Een aantal jaren
terug op een vrijdagavond…
Ik neem achter in
de kerk plaats. Langzaam loopt de kerk vol voor een nachtmis. Om niets van dit
schouwspel te missen heb ik, doordat mijn ogen last hebben van een kleine
refractiefout, mijn bril meegenomen. Zo zie ik de kerk scherp en geniet van
deze voor mij bijzondere gebeurtenis. Kan ik u alvast verklappen. Ik kan u
helaas door wat ik meemaakte niet vertellen welke kerk het betreft in de
sleutelstad Leiden. Een vrouw met een huilend kind zoekt een zitplaats. Het
bezorgt mij ergernis. Ik maak haar duidelijk dat de drie lege zitplaatsen naast
mij al bezet zijn. Die overigens onbezet blijven. Gelukkig heb ik om deze zaak
van gevoelens in bedwang te houden proviand meegenomen. In mijn binnenzak heb
ik een flacon met inhoud die mij deze donkere dagen tussen kerst en oudjaar
zonder al te veel onrust moet doorslepen. Om het oude jaar dat er dan niet meer
is en het nieuwe jaar weer schoon te beginnen. Ik zie het als een reiniging of
gelijktijdig een wassing om mijn geest weer in het juiste spoor te krijgen. Nadat
een aantal aanwezigen handen schuddend een zitplaats hebben gevonden. Begint de
voorstelling met gezang. Een koor van jonge en oudere vrouwen. Het klinkt
prachtig en doet mij een aantal keren moeilijk slikken.
Ben onder de
indruk. Kijk de hele ruimte nog eens aandachtig rond. Mijn speciale aandacht
blijft rusten bij de enorme kerstboom in de hoek vlakbij een witte zuil die
zich mooi aftekent tegen het binnen stralen van het volle maanlicht, door de
afgebeelde Bijbelse figuren glas- in- rood raam.
Ongestoord pak ik
de flacon uit mijn binnenzak. Schroef het open. En doe mij tegoed aan de
inhoud. Het koor beëindigd het gezang in een lange echo, dat terugkaatst tegen
het hoge plafond. Bij de aanwezigen voel ik beroering. Een stilte die je nog
maar weinig tegenkomt in deze tijd met zoveel mensen bijeen. De dominee spreekt
een gebed. Door zijn donkere stem hoor ik niets van wat hij oreert. Ik wieg de
flacon om de hoeveelheid ervan te kunnen traceren. Neem nog enkele slokken.
Schroef het weer dicht en steek het weer in mijn binnenzak van mijn colbert.
Het koor zingt nog enkele coupletten. Tijdens het gezang voel ik een aanblik
vanuit de hoek nabij de kerstboom.
Tussen de zuil en
het raam is een doorschijnend gezicht te zien. Ik poets snel nog mijn
brillenglazen en voordat ik het weer opzet is het verdwenen. Wel zie ik dat als
bij een lekkage vocht langs de zuil loopt. Als de aanwezigen opstaan en de kerk
verlaten blijf ik als laatste zitten. “Is er iets?” hoor ik de dominee vragen.
Ik sta op en verlaat de kerk op weg naar huis.
Marcel R. van der Kwaak
No comments:
Post a Comment