Laat ik eens beginnen met de schitterende hoes. Een grote haai zwemt de hoes in, op een gemene manier koddig loerend naar de lezer. Kijk dat trekt nog eens aandacht. Als ouderwetse elpeehoes moet dat er schitterend uitzien, denk ik, terwijl ik naar het schermpje van mijn iPod staar. Tijden veranderen, goede muziek niet.
Onder de titel goede muziek schaar ik het debuut album van Dry the River namelijk direct. Shallow bed is namelijk een album op stadionniveau. Opener 'Animal skins' hakt er namelijk in alsof een volledige festivalweide tot aan de achterste, totale niet geïnteresseerde en zonnebadende rij veroverd moet worden. Dat is natuurlijk een zeer gezonde instelling voor een beginnende band. De vergelijking met Elbow is snel gemaakt, want Dry the River kan net zo gedragen spelen als deze inmiddels tot zeer grote band uit het Verenigd Koninkrijk. Ik hoor ook een vleugje Mumford & Sons, maar ook jaren 80 bands als Tears for Fears. Kortom, alles wat emoties zwaar opblaast. Verschillen zijn er gelukkig ook te over, want Dry the River maakt veel meer drukte dan Elbow, speelt extremer met dynamiek en opbouw, zoals in het met een prachtig refrein gezegende 'New ceremony'. Qua sfeer doet het op deze cd gebodene me dan ook denken aan een mannelijke tegenhanger van Florence + Machine. Op Shallow bed wordt een eigen wereld opgetrokken, die uitnodigt om vaker te bezoeken.
Wat voor sommige mensen negatief kan uitpakken, is de gedragen en wat verkouden klinkende stem van zanger Peter Liddle. Ik vroeg mijzelf af hoe die stem zich zou verhouden tot meerdere luisterbeurten, nadat ik bij de eerste toch enigszins afknapte. Inmiddels kan ik zeggen dat het goedgekomen is tussen mij en Liddle's stemgeluid. Shallow bed komt regelmatig op mijn digitale speeltje voorbij en tot steeds groter stemmende tevredenheid. De tamtam die trommelde dat dit één van de bands voor 2012 om in de gaten te houden is, heeft zijn werk terecht gedaan.
Shallow bed kent voldoende variatie om als geheel te overtuigen. 'History book' is een mooi klein nummer, met een akoestische gitaar en kleuterschoolbellen. De toevoeging van een viool maakt dat het bandgeluid een eigen karakter krijgt. Will Harvey zorgt voor een prettige variatie in het kleurenpalet, die een aantal nummers van Shallow bed iets zeer eigens geven. De band speelt verder met kleur door de toevoeging van orgel en koper, zodat de Wall of Sound die af en toe wordt opgetrokken een welkome variatie creëert. Het geeft veel nummers iets unieks mee. Als het klein blijft, zoals in 'Demons', dan speelt de band met meerstemmigheid. Die climax met eindeloos cymbaal gerinkel had overigens niet perse gehoeven van me.
Als geheel is Dry the river nog niet klaar voor de stadions en gelukkig maar. Sinds dat Coldplay dat is, zijn ze heel veel minder interessant om naar te luisteren. Dry the River heeft duidelijk nog het speelse dat ook het debuut van Coldplay kenmerkte. De band verkent haar grenzen en durft links en rechts af te slaan, wat een mooie nummers oplevert als 'Bible belt' of 'No rest'. Ik durf u dit album dan ook aan te bevelen.
En zo heb ik in de eerste drie maanden van 2012 al een aardig lijstje met favorieten verzameld, die het mij aan het einde van het jaar nog knap lastig gaan maken er maar 10 uit te zoeken. Het debuut van Dry the River voegt zich onmiskenbaar aan dit rijtje toe. Schitterend debuut dat overtuigt en spettert van de ambitie.
Wo.
No comments:
Post a Comment