Tuesday, 20 February 2018

Hay. Sander Donkers

"Biografie van grootste rockster van Nederland" luidt de ondertitel van Hay. Dat lijkt me volkomen terecht. De man die helemaal aan het einde van het boek ineens echt tevoorschijn komt, als een soort appendix, Herman Brood, mag uiteindelijk niet eens in de schaduw van Barry Hay (en zijn drie Earring broeders) staan. Laten we wel wezen, een paar leuke hits en verder veel raar gedrag en merkwaardig populaire schilderijen in de slipstream van zijn functie als nationale knuffeljunk. Zoals ik al schreef, er is qua prestaties geen vergelijking mogelijk, met niemand.

Barry Hay is dan toch echt de enige die deze titel met verve mag dragen. Als dit boek iets laat zien, dan is het de wijze waarop de Earring in de laatste 25 jaar verworden is tot een Nederlands icoon, rock royalty, waarvan wij er verder geen hebben. Er is niemand meer actief op dat niveau. Ze zijn allemaal aan de kant van de weg achtergelaten.

Sander Donkers heeft een soort pact gesloten met Barry Hay en zijn gezin, waardoor hij op de huid van Hay kon kruipen en alle verhalen die Barry kwijt wilde direct kon optekenen. Het laat zien hoe verwarrend zijn jeugd geweest moet zijn als jongetje van zeven die door zijn moeder uit zijn geboorte land, India, wordt weggeplukt en in Nederland op kostscholen wordt geplaatst. Daarna hoe dat jongetje uitgroeid tot een zanger in Haagse bandjes, tot dat hij gevraagd wordt in de Golden Earrings te komen spelen, een band die duidelijk haar plafond had bereikt in de toenmalige samenstelling met zanger Frans Krassenburg, aan wie verder niet één woord vuil wordt gemaakt. Ja, deze man zal zich verraden gevoeld hebben. Met Hay ging het direct de vaart der volkeren in. Vooral toen bleek dat de band echt beter werd door zijn zang, uitstraling en beheersing van het Engels. En door te kiezen voor ROCK. Langzaam groeide hij uit tot de tekstdichter van de band, met vrijwel alle grote hits op zijn naam. Natuurlijk, het muzikale talent van George Kooymans staat aan de basis van alles.

Het boek leest als een jongensboek. De schelm die door het leven struint en eigenlijk vrijwel overal mee weg komt. Een rokende puinhoop achter laat hier en daar, inclusief zichzelf. De financiële, bijna ondergang, komt niet als een verrassing wie 'Haagsche Bluf' en nu 'Hay' leest. De rand van de afgrond die de V.S. heet. Het geplukt worden door managertypes als Freddie Haaijen en Willem van Kooten, zonder wie wij allemaal nooit van hen gehoord hadden, wat het zo dubbel maakt. Ook voor Barry Hay zelf. Het mooie en misschien ook wel knappe van deze band is, dat ze het allemaal net op tijd inzagen en de zakelijke kant zelf ter hand hebben genomen. Vanaf dat moment is er een stijgende lijn. Niet zo zeer meer in platenverkoop, maar wel in pure omzet en winst. Golden Earring vond zichzelf niet alleen muzikaal een paar keer opnieuw uit, maar ook zakelijk. Dat is uiteindelijk het werkelijke geheim achter deze band en de reden waarom ze er nog steeds zijn. Naast ijzersterke hitsingles hadden de mannen het uithoudingsvermogen om door te zetten, ook als het (zwaar) tegenzat.

De persoon Barry Hay? Ja, wat moet ik er van zeggen? Hij leeft zijn rock en roll droom, ten volle, maar lijkt mij van de buitenkant, maar door het boek ook van zijn binnenkant, een moeilijk persoon. Iemand die uiteindelijk weg blijft vluchten van een paar demomen, die, eenmaal geconfronteerd, zijn leven misschien iets makkelijker kunnen maken. Hij accepteert het allemaal wel, stapt makkelijk over dingen heen. "There's no such things as perfect paradise", lijkt zijn levensmotto te zijn. Ook weer niet zo slecht. Toch, dat deel van het boek interesseert mij eigenlijk het minste. Wel ben ik blij voor hem dat hij het geluk gevonden heeft met Sandra en zijn dochtes en vol omarmt.

Het is mooi om te lezen hoe de band zich ontwikkelde en Barry als zanger. Voor mij persoonlijk is de Earring altijd een singles band geweest. Ik heb veel van hun jaren 70 en 80 albums, maar uiteindelijk speelde ik ze zelden en kwam ik altijd uit bij een Arcade of K-Tel Greatest Hits lp. Hun singles heb ik door de jaren heen bij elkaar gespaard. Er ontbreken er nog een paar, vooral van voor 1969. De aller, allermooiste heb ik wel 'Just A Little Bit Of Peace In My Heart' een wondertje van muzikale schoonheid. De laatste aanwinst is 'Where Will I Be', die ik een paar maanden terug tweedehands op de kop tikte voor een paar euro. Voor nu heb ik me voorgenomen om 'Seven Tears' weer eens op te zetten. Dat begint me 'She Flies On Strange Wings'. Nog zo'n enorm sterke single van Golden Earring.

Wat het hele verhaal mij weer eens deed realiseren is hoeveel goede en echt heel erg goede nummers deze band geschreven heeft in de afgelopen 52 jaar. Ja, 52 jaar, dat staat er echt en daarvan heb ik er heel veel bewust mee gemaakt, die hele groei vanaf eind jaren 60 mogen beluisteren. En dan gaat mijn petje nu gewoon even af voor Neerlands grootste rockster en zijn drie strijdmakkers. Chapeau!

Wo.

No comments:

Post a Comment