“Nog een keertje”, hoorde ik haar enigszins smekend zeggen
toen ik de platenzaak in liep. Achterin de hoek zat een vrouw diep weggedoken
in het oude luisterhoekje dat nog steeds bestond. Daar werden de oude
grammofoonplaten beluisterd. Diep weggedoken, maar ze zag er ook best gelukkig
uit. Een opvallende combinatie.
Nu ik beter keek was ze rond de vijftig en zag er goed uit
voor haar leeftijd. Een beetje nieuwsgierig liep ik naar de draaitafel om te
kijken wat ze aan het luisteren was. Tullio de Piscopo met ‘Stop Bajon’. Ik had
er nog nooit van gehoord. Hoewel ze volledig opging in de muziek en me niet aan
leek te kijken, kon ik in haar ogen kijken. Ik zakte er langzaam in weg ………. en
stond in een discotheek. Aan de kleren te zien waren de zeventiger jaren
voorbij.
Ik hoorde en voelde de muziek. Een heerlijk zomers
vakantiegevoel. Ik keek om me heen en zag haar aan de bar met een man. Ze
lieten juist hun glazen voor wat ze waren en gingen dansen. Haar wijde zomerse
rok bewoog alle kanten op, alsof er een wind waaide die er in wekelijkheid niet
was. Haar energie was enorm. Ze genoot, minutenlang. Het couplet werd herhaald:
‘Primavera, primavera, primavera……’.
Met het weinige Italiaans dat ik ken begreep ik dat het over
de lente ging. En ineens, vlak voor mijn gezicht, leek de man op de dansvloer
op te lossen. Langzamerhand verwaaide hij in haar lentebries. En toen stond ze
alleen. De muziek hield op.
Ik kwam weer tot mezelf en ontdekte dat de vrouw rechtop was
gaan staan. Ze zuchtte en liep de zaak uit. De verkoper kwam naast me staan en
zei dat ze de plaat nooit kocht en alleen maar nu en dan kwam luisteren.
Iets in mij begreep dat, iets dat droefheid en geluk bij
elkaar bracht. Ik ging in het platenhoekje zitten, liet ‘Een beetje verliefd’
opzetten en zakte in mijn eigen herinneringen weg.
WoNoVice
WoNoVice
No comments:
Post a Comment