Monday, 30 June 2025

Lemoncello. Lemoncello

Lemoncello is de nieuwste aanwinst van het bijzondere Ierse label Claddagh Records en ook het debuutalbum van Laura Quirke en Claire Kinsella is weer een album dat hoge ogen kan gaan gooien in de jaarlijstjes.

Het debuutalbum van Lemoncello is een album dat door het platenlabel van het duo uit Dublin snel in het hokje traditionele Ierse folk zal worden geduwd. Daar is ook wel iets voor te zeggen, maar Laura Quirke en Claire Kinsella beperken zich zeker niet tot het keurslijf van dit genre. De instrumentatie die vooral bestaat uit cello en gitaar is niet alleen eigenzinnig, maar schuwt ook het verwerken van invloeden uit de jazz en de klassieke muziek niet. De muziek van Lemoncello kan traditioneel maar ook eigentijds klinken en het is muziek die voor een belangrijk deel wordt bepaald door de bijzondere en prachtig bij elkaar passende stemmen van Laura Quirke en Claire Kinsella. Prachtalbum.

Het label Claddagh Records dook aan het eind van de jaren 50 op en richtte zich op de promotie van traditionele Ierse folkmuziek. Aan het eind van zijn leven besloot de oprichter van het label om Claddagh Records nieuw leven in te blazen, wat heeft geresulteerd in een aantal interessante reissues. Een boek over de geschiedenis van het roemruchte label verschijnt binnenkort. 

Het label is tot dusver helaas niet erg scheutig met het uitbrengen van nieuwe muziek, maar iedere nieuwe release van het fameuze label is raak. Vorig jaar leverde Claddagh Records met CYRM van ØXN een van de allerbeste albums van 2023 af en eerder dit jaar maakte het label indruk met het bijzonder fraaie Yellow Roses van Niamh Bury, dat over een maand of 7 zeker een kandidaat is voor mijn jaarlijstje. Deze week is het de beurt aan de derde nieuwe aanwinst van het Ierse label en ook het titelloze debuutalbum van Lemoncello is een voltreffer. 

Lemoncello is een duo dat bestaat Laura Quirke en Claire Kinsella en dat in eigen land en in het Verenigd Koninkrijk al flink de aandacht trok met twee uitstekende EP’s. Beide Ierse muzikantes beschikken over een bijzonder mooie en ook karakteristieke stem, maar Laura Quirke speelt bovendien op bijzondere wijze gitaar, terwijl Claire Kinsella uitstekend overweg kan op de cello. 

Net als ØXN en Niamh Bury maakt Lemoncello muziek die deels is geworteld in de traditionele Ierse folkmuziek, maar ook Laura Quirke en Claire Kinsella geven een eigenzinnige draai aan deze invloeden uit het verleden en slepen er bovendien invloeden uit andere genres bij, waardoor het album van Lemoncello in bredere kring in de smaak zal vallen.

De muziek van Lemoncello is vooral ingetogen, want veel meer dan gitaar en cello heeft het duo uit Dublin niet nodig. Het levert bijzondere klanken op, die in een aantal gevallen sober en ondersteunend zijn, maar die hier en daar ook wat spookachtig kunnen klinken, al is het niet zo donker en dreigend als bij ØXN. 

Invloeden uit de folk in het algemeen en de Ierse folk in het bijzonder spelen een belangrijke rol op het debuutalbum van Lemoncello, maar het tweetal beperkt zich zeker niet tot de traditionele Ierse folk. Naast invloeden uit de folk van het heden zijn ook invloeden uit de jazz en de klassieke muziek hoorbaar in het geluid van Lemoncello, maar bedoeld of onbedoeld heeft het album hier en daar ook een indie vibe. 

Het tempo op het album ligt laag en de instrumentatie is sfeervol en stemmig maar ook behoorlijk sober. Het zorgt er voor dat er behoorlijk veel ruimte open blijft in het geluid van Lemoncello en die ruimte wordt deels gevuld door de stemmen van Laura Quirke en Claire Kinsella. De Ierse zangeressen zingen met veel gevoel en de nodige melancholie en houden de rijke tradities van de Ierse folk in ere. Ik ben niet altijd gek op de zang in dit genre, maar de stemmen van Laura Quirke and Claire Kinsella zijn prachtig, zeker wanneer ze samen door de speakers komen. 

De zang op het album versterkt het bezwerende karakter van de muziek van Lemoncello, die ik persoonlijk het mooist vind wanneer de instrumentatie bijna minimalistisch is en de zang uit de tenen komt, maar ook als de teksten van Lemoncello bijna worden voorgedragen overtuigen de songs van het duo uit Dublin me bijzonder makkelijk. 

Zoals gezegd is het bijzondere Claddagh Records vooralsnog niet erg scheutig met het uitbrengen van nieuwe muziek, maar zo lang het label albums uitbrengt van het niveau van de albums van ØXN, Niamh Bury en deze week Lemoncello, hoor je mij echt niet klagen.

Erwin Zijleman

 

Je kunt het album hier bestellen:

https://claddaghrecords.com/collections/lemoncello-1 

Sunday, 29 June 2025

2025, week 26. 10 singles

Yes, back once more before the summer recess that is coming closer fast. After more than a week in Oslo. Norway, I'm back home enjoying being at home and listening to some new music. Hundreds of emails behind and not enough time to catch up. Real life is also important. This week we have some new names, as well as a few very recent ones and a few names that are around for some time. The mix of music is nice too, but I have to say that most songs remind me of things past. Certainly nice, to very good, but in one form or another done before. Experience comes with age, so if you are (much) younger this will be very different. Enjoy either way!

Unicorn. Rio Kosta

Let's start this week's singles post with an ultimate poptrack. The description coming with the song mentioned Tame Impala and I fully understand why. At the same time Unicorn is more poppy, with a hint of the ploppy bass of Air (and Serge Gainsbourg before it) and the dreamy wave of a band like Warpaint. Singer Kosta Galanopoulos has an as high voice like singer Alex Maas of The Black Angels. Putting it all together results in a dreamy pop song with which Rio Kosta presents itself for the second time to the world (and the first time on this blog). In fact Unicorn was the first track Galanopoulis and Mike Del Rio worked on together. In nothing it shows that this is what could have been a unique event. The two kept working together, resulting in album 'Unicorn' that will be released on 19 July.

Nothing On Me. White Lies

'All or nothing' Steve Marriot sang on one Small Faces' greatest hits, released in 1966. That title sort of describes my relationship with English trio White Lies. With the needle pointing more often to the nothing section if I'm honest. When I recently heard Nothing On Me on the radio, the needle shot fast to the all good part of the dial. A lot of boxes were ticked within a few seconds. Yes, I can hear you saying of course, as White Lies is ticking a thousands boxes in the 2.44 minutes the single last. I can keep on pointing to references until tomorrow morning. I will not do that and let you pick out your own favourites from the last say 10, 15 years. Nothing On Me is a delightfully charged song where the energy oozes out of. White Lies is on fire and running for its life, making this great music along the way. I did not know the band had it in it and I'm the happier finding out it does.

Return Of Youth. DIIV

DIIV can be found on this blog in its first year, 2012, with the album 'Oshin' and later once again. It has been quiet though and now there's Return Of Youth. It is a slow and dreamy track, with a lot of clarity in the sound spread out all around the rhythm section. Listening to the song is like coming home and drawing a nice warm bath or stepping into the shower attuned to your favourite temperature. The song may be slow, the drums are so solid in sound, a cymbal is crashed regularly for dramatic extras. It's the guitars though that draw me into the song. There are quite a few you'll notice. Around them in the long intro all sort of wobbly sounds are interjected. Singer Zachary Cole Smith is softness itself and his voice hovers over the music like an apparition. In other words, I'm totally happy with this new DIIV song, except for the long outro. The band could have left that for the ten year anniversary version as far as I'm concerned. For the rest, there's not a complaint possible.

Pistols At Dawn. The Spackles

Besides the video accompanying the song that contains animation clips from the 1930 and 40s, including Betty Boop, The Spackles bring alive music that went sort of out of style decades ago as well, albeit not from the 30s and 40s. More like the 60s and 70s. Riffs fly around my ears and the band rocks no little. The song takes a little from different genres and songs. There's a little in there for everyone loving good time rock music from long ago. Marie Slurrie - Guitars,vocals and keys, Spackle McKraken, bass, vocals, keys, Phil McKraken, drums have found themselves on this blog three times before and with Pistols At Dawn they deserve a new spot. The single is simply too much fun to pass up on. From the start with an 'I Feel Fine' intro note, things go from weird, to tight (double) riffing and that's not the last surprise in the song's structure. The Spackles make for exciting and surprising listening on Pistols at Dawn.

Nobody.  Billy Dodge Moody

In May Billy Dodge Moody made his debut on this blog with his single 'Meaning To Disaster', in which he raised a musical statue for a friend who passed away. Now he returns with Nobody, a song that in part brings alive the music of The Beatles. There are this parts and chord changes that come straight from the The Beatles playbook. He adds a form of Americana to it that makes the song have its place in the American songbook. Nobody reminds me of Shane Alexander's songs. Moody's voice even gets close. In the tune he mixes an upbeat rhythm with a dreamy, slightly melancholy mood. It is the drums that give the song an upbeat tempo and feel that the other instruments just have to follow. It's the melody and Billy Dodge Moody's voice that give Nobody its other half. And that is a quality Shane Alexander has tuned to perfection. There's more to come. EP 'Ephemera' is slated for 11 July and is the first of a few EPs that will make up Moody's new album.

Portland Town. Heavenly

29 Years is a long time. We are talking 1996, that's in the previous century, what, millennium! It was the year in which Heavenly released its last album 'Operation Heavenly'. It will be re-released in July. Portland Town is a new single though, announcing a new album expected in 2026. The 7" vinyl is not available until mid July though. The return of Heavenly, although I have to admit that I have not heard of the band before, is welcome though. Portland Time is nostalgic in sound but with a sense of urgency. The band is obviously enjoying its return to writing and making music. With most likely the kids having left the home, there's time to do so. The singing between Amelia Fletcher, the principal singer and keyboardist Cathy Rogers is so pleasant, that I can listen to Portland Town quite a few times in a row. Yes, it sounds familiar but I don't care. This song has quality and that does the trick for me.

Sweet Fame. OPROER

OPROER is from Belgium and working towards the release of its second album, 'The Catch' in October. In the 00s and early 10s there was the Antwerp band A Brand. Sweet Fame reminds me of the enthusiasm A Brand shared with its listeners. Oproer is slightly more subtle than the double accents A Brand put in all the places where they could be put. Oproer's music is described as funky,alterative rock, but, at least on Sweet Fame, I will add pop to the mix. It is all over the harmony vocals, the oohs and aahs of the backing vocals and the 80s synth sound that can be called the lead instrument on Sweet Fame. There's another band from Belgium that keeps escaping me but I'm almost certain it's Soulwax that has influenced OPROER. Sweet Fame is exciting and full of its own special kind of energy. If this is the standard of 'The Catch', I can't wait until it's fall, but allow me to enjoy the summer first anyway.

Nightbird. Celeste Corsano 

In the same week Billy Dodge Moody debuted on this blog, Celeste Corsano did too. I compared her single 'Sunlight Gazing' to 'Wuthering Heights' no less. Nightbird is different, which is good. Ms Corsano shows us all the edges of her voice once again. The childish and high pitch of the early Kate Bush is mixed with the darker voice of a mature woman. Together with the somewhat mysterious music it makes for very interesting listening. Just like I wrote in May, the impact of Celeste Corsano is not the same as Kate Bush had on me all those years ago. It can't, as I had the experience at the time already. Yet, Nightbird is very much welcome and not just because of memories for times long gone. This song has its own power and strength. In fact, like 'Fisherman's Friend', this is strong stuff. Oddly metered, the percussive music stands out. Over it Celeste Corsano does her thing. I have no clue what she has done musically before these singles. Based on the two singles I've heard, it's inconsequential. 'Sunlight Gazing' and Nightbird are the real thing. There's no album announced yet, but that can only be a matter of time.

Alive. Ghostwoman

Ghostwoman's album 'Anne, If', was reviewed by Erwin Zijleman in 2023. I will take this single. With the way the jangly 12 string guitar leads the way on Alive, not much can go wrong and it does not. In fact, all's well. An electric 12 string guitar sound brings only one band to mind and that is the most successful incarnation of The Byrds when then Jim McGuinn played it and was singing with David Crosby, Gene Clark and Chris Hillman, a sound that Roger McGuinn recreated very successfully on his album 'Back From Rio' in the early 1990s. Ghostwoman, Evan Uschenko and Ille van Dessel, plays around with this sound in a more modern way, while letting the single simply explode in the solos before returning for an instrumental outro. Yes, Alive is a song that makes me feel nostalgic but pulls me right out of it because of the double, triple solos at the end. Ghostwoman plays two cards on Alive that are hard to trump. The album, 'Welcome to the Civilized World', will be released on Sept 5th.

I Want It All. Rise Against

Sorry, Rise Against, but when I hear "I want it all", I immediately sing "and I want it now". Queen's powerful return to rock music in 1989 remains one of the band's best singles and one of the best rock songs ever. Rise Against, in business since 1999, returns to this blog with a powerful rock song taking the famous title. Based on what I'm hearing I will allow it. This I Want It All has the power a title like that calls for. The song has this tight rhythm, where paradoxically the drums is the instrument that is allowed the most frivolity, powerful but full of little extras that are fun to follow all throughout the song. it's the guitar that is in a straightjacket with the tight (punk)rock riffing throughout the song. Singer Tim McIlrath brings in some emo in the way of his singing, adding some emotion to the tight rock song. Album 'Ricochet' will be released on 15 August.

Wout de Natris - van der Borght 


Saturday, 28 June 2025

Smoke & Fiction. X

De Amerikaanse punkband X vind het na ruim 45 jaar genoeg, maar gaat er uit met een knal, want wat is hun vermeende zwanenzang Smoke & Fiction een fris, energiek en geïnspireerd klinkend album geworden.

Er zijn niet veel bands die aan het eind van de jaren 70 zijn opgericht en nog altijd energiek klinken. De punkband X doet het wel op het album Smoke & Fiction dat volgens de band zelf echt het allerlaatste album is. De band is na al die jaren de punk nog altijd trouw. Smoke & Fiction bevat vooral energieke en punky songs, die er in een flink tempo doorheen worden gejaagd. De leden van de band kunnen echter wel spelen en ook de zang op het album is uitstekend. De punk van X klinkt heerlijk melodieus en zoekt hier en daar de grenzen op door een vleugje Americana toe te voegen, maar Smoke & Fiction verdient ook absoluut het predicaat punk. Het levert een mooi en waardig afscheid op.

De Amerikaanse band X werd in 1977 opgericht en moet worden gerekend tot een van de vaandeldragers van de punkscene van Los Angeles. De band ontstond toen bassist, zanger en songwriter John Doe (echte naam: John Nommensen Duchac) kennis had gemaakt met de New Yorkse punkscene in het algemeen en de muziek van The Ramones in het bijzonder en zelf dit soort muziek wilde maken. 

Hij vond medestanders in gitarist Billy Zoom (echte naam: Ty Kindell) en zangeres Exene Cervenka (echte naam: Christine Cervenkova). De band versleet een aantal drummers, tot in 1978 D.J. Bonebrake opdook en de ultieme bezetting van X een feit was. De band maakte sindsdien een aardig stapeltje albums, maar ik kan me niet herinneren dat ik ooit naar een album van X heb geluisterd. Ik ken voorman John Doe daarentegen wel als singer-songwriter, want in die hoedanigheid overtrof hij de productie van X. 

Gelukkig ben ik nog net op tijd voor het afscheidsfeestje van X, want de band bracht deze week naar eigen zeggen haar allerlaatste album uit. Smoke & Fiction kreeg met name in de Verenigde Staten opvallend goede recensies en hoewel ik nog maar zelden naar punk luister, werd ik door alle lovende woorden toch nieuwsgierig naar de verrichtingen van de mij tot dusver onbekende band. 

De leden van X hebben de pensioengerechtigde leeftijd inmiddels bereikt, maar klinken op het nieuwe album van hun band nog verrassend fris. Smoke & Fiction opent met flink wat energie en alles wat je verwacht bij punk, al klinkt X wel duidelijk anders dan de punkbands die ik me herinner uit de late jaren 70. 

De ritmesectie beukt er lekker op los, de gitaarriffs zijn eenvoudig maar trefzeker en de zang is lekker ruw en energiek, maar vergeleken met de bands uit de begindagen van de punk, klinken zowel de muziek als de zang op het album van X wel wat beter. De punky songs van de band zijn rauw, maar ook opvallend melodieus en dit geldt ook voor de zang van John Doe en Exene Cervenka die elkaar op fraaie wijze aanvullen en versterken. 

Ik was na de twee punky songs aan het begin van het album eigenlijk direct gecharmeerd van de muziek van X, maar de band kan meer. In de derde track schuift de band wat op richting de Amerikaanse rootsmuziek die John Doe zo goed kent en ook in deze track spreken het gitaarwerk en de fraai bij elkaar passende stemmen van John Doe en Exene Cervenka zeer tot de verbeelding. 

De leden van de band zijn inmiddels misschien aardig op leeftijd, maar dat is niet te horen op Smoke & Fiction dat tien songs lang fris en geïnspireerd klinkt. Na een klein half uurtje zit het er al weer op, maar in dat half uurtje krijgt je humeur en je energieniveau een flinke boost. 

De liefde voor de muziek van The Ramones is nog altijd hoorbaar in de songs van X, maar de band uit Los Angeles doet inmiddels wel haar eigen ding met de invloeden uit het verleden en klinkt hierdoor een stuk veelzijdiger dan de grote voorbeelden van weleer. 

Het besluit om na een aantal decennia te stoppen met X zullen we moeten accepteren, maar als ik naar Smoke & Fiction luister hoor ik een band die nog wel even mee kan. Ik heb meer dan veertig jaar een blinde vlek gehad voor de muziek van X, maar ben blij dat ik desondanks ben uitgenodigd voor dit zeer geslaagde afscheidsfeestje.

Erwin Zijleman

 

Je kunt  Smoke & Fiction hier luisteren en bestellen:

https://xtheband.bandcamp.com/album/smoke-fiction 

Friday, 27 June 2025

Carrier Pigeon. Odie Leigh

Odie Leigh is een jonge muzikante uit New Orleans, die met Carrier Pigeon een charmant, puur en ruw debuutalbum heeft afgeleverd, maar het is ook een album met geweldige songs, die haar wel eens heel groot kunnen gaan maken.

Je hebt van die albums die direct bij eerste beluistering goed zijn voor een glimlach. Carrier Pigeon van Odie Leigh is zo’n album. De Amerikaanse muzikante schrijft persoonlijke songs waar je alleen maar van kunt houden. De folky songs van Odie Leigh zijn puur en ingetogen, maar de Amerikaanse muzikante weet ook hoe een perfect popliedje moet klinken, al weet ze ook dan goudeerlijk te klinken. De ruwe charme van de songs van Odie Leigh spreekt direct aan, maar je hoort pas later hoe verschrikkelijk goed de songs van de muzikante uit New Orleans zijn. Carrier Pigeon bevat tien songs en net iets meer dan een half uur muziek, maar na dit half uur weet ik zeker dat Odie Leigh een ster gaat worden.

Er is een parallel muzikaal universum waar ik geen deel van uit maak, maar waar ik wel steeds vaker mee in aanraking kom. Vrouwelijke singer-songwriters die ik zie als cultartiesten blijken met speels gemak grote zalen uit te verkopen, waarin ze worden verwelkomd door zeer fanatieke fans die alle songs woord voor woord meezingen. Ook het onlangs verschenen Carrier Pigeon van Odie Leigh schijn ik te danken te hebben aan dit parallelle muzikale universum, want de muzikante uit New Orleans, Louisiana, overwoog haar gitaar voorgoed in de koffer op te bergen, tot een van haar songs toch nog werd opgepikt. 

Er wordt vaak wat neerbuigend gedaan over het parallelle muzikale universum dat luistert naar de naam TikTok, maar ook het debuutalbum van Odie Leigh laat horen dat het wel degelijk interessante alternatieve popmuziek op kan leveren. Ik was zelf in ieder geval direct bij eerste beluistering buitengewoon gecharmeerd van de songs van Odie Leigh. Het zijn eenvoudige en over het algemeen folky songs die vaak genoeg hebben aan de akoestische gitaar en de expressieve stem van Odie Leigh, maar die hier en daar ook voller zijn ingekleurd. 

Invloeden uit de folk worden op Carrier Pigeon vermengd met een vleugje Americana en invloeden uit de indiepop en de indierock. In muzikaal opzicht verlegt Odie Leigh geen grenzen, maar ze laat op haar debuutalbum wel horen dat ze een buitengewoon goed gevoel heeft voor zeer aansprekende popsongs. Het zijn deels opvallend melodieuze popsongs, maar de Amerikaanse muzikante kan ook uit de voeten met intieme en meer ingetogen songs. 

Het zijn in beide gevallen songs die worden gedragen door de bijzondere stem van Odie Leigh. Het is een stem die aangenaam klinkt, maar het is ook een stem met veel gevoel, wat de songs op Carrier Pigeon voorziet van emotionele lading. Qua energie doen de songs van Odie Leigh me wel wat denken aan de songs van een jonge Ani DiFranco en net als Ani Difranco maakt Odie Leigh van haar hart geen moordkuil. 

Carrier Pigeon staat vol met persoonlijke songs die zich durven uit te spreken. Het lijkt op het eerste gehoor misschien eenvoudig wat Odie Leigh doet, maar bij beluistering met volledige aandacht hoor je dat alles klopt op het debuutalbum van de muzikante uit New Orleans. Carrier Pigeon kan sober klinken en wat rammelen, maar de songs van Odie Leigh zijn ook volgestopt met trefzekere versiersels en fraaie arrangementen. 

Ik vond Carrier Pigeon bij eerste beluistering vooral een fris en charmant album, maar inmiddels hoor ik ook het enorme talent van Odie Leigh, die zomaar een nieuwe generatie jonge vrouwelijke singer-songwriters aan kan gaan voeren. Ze doet dit met een geluid dat hier en daar raakt aan de populaire indiepop, indierock en indiefolk van het moment, maar het debuutalbum van Odie Leigh klinkt wat mij betreft ook anders. Dat zit hem deels in het folky karakter van de songs op Carrier Pigeon, maar ook qua intimiteit verlegt de Amerikaanse muzikante wat mij betreft grenzen. 

Bij TikTok wordt nog vaak gedacht aan foute dansjes en het recyclen van passages uit grote pophits, maar het debuutalbum van Odie Leigh laat horen dat het platform ook in artistiek opzicht zeer aansprekende muziek kan lanceren. Odie Leigh had haar geluk zoals gezegd bijna buiten de muziek gezocht, maar met Carrier Pigeon heeft ze een album gemaakt dat haar wel eens heel groot kan gaan maken.

Erwin Zijleman

 

Je kunt Carrier Pigeon hier luisteren en bestellen:

https://odieleigh.bandcamp.com/album/carrier-pigeon 

Thursday, 26 June 2025

My Light, My Destroyer. Cassandra Jenkins

An Overview On Phenomenal Nature was misschien wel de grootste verrassing van 2021 en ook met My Light, My Destroyer levert de Amerikaanse muzikante Cassandra Jenkins weer een mooi en fascinerend album af.

Er ging een flinke worsteling vooraf aan de release van My Light, My Destroyer, maar uiteindelijk vond Cassandra Jenkins de juiste weg. Het is een weg die minstens net zo intens en avontuurlijk is als die op het terecht zo bejubelde An Overview On Phenomenal Nature, maar Cassandra Jenkins slaat ook nieuwe richtingen in. My Light, My Destroyer is een album zonder opsmuk, maar net als op het vorige album gebeurt er van alles in de muziek van de Amerikaanse singer-songwriter, die ook dit keer overtuigt met haar stem. Natuurlijk mist My Light, My Destroyer de sensationele verrassing van zijn voorganger, maar een minder album is het zeker niet. Integendeel. Jaarlijstjesmateriaal, dat is zeker.

Cassandra Jenkins leverde aan het begin van 2021 met An Overview On Phenomenal Nature een van de mooiste albums van het betreffende jaar af. Het album stond aan het eind van 2021 dan ook hoog in mijn jaarlijstje en achteraf bezien schat ik het tweede album van de Amerikaanse muzikante nog wat hoger in. Op An Overview On Phenomenal Nature maakte Cassandra Jenkins makkelijk indruk met haar mooie stem en haar ingetogen en intieme maar ook zeer fantasierijke songs en imponeerde ze met een samen met producer Josh Kaufman in elkaar gesleuteld geluid vol fascinerende details. Het album was bovendien voorzien van een bijzondere emotionele lading die was ingegeven door de trieste dood van de bevriende muzikant David Berman (Silver Jews, Purple Mountains). 

De afgelopen weken doken al een aantal zeer lovende recensies op van het nieuwe album van Cassandra Jenkins in onder andere Mojo en Uncut, waardoor ik met bijna onrealistisch hoge verwachtingen begon aan My Light, My Destroyer. Cassandra Jenkins maakte haar nieuwe album met een indrukwekkende lijst gastmuzikanten en deed voor de productie een beroep op Andrew Lappin. De Amerikaanse producer is misschien niet zo bekend als Josh Kaufman, maar leverde de afgelopen jaren fraai werk af voor L’Rain, Yumi Zouma en Madison McFerrin. 

My Light, My Destroyer opent subtiel met een ingetogen folksong waarin de mooie stem van Cassandra Jenkins wordt omgeven door fraaie en sfeervolle klanken. De Amerikaanse muzikante had me met deze fraaie openingstrack direct te pakken, maar had vervolgens nog wel wat verrassingen in petto. In de tweede track spelen gruizige klinkende gitaren een belangrijke rol en schuift Cassandra Jenkins flink op richting indierock, al behoudt ze door de zang haar eigen geluid. 

My Light, My Destroyer is een album dat continu van kleur verschiet. De flirt met indierock wordt gevolgd door een broeierige en atmosferische track met deels gesproken tekst, waarna een kort intermezzo wordt gevolgd door een zeer sfeervolle en warm ingekleurde song, die heen en weer schuift tussen folk en rock. Later op het album eisen strijkers en blazers de aandacht op, maar de instrumentatie staat altijd in dienst van de songs en van de mooie stem van de Amerikaanse muzikante. 

De muziek van Cassandra Jenkins deed me op An Overview On Phenomenal Nature met enige regelmaat denken aan de muziek van Aimee Mann en dat is ook een naam die veelvuldig opkomt bij beluistering van My Light, My Destroyer en dat is wat mij betreft een groot compliment. Die vergelijking is vooral relevant voor de wat toegankelijkere popsongs op het album, want Cassandra Jenkins zoekt op haar nieuwe album ook het experiment met ‘field recordings’ en intermezzo’s, die de songs aan elkaar breien. 

Net als haar vorige album is ook My Light, My Destroyer een album waarop van alles gebeurt, maar op een of andere manier klinken haar songs nog altijd of ze zijn teruggebracht tot de essentie. Het maken van My Light, My Destroyer was na alle ellende die vooraf ging aan An Overview On Phenomenal Nature en het onverwachte succes van dit album een enorme worsteling en die is af en toe hoorbaar. Op hetzelfde moment is ook My Light, My Destroyer weer een album dat anders klinkt dan de andere albums van vrouwelijke singer-songwriters van het moment. 

Ook My Light, My Destroyer is een album dat je hier en daar zal verbazen, maar het is ook een album dat in muzikaal en vocaal opzicht van een hele bijzondere schoonheid is. Het is bovendien een album dat zowel het oor streelt als de fantasie prikkelt. Prachtig.

Erwin Zijleman

 

Je kunt My Light, My Destroyer hier luisteren en bestellen:

https://cassandrajenkins.bandcamp.com/album/my-light-my-destroyer 

Wednesday, 25 June 2025

Vanity Project. Cyrena Wages

Cyrena Wages heeft een countryalbum gemaakt dat niet klinkt als een authentiek countryalbum en ook niet als een modern countrypopalbum, maar wat is het, vooral door de imponerende zang, een overtuigend album.

In een tijdperk waarin veel zangeressen fluisterzacht zingen is het even wennen aan de buitengewoon krachtige stem van Cyrena Wages. Het is een stem die haar debuutalbum Vanity Project een jaren 70 vibe geeft en die wordt versterkt door de muziek op het album, die put uit de archieven van de soulvolle rootsmuziek die decennia geleden werd gemaakt in Memphis, Tennessee, de thuisbasis van Cyrena Wages. Vanity Project klinkt zowel in muzikaal als in vocaal opzicht flink anders dan de meeste andere rootsalbums van het moment, maar het prachtig door de gelouterde Matt Ross-Spang geproduceerde album knalt uit de speakers en wordt steeds wat mooier en indrukwekkender.

Vanity Project is het debuutalbum van de Amerikaanse muzikante Cyrena Wages en het is een debuutalbum dat mij zeer aangenaam heeft verrast. Cyrena Wages werd geboren in Memphis, Tennessee, zocht op jonge leeftijd haar geluk als muzikante in Nashville, maar keerde uiteindelijk toch weer terug naar haar geboortegrond in Memphis omdat ze niet in het Nashville keurslijf wilde worden gedwongen. Dat is te horen op haar debuutalbum Vanity Project, dat anders klinkt dan de albums die momenteel in Nashville worden gemaakt. 

Het debuutalbum van Cyrena Wages bevat flink wat invloeden uit de country, maar het is ook een album met heel veel soul. Het is een album dat de sfeer van het verleden ademt, want wanneer de muzikanten op het album de pannen van het dak spelen waan je je minstens een aantal decennia terug in de tijd. In muzikaal opzicht past Vanity Project uitstekend in het diepe zuiden van de Verenigde Staten met een mix van invloeden die binnen de Amerikaanse rootsmuziek op een breed terrein uit de voeten kan. 

Cyrena Wages heeft zich voor haar debuutalbum omringd met een aantal uitstekende muzikanten, die tekenen voor een gloedvol geluid. Het is allemaal bijzonder mooi geproduceerd door de ervaren producer Matt Ross-Spang (Charley Crockett, St. Paul & The Broken Bones, S.G. Goodman, Margo Price). Het is een producer die al eerder liet horen dat hij uit de voeten kan met country en soul en ook op Vanity Project van Cyrena Wages vloeien invloeden uit de country fraai samen met invloeden uit de soul. Het geluid op het album is hoorbaar beïnvloed door albums die flink wat decennia geleden werden gemaakt, maar in het aanbod van het moment klinkt het debuutalbum van Cyrena Wages opvallend fris, zeker als ze in een aantal songs ook andere genres verkent. 

In muzikaal opzicht maakt het debuutalbum van de muzikante uit Memphis makkelijk indruk met een vol en warm geluid, maar de zang op het album springt nog wat meer in het oor. Cyrena Wages beschikt over een hele mooie en ook opvallend krachtige stem. Ik hou over het algemeen niet zo van zangeressen die zo krachtig zingen als Cyrena Wages doet, maar de zang op Vanity Project overtuigt mij volledig. Zeker in de ballads maakt de Amerikaanse muzikante makkelijk indruk, maar als ze er nog een schepje bovenop doet in de uptempo songs raakt Cyrena Wages me nog steeds. 

Ik heb de laatste tijd flink wat traditionele countryalbums of juist moderne countrypop albums opgepikt en omarmd. Het debuutalbum van Cyrena Wages past in geen van deze twee categorieën, maar ik vind het op een of andere manier wel een countryalbum. Het is een album waar ik in eerste instantie wel wat over getwijfeld heb, want ik moest wennen aan zowel de muziek als de zang, maar eenmaal gewend heb ik wel wat met de volle klanken en de uitbundige zang. 

Vanity Project van Cyrena Wages is verschenen in een week met nog behoorlijk veel nieuwe albums, waardoor het album makkelijk tussen wal en schip valt, maar ik hoop dat liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek die het album nog niet hebben beluisterd het de komende en wat rustigere weken nog een kans willen geven. Op basis van mijn eigen ervaringen zou ik er niet direct over oordelen, want na een paar keer horen is dit album wat mij betreft nog een stuk beter.

Erwin Zijleman

Tuesday, 24 June 2025

All For Something. Tiny Habits

Tiny Habits is een trio uit Boston dat op haar debuutalbum All For Something vermaakt met aansprekende songs en mooie klanken, maar imponeert met prachtige stemmen en werkelijk wonderschone harmonieën.

Met name Amerikaanse recensenten komen mooie woorden tekort bij het beschrijven van de muziek en de belofte van het trio Tiny Habits. Dat is niet overdreven, want met All For Something hebben Cinya Khan, Judah Mayowa en Maya Rae een prachtig album gemaakt. Het is een album dat past in de hokjes (indie)folk en folk(pop) en dat opvalt door bijzonder aangenaam klinkende songs en een zeer smaakvolle instrumentatie. De meeste schoonheid in de muziek van Tiny Habits komt echter van de fraaie stemmen van Cinya Khan, Judah Mayowa en Maya Rae, die stuk voor stuk prachtig solo zingen, maar goed zijn voor magie wanneer deze stemmen samenvloeien.

Tiny Habits is een trio uit Boston, Massachusetts, dat bestaat uit Cinya Khan, Judah Mayowa en Maya Rae. Vorig jaar verscheen hun eerste EP, trokken ze de aandacht met een fraaie cover van Fleetwood Mac’s Landslide en waren de drie de vaste support-act van Gracie Abrams, maar met het deze week verschenen All For Something eist Tiny Habits nadrukkelijk haar eigen plekje in de spotlights op. 

Het uit twee vrouwen en één man bestaande drietal vertrouwt op het debuutalbum van Tiny Habits vooral op de zang. Cinya Khan, Judah Mayowa en Maya Rae beschikken alle drie over een mooie en karakteristieke stem, maar het zijn ook nog eens stemmen die prachtig samenvloeien in de bijzonder fraaie harmonieën op het album. Met deze harmonieën trok het drietal in haar beginjaren, toen Cinya Khan, Judah Mayowa en Maya Rae nog studeerden aan het prestigieuze Berklee College Of Music in Boston, al de aandacht van niemand minder dan David Crosby, die als geen ander weet hoe je de luisteraar kunt betoveren met harmonieën. 

Wanneer de harmonieën domineren doet de muziek van Tiny Habits me vooral denken aan de meer ingetogen songs van boygenius en dat is wat mij betreft een groot compliment. Waar boygenius op haar albums vaak opschuift richting indierock, houdt Tiny Habits het op All For Something vooral bij (indie)folk en tijdloze popmuziek. Het drietal maakte zoals gezegd vorig jaar indruk met een bijzonder mooie versie van Fleetwood Mac’s Landslide, maar ook in de eigen songs van Cinya Khan, Judah Mayowa en Maya Rae klinken meer dan eens invloeden van de legendarische Brits-Amerikaanse band door. 

Tiny Habits komt op haar debuutalbum op de proppen met een serie buitengewoon lekker in het gehoor liggende popsongs en het zijn zowel popsongs met een hang naar het verleden als popsongs die goed aansluiten bij de indiefolk en indiepop die in het heden wordt gemaakt. In vocaal opzicht klinkt het allemaal fantastisch, want wat passen de stemmen van Cinya Khan, Judah Mayowa en Maya Rae mooi bij elkaar en wat is ook de individuele zang op het album mooi. Het doet me naast de eerder genoemde namen ook wel wat denken aan het debuutalbum van Wilson Phillips, al klonk dat in muzikaal opzicht een stuk gepolijster. 

De muziek op All For Something staat in dienst van de mooie stemmen van de drie Amerikaanse muzikanten, maar het is een zeer sfeervolle, subtiele en mooie instrumentatie, die bestaat uit een organische onderlaag met akoestische gitaar en piano en een dun en atmosferisch laagje synths. We hebben de laatste jaren zeker niet te klagen over albums waarop harmonieën worden ingezet als ultiem verleidingsmiddel, maar de harmonieën van Cinya Khan, Judah Mayowa en Maya Rae zijn van een niet vaak gehoorde schoonheid en ook met de muziek en met de songs weet het drietal uit Boston zich wat mij betreft makkelijk te onderscheiden. 

Ik heb All For Something van Tiny Habits inmiddels flink wat keren gehoord en het is razendsnel uitgegroeid tot een album dat me zeer dierbaar is. Dat het drietal met name in de Amerikaanse media een grote toekomst wordt voorspeld verbaast me dan ook zeker niet en succes voor het drietal kan ik alleen maar toejuichen. Liefhebbers van indie(folk) met mooie stemmen weten inmiddels al lang wat ze te doen staat.

Erwin Zijleman

 

Je kunt All For Something hier luisteren en bestellen:

https://tinyhabits.bandcamp.com/album/all-for-something 

Monday, 23 June 2025

The Loneliest Girl In The World. Laci Kaye Booth

Er is momenteel heel veel aanbod binnen de countrypop, maar op haar debuutalbum The Loneliest Girl In The World weet Laci Kaye Booth zich makkelijk te onderscheiden, om te beginnen met haar uitstekende stem.

De eerdere verrichtingen van de Amerikaanse muzikante Laci Kaye Booth, die via een bekende talentenjacht is terecht gekomen in Nashville, zijn me ontgaan, maar met haar debuutalbum zet ze zichzelf op indrukwekkende wijze in de spotlights. The Loneliest Girl In The World heeft immers alles dat een goed countrypop album moet hebben. Laci Kaye Booth houdt het randje pop in haar songs bescheiden, heeft deze songs voorzien van een sfeervol rootsgeluid met hier en daar wat strijkers en beschikt ook nog eens over een onweerstaanbaar lekkere stem met zowel een zoet als een hees randje. De talentenjacht won ze niet, maar Laci Kaye Booth gaat het ver schoppen.

Voor liefhebbers van goed gemaakte countrypop zijn het prachtige tijden, want er verschijnen de laatste tijd ontzettend veel goede albums in het genre en verrassend veel echt hele goede albums. Vorig jaar was voor mij een topjaar met meerdere countrypop albums die me inmiddels zeer dierbaar zijn en een record aantal albums in het genre dat mijn jaarlijstje wist te halen, met de top 5 notering voor Megan Moroney’s Lucky als uitschieter. Ook in de eerste helft van 2024 valt de oogst zeker niet tegen, maar er zat nog geen album tussen dat me echt van mijn sokken heeft geblazen. Tot deze week dan, want met The Loneliest Girl In The World heeft Laci Kaye Booth een sensationeel goed countrypop album afgeleverd. 

Laci Kaye Booth is een jonge muzikante die opgroeide in Livingston, Texas, maar die na haar deelname aan de Amerikaanse tv-show American Idol vijf jaar geleden, inmiddels is neergestreken in Nashville, Tennessee. De Amerikaanse muzikante maakte de afgelopen jaren twee goed gevulde minialbums, die mij niet zijn opgevallen, maar die in de muziekscene van Nashville genoeg aandacht trokken om haar uit te roepen tot grote belofte voor de toekomst. Na beluistering van het deze week verschenen The Loneliest Girl In The World kan ik alleen maar concluderen dat ze het in Nashville goed gehoord hebben, want op haar debuutalbum bulkt Laci Kaye Booth van het talent. 

Ze beschikt om te beginnen over een geweldige stem. Het is het soort stem dat het goed doet in de countrypop zoals die in Nashville wordt gemaakt, maar het is ook een stem met een lekker ruw en wat hees randje, waardoor de zang op The Loneliest Girl In The World echt meedogenloos verleidt. Zeker als de Texaanse muzikante haar zang wat steviger aanzet hoor je dat ze geweldig kan zingen en de concurrentie met de meeste country(pop)zangeressen van het moment makkelijk aan kan. 

Alleen met haar zang wist Laci Kaye Booth me al moeiteloos te veroveren, maar The Loneliest Girl In The World heeft nog veel meer te bieden. Onlangs heb ik in een recensie uitgelegd dat in countrypop die mij kan bekoren de delen country en pop op de juiste manier in balans moeten zijn, wat in mijn geval betekent dat de country een groter aandeel heeft dan de pop. Dat is absoluut het geval op het debuutalbum van Laci Kaye Booth, dat een countryalbum met een bescheiden laagje pop is. 

Dat laagje pop zorgt er wel voor dat de songs op The Loneliest Girl In The World bijzonder lekker in het gehoor liggen. Het aangename karakter dan de songs van Laci Kaye Booth wordt versterkt door de zeer smaakvolle instrumentatie, die afwisselend subtiel en vol klinkt en zich meer heeft laten beïnvloeden door Amerikaanse rootsmuziek dan door pop. Het komt allemaal samen in aansprekende songs, die door de teksten van Laci Kaye Booth worden voorzien van een persoonlijk tintje. 

Zeker wanneer de strijkers aanzwellen zullen liefhebbers van pure Amerikaanse rootsmuziek minder gecharmeerd zijn van het album, maar voor liefhebbers van goed gemaakte countrypop, zoals ik, is The Loneliest Girl In The World 15 songs en ruim 50 minuten lang smullen. Vorig jaar was countrypop verrassend goed vertegenwoordigd in mijn jaarlijstje. Of dat ook dit jaar het geval zal zijn zal de tijd leren, maar voor The Loneliest Girl In The World van Laci Kaye Booth reserveer is alvast een plekje in de hoogste regionen van mijn lijstje.

Erwin Zijleman

Sunday, 22 June 2025

Parenthesis, I. Josien Clark

De Britse muzikante Josienne Clark levert sinds 2019 geweldige albums af en ook het even subtiele als complexe Parenthesis, I is weer een album dat in muzikaal opzicht sprankelt en in vocaal opzicht betovert.

Josienne Clark maakte op mij een onuitwisbare indruk met haar vorige vier albums, waarvan ik Now & Then uit 2022 het mooiste vond. Die onuitwisbare indruk maakte de Britse muzikante ook bij de eerste beluistering van haar nieuwe album Parenthesis, I. Het album houdt het enorm hoge niveau van zijn voorgangers moeiteloos vast en fascineert met bijzonder fraaie klanken en natuurlijk met de bijzonder mooie stem van de Britse muzikante. Josienne Clarke maakt ook op haar nieuwe album weer muziek met veel invloeden uit de Britse folk, maar ze geeft er wederom een spannende, complexe en zonder uitzondering wonderschone draai aan. Parenthesis, I is een volgend hoogtepunt in het fascinerende oeuvre van Josienne Clarke.

De Britse singer-songwriter Josienne Clarke maakte in 2011 een soloalbum en maakte vervolgens tussen 2011 en 2018 vier albums met de eveneens Britse muzikant Ben Walker. Het zijn allemaal albums die opvielen door een subtiele maar bijzonder mooie instrumentatie, maar het zijn vooral albums die imponeerden door de bijzonder mooie stem van de Britse muzikante. Het zijn albums die ik inmiddels zeer kan waarderen, maar destijds klonk de Britse folk van Josienne Clarke en Ben Walker me net wat te traditioneel in de oren. Het is een kwalificatie waarmee ik de albums van de twee zeker geen recht doe, maar als ik de albums vergelijk met de albums die Josienne Clarke vanaf 2019 in haar eentje maakt, gaat mijn voorkeur absoluut uit naar haar recentere werk. 

In 2019 maakte Josienne Clarke een nieuwe start nadat haar relatie op de klippen was gelopen. Ze verruilde de blinkende lichten van Londen voor een ruig eiland aan de Schotse kust en sloeg ook in muzikaal opzicht nieuwe wegen in. Op het album In All Weather liet ze zich nog steeds beïnvloeden door traditioneel klinkende Britse folk, maar de instrumentatie op het album was bijzonder spannend en complex en kleurde, net als de prachtige zang op het album, buiten de lijntjes van de Britse folk van weleer. 

Dat deed Josienne Clarke ook op het in 2021 verschenen A Small Unknowable Thing, waarop de prachtige stem van de Britse muzikante werd gecombineerd met wat zwaarder aangezette gitaarlijnen, smaakvolle elektronische impulsen en opvallende ritmes. Het geluid van Josienne Clarke werd vervolgens geperfectioneerd op het in 2022 verschenen mini-album Now & Then, dat zowel in muzikaal als vocaal opzicht imponeerde en fascineerde en wat mij betreft moet worden gerekend tot het mooiste dat in het betreffende jaar werd gemaakt. 

Vorig jaar moesten we het doen met herbewerkingen van vroeg werk van de Britse muzikante op Onliness, maar ook dit album was prachtig en deed niet onder voor de albums die er aan vooraf gingen. Josienne Clarke vervolgt haar weg deze week met haar nieuwe album Parenthesis, I. Het kan na de prachtige muziek van de afgelopen jaren eigenlijk alleen maar een topalbum zijn en dat is het dan ook. 

Josienne Clarke deed bijna alles zelf op haar nieuwe album, want ze schreef de songs, tekende voor het overgrote deel van de instrumentatie, was uiteraard verantwoordelijk voor de vocalen, maar nam ook het opnemen en produceren van het album voor haar rekening. In muzikaal opzicht is Parenthesis, I wat minder uitgesproken dan zijn voorgangers, maar het is wederom een spannend en soms wat complex album, waarop veel meer gebeurt dan je in eerste instantie waarneemt. 

De bijdragen van de elektrische en akoestische gitaren en de saxofoon en klarinet van Josienne Clarke zijn vooral subtiel maar ook razend knap en dat geldt ook voor de toegevoegde bijdragen van piano en keyboards en de vaak wat jazzy spelende ritmesectie. De instrumentatie is ook dit keer bijzonder smaakvol, maar staat in dienst van de prachtige stem van Josienne Clarke. 

De Britse muzikante blijft ook op haar nieuwe album in de buurt van de Britse folk, maar Parenthesis, I klinkt, net als de vorige albums van Josienne Clarke, avontuurlijker en door de zeer persoonlijke en indringende teksten ook emotioneler dan de meeste andere muziek in het genre en schuwt bovendien uitstapjes richting met name de jazz niet, zonder de authentiek klinkende folksong volledig uit het oog te verliezen. 

Ik heb de afgelopen jaren een ongelooflijk zwak ontwikkeld voor de muziek van Josienne Clarke, wat me al vier albums opleverde die me inmiddels zeer dierbaar zijn. Ook haar nieuwe album Parenthesis, I is weer prachtig, met een flink aantal uitstapjes richting opzienbarende schoonheid. Zeer warm aanbevolen dit fantastische album.

Erwin Zijleman

 

Je kunt Parenthesis, 1 hier luisteren en bestellen:

 https://josienneclarke.bandcamp.com/album/parenthesis-i

Saturday, 21 June 2025

Morrissey Live. Amsterdam, AFAS Live, donderdag 19 juni

Foto: HareD
De onbetwiste, zeker volgens zichzelf, koning van de Britpop kwam, zag en overwon. Morrissey, de aparte vogel die de popmuziek veranderde met The Smiths. Die een iets te hoge dunk van zichzelf heeft, maar daar ook wel weer met zelfspot grappen over kon maken tijdens het concert. Die niet meer de lieveling van de popjournalisten is, omdat hij niet tot het woke-kamp te rekenen is, zo liet de Volkskrant optekenen. Die een concert nog kan eindigen met het doormidden scheuren van zijn T-shirt, dat in het publiek gooide, en vervolgens louter met een knikje het podium verliet. Maar dat dan wel nadat even daarvoor ieder bandlid apart naar voren was gekomen om iets aardigs over Amsterdam of het publiek te zeggen en te bedanken. Ze stonden als bij schoolgym in een rijtje opgesteld. En die het concert begon met een 40 minuten durende video, met daarin vooral clips van al dan niet zoetsappige nummers uit begin jaren zeventig, schat ik, met Bowie’s Ziggy Stardust als afsluiter.

Die Morrissey dus, die gaf gewoon een superconcert. Met een dijk van een stem als in zijn jonge jaren en een steengoede band, samengesteld uit muzikanten uit de VS, Colombia en Italië.  En dankzij de over het algemeen korte nummers toch heel veel waar voor je dure kaartje (95 euro), in een concert van anderhalf uur. Natuurlijk hoopte ik, net als vele aanwezigen, op meer The Smiths nummers dan er zouden komen. Dat was een zekerheidje. Maar het oeuvre van Morrissey zelf is ook imposant. Dus het was genieten, met veel variatie, en ook veel kort geklets tussendoor, vaak van het volledig onbegrijpelijke soort!

Foto: Hared
Het feest begon al met opening, ‘You’re the one for me, fatty’, een van mijn favoriete Morrissey nummers, waarna de eerste van de The Smith’s langskwam, ‘Shoplifters of The World Unite’. Het ging in midtempo door met ‘I Wish You Lonely’ en ‘Rebels Without Applause’. ‘Sure Enough, The Telephone Rings’, ‘All You Need is Me’, ‘One Day Goodbye Will Be Farewell’ waren iets steviger. Morrissey benadrukte van tevoren dat ‘I ex-Love You’ zeker niet over ons ging, en ‘Istanbul’ was een van de hoogtepunten, omdat het heerlijk intens werd gespeeld. Daarna twee rustige The Smiths songs: ‘I Know It’s Over’, en het fijne ‘How Soon is Now’. ‘Life is A Pigsty’ was mooi en ‘Everyday is Like Sunday’ was het absolute hoogtepunt van de avond. ‘The Bullfighter Dies’ was prachtig, net als ‘The Loop’ waarna hij doortrok met ‘Scandinavia’. ‘Jack The Ripper’ werd zo zuiver gespeeld, heerlijk, net als ‘I will See You in Faraway Places’. De toegift was maar een nummer lang, ‘Last Night I Dreamt That Somebody Loved Me’, een The Smiths klassieker, waarbij de toesteniste alle kans kreeg en nam om de intro prachtig uit te voeren. Genieten.

Ik heb geen zwak moment gezien of gehoord, allemaal mooie nummers, subliem gebracht, met een perfect geluid. Morrissey, wat een held.

HareD   

Friday, 20 June 2025

Sweet Decline. Holly Lerski

Een liefdesbreuk die werd gevolgd door een roadtrip door de Verenigde Staten inspireerde de Britse muzikante Holly Lerski tot een serie uitstekende songs, waarmee Sweet Decline zich makkelijk weet te onderscheiden.

Direct bij eerste beluistering deden de songs van de Britse muzikante Holly Lerski me wat. Het zijn afwisselend melancholische en zonnige songs en het zijn songs die opvallen door bijzonder smaakvolle klanken en vooral door de bijzondere stem en manier van zingen van Holly Lerski. Het zijn songs die bijzonder lekker in het gehoor liggen, maar het zijn ook songs vol gevoel en het zijn songs die direct iets memorabels hebben. Holly Lerski heeft een verleden in vooral door Britse folk beïnvloede songs, maar de roadtrip door de Verenigde Staten inspireerde haar tot het verwerken van flink wat invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek op. Het levert een album op dat me echt zeer aangenaam heeft verrast.

Voor liefhebbers van vrouwelijke singer-songwriters was het behoorlijk lastig kiezen de afgelopen week, maar het album van Holly Lerski sprong er voor mij direct uit. Holly Lerski is een Britse singer-songwriter, die met Sweet Decline haar vijfde studioalbum aflevert, waarvan er overigens maar drie zijn te vinden op de streaming media platforms. 

Ik kan me niet herinneren dat ik de naam van Holly Lerski eerder ben tegen gekomen, laat staan dat ik naar haar muziek heb geluisterd. Op de andere twee albums die ik inmiddels heb beluisterd laat Holly Lerski zich vooral beïnvloeden door Britse folk, maar het zijn zeker geen hele traditionele Britse folkalbums. 

Op het deze week verschenen Sweet Decline klinkt de muziek van Holly Lerski een stuk Amerikaanser en dat heeft een reden. De muzikante uit Norwich zag in 2019 een lange relatie op de klippen lopen en besloot niet bij de pakken neer te gaan zitten, maar de weide wereld in te trekken op een moment dat dit nog kon. Met een miniatuurgitaar in haar koffer ging ze op pad en op het Londense vliegveld Heathrow schreef ze de eerste song voor Sweet Decline. 

De Amerikaanse westkust bood vervolgens voldoende inspiratie voor de overige songs op het album, die uiteindelijk in Nashville werden opgenomen. Zowel het Amerikaanse landschap als de muziekscene van Nashville inspireerden Holly Lerski tot een geluid waarin invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek wat nadrukkelijker aanwezig zijn dan op haar vorige albums, maar de Britse muzikante is ook haar verleden als folkie zeker niet vergeten. De combinatie van invloeden uit de Britse en Amerikaanse rootsmuziek zorgt er voor dat Sweet Decline anders klinkt dan de albums van Britse of juist Amerikaanse bodem en dat is niet het enige waarmee Holly Lerski zich weet te onderscheiden. 

De Britse muzikante beschikt over een stem waarin voldoende doorleving doorklinkt om van Sweet Decline een oprecht breakup album te maken, maar het is ook een stem met een eigen geluid, wat wordt versterkt door de bijzondere manier van zingen van Holly Lerski, die haar teksten met veel expressie zingt. 

De muzikante uit Norwich slaagt er ook nog eens in om invloeden uit het verleden en heden te combineren en doet dat met een zeer smaakvol en opvallend veelkleurig geluid, dat zich laat beluisteren als het muzikale equivalent van de roadtrip die Holly Lerski maakte na het op de klippen lopen van haar relatie en waarin flink wat verschillende instrumenten opduiken, met fraai akoestisch gitaarspel en bijdragen van de cello als meest in het oor springende elementen.

Ondanks de melancholie op het album is Sweet Decline een album dat hoorbaar ook met veel plezier is gemaakt, wat prachtig is vastgelegd door de ervaren Nashville producer en multi-instrumentalist Matthew Roley, die het album heeft voorzien van een aangenaam en warm geluid. 

Holly Lerski gaat al een tijdje mee in de Britse muziekscene en dat hoor je in haar songs, die klinken als de songs van een gelouterde songwriter. De songs van de Britse muzikante variëren van behoorlijk ingetogen tot flink vol en in alle gevallen weet ze de juiste snaar te raken met songs vol gevoel, hier en daar wat weemoed, maar ook de nodige zonnestralen. Het zijn van de songs die je bij de eerste keer horen direct een goed gevoel geven, maar hoe vaker ik naar het album luister hoe dierbaarder ze me worden.

Erwin Zijleman

Thursday, 19 June 2025

Glovemaker. Loren Kramar

De Amerikaanse muzikant Loren Kramar trekt op zijn debuutalbum Glovemaker onmiddellijk de aandacht met een fascinerende soulstem, maar ook in muzikaal opzicht maakt het album makkelijk indruk.

De openingstrack van het eerste album van de Amerikaanse muzikant Loren Kramar maakt een verpletterende indruk. De muzikant uit Los Angeles maakt indruk met een authentiek klinkend soulgeluid en imponeert met een fascinerende stem. Die stem maakt het je op Glovemaker niet altijd makkelijk, maar toen ik eenmaal gewend was aan de stem van Loren Kramar was ik om. De Amerikaanse muzikant maakt indruk als zanger, maar verrast ook in muzikaal opzicht met songs die meerdere kanten op kunnen en zeker niet altijd kiezen voor de makkelijkste weg. Glovemaker van Loren Kramar levert vooral jubelrecensies op en daar valt uiteindelijk niets op af te dingen.

Glovemaker, het debuutalbum van de Amerikaanse muzikant Loren Kramar, opent met een song waarvoor de grote soulzangers uit de jaren 60 en 70 zich absoluut niet zouden hebben geschaamd. Het is een zeer smaakvol ingekleurde soulsong, die afwisselend subtiel en bombastisch klinkt en waarin de stem van Loren Kramar de hoofdrol opeist, ook al is de openingstrack van Glovemaker in muzikaal opzicht minstens net zo interessant. 

Het is een stem die ik bij mijn eerste kennismaking met Glovemaker direct imponerend vond, maar het is een stem, die, in ieder geval voor mij, ook makkelijk teveel van het goede kan zijn. Na mijn eerste beluistering van het debuutalbum van Loren Kramar schoof ik het album dan ook tijdelijk terzijde, maar de stem van de muzikant uit Los Angeles intrigeerde me ook op een of andere manier, waardoor ik het album er toch steeds weer bij pakte. En met resultaat. 

De stem van Loren Kramar is er een die makkelijker van kleur verschiet dan de gemiddelde kameleon, want de Amerikaanse muzikant klinkt het ene moment als een soulzanger uit de jaren 60 en 70, maar het volgende moment meer een folkie uit dezelfde periode. De zang van Loren Kramar doet me af en toe ook wel wat aan die van Simply Red’s Mick Hucknall denken, maar dan wel ten tijde van Picture Book, het uitstekende debuutalbum van de Britse band. 

Loren Kramar had met zijn stem en de geweldige muzikanten die op Glovemaker zijn te horen een tijdloos soulalbum kunnen maken, maar de Amerikaanse muzikant oriënteert zich op zijn debuutalbum breder. Na de prachtige soulsong Hollywood Blvd richt Loren Kramar zich een aantal tracks op het soort muziek dat werd gemaakt door de grote singer-songwriters uit de jaren 70. 

Zijn stem klinkt opeens als die van Cat Stevens en ook de wat theatrale songs doen wel wat denken aan die van de Britse folkzanger uit de jaren 70, al hoor ik ook wel wat van de wat pompeuzere songs van David Bowie in de songs van Loren Kramar en hier en daar ook wel wat van Randy Newman. Ook in de songs waarin invloeden uit de soul niet domineren is de muzikant uit Los Angeles de soul overigens niet helemaal vergeten. De zang zat me bij mijn eerste beluisteringen van Glovemaker nog wel eens in de weg, maar inmiddels ben ik vooral onder de indruk van de vocale prestaties van de muzikant uit Los Angeles, die zeker in de sober ingekleurde songs makkelijk goed is voor kippenvel. 

Ik was wel direct onder de indruk van de muziek op het album, want de songs op Glovemaker zijn soms misschien wat overdadig, maar altijd heel smaakvol ingekleurd met prachtig pianowerk, fraaie bijdragen van strijkers en blazers en een prachtig spelende ritmesectie. De soms zwaar aangezette klanken, waaronder de strijkersarrangementen van Drew Erickson en de prachtige en juist weer subtiele accenten van saxofonist Sam Gendel en pianist John Carroll Kirby passen verder perfect bij de zang van de Amerikaanse muzikant. 

De songs op Glovemaker zijn soms wat pompeus en theatraal, maar uiteindelijk vliegt Glovemaker wat mij betreft nergens echt uit de bocht. Het doet me soms wel wat denken aan de muziek van Father John Misty, maar Loren Kramar voegt een flinke hoeveelheid soul toe en die soul komt na enige gewenning stevig binnen. Het is allemaal prachtig geproduceerd door Sean O'Brien, die een stevige reputatie heeft als technicus, onder andere voor The National, maar ook als producer vakwerk aflevert. Ik ben inmiddels helemaal om.

Erwin Zijleman

 

Je kunt Glovemaker hier luisteren en bestellen:

https://lorenkramar.bandcamp.com/album/glovemaker 

Wednesday, 18 June 2025

I Kept These Old Blues. Muireann Bradley

De Ierse muzikante Muireann Bradley is pas 18 jaar oud, maar vertolkt op haar debuutalbum I Kept These Old Blues stokoude bluessongs met werkelijk prachtig gitaarwerk en de doorleefde stem van een oude ziel.

Muireann Bradley kwam de coronapandemie door met het luisteren naar stokoude bluessongs en het leren spelen van deze songs op haar gitaar. Op haar zestiende vertolkte ze een aantal van deze songs op haar debuutalbum, dat helaas niet de aandacht kreeg die het album verdiende. De opgepoetste versie van I Kept These Old Blues kreeg een nieuwe kans en verdient absoluut een plekje in de spotlights. Muireann Bradley trekt de aandacht met fraai fingerpicking gitaarspel en met het gevoel dat ze in haar songs legt. De vertolkingen van de bluessongs uit het verre verleden zijn behoorlijk sober, maar I Kept These Old Blues verveelt echt geen moment en maakt steeds meer indruk.

Tussen de recente nieuwe albums kwam ik I Kept These Old Blues van Muireann Bradley tegen. Het is geen echt nieuw album, want het debuutalbum van de Ierse muzikante verscheen oorspronkelijk aan het eind van 2023, vlak voor haar zeventiende verjaardag, bij een klein Amerikaans label. Muireann Bradley maakte vervolgens indruk tijdens de jaarlijkse Hootenanny Nieuwjaar show van Jools Holland, maar echt breed opgepakt werd I Kept These Old Blues destijds niet. 

Ik was eind 2023 zelf ook niet heel erg onder de indruk van het album, maar weet niet meer precies waarom de bijzondere songs van Muireann Bradley me destijds niet wisten te raken. Mogelijk had het te maken met de geluidskwaliteit, want het is waarschijnlijk niet voor niets dat het album deze week in een geremasterde versie is uitgebracht. 

Muireann Bradley komt uit het Ierse County Donegal en is nog altijd pas achttien jaar oud. Ze perfectioneerde haar gitaarspel tijdens de coronapandemie en dit gitaarspel is een van de sterke punten van I Kept These Old Blues. Op het album moeten we het doen met de stem en het gitaarspel van de Ierse muzikante, maar beiden zijn prachtig. Muireann Bradley tekent op haar debuutalbum voor fraai akoestisch fingerpicking gitaarspel, dat zeker in de geremasterde versie de ruimte prachtig vult. 

De Ierse muzikante heeft een zwak voor bluessongs zoals deze ruim honderd jaar geleden werden gemaakt. De oude blues op haar debuutalbum valt niet alleen op door het uitstekende gitaarspel van Muireann Bradley, maar ook door haar bijzondere stem. De Ierse muzikante was pas 16 jaar oud toen ze de songs op I Kept These Old Blues opnam. Dat hoor je met enige regelmaat, want de stem van Muireann Bradley kan behoorlijk jong klinken, maar aan de andere kant is de Ierse muzikante ook een oude ziel, die de stokoude bluessongs op het album met veel gevoel en doorleving vertolkt. 

Het doet me met grote regelmaat denken aan de vroege albums van Gillian Welch, die weliswaar songs uit een andere genre vertolkte, maar wel songs uit dezelfde tijd en dit bovendien deed met ongeveer dezelfde middelen. De stemmen van de twee lijken ook wel wat op elkaar, zeker wanneer de stem wat overslaat. 

Muireann Bradley maakt op haar debuutalbum vijftig minuten muziek met slechts haar gitaar en haar stem, maar I Kept These Old Blues houdt de aandacht verrassend makkelijk vast en verslapt eigenlijk geen moment. Het album krijgt deze week een tweede kans met een geremasterde versie op de streaming media diensten en op vinyl en cd en wat mij betreft wordt het debuutalbum van de Ierse muzikante dit keer breed opgepakt. 

I Kept These Old Blues blaast nieuw leven in honderd jaar oude songs en maakt dankzij het fraaie gitaarwerk en de overtuigende stem van Muireann Bradley makkelijk indruk. Ik ben lang niet altijd gek op dit soort akoestische blues en het fingerpicking gitaarwerk dat is te horen op I Kept These Old Blues, maar het album heeft wat mij betreft een bijzondere uitwerking op de luisteraar, zeker wanneer deze terecht komt in de ontspannende flow die het debuutalbum van Muireann Bradley heeft. Het is een album dat nog wat meer glans krijgt wanneer je je bedenkt dat de Ierse muzikante nog altijd pas 18 jaar oud is. We gaan nog veel van haar horen, dat is zeker.

Erwin Zijleman

 

Je kunt I Kept These Old Blues hier bestellen:

https://tompkinssquare.bandcamp.com/album/i-kept-these-old-blues 

Tuesday, 17 June 2025

2025, week 25. 10 singles

In a hurry, so enjoy!

Cryptic Friend. The Laissez Fairs

How many songs can pretend to be from circa 1967 in a successful and convincing way? Who can tell. With Cryptic Friend Las Vegas' The Laissez Fairs shows that one more song is no problem to digest at all. You will hear all the sounds you expect to hear, combined in a way that makes for a song you just want to listen to, despite that the protagonist's female friend "never listens to a word I say". The rock connoisseurs of the era will hear a slight resemblance to The Troggs' 'With A Girl Like You'. With singer John Fallon having a Reg Presley's edge to his voice as well. Fun is fun and The Laissez Fairs delivers it in spades in its latest single.

Same Drop. Lightheaded

I'd almost say that it's 1960s week, were it not that the order of presentation of this post is purely coincidental. Lightheaded, that formed in New Jersey in 2017, consists of the duo Cynthia Rittenbach and Stephen Stec. The duo is on route to the release of its debut album 'Thinking, Dreaming, Scheming' on 27 June. I do not know what the album sounds like but Same Drop is a 1960s styled folkpop song. Even Jefferson Airplane sounded a little like this on its debut album 'Takes Off'. Mostly sung by Cynthia Rittenbach, Same Drop does have a distinctive flavour of girl pop groups like The Shangri Las as well. Slightly melancholy, yet distinctly pop music. It is possible to sound like 1960-something with ease today and it makes for pleasant listening as well.

On And On. Jeanines

With On And On by NYC trio Jeanines there's even more nostalgic sounds from a time long gone. This single is far more up tempo though, with a rhythm guitar that is more distinctive than was possible in the 1960s. The flavour is undeniably sixties pop though. Alicia Jeanine - vocals, guitar, bass, violin, Jed Smith - vocals, guitar, bass, drums and Maggie Gaster - vocals, bass, use their voices to create a vocal melody and harmonies that sound so familiar, as if I know them since forever, while being totally new at the same time. Jeanines is a label mate of Lightheaded. Their albums are released on the same date and they will tour the U.K.together extensively in July. 'How Long Can It Last' the album is called and if its as much fun as On And On, it's a must listen.

Go It Alone. Garlands 

Time flies, that's for sure. It shows as the last song by Garlands on the blog was over one year ago. The Glaswegian trio is back with a tremendously poppy rock song that will please many an ear that it is allowed to enter. As always the approach is direct, straightforward. The band lays down a firm foundation over which the melody can take the lead and additional melodies can play themselves out. You will discover nice guitar overdubs, with a pleasant effect on the sound. Vocal harmonies are another great addition to the song. Of course, there's a nice guitar solo, in fact there are two at the same time going on. With Go It Alone Garlands shows again that it's a band that deserves more attention than it's getting. I'm still a fan, for many years now.

Laurel. The Far Out

Also Laurel is a song filled with musical nostalgia but not from the 1960s. This is more a show tune. Think on the one hand something like Barry Manilow's 'Copacabana' but on the other hand a band like Swing Out Sister from the 1980s. The Far Out has a just as nice singer and horns in abundance. The Far Out is totally different from I'm used to coming out of Boston, but not less pleasant to listen to. Laurel has a lush arrangement that makes for very pleasant listening. The band has one  serious issue to face. With a song like Laurel, it's going to be very hard to rest on its laurel, as I can imagine that many people will want to hear this song, and much more from where this came from. Singer Olivia Lowe leads the way alright, but listen to that keys and the horns arrangement all backed by almost frivolous bass and drums. Laurel ought to be a hit, today and not in 1985 or before.

Just Like A Flower. Winter

Ah, a song that puts the reviewer on the wrong foot. Always a nice surprise. Just Like A Flower starts out as a ballad with dreamy vocals and a guitar sound that resembles some kind of horn, calling out through the fog. A silence that lasts pretty long, gives the impression to I have listened to a very short, soft song. Then a drum fill and off goes Winter and starts to rock no little. Alternative rock from the early 90s, Boston region I'd say. Who is Winter? As far as I can tell it is a new name on this blog. Winter is Samira Winter who is about to release her second album called 'Adult Romantix' on 22 August. After the soft and slow opening Just Like A Flower simply explodes into a great alternative rock song. After having grown up in Brazil, Ms. Winter moved to Boston, before relocating to L.A. over ten years ago. Musically, the link with Boston was already clear to me. The other influences may become apparent on  'Adult Romantix'. We'll know after the holidays.

Touch And Go. Smut

No less than five years ago Smut debuted on this blog. Another single finds its way to a single's post. Smut, the Chicago band comprised of vocalist/lyricist Tay Roebuck, guitarist Andie Min, bassist John Steiner, guitarist Sam Ruschman, and drummer Aidan O’Connor, shows once again it is able to rock in an alternative way. The contrast between the tough playing band and the dreamy vocals of Tay Roebuck are very much apparent on Touch And Go. Again, I can write that there is a nostalgic streak in this song. The 90s are all over the song. Veruca Salt, Belly, think these kind of female fronted bands and you'll get the drift. Smut makes its point quite confidently here. Touch And Go does everything right. Taken from the album 'Tomorrow Comes Crashing' that is also released on 27 June.

Elderberry Wine. Wednesday

Karly Hartzman, MJ Lenderman, Xandy Chelmis, Alan Miller, and Ethan Baechtold or Wednesday returns to this blog with a song that shares its title with the b-side of my first Elton John single, 'Crocodile Rock'. Anyone who was derailed by one of the songs on 'Rat Saw God' will be surprised to hear the pure country played on Elderberry Wine and will fear what lies in wait on the upcoming album. The new single is a song that is sweet and soothing. A pedal steel guitar takes the lead role with Karly Hartzman's soft sounding voice. Although the song has a tough side in its sound, the atmosphere is pure country music. Hartman has as much as a tear in her voice as it allows it to have. I'm pleased with the new single alright.

Sorgjâl. Massimo Silverio

And now for something completely different. Sorgjäl is a ten minute long song or composition by Massimo Silverio composed with Manuel Volpe and Nicholas Remondino. He sings in a local mountain language called Carnic, an ancient, mountainous variant of the Friulian language, in the north-east of Italy. Listening I hear some Italian and many things that don't land recognisable on my ears. What to expect when you delve into the ten minutes? A mix of modern and old. There's clearly an ancient folk element in the composition but also something of the modern classic and of droning music. At the beginning modern drums are created with electronic sounds around is, all accompanying a cello (I think). It takes quite some time before Silverio starts singing with a dreamy, husky voice. By then the atmosphere has been set and I'm drawn well into the song. Later this year there will be an album.

No More Lies. Mad Dogs

And now it's time for some nice and straightforward punkrock from Italy. Mad Dogs kicks its new single off with a nice long guitar intro. Two guitars play a tough rhythm supported by the rhythm section and then the lead guitar comes in with a short burst of notes that sets No More Lies on fire immediately. That fire is not put out before it's all played out and over. The lead guitar comes in with short, melodic bursts all throughout the song. The wah wah solo is really, really sweet. And that's not all because the band presents a keyboard solo as well before the guitar takes over once again. Mad Dogs is Marco Cipolletti - guitar, vocals, Luca Zenobi - guitar, Simone Mosciatti - bass and Giacomo Zepponi - drums. Together they cook a storm that is just so nice. Album 'The Future Is Now' will be released on 5 September.

Wout de Natris - van der Borght