Soundgarden is – uiteraard - een van de 'grote vier' uit Seattle, naast
Nirvana, Pearl Jam en Alice in Chains. De laatste drie had ik ergens in de
periode dat mijn spijkerbroek net te gescheurd en mijn haar net te lang was al
eens live gezien. Toen ik dus las dat Soundgarden tijdens hun 'King Animal' tour
de bierhal aandeed hoefde ik niet lang na te denken. "Graag twee kaartjes,
danku!"
Voor de bierhal verzamelen zich vooral mensen van mijn leeftijd. De meesten
zijn de grungetijd duidelijk ontgroeid. Sommigen duidelijk niet. Eenmaal binnen
in de hal drijft de zoete geur van verdovende middelen al voorbij. Ah, de
herinneringen.
In het voorprogramma staat de Zweedse band Graveyard. De hardere nummers
zijn, naar mijn mening, eentonig en schreeuwerig. In de twee ballad-achtige
nummers die de mannen spelen komen ineens de verrassende muzikale kwaliteiten
van de zonder uitzondering belangharigde en besnorde muzikanten naar boven. Wat
een dijk van een stem heeft die zanger! Jammer genoeg is de rest van het
repertoire net als het begin.
Tijd voor Soundgarden. We kruipen verder naar voren, zo'n 15 meter van het
podium en in het midden. De perfecte plek, voor twee redenen. Soundgarden warmt
op met twee van hun minder toegankelijke nummers, Searching With My Good Eye
Closed en Jesus Christ Pose. Mijn medeconcertgangster kijkt me wat bezorgd aan -
ze is niet van de grunge-generatie en kent Soundgarden eigenlijk alleen vooral
van hun megahit Black Hole Sun, die ze overigens gelukkig niet in de setlist
hebben opgenomen. "Het is niet echt.. dansbaar of zo he".
En toen: Spoonman. Ik zeg tegen mijn medeconcertgangster "als je me kwijt
ben, ben ik daar"
"waar?" "twee meter voor je". Precies, de perfecte plek voor toegang tot de pit! We staan er recht achter. Alsof ik hooguit vijftien jaar jonger ben stuiter ik tussen de andere alsof-ze-hooguit-vijftien-jaar-jonger-zijnders door. En dan zie ik ineens, met een grote grijns op haar gezicht, mijn medeconcertgangster voorbij komen stuiteren. Niet dansbaar, mn zolen. Op dat moment kan mijn avond niet meer stuk. Bezweet en bebeukt gaan we even later weer een paar meter naar achteren, waar de zoete geuren van verdovende middelen nu gecombineerd zijn met die van zweet en bier. Ah, de herinneringen...
"waar?" "twee meter voor je". Precies, de perfecte plek voor toegang tot de pit! We staan er recht achter. Alsof ik hooguit vijftien jaar jonger ben stuiter ik tussen de andere alsof-ze-hooguit-vijftien-jaar-jonger-zijnders door. En dan zie ik ineens, met een grote grijns op haar gezicht, mijn medeconcertgangster voorbij komen stuiteren. Niet dansbaar, mn zolen. Op dat moment kan mijn avond niet meer stuk. Bezweet en bebeukt gaan we even later weer een paar meter naar achteren, waar de zoete geuren van verdovende middelen nu gecombineerd zijn met die van zweet en bier. Ah, de herinneringen...
En hoewel Cornell bij Outshined even zijn tekst kwijt raakt, is dat verder
totaal onbelangrijk, want wat is die man goed bij stem - en dat de hele avond.
De rest van de band is retestrak, maar de gitarist en bassist lijken wat
ongeinteresseerd. De drummer heeft het te druk om ongeinteresseerd te zijn. Het
geluid in de bierhal is redelijk; ik heb de mix beter gehoord en vooral het
volume was pittig. Luider is niet gelijk aan beter, meneer
geluidstechneut!
De toegift is het hoogtepunt van de avond. Van Flower naar Like Suicide
naar Rusty Cage (stuiter, stuiter) naar, op speciaal verzoek, een lange versie
van Slaves & Bulldozers. Een paar fans hadden dit nummer op een poster
geschreven, ondertekend en op het podium gegooid en de band besluit het verzoek
te honoreren. Het leidt tot de grootste moshpit van de avond en tot een waardige
afsluiter. We vergeten het vijf minuten gooien met gitaren, draaien aan effecten
en versterkers en in het algemeen maken van oorverdovende herrie daarna maar.
Dat was 20 jaar geleden al niet cool.
No comments:
Post a Comment