O, weer gewoon
een The Shins album, dacht ik bij eerste beluistering. Mooi, hoor, maar ik heb
dit in het vorige decennium wel eerder gehoord. Vooral en nooit beter op het
prachtige, cerebrale en perfect gezongen ‘Saint Simon’ van het album ‘Chutes
too narrow’. De band overtrof zichzelf naar mijn mening op ‘Wincing the night
away’ in 2007, een album dat ik heel veel gedraaid heb, maar ergens in de jaren
daarna opzij heb gelegd. Het werd stil rond de band. Voorman James Mercer kreeg
het naar zeggen moeilijk met zichzelf, ontsloeg zijn band en maakte het album ‘Broken
Bells’, met Brian “Danger Mouse” Burton.
Nu dus Port of Morrow. Inmiddels na
meerdere luisterbeurten zit het album mij als gegoten. Als een oude vertrouwde
jas, heeft het zich om mij heen genesteld en is een deel van mijn leven
geworden. James Mercer heeft voor de plaat een duidelijk statement gemaakt: “Ik
ben The Shins”. Het is mijn project. Dat schijnt wat rottig overgekomen te zijn
bij een aantal nu ex-leden, die dachten dat The Shins een band was. Mercer is
alleen voortgegaan en levert een nieuw album vol vertrouwde kwaliteit.
Hij is een
muzikant die zoekt naar het perfecte popliedje. Naar die hemelse melodie, die
net om de hoek van iedere akkoordenprogressie ligt. Naar de harmonie in de zang,
die het van goed hemels maakt. Ik durf wel te zeggen dat dit hem een aantal
malen is gelukt op Port of Morrow. Het woord “liedjessmid” is dan ook van
toepassing op Mercer. Hij plaatst zijn liedjes in een band idioom, maar is in essentie
een singer/songwriter, op zoek naar de oplossing, die de volle rijkdom van
een nummer laat uitkomen. In ‘Bait and switch’ zitten stukjes die de rillingen
over mijn rug laten lopen van pure schoonheid. Mercer's hoge stem scheert als het
ware over de muziek heen, wat het nummer een doorschijnende kwaliteit geeft.
Qua zang hoort hij thuis in het rijtje Jeff Buckley en Thom Yorke, maar waar
zij 100% op eigen kracht voorwaarts gaan, zoekt Mercer de harmonie en
meerstemmigheid, zoals CSNY of The Eagles en uiteindelijk The Beatles. Het geeft The Shins dat beetje
extra.
Port of Morrow klinkt overigens geregeld speelser dan de twee eerder
genoemde platen. (Ik ken het debuut niet). Geregeld klinkt er vlottere
percussie, wat het album minder gedragen maakt. Mercer’s stem gaat prima met deze
speelsheid om en dat maakt Port of Morrow gevarieerder. Voor mij beslist een
pluspunt in het voordeel van dit album.
Mijn beoordeling van het album toont aan dat herbeluistering na een
eerste indruk beslist de moeite waard kan zijn. Niet iedere eerste indruk is
juist. En zo krijgt u ook nog even een les voor het leven mee.
Wo.
P.S. Mocht u willen
weten wat Port of Morrow is, het heeft zelfs een website. Niet noodzakelijkerwijs een plaats voor de vakantiebestemming deze zomer overigens. (Wel een afslag op de weg naar Mercer's huis.)
Zelf bijdragen
aan WoNo Magazine blogspot? Dat kan, stuur een berichtje en we nemen contact
met je op.
No comments:
Post a Comment