maandag 3 september 2012

Bergen Zo Hoog Als De Diepte Van De Afgrond

Als de schrijver eenzaam op zijn racefiets de zoveelste berg beklimt en zich steeds beroerder voelt komt hij tot scherpere inzichten. Waar hij is weet hij gedurende de rit niet meer. Alleen dat de finish eindigt bij zijn pas aangeschafte woning. Een oud houten huis met alleen aan de onderste laag stenen tot ongeveer anderhalve meter. Uit voorzorg altijd naast zijn bank een fles sterke drank. Hij zwoegt en ploegt net als de vele eerste stappen aan een verhaal of liever gezegd verslag van het leven. Nog 17 kilometer ziet hij door zijn beslagen bril. De mist doet zijn zicht dempen. Na een korte afdaling houdt hij de pedalen stil en zoekt naar zuurstof. Om daarna de laatste beklimming aan te gaan. In zijn hoofd speelt muziek waarbij niet vastgesteld kan worden welk genre. Echter klinkt het harmonisch in zijn nu raadselachtige stemming. Wat meer weg heeft van een bijna dood ervaring. Een tunnel met lichtgevende mist.
 
In zijn huis niets van moderne technologie. Als hij iets van de buitenwereld wil opvangen rest hem niets anders dan een raam open te schuiven. Er vallen enige regels bij hem te binnen…
 
Een eenzaam heelal zo groot en wijds en maar uitdijt.
Hier op aarde zijn de menselijke motieven vaak zo bekrompen en uit op winst op korte termijn.
Een natuur in samenzang van alles wat groeit, kleurt en geurt.
De aarde moest uitsluitend een tuin zijn om van te genieten totdat je volledig de mist in gaat.
 
Zijn gedachten waren nogal wispelturig, maar goed van aard.
 
Bij zijn domicilie aangekomen, moe, en vrijwel uitgeput verlaat hij zijn fiets tegen de gevel. Sleutelt het slot los en valt op de bank. Onheilspellend weer sluipt naderbij. De hemel is als inkt, bliksem, regen en de donder klinkt als van een boze demon die in zware bassen zijn vernietigende slagen laat horen. Hij komt langzaam tot leven.  Liggend op de bank pakt hij een fles sterke drank, zet het aan zijn mond en drinkt, drinkt zoveel dat het bijna als koolzuur zijn neus weer wil verlaten. Terwijl het natuurgeweld zijn weerga niet kent, richt hij zich op. Gaat aan zijn schrijftafel zitten. En dan, ja dan…vloeit uit zijn pen het verhaal dat hij nooit aan één enkele sterveling op aarde heeft durven te vertellen.
 
Marcel R. van der Kwaak

Geen opmerkingen:

Een reactie posten