De
Franse singer-songwriter (en actrice) Camille (Dalmais) begon haar
muzikale carrière als ‘zuchtmeisje’ in de succesvolle Franse band
Nouvelle Vague (die met speels gemak new wave klassiekers transformeerde
in zwoele Franse pop met een vleugje Bossa Nova), maar maakt sinds het
begin van het huidige millennium buitengewoon fascinerende soloplaten.
Sinds
het bijzondere, zeer veelzijdige en deels Engelstalige Ilo Veyou uit
2011, hebben we het moeten doen met een aardige live-plaat (Ilo Lympia),
maar vorige week lag er bijna uit het niets gelukkig weer eens een
nieuwe plaat van de uit Parijs afkomstige singer-songwriter op de mat.
Waar
de vorige platen van de Française alle kanten op schoten, heeft Camille
dit keer een wat eenvormige plaat gemaakt. Ouï is bovendien een plaat
die net wat minder lijkt te experimenteren dan we van Camille gewend
zijn. Een ieder die nu denkt dat Camille dit keer op de proppen komt met
zwoele en verleidelijke maar monotone Franse kauwgomballenpop, komt
echter bedrogen uit.
Camille
gebruikt voor alle songs op Ouï een vergelijkbaar recept, maar het is
zeker geen alledaags recept. Waar de Française in het verleden nog wel
eens uitpakte met een volle en uitbundige instrumentatie, moet Ouï het
doen met uiterst spaarzaam ingezette en wat kille synths en over het
algemeen genomen sobere percussie. Hier en daar vliegt de instrumentatie
wat uit de bocht en eenmaal flirt Camille zelfs met funky dance, maar
in de meeste tracks kiest Camille voor een behoorlijk ingetogen geluid.
De
instrumentatie is sober en kaal, maar Ouï is desondanks een vol
klinkende plaat. Camille vult de lege ruimte makkelijk met haar mooie en
warme stem, maar heeft ook nog uit meerdere lagen bestaande koortjes
toegevoegd.
Het
levert een verre van alledaags geluid op en het is een geluid dat zeker
niet iedereen zal kunnen waarderen, wat ook wel blijkt uit flink wat
minder positieve recensies van de nieuwe plaat van de Franse lieveling
van de critici. Zelf
was ik ook niet direct overtuigd van de kwaliteiten van het
voornamelijk Franstalige Ouï (alleen de protestsong Seeds is
Engelstalig), maar Ouï heeft me langzaam maar zeker voor zich gewonnen.
De
sobere synths op de plaat en de subtiele percussie vervliegen bij eerste
beluistering vrij makkelijk, maar hebben na enige gewenning een
bezwerend of zelfs hypnotiserend effect. Hetzelfde geldt voor de mooie
en uiteindelijk toch ook weer verleidelijke vocalen van Camille, die al
haar songs voorziet van een bijzonder keurmerk, maar af en toe ook op
meer conventionele wijze de sterren van de hemel zingt. De
koortjes vind ik af en toe wel wat over the top, maar dat is een
kwestie van smaak. Bovendien voorzien ze Ouï van dynamiek, die zeker
welkom is op de verder vrij sobere plaat.
Camille
heeft al met al weer een bijzonder klinkende plaat aan haar zo mooie
oeuvre toegevoegd. Het is een plaat waaraan je moet wennen, maar dat
geldt voor alle platen van de Française. Wanneer je eenmaal gewend bent
aan het nieuwe geluid van Camille openbaart zich al snel een
sprookjesachtig muzikaal landschap. Kom bij Camille niet om de zoete
sprookjes met de gelukkige afloop, maar verwacht alle kanten op
geslingerd te worden, precies zoals de muzikante uit Parijs dat al zo
mooi en avontuurlijk deed op haar vorige platen. Het duurde even, maar
ook Ouï is voor mij inmiddels weer een plaat om te koesteren.
Erwin Zijleman
Je kunt hier luisteren naar 'Fontaine De Lait':
https://www.youtube.com/watch?v=RPOy8PXrXQs
No comments:
Post a Comment