Villagers begon ooit met behoorlijk ingetogen folky songs, maar de band rond Conor J. O’Brien pakt op haar nieuwe album flink uit met een opvallend bont klankentapijt en songs vol bijzondere wendingen.
Conor J. O’Brien heeft twee jaar gewerkt aan het nieuwe album van Villagers en het is een buitengewoon ambitieus album geworden. De instrumentatie is overvol maar bijzonder smaakvol, terwijl de songs alle kanten op schieten, maar toch een eenheid vormen. Fever Dreams klinkt vaak als een psychedelisch soul en jazz meesterwerk uit de jaren 60, tot de Ierse band je toch weer het heden in sleurt. Het is een album dat bol staat van de ambitie, waaraan Villagers zich makkelijk had kunnen vertillen, maar na een paar keer horen valt alles op zijn plek en is duidelijk dat de Ierse band haar niet misselijke vorige albums nog maar eens heeft overtroffen. Wat een album.
De Ierse muzikant Conor J. O’Brien heeft de afgelopen elf jaar met zijn band Villagers gebouwd aan een fascinerend oeuvre. Het begon allemaal in 2010 met het wonderschone Becoming A Jackal dat betoverde met ingetogen maar ook prachtig ingekleurde folky songs. De lijn van het debuut werd twee albums (en een live-album) doorgetrokken, maar net toen de klad er wat in leek te komen, keerde Villagers in 2018 terug met het ijzersterke en een stuk avontuurlijkere The Art of Pretending To Swim.
Dat laatste album heeft de lat hoog gelegd voor het deze week verschenen Fever Dreams, maar dit blijkt al heel snel een sensationeel goed album. Conor J. O’Brien levert met Fever Dreams een ambitieus album af, dat zich breder laat beïnvloeden dan zijn voorgangers en dat ook nadrukkelijker het avontuur opzoekt.
Folk is altijd een belangrijk bestanddeel van de muziek van Villagers geweest en dat is op het nieuwe album van de Ierse band niet anders, maar Conor J. O’Brien sleept er dit keer van alles bij, waardoor het album flink anders klinkt dan zijn voorgangers. Fever Dreams flirt intens met psychedelica en nog veel steviger met jazz en oude soul. Het is slechts het topje van de ijsberg.
De Ierse muzikant kleurde zijn muziek op The Art Of Pretending To Swim al voller in, maar Fever Dreams is werkelijk volgestopt met instrumenten. In de meeste songs zijn flink wat strijkers en blazers toegevoegd en om het nog wat voller te laten klinken wemelt het ook van de koortjes en elektronische soundscapes.
Het is soms teveel om in een keer te bevatten, maar wanneer de vocalen ook nog eens worden vervormd en de verrassende wendingen elkaar in razend tempo opvolgen, is Fever Dreams, zeker bij de eerste keer horen, een album dat je compleet overrompelt.
Qua invloeden schiet het alle kanten op, maar Fever Dreams stapt ook nog eens met zevenmijlslaarzen door de muziekgeschiedenis. Het ene moment ben je bij de grote albums van Curtis Mayfield en Marvin Gaye uit de laten jaren 70, niet veel later bij de psychedelische albums van de Beatles, maar er zijn ook passages die op een psychedelisch album van Prince niet hadden misstaan en dan zijn er ook nog de Burt Bacharach achtige arrangementen en de associaties met Bowie’s Blackstar, zeker wanneer een saxofoon opduikt.
Fever Dreams klinkt hier en daar zo ingetogen en lieflijk als Villagers in haar jonge jaren klonk, maar de muziek van de band is veel spannender en minder voorspelbaar geworden. De instrumentatie is prachtig, maar ook de net wat gevarieerdere zang van Conor J. O’Brien spreekt wat mij betreft meer tot de verbeelding dan in het verleden, met hier en daar vrouwenstemmen als smaakvolle accenten.
Het album staat vol met songs die het oor zachtjes strelen, maar die op hetzelfde moment de fantasie intens prikkelen . Het levert een fascinerende luistertrip op, die misschien begint in de tweede helft van de jaren 60, maar die song na song in het heden eindigt. Een aantal songs klinkt betrekkelijk ingetogen, maar Fever To Dream heeft ook volop eclectische momenten.
Zeker bij beluistering met de koptelefoon hoor je uit hoeveel lagen het rijke geluid op het album bestaat en hoe mooi alle afzonderlijke onderdelen zijn. Ik blijf het nieuwe album van Villagers maar verder ontrafelen, maar het geheel wordt ook steeds krachtiger. Wat een geweldig album van deze Ierse band.
Erwin Zijleman
No comments:
Post a Comment