Ik ontmoet Stefan in
zijn ruime woonkamer in Bilthoven. Een kamer ingericht op kleine kinderen en
muziek. Ik heb thuis een lijstje met vragen gemaakt. Overbodig, want op mijn
eerste vraag (hoe gaat het?) tijdens het plaatsnemen op de ruime bank, gaat hij
gelijk los. Stefan is een makkelijke prater. En heel precies, volledig en
eerlijk. Ik heb een hoop details weggelaten.
“Naast de muziek heb ik altijd een part-time baan gehad,
maar sinds kort werk ik als zelfstandig Projectmanager voor online
activiteiten. Ik kan mijn tijd zelf indelen en dat bevalt me uitstekend. Mijn
dochter naar de opvang brengen, een interview met WoNo Magazine, dat kan ik nu
gewoon doen. En in de avond-, nacht- of weekenduren zit ik wel eens te werken
achter mijn computer. Daardoor blijft er in de week veel tijd over om andere
leuke en belangrijke dingen te doen. En zo kan ik natuurlijk gemakkelijk tijd
maken voor Tiny Room Records, want er staat een hoop op stapel.”
Ja, in 2017 heb je
behoorlijk veel releases gehad, volgen er in 2018 nog veel meer?
“Nou, 2017 was wel heel druk. Nu wordt het iets minder, denk
ik. Als ik een release een beetje serieus wil aanpakken en er leuke dingen bij
wil verzinnen, dan moeten er toch wel minstens twee tot drie maanden tussen
twee releases zitten. Vorig jaar hebben we elke twee maanden een nieuw album
uitgebracht. Dat was een heel vol jaar. Dit jaar wil ik eigenlijk drie maanden
tussen twee releases hebben. Ik wil met Tiny Room iedere release een eigen
promotieaanpak meegeven. Niet steeds hetzelfde riedeltje, persberichten,
promo-cd’s, een paar shows enz., maar ik wil voor iedere release een unieke
aanpak, afhankelijk van wat we met die release willen bereiken. In 2017 hadden
we zo veel releases dat dit niet helemaal naar mijn zin lukte.”
Stefan in zijn studio |
Wat is je doel bij
het doen van een release?
“Het eerste doel is dat die release er komt. Het gaat vaak
om artiesten die helemaal niet bezig zijn met het uitbrengen van hun muziek. Ik
breng dan dat proces op gang door met ze in gesprek te gaan en ze te koppelen
aan technische en creatieve mensen die je nodig hebt om een mooi album uit te
brengen. Als je dan zo’n eerste cd in je handen hebt (Stefan reikt me een cd
van Queen of the Meadow aan), is dat best een mooie mijlpaal. En dan is het nog
mooier als die cd een beetje gaat verkopen. En dat is dan het tweede doel: de
cd bij de geïnteresseerden krijgen. Hoe ik dat voor elkaar krijg, dat is iedere
keer weer anders en daar ben ik ook nog mijn weg in aan het vinden. Ik ben
muzikant, kunstenaar en projectleider; geen marketeer. Ik vind het soms best lastig
om dat uiteindelijke product te verkopen.”
Kunstenaar? Wat is je
achtergrond?
“Ik heb de HKU gedaan, muziekcompositie. In ‘The World of
Dust’, mijn soloproject, combineer ik muziek met film en collages. Dat is echt
mijn uitlaatklep om andere dingen te doen met muziek. Bijvoorbeeld bij mijn
eerste plaat, die nog uitkwam bij Snowstar Records, heb ik luistersessies
georganiseerd in plaats van live-optredens. Die vonden plaats op meerdere
plekken, bijvoorbeeld in het oude Tivoli in een achterkamertje. Voor 20 mensen
per keer, met koptelefoons, kleden en lavalampen. Ze konden het hele album van
begin tot eind luisteren. Dit was echt supergaaf! Toen dacht ik: “Wauw, ik kan
het dus ook anders neerzetten dan de standaardmanier!”
Dat probeer ik nu ook met de andere releases van Tiny Room.
Zo heb ik twee jaar geleden een cassette uitgegeven van de Engelse singer-songwriter
Master Solo. Een jaar of tien geleden heb ik daar een tijdje samen mee gespeeld
en getourd. We zijn toen bevriend geraakt, maar daarna ben ik hem uit het oog
verloren. Hij had me destijds al een master-cd van een album gegeven. Twee jaar
geleden kwam ik die cd weer eens tegen en dacht ik: dit is toch wel echt
supergoed! Zonde dat dit alleen bij mij op een plank ligt en dat niemand het
kan horen! Ik heb hem gebeld en gezegd dat ik dit album wilde uitbrengen. Hij
was enthousiast. We hebben een klein aantal cassettes laten maken en een
digitaal album. Toen is hij voor één show overgekomen naar Theater Kikker in
Utrecht. Daar stond hij, met Lost Bear als backing band, in het voorprogramma
van The Fire Harvest, die toen ook een release hadden. Eén persbericht was
daarvoor nodig. Kleinschalig en overzichtelijk. Daar houd ik van. Wat veel tijd
kost is het verkrijgen van recensies: contacten leggen, albums versturen en het
contact warmhouden. Dat vind ik wel steeds leuker worden en ik word er ook
steeds beter in. En ik heb de laatste drie jaar een behoorlijk contactennetwerk
opgebouwd, waardoor dit ook steeds minder tijd kost. Maar toch ligt een project
als dat van Master Solo, waarbij de recensies minder van belang zijn, me iets
beter.”
Waarom vind je het
daarbij minder belangrijk dat erover geschreven wordt?
“Goede vraag!... Omdat het meer een ding is van het moment,
van één avond waarop alles samenkomt en het gebeurt. Alle plezier zit in die
avond. De mensen die erbij waren hebben iets heel bijzonders ervaren. Dat is
meer waard, ook voor de artiesten, dan dat erover geschreven wordt, dan dat het
ook bestaat op het Internet. Waarom zou ik recensies willen?”
Er zijn kunstenaars
die creëren om het creëren en niet erg geïnteresseerd zijn wat het publiek van
hun kunst vindt en wat ermee gebeurt en er zijn kunstenaars die met hun kunst
een bepaald publiek willen bereiken. Jij zit daar dus ergens tussenin?
“Ja en nee. Het hangt af van wat we met een release willen bereiken.
En ja, natuurlijk is het gaaf als er recensies verschijnen, zeker als er mooie
dingen over worden geschreven. Het geeft een bestaansrecht op het Internet. Je
kunt naar artikelen linken, je kunt er quotes uithalen, die je bijvoorbeeld
weer kunt gebruiken bij het regelen van optredens, je kunt lezen wat mensen die
er professioneel naar luisteren ervan vinden, je haalt er dus feedback uit. Ik
zie heel veel voordelen in recensies, maar als je maar één show hebt en verder
weinig te verkopen, dan hoeft het niet te bestaan op het Internet. Maar bij
Moon Moon Moon is dat natuurlijk een heel andere zaak. Dat is een actieve band
die steeds meer speelt, groeit, verschuift. Zij varen wel bij goede recensies.”
In hoeverre is zo’n
recensie ook een recensie over het werk van Stefan Breuer?
“Hoezo?”
Jij organiseert en
creëert zo’n avond. Dat is jouw werk. Een recensie van zo’n avond is dan ook
een recensie van jouw werk en kan weer mensen naar volgende avonden trekken.
“Ja, eens. Inderdaad vind ik het ook wel heel fijn als er
over de avond zelf wordt geschreven. Juist wel! En ik merk dat ik dat eigenlijk
het allerleukste vind, die live-avonden. WoNo Magazine was bij Moon Moon Moon
in de Kromme Haring en bij This Leo Sunrise, Moon Moon Moon en Lost Bear in de
Vondelbunker. En over die Master-Solo-avond in Kikker is ook wel geschreven.
Volgende week zijn er een paar Tiny-Room-avonden waar ook recensenten aanwezig
zijn, in dit geval van 3voor12. Voor zo’n avond schrijf ik altijd mijn contacten
bij de bladen en de blogs aan. Dat is zeker belangrijk. Maar een recensie voor
een album is niet altijd de moeite waard, als het om een eenmalig, kleinschalig
iets gaat, zoals die avond met Master Solo.”
In hoeverre is geld
verdienen een drijfveer om een album uit te brengen?
“Niet. We brengen een album uit omdat we iets moois willen
maken. Vervolgens moeten we heel precies kijken hoe we het financieel
rondkrijgen. Ik ben al blij als we quitte draaien. Maar zeker als je een mooi
album op vinyl uitbrengt, moet er geld bij. Het businessmodel van Tiny Room is
dat ik aan een release niks betaal en niks verdien. Ik schiet ook geen kosten
voor. De band betaalt meestal zelf de kosten van de release en krijgt ook alle
inkomsten. Het gaat meestal om kleine aantallen en dus om kleine bedragen. Ik
zie niet in waarom je deze kleine bedragen heen en weer zou willen schuiven.
Als ik de muziek mooi vind, vind ik het belangrijker dat de release er komt dan
dat ik er wat geld mee verdien. Dit is voor alle partijen een heel
overzichtelijk model. Tiny Room is eigenlijk een familie. Ik denk trouwens ook
dat het goed is als je als band weet hoeveel het kost om een album te maken. En
als er op een gegeven moment iets echt gaat rollen, dan ga ik wel mee. Het is
dus niet zo dat ik het per se klein wil houden, als je dat mocht denken.
Vroeger was ik fulltime muzikant, maar ik ben juist op een
gegeven moment een baan gaan zoeken om muziek en geld verder uit elkaar te
trekken. Ik wil geen financiële afhankelijkheid van de muziek hebben. Mijn
werk, nu als zelfstandige, geeft me de mogelijkheid om volkomen vrij met muziek
bezig te zijn en het geeft ook inspiratie. Inspiratie in de betekenis van zin
om na het werk samen muziek te maken of cd-tjes te branden, maar ook creatieve
input op andere gedachten en gedachtengangen. Mijn werk voor zeer uiteenlopende
opdrachtgevers geeft me een breed perspectief op het leven. Dat geldt trouwens
voor vrijwel alle Tiny-Room-artiesten.”
Je verdient je geld
niet met je grote passie. Is dat niet jammer?
Nou nee, aan de ene kant zou ik natuurlijk het liefste de
hele dag mooie albums maken en uitbrengen. Daar heb ik mijn opleiding voor
gevolgd en daar ben ik heel goed in. Maar aan de andere kant, ik heb zo een
leuk leven, heb een leuk gezin, doe leuk en nuttig werk als ICT-projectleider
en ik maak mooie dingen en ik help andere musici hun muziek naar buiten te
brengen. En van wie zou dat geld dan moeten komen? De musici hebben geen geld. En
trouwens, ik hoef van mezelf niet met alles wat ik doe geld te verdienen. Waar
het mij om gaat is dat ik het allemaal kan doen, in balans. En zolang er onder
de streep voldoende geld overblijft, vind ik het minder van belang waar dat
geld precies vandaan komt. En nogmaals, als er een album opeens wel goed gaat
verkopen, dan verdien ik daar natuurlijk ook goed aan!
Je was bassist in I Am Oak. Waarom ben
je daarmee gestopt?
Ja, dat heb ik ongeveer acht jaar gedaan. In 2016 hebben we
zo’n 50 shows gedaan. Daarnaast had ik nog 30 andere shows en mijn baan. Ook in
mijn privéleven gebeurden er een paar heftige dingen. En bovendien gingen we
verhuizen en bleek, last but not least, mijn vrouw zwanger van ons tweede kind.
Kortom: ik was volledig uitgeput. Rond de zomer ben ik ingestort. Ik ben
daarmee aan de slag gegaan en toen ik in het najaar weer begon met spelen, was
ik goed opgeknapt. Maar toch voelde het niet meer goed om mijn leven zo vol te
plannen. En I Am Oak kostte gewoon heel veel tijd en energie. En creatief had
ik daar geen heel grote inbreng. Daar kwam bij dat ik het spelen van die
liedjes op een gegeven moment ook niet meer heel uitdagend vond. Bleef alleen
nog over dat ik het een geweldige band vind en de leden hele aardige gasten. Ik
heb toen gekozen om dat te laten vallen om het rustiger te krijgen. En eind
december werd Jakob geboren. Het was mooi dat ik toen wat meer tijd had. en nu
voelt alles lekker in balans.
Hierna praten we nog
een hele tijd door over passies, over talenten en vaardigheden, over wat we de
wereld te bieden hebben en over wat dit allemaal wel of juist niet met
verdienmodellen te maken heeft. Uiteindelijk worden we het wel ongeveer eens.
We lijken meer op elkaar dan we willen toegeven. We zouden goede vrienden
kunnen worden.
Maar ja, de journalistieke integriteit en de ethische code van
WoNo Magazine staan daaraan in de weg. Jammer!
En natuurlijk heb ik
toch nog een paar vragen vergeten te stellen, bijvoorbeeld over zijn relatie
met Snowstar Records. Maar ach, die komen nog wel een keer. Of misschien ga ik
binnenkort Cedric van Snowstar Records wel interviewen. Dan komt dit vanzelf
aan de orde… Toch?
.No
No comments:
Post a Comment