarop alles op zijn plek viel en het was bovendien de
juiste plaat op het juiste moment. De intieme popliedjes van David Gray
klonken aan het eind van de jaren 90 anders dan de meeste andere
popliedjes van het moment. De bijzondere stem van David Gray en het
subtiele laagje elektronica op de plaat deden de rest.
White Ladder
is nog steeds een plaat waar ik graag en veelvuldig op teruggrijp. De
popliedjes van David Gray kabbelen 15 jaar later nog steeds bijzonder
aangenaam voort, maar de rauwe stem van de muzikant uit Manchester en de
bijzondere sfeer op de plaat geven White Ladder ook nog steeds
iets urgentie.
Die urgentie
ontbrak nog wel eens op de platen die David Gray na White Ladder zou
maken. David Gray wist de intimiteit van het op zijn slaapkamer
opgenomen White Ladder niet meer te benaderen en koos bovendien voor een
net wat gepolijster geluid. Bij de critici kon de opeens tot wereldster
gebombardeerde David Gray natuurlijk al helemaal geen goed meer doen.
Persoonlijk
vond ik het verguizen van de volgende platen van David Gray lang niet
altijd terecht. A New Day At Midnight (2002), Life In Slow Motion (2005)
en Draw The Line (2009) waren zeker niet zo goed als White Ladder en
borduurden misschien net iets te fantasieloos voor op de doorbraakplaat
van David Gray, maar slechte platen waren het zeker niet (de beste
nummers van de drie platen leveren een plaat op die heel dicht in de
buurt van White Ladder komt).
Met het in
2010 verschenen Foundling nam David Gray enige afstand van White Ladder.
Het aangename laagje elektronica was verdwenen en in de songs keerde
David Gray terug naar de essentie van de singer-songwriter muziek. Ik
had persoonlijk verwacht dat het uitstekende Foundling David Gray weer
terug zou brengen naar de top, maar de plaat maakte, net als zijn drie
voorgangers, de verwachtingen niet waar.
De afgelopen
vier jaar was het stil rond David Gray, maar bijna uit het niets is hij
toch weer terug met Mutineers. Mutineers werd geproduceerd door de van
Lamb bekende Andy Barlow; een verrassende keuze, al heeft Barlow
inmiddels ook zijn sporen als producer verdiend. Andy Barlow heeft
absoluut fraai werk afgeleverd. Mutineers klinkt heel erg mooi en heeft
een geluid dat intrigeert. Het is een geluid dat anders is dan het
geluid op White Ladder, maar desondanks moest ik bij beluistering van de
nieuwe plaat vaak denken aan White Ladder.
Op Mutineers
maakt David Gray weer intieme en aangenaam voortkabbelende popliedjes
die zijn voorzien van een mooi laagje elektronica; een laagje dat
overigens wel wat voller is dan het laagje op White Ladder. Op Mutineers
klinken de vocalen van David Gray bovendien weer urgent en hiernaast is
de Brit er in geslaagd om songs te schrijven die net dat beetje extra
hebben.
De zieltjes
van de critici gaat David Gray er vast niet mee terug winnen, maar dat
heeft weinig te maken met de kwaliteit van Mutineers. Met Mutineers
heeft David Gray een plaat gemaakt die niet al teveel onder doet voor
White Ladder en heeft hij bovendien een plaat gemaakt die echt iets
toevoegt aan de inmiddels vijftien jaar oude klassieker. Een heerlijke
plaat om bij achterover te leunen, maar ook als je met volledige
aandacht naar Mutineers luistert valt er flink wat te genieten. Knappe
plaat. Hele knappe plaat zelfs.
Erwin Zijleman
Jee kunt hier luisteren naar 'Back in the world'
https://www.youtube.com/watch?v=mBS6UgiYTr4
No comments:
Post a Comment