De Australische band Midnight Oil houdt ermee op. Althans met touren. Zij reizen nu -door coronaperikelen gehinderd- door Australië en Nieuw-Zeeland en komen deze zomer naar Europa. Ik kijk er zeer naar uit, want ik ben in het gelukkige bezit van kaarten voor hun shows in Brussel en Berlijn. Ik zal er trouwhartig verslag van doen op WoNoBlog!
We weten niet zeker of Resist ook de laatste CD is van de heren. Dat houden ze open, hoewel zij na het overlijden van bassist Bones Hillman verleden jaar (hij speelt nog wel mee op Resist), lieten doorschemeren niet meer in Midnight Oil-verband actief te zullen zijn. Maar wel af en toe in losse projecten of optredens met een of meerdere bandleden, et cetera. Dat moeten we dus afwachten. Voorlopig hebben we na twintig jaar een volwaardige opvolger van Capricornia (2002), na het mini-album The Makarata-project van verleden jaar, een samenwerkingsproject met diverse aboriginal artiesten.
Resist is geen ingekakte-oudemannen-plaat, maar volop energie en nog net zo op de maatschappelijke barricaden als 50 jaar geleden, bij het begin van de band. Dat begint al met het uptempo Rising Seas, met onheilspellende riff, en dito tekst: ‘open up the floodgates to the rising seas…..’. In het daaropvolgende rocknummer The Barka-Darling River wordt er nog een schepje bovenop gedaan: 'Who drew the last drop from the bottom / Who left the bag of idiots open? / Who drew the bottle of bad ideas? /Good people are forgotten'. Het midtempo Tarkine is een meer traditioneel verhaal van een verloren liefde, maar met het stevige rocknummer At The Time of Writing zijn we weer terug bij vertrouwde milieu-gerelateerde thema’s, en het ontlopen van verantwoordelijkheid. Tegelijkertijd is het een oproep om onze laatste kans te pakken: 'you know a chance, we’ve only got one'. Nobody’s Child gaat lekker harder rockend door, maar heeft een vrolijker boodschap: 'beauty, love and compassion/ spread it everywhere / because nothing less will do'!
Het rustiger To the Ends of the Earth is een aanklacht tegen apathie en wederom een oproep tot actie, want ‘every creature drinks from the same cup’. Reef gaat vanzelfsprekend over de afbraak van het Great Barrier Reef en de bedenkelijke rol van politici daarbij. Het is meer ingetogen en heeft een lekker aanstekelijke melodie. Titelsong We Resist is kort maar hevig, oproepend tot algemeen verzet, met heerlijke uithalen van zanger Peter Garrett. Lost at Sea is pompend en boos, over het terugslepen van vluchtelingen naar het eilandje tussen Australië en Indonesië door de Australische regering: 'the sons of white Australia came with guns, and took us to an island hell'…
Undercover is een uptempo lied dat over verlangen en melancholie lijkt te gaan, gevolgd door het slow-tempo We Are Not Afraid, dat inderdaad oproept niet bang te zijn. Maar erg overtuigend klinkt niet. De cd wordt afgesloten met het gelaagde Last Frontier, dat ronduit onheilspellend begint met gesproken woord waar niet echt iets van te maken is voor het Nederlandse oor, vervolgens overgaat in een bijna vrolijk deuntje, maar soms wordt afgewisseld met donkere gitaarsound.
Al met al hebben de heren een prachtig product afgeleverd. Strijdbaar, betrokken, maar het allerbelangrijkst: in heel lekkere nummers gegoten. Vintage Midnight Oil. Ik kan niet wachten op de live uitvoeringen.
HareD
No comments:
Post a Comment