Tuesday, 7 April 2020

Water, Wieg Me. De Kift. Een film van Sanne Rovers

Water, Wieg me. De titel alleen al is prachtig en gaat terug tot het oergevoel dat ieder mens diep in zijn onderbewustzijn met zich meedraagt: drijven in het vruchtwater, warm, veilig.

Zaterdagavond 4 April toonde 'Het Uur van de Wolf', deze film, waarin Ferry Heijne van De Kift op zoek gaat naar verhalen. We horen er een paar. Daar blijft het niet bij. De verhalen worden op muziek gezet, met behulp van teksten die Heijne vindt in de wereldliteratuur en vertaalt en aanpast naar zijn muziek.

De film laat zien hoe de muziek tot stand komt. Heijne met een accordeon achter de computer, met een gitaar of een melodie half pratend, half zingend tot stand brengt. Maar ook hoe hij met grote en kleine beelden zijn ideeën vertaalt naar ieder instrument. "Ben als het riet". Maar, hoe doe je dat, als je alleen maar met een eitje van €2,95 bij de muziekwinkel moet shaken op een van die waanzinnige ritmes. Ik heb dat al eerder beschreven. Drummer Wim telt altijd af "1,2,3,4" om vervolgens in een ritme te gaan drummen, waar tellen en benoemen voor mij ophouden, terwijl mijn lijf het moeiteloos aanvoelt en meebeweegt. Dat kun je in deze film ook zien. Hoe moeilijk het de eerste keren is voor de band. "Maar, we beginnen toch op één?, vraagt iemand. "Ja". antwoordt drummer Wim, "maar mijn één is op anderhalf". Ook voor De Kift komen moeilijke ritmes niet vanzelf. Alles is tellen, tellen, tellen.

Still uit de film
Jaren geleden, zoek het op hier ergens op dit blog, heb ik met mijn zoon gekookt voor De Kift terwijl zij een deel van de middag en de avond oefenden voor de 'Bidonville' voorstelling, die op 'Oerol' in première zou gaan. Voor het koken en erna mochten we in de oefenruimte zitten en luisteren. Tussen de vele instrumenten die we vroeger bij shows hadden gezien. Er is een moment dat me is bijgebleven. Er was een stuk tekst dat niet in een stuk muziek paste. Het kwam niet uit. De muziek was van een ongelofelijk troostrijke schoonheid. In mijn hoofd hoorde ik precies hoe het wel zou kunnen passen, maar toen ik dat probeerde te vertellen, bleek ik daar geen taal voor te hebben.

En hier ben ik aangekomen bij het woord dat centraal staat in Water, Wieg Me, troost. Dat is wat Ferry Heijne op deze boattrip muzikaal probeert te bieden. Hij biedt, in de film, geen troost met woorden. Hij luistert en zet het om in muziek. De band speelt af en aan een rol in de film. In kleine setting, volledig, zoals bij het "afscheid", als Heijne met de boot voor zijn Odyssee vertrekt. Hij hoort de verhalen aan van gewone mensen. Een vrouw die al acht jaar aan een oud schip klust in de hoop dat het ooit haar huis wordt. Een asielzoeker die een gedicht over vla, kou en zijn eigen wanhoop schrijft, dat nu een De Kift lied is. Een oudere man die kaarten voor een draaiorgel ponst. Een oudere man die het verlies van zijn jongste dochter voelbaar maakt. Ferry Heijne die diep ontroert over zijn vader spreekt, die tot op hoge leeftijd trompet speelde in De Kift en daarmee moest stoppen na een beroerte die hem halfzijdig verlamde.

Al dit wordt gevangen in beelden van het, ik neem aan Noord-)Hollandse landschap. Natuurlijk veel water, maar ook dijken, rietkragen, eindeloos veel oude, roestige boten, houten, in het riet verscholen huizen. Het mooie en het lelijke, in de vorm van vergane haven- en industrieterreinen, hoe de recreatie steeds meer in het landschap verweven wordt. Alles wordt getoond op een sobere, heel gewone, alledaagse manier. Zoals De Kift nooit meer is dan het is. Een groots gebaar van een gewoon iemand, een gebaar van mensen die je buurman, -vrouw kunnen zijn, maar met een groot muzikaal talent en dat uitdragen tegen alle klippen in. Gewoon, omdat het moet.

Ik heb ademloos zitten kijken naar Water, Wieg Me. Het is deels een inkijkje in het bandproces, dat ik één keer van dichtbij mocht meemaken, maar nu nog dieper in het creatieve proces en deels een boatmovie met echte mensen, met echte verhalen, die als het ware in ruil voor hun verhaal een lied terugkrijgen.

De Kift is een van de beste, vreemdste en mooiste bands van Nederland en eigenlijk ver daar buiten. Ik volg ze sinds de theater tour die vast zat aan het album 'Gaaphonger', samen met mijn zoontje van toen 4 en een half. We hebben daarna geen show overgeslagen, terwijl meer vrienden aanhaakten. Tegenwoordig doet hij hetzelfde in zijn nieuwe woonplaats met nieuwe vrienden. Als we dat allemaal doen, kan De Kift, zodra deze ellende voorbij is, nog jaren blijven doen waar ze zo goed in is.

De film eindigde met 'Bal'. Het meest in het oor, oog en feest springende nummer van De Kift. Voor mij werd het nummer in een enorm andere context geplaatst door de film. Die van een façade, die alle ellende op de achtergrond voor even verbergt. De Kift is weemoed, verlangen, troost, stilstaan en dan opeens BAM, de oerknal van de exploderende riff van 'Bal'. Ook dat is troost want Admiraal B houdt van ons allemaal.

Er staat (stond?) een nieuwe plaat gepland voor dit voorjaar. Alles is even anders. Hij is klaar en ik ben er klaar voor. IJs, weder en Corona dienende zal er op deze plaats over verteld worden.

Wo.

Informatie over De Kift en hun platen vind je hier:

https://dekift.nl/


Luister naar onze Spotify Playlist en ontdek waar we over schrijven:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g

1 comment:

  1. Vanuit het De Kift kamp kwam een kleine aanvulling op het stuk. De film is grotendeels geschoten in noord-oost Groningen. Waarvan akte.

    ReplyDelete