Dit is het vierde
album van de band dat ik ken, maar de eerste die echt bij mij beklijft. De
vorige plaat, ‘The golden archipelago’ uit 2010, kwam in die richting, maar
haalde het uiteindelijk niet in mijn drukbezette muziekcollectie. Animal joy doet dit de afgelopen twee weken wel. De verklaring daarvoor heb ik al gevonden: de
meeste songs zijn meer gefocust, meer “echte” songs, die uitnodigen tot bewegen
en meezingen. Het is met name dat laatste element dat ik bij Shearwater vaak vond
ontbreken.
Het verhaal van de band Shearwater (een stormvogel) is dat de band gebruikt werd als
vehikel voor nummers die de oprichters Jonathan Meiburg en Will Sheff niet
konden spelen met hun andere, eerste band, Okkervil River. Inmiddels is Meiburg
uit Okkervil River gestapt (en Sheff uit Shearwater) en gaat zijn eigen weg. Sheff
verliet de band in 2009. Ik neem aan dat Meiburg nu al zijn songs gebruikt voor Shearwater, met een, voor mij,
aangenaam positief effect.
Shearwater maakt gedragen muziek, met invloeden uit de jaren
80. Daarnaast wil ik een vergelijking maken met de Nederlandse band Blaudzun. Ook Shearwater kent een uitgetekende vorm van uitgelaten gedragenheid in zijn muziek. Er zit ook een element van doom in, in Meiburg’s stem, die mij doet denken
aan Robin Proper-Sheppard van Sophia, maar ook Billie MacKenzie van the Associates en zelfs een beetje Marc Almond. Tegelijkertijd weet de band door de
aankleding van de nummers de doom van zich af te schudden. Er zit genoeg variatie
in de instrumentatie die telkens weer weet te verrassen. De opbouw van ‘You as
you were’, van rustig donker, maar met vibrafoon op de achtergrond, tot een
epische rocker is daar een goed voorbeeld van, evenals het prima invallende orgel in 'Breaking the yearlings'. Ook op de momenten dat de toch
ietwat geaffecteerde zang van Meiburg de overhand dreigt te krijgen, zoals in
het wat slome ‘Insulance’, komen de erupties van de band precies op tijd. Zeker
als daarna ‘Immaculate’ inzet, een uptempo rocker, waarbij het lastig
stilzitten is. De stem van de zanger past hier wonderwel bij. Hij kan dat
maniertje van zingen, laat ik het "langzaam zingen" noemen, maar misschien is "vertraagd" nog wel een betere omschrijving, dus wel loslaten en dat komt zowel het
nummer als de kwaliteit van het album als geheel zeer ten goede
‘Run the banner down’ is een
ingetogen nummer, fraai muzikaal aangekleed, waarin Meiburg heel even de
teugels laat vieren en vocaal opeens heel wat meer blijkt te kunnen. Een klein
moment van grote schoonheid op 1 minuut en 35 seconden. ‘Pushing the river’
lijkt wel uit twee nummers te bestaan. De enorm drukke, danceachtige drumpartij
vs. het rustige, akoestische gitaarloopje, terwijl de zang aansluit bij de
drums. Dit contrast maakt het nummer heel spannend, wat door de gedragen
synthklanken op de achtergrond en breaks in het nummer wordt geaccentueerd.
Animal joy sluit af met het prachtige ‘Stars of the age’.
Naar mijn mening heeft Shearwater zichzelf
compleet overtroffen met Animal joy. Het kan natuurlijk ook een uitnodiging betekenen om
de albums ‘Palo alto’ en ‘Rook’ eens af te stoffen, want wellicht heb ik iets
toen niet gehoord?
Wo.
No comments:
Post a Comment