The Rolling
Stones maken ondertussen al ruim 40 jaar jaar een onderdeel van mijn leven uit,
dus als de kans zich voordoet om het verhaal van binnenuit te lezen, dan is het
tijd om met het boek in de hand in een hoekje te gaan zitten. Na ‘Stone alone’
van Bill Wyman uit de jaren 90 is ‘Life’ van Keith Richards de tweede Stone die
een boekje open doet over zijn jaren in de band, die ooit de grootste rock and
roll band op Aarde was.
De Stones
ontdekte ik in 1969. In de top 40 kwam ‘Honky tonk woman’ binnen en werd
natuurlijk veel op de radio gedraaid. Het was de eerste single zonder Brian
Jones en met Mick Taylor. Niet dat ik dat wist. Mijn buurjongen Hans had een greatest hits elpee en
zo leerde ik nog een aantal nummers kennen, waaronder ‘2.000 Light years from
home’. Het verhaal heb ik recentelijk opgehaald in de Beatles vs. de Stones
vraag voor WoNo Magazine (nog te publiceren). Hans deed zijn platen ook gewoon weg. Ik kocht ‘Street
fighting man’ van hem voor ƒ0,85, als ik het me goed herinner. Mijn eerste Stones single. Het werd een
band voor het leven. The Rolling Stones werden in de jaren 70 mijn band. In
1976 werd ‘Black and blue’ mijn eerste Stones elpee,
heel snel gevolgd door ‘Goat’s head soup’. BnB kocht ik in Engeland voor £2,69.
Nog steeds vind ik het een geweldige plaat. Sterker, ik heb hem, op cd, deze
week nog gedraaid tijdens het koken. Heerlijk om mee te zingen.
‘Life’ boeide me vanaf de eerste regel. De directheid van de stijl maakte
dat het voelde alsof ik werd toegesproken en dat sprak me aan. De beste
omschrijving voor het boek is eigenlijk een schelmenroman, zoals ‘Scar tissue’
van Anthony Kiedis dat ook is. Een gedeelte van ‘Life’ beschrijft het leven van late
tieners, vroege twintigers en jong volwassenen die in de jaren 60 geheel nieuwe
dingen deden, grenzen opzochten en genoten van de mogelijkheden die de tijd hen
bood. Dingen waar de gevestigde orde en het grootste deel van de maatschappij
niet op zaten te wachten en dat gedrag moest en zou gecorrigeerd worden. Agenten
sloegen er hier en daar wat op jongeren in, die bij concerten flink
rebelleerden en de Stones werden de nucleus van de reactie tegen de insubordinatie
van de jeugd. Keith beschrijft het zo: “The Beatles waren geadopteerd door de
ouders, dus bleven wij over om gepakt te worden”, terwijl ze eigenlijk alleen
maar bezig waren met doen waar ze goed in waren, geweldige muziek maken. En passant lieten zij alle geneugten die jong, beroemd en bemiddeld zijn zo met zich mee
brengen niet links liggen. Richards voelt het nog steeds als onrecht dat de hele band is
aangedaan. Hij fileert Jagger dan ook volkomen als deze jaren later een o.b.e.[1]
aanneemt van datzelfde establishment, waar Richards hem niet accepteert. Nog
steeds boos op de maatschappij van toen. Het boek toont op prachtige wijze het
kromme aan, de paradox. The Stones braken een aantal regels en wetten, maar komen
daar voor een groot deel mee weg omdat ze beroemd zijn en geld hebben (het
bijna hilarische relaas van een arrestatie op het platte land van Arkanas in de
proloog spreekt boekdelen), terwijl ze steeds weer opgepakt worden juist omdat
ze beroemd zijn. De voorbeeldfunctie waar opsporende instanties naar op zoek
zijn. De hoofdprijs. Een gevecht dat nu als een achterhoede gevecht bestempeld
kan worden van oud tegen nieuw, jong tegen oud. En jongeren, als groep, deugen natuurlijk nog steeds
niet.
Diegenen die meer
willen weten over de totstandkoming van de muziek komen beslist aan hun
trekken. Ik denk dat dit ongeveer zo dicht is als dat een buitenstaander via
een boek in de buurt kan komen van zoiets ongrijpbaars als (het maken van)
muziek. Richards deelt zijn liefde voor muziek met zijn lezers, vertelt met passie over zijn helden, wie hem beïnvloed hebben, te beginnen met zijn opa aan moeders kant en wie muziek met hem
hebben gemaakt. Menig beroemdheid komt voorbij.
Dat geldt ook
voor degenen die alles willen weten van de excessen en schandalen, die toch een
flink portie van dit boek uitmaken. Zij komen volledig aan hun trekken, al is
dat niet direct mijn kopje thee. Als ik er iets bij voel, dan is het medelijden
met waar de eerste twee kinderen doorheen moesten. Vooral zoon Marlon die de
wereld rond werd gesleept en voor zijn junkvader zorgde. (Het derde kind stierf
als baby een wiegendood. Door verwaarlozing door junkie ouders? We zullen het
nooit weten.)
Keith kan het niet laten naar Mick uit te halen. Er is iets wat
mij zegt dat er sprake is van een verwijdering tussen de twee, wat nooit meer
goed komt. Het komt mij toch voor als een vorm van jaloezie, wellicht zelfs een minderwaardigheidscomplex. Dat is jammer, als dat op zo ver gevorderde leeftijd nog steeds een rol moet spelen. Aan de andere kant laat Richards zien dat hij volledig menselijk is,
door gevoelens van liefde, zorg en inleving te tonen die je niet direct achter
de stoere pose van de rock en roll ster verwacht. Dit nam mij uiteindelijk toch voor hem in, maar wat ben ik blij dat ik niet met deze man hoef samen te leven.
Alles optellend
is ‘Life’ een geweldig boek voor Stones fans, maar ook voor niet fans. Maar pas
op, een waarschuwing is op zijn plaats. De riff-meister geeft zelf aan “Don’t
try this at home”. Ik neem aan dat hij een uitzondering maakt voor de muziek.
Wo.
No comments:
Post a Comment