Mijn eerste kennismaking
met de muziek van Mark Kozelek dateert uit het jaar 2000 toen zijn
solodebuut Rock ‘N Roll Singer verscheen. Het solodebuut van de
Amerikaanse muzikant trok vooral aandacht via de bijna verstilde covers
van een aantal AC/DC songs. Ik was er zo van onder de indruk dat ik op
zoek ging naar de rest van het werk van Mark Kozelek, wat me uiteraard
op het spoor bracht van het fraaie oeuvre van Red House Painters; de
band uit San Francisco die tussen 1992 en 1996 vijf briljante platen
uitbracht (Down Colorful Hill, Red House Painters I, Red House Painters
II, Ocean Beach en Songs For A Blue Guitar) en in 2001 nog één keer
terugkeerde met het minstens even fraaie Old Ramon. Mark Kozelek leverde
in datzelfde jaar (2001) een nog veel betere soloplaat af (What's Next
To The Moon) en heeft inmiddels een flink aantal soloplaten op zijn naam
staan. Hiernaast formeerde hij in 2003 de band Sun Kil Moon, die met
name in haar beginjaren garant stond voor platen van een bijna
onwerkelijke schoonheid (Ghosts of the Great Highway, Tiny Cities,
April). Toch wel enigszins tot mijn verbazing wist geen van de platen
van Mark Kozelek of Sun Kil Moon de afgelopen jaren een plekje op de
krenten uit de pop te veroveren, maar werden beiden wel flink wat keren
genoemd als inspiratiebron of vergelijkingsmateriaal. De platen van
Kozelek zelf waren mooi, maar op één of andere manier had ik het wel
gehoord. Het is een opmerking die terugkomt in meerdere recensies van de
nieuwe plaat van Sun Kil Moon, maar het onlangs verschenen Benji heeft
mij juist weer wel te pakken. Benji is een type Mark Kozelek of Sun Kil
Moon plaat. Ook op Benji grossiert Kozelek in uiterst spaarzaam
gearrangeerde songs (vaak volstaat wat getokkel op zijn akoestische
gitaar, maar er kan ook opeens een saxofoon of een drumpartij opduiken),
waarin zijn wat getergde stemgeluid de hoofdrol speelt, hier en daar
bijgestaan door vanuit de diepte opduikende achtergrondzang (van onder
andere Will Oldham en Steve Shelley). De wat sombere ondertoon van de
muziek van Mark Kozelek is dit keer direct en zeer indringend. Op Benji
neemt Mark Kozelek je mee terug naar zijn jeugd in Ohio en dit is een
jeugd met pieken en dalen, waarin seks, muziek en de dood centraal
staan. Kozelek is nog altijd een meester in het maken van bijna
verstilde songs, maar zo indringend als op Benji waren ze nog niet vaak.
Zeker wanneer Kozelek de minder mooie herinneringen uit zijn jeugd
ophaalt grijpt Benji je genadeloos bij de strot, maar ook zijn eerste
liefdes en seksuele escapades bezingt Mark Kozelek zoals alleen hij dat
kan. En alsof er al niet genoeg leed is sleept Kozelek er ook nog wat
seriemoordenaars bij. Benji leek bij eerste beluistering nog vooral een
herhalingsoefening, maar bij de tweede keer was de plaat me al net zo
dierbaar als de eerste platen van Kozelek en Sun Kil Moon, die inmiddels
al weer meer dan tien jaar geleden verschenen. De muziek van Mark
Kozelek balanceert de afgelopen 15 jaar vrijwel continu op het randje.
Soms is het me allemaal net te deprimerend waardoor ik de plaat maar in
de kast laat, maar zo af en toe klinkt het ook net wat te lichtvoetig,
waardoor de muziek van Kozelek een belangrijk deel van zijn kracht
verlies. Benji schiet niet door naar één van beide kanten, maar is in
alle opzichten raak. Mark Kozelek maakte de afgelopen tien jaar meerdere
goede platen, maar ze raakten me geen van allen diep. Benji doet dat
wel. En hoe. Wat een prachtplaat.
Erwin Zijleman
Je kunt hier luisteren naar 'I can't live without my mother's love'.
No comments:
Post a Comment