Lange geleden las ik een boek van mijn vader, een van zijn jeugdboeken, over 'Mijnheer Prikkebeen' en zijn boze zuster Ursula. Altijd dromen en met zijn netje achter vlinders aan, tot dat zijn zuster zo boos op hem wordt, dat zij ontploft van woede. Inclusief een prachtige tekening van de ontploffende zuster.
Lang heb ik aangenomen dat Prikkebeen over die Prikkebeen ging. Dat is toch niet zo, met uitzondering van de titel en schreven De Groot en Nijgh later ook een nummer genaamd 'Dag zuster Ursula' voor Rob de Nijs.
Waarom begin ik hierover? Heel simpel, ondat ik voor €4,= het dubbel album 'Vijf jaar Hits' kocht deze week. Als eerste nummer van kant 4 komt "Meester Prikkebeen" voorbij en onpieuw vroeg ik mij af, is dit het beste Nederlandstalige nummer naar mijn bescheiden mening? Er is er nog een die in aanmerking komt, ook van de twee al eerder genoemde heren, maar dan gezongen door Ramses Shaffy & Liesbeth List: 'Pastorale'. Ook een mysterieus, om niet te zeggen episch man - vrouw duet. Toch neig ik naar het eerste nummer.
Om te beginnen. Prikkebeen was een bescheiden top 10 hit voor De Groot in de winter van 1968 en afkomstig van het album 'Picknick'. Ik snap helemaal niets van de tekst. Poezie, dichterij en beeldspraak die langs mij heen gaat. Iedere keer als ik denk iets te begrijpen, komt daar weer een onzinnig beeld overheen. Wat nu weer?, denk ik dan. Wat dat betreft is er weinig veranderd sinds mijn mondeling examen Nederlands, waar ik een poging mocht wagen een gedicht over een vliegtuig en een kerktoren te verklaren. Tevergeefs. Dat probleem heb ik ook als ik naar deze tekst luister. Het begint al met de titel van het nummer. Is het nu 'Meester Prikkebeen' of gewoon 'Prikkebeen', zoals het single hoesje aangeeft?
Laat ik maar terug gaan naar mijn jeugd. In die tijd was het mij volkomen duidelijk dat dit nummer ging over het oude en het nieuwe jaar. Prikkebeen is het oude jaar en verdwijnt, zwaaiend, in de sneeuw van nieuwjaarsnacht, terwijl een "vuurpijl de hemel in spuit". Het kind twijfelde geen moment; deze volwassene heeft geen idee. De lapjeskat "die heel stil de passie preekt" was dezelfde als de 'Kat van ome Willem'. Dat wist ik toen ook zeker. Die deed namelijk ook dat soort dingen.
Dan maar naar meer aardse zaken. Als toppunt van truttigheid is er de overdreven dictie van Elly Nieman. Alsof ze voor koningin Juliana staat op te treden. De overdrevenheid is kenmerkend voor de tijd. Luister naar zangeressen als Conny Vink, Karin Kent of de Damrakkertjes, ze zingen allemaal als ... Boudewijn de Groot. Bij hem echter geen overdrijving. Hij spreekt het van huis uit, lijkt het, als Heemstedenaar of Haarlemmer. Met die enorme truttigheid heb ik eigenlijk heel weinig mee. Het maakt dat Prikkebeen heel gedateerd klinkt.
Met de muziek kan ik des te meer. Die getuigt van minstens zoveel fantasie en speelsheid als de tekst. Het woord betoverend drukt alles uit, volgens mij. Boudewijn de Groot mag verantwoordelijk zijn voor het akkoordenschema van Prikkebeen, met die akkoorden wordt in het arrangement gespeeld en dit is wat het nummer zijn kracht, schoonheid en magie geeft. Producer Tony Vos heeft het opgenomen, maar wie is verantwoordelijk voor het arrangement? Dat zoiets niet op Wikipedia staat, is een serieus gemis, want dat vind ik nogal elementaire informatie voor een nummer als dit. Het zou zo maar kunnen dat het een man met kort haar en een stropdas was, die in zijn van 9 tot 5 muziekbaan arrangementen schreef. Ja, een George Martin dus. Iemand waar iedere hippie op neer keek. Maar laten we wel wezen, het is het arrangement dat dit nummer eeuwigheidswaarde geeft. Het is zo speels, waar de basis van De Groot soms ronduit streng is.
Prikkebeen is een rocknummer. Een staccato spelende elektrische gitaar, een ploppende bas en een meer jazzy spelende drummer. Zoals De Groot in meer nummers in die tijd rockte en niet veel later met het vroeg omgevallen Tower in de weer was. Dan vallende violen in. Ook staccato tot het refrein aanvangt. Boudewijn haalt uit met "Meester Prikkebeen" gevolgd door de violen doe een duikvlucht maken, als een rollercoaster ride of een draaikolk waaruit niet te ontsnappen valt. Ze wervelen om de rest van de muziek en zang heen om aan het einde van het refrein weer te stijgen en stijgen en stijgen, waarna ze los laten en het staccato ritme van het couplet een laatste zetje geven: toe maar, het lukt vast heel goed. Toem-toem-toe, toem-toem-toe, waaroverheen Boudewijn zijn strenge voordracht geeft. De wende komt steeds met het dromerige intermezzo van Elly Nieman. Daar zwiert de melodie. Dat contrast is groot(s). Het ritme geeft een bepaalde stemming, die Boudewijn de Groot ondersteunt, terwijl Elly Nieman feëriek over het ritme, waarin inmiddels de gitaar is ingeruild voor de violen, zweeft met haar lichte stem.
En dat arrangement dan? Ik heb doorgezocht en kom steeds de naam Bert Paige tegen, een Vlaming geboren in 1920, maar stuit uiteindelijk op Cees Bruyn, over wie ik weinig kan vinden. Er is ook een Kees Bruyn, geboren in 1921 actief in de jaren 60 als arrangeur. Hoe dan ook, wat Cees Bruyn verder ook gedaan heeft, hij heeft als ruime 40ger een jonge man van 23 aan een weelderigheid geholpen, die, ik zeg het nog maar eens, eeuwigheidswaarde heeft. Dit nummer is zo ontzettend prachtig en als ik er dan een moet uitkiezen vandaag, dan zeg ik dat Prikkebeen het mooiste Nederlandstalige nummer ooit is. Dat is zeker voor 50% te danken aan Cees of Kees Bruyn.
En 'Picknick'? Dat is een album waar ik maar eens achteraan moet gaan. Daar staat beslist meer moois op.
Wo.
Je kunt hier naar 'Prikkebeen' luisteren:
https://www.youtube.com/watch?v=S7N7L-XlJO4
of kopen bij Bol.com
Maar wie is de drummer?
ReplyDeleteIk heb geen idee, maar ben zeker benieuwd. Als je het weet, voeg het antwoord toe zou ik zeggen....
Delete