Waxahatchee,
het alter ego van Amerikaanse singer-songwriter Katie Crutchfield
haalde eind 2013 de Amerikaanse jaarlijstjes met haar tweede plaat
Cerulean Salt. (Lees de recensie hier: http://wonomagazine.blogspot.nl/2014/01/cerulean-salt-waxahatchee.html) De plaat kreeg vervolgens ook in Nederland enige aandacht, maar inmiddels lijken we Waxahatchee hier al weer vergeten.
Ik ben
Waxahatchee echter zeker niet vergeten. Cerulean Salt vergeleek ik eind
2013 met het briljante Exile In Guyville van Liz Phair en dat is een
plaat waarmee maar heel weinig platen vergeleken mogen worden. Cerulean
Salt vergeleek ik hiernaast met het betere werk van PJ Harvey, Cat
Power, Kristin Hersh, Sinéad O'Connor, Juliana Hatfield, Ani DiFranco en
Sleater Kinney, zodat ik met behoorlijk hoge verwachtingen uitkeek naar
de nieuwe plaat van Waxahatchee.
Deze
verscheen aan het begin van deze maand, maar krijgt in Nederland tot
dusver helaas nauwelijks aandacht. Dat is niet alleen onbegrijpelijk
maar ook doodzonde, want Ivy Tripp maakt mijn bijzonder hooggespannen
verwachtingen meer dan waar.
Ook bij
beluistering van Ivy Tripp komt het bovenstaande rijtje namen voorbij,
maar net als op Cerulean Salt voegt Katie Crutchfield ook dit keer een
flinke dosis eigenzinnigheid toe. Het levert stekelige popliedjes op
waarvan je alleen maar kunt houden.
Vergeleken
met zijn voorgangers rammelt Ivy Tripp net wat minder en dat komt de
songs van Waxahatchee alleen maar ten goede. Nog meer dan op deze
voorgangers heeft Waxahatchee een duidelijk eigen geluid en het is een
geluid om te koesteren.
De muziek
van Katie Crutchfield liet zich al niet in een hokje duwen en laat dat
nog steeds niet toe. Ivy Tripp schiet hiervoor teveel kanten op en
schakelt bijna achteloos tussen hopeloos aanstekelijke rocksongs, meer
ingetogen songs en songs waarin Waxahatchee met wilde halen buiten de
lijntjes mag kleuren.
Vergeleken
met het zeker al niet misselijke Cerulean Salt laat Ivy Tripp op
meerdere terreinen groei horen. In vocaal opzicht klinkt Katie
Crutchfield een stuk zelfverzekerder, wat zowel in de meer ingetogen als
in de wat uitbundigere songs prima vocalen oplevert.
In
muzikaal opzicht rammelt Ivy Tripp zoals gezegd wat minder dan zijn
voorgangers, maar hier blijft het niet bij. De instrumentatie op Ivy
Tripp is voller dan op de vorige platen van Waxahatchee, maar zit ook
vol verrassingen. Het gitaarwerk is vaak hoekig en elementair, maar
minstens net zo vaak van een enorme schoonheid. Ook de bijdragen van
(80s) synths en subtiel ingezette ritmeboxen geven de muziek van
Waxahatchee steeds weer een net wat ander geluid en het is een geluid
dat zeker niet alledaags is.
Nog meer
dan op Cerulean Salt verrast Waxahatchee op Ivy Tripp met een serie
geweldige popsongs. Het zijn popsongs die de grenzen opzoeken, maar het
zijn ook popsongs die goed zijn voor een brede glimlach.
Waxahatchee
werd bijna anderhalf jaar geleden terecht opgenomen in de jaarlijstjes
van de eigenzinnigere muziektijdschriften en muzieksites, maar blijkt
inmiddels een paar stappen verder. Ivy Tripp wordt inmiddels dan ook
bejubeld in de Verenigde Staten en daar valt niets, maar dan ook niets
op af te dingen. Hopelijk ontdekken we dat in Nederland ook snel, want
Ivy Tripp is een plaat die je nog lang zal heugen en koesteren.
Erwin Zijleman
Je kunt hier luisteren naar 'Air':
https://www.youtube.com/watch?v=O2BpdpmqkDA
Of kopen bij Bol.com
No comments:
Post a Comment