Sunday, 31 May 2020

The Stream. Opera Alaska

Moss featured on these pages, including the former magazine, from the very beginning of the band. Five albums, several live shows passed by and always positive in various gradations.

The band has been in peril in the previous decade but returned with the album 'Strike'. Come 2020 Marien Dorleijn does come with an album by a new band/project called Opera Alaska. Together with jazz guitarist Marzio Scholten and drummer Lisa Ann Jonker Dorleijn created an extremely dreamy album. The Stream is an album full of guitar and keyboard sounds, where some digital effects were not shunned. Underneath inventive or accompanying rhythms are played by Jonker, serving the songs or being prominent like in the instrumental, slightly experimental 'Strength'.

It is surprising turns like 'Strength' that give Opera Alaska some more mystique than it already holds within it. Yes, Dorleijn's soft voice is unmistakeable, for the rest he has come up with a different album than Moss would have produced. Dorleijn and Scholten worked on songs in short, effective sessions. What we hear is basically what was recorded in those sessions. There was not much need for overdubs and other extra's. Often, when demo's are released at a later stage, it is possible to hear the need for further work, not on Opera Alaska. There are finalised songs on the album that have a dreamy quality, partly longing, partly beyond reach. Influences are certainly in the CSN(&Y) corner of music, but not exclusively. Soft indie-pop-rock like Teenage Fanclub produced in the 90s can be found here as well.

For a collaboration between an indie rock guitarist/singer and a jazz guitarist, the music is, surprisingly, pop/rock oriented. What is present is some exquisite guitar playing. Little riffs and larger melodic runs that sound very nice.

On the whole The Stream is a dark album. Marleijn sounds dark and has decided to leave his ability to sing in his higher register at home in several songs. This is joined with darker sounds on the synths, that are on the album, and the guitars. Of course this does fall in nicely with a lot of Moss songs. The question I can not answer is whether it would have been impossible for Dorleijn to make this album with Moss. My best guess is no, it isn't. On the whole The Stream is a bit more experimental and that may be it. The quality is certainly on par with my favourite albums of the band.

The second difference may be that The Stream is more electronic. Synths play a certain role, where Scholten's contributions are acoustic West Coast 70s influenced but also progrock, let's call it Marillion, influenced. Contributions that make the album very varied in sound despite the sometimes rather glum mood. I definitely cannot answer the question whether Marzio Scholten could have made an album like this. I am not familiar with his jazz work so have no way of telling.

To sum up, the collaboration Opera Alaska is, has led to a beautiful album that combines the voice and a little of the sound of Moss with a totally different world that goes far behind the indie rock of Marien Dorleijn's main vehicle. It may be worthwhile to consider blending the two in the future. Didn't Robert Palmer already sing it in the late seventies: "The best of both worlds, double fun".

As a final comment, the intro of 'Strength' brought a totally failed cd to mind by a singer-songwriter playing ever so nice singer-songwriter songs with his acoustic guitar. His solo cd on sale that evening contains nothing but songs like the beginning of 'Strength'. For the life of me I can't remember the name of the guy. Totally blocked it. Not so for 'Strength', the most experimental, instrumental, song on The Stream. After the intro the whole slowly becomes a song.

Wo.

You can buy The Stream here:

https://shop.excelsior-recordings.com/products/opera-alaska-the-stream


or listen to our Spotify Playlist to find out what we are writing about:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g

Saturday, 30 May 2020

Song For Our Daughter. Laura Marling

Laura Marling komt bijna uit het niets met een nieuw album en het is een sober en uiterst intiem album dat tien songs lang een onuitwisbare indruk maakt.

Laura Marling heeft een aantal prachtige albums op haar naam staan, maar baart desondanks opzien met de ruwe schoonheid en intimiteit van Song For Our Daughter. Het is een album zonder al teveel opsmuk dat de invloeden uit de Laurel Canyon uit de jaren 70 nog niet achter zich heeft gelaten, maar ook andere invloeden uit het decennium omarmt. Ondanks veel invloeden uit het verleden is het ook een album dat met beide benen in het heden staat en troost biedt in onzekere tijden. De instrumentatie is sober, maar Laura Marling zingt de sterren van de hemel en grijpt je tien songs lang bij de strot.

Het nieuwe album van Laura Marling zou eigenlijk pas in augustus verschijnen, maar de Britse singer-songwriter zag in deze bijzondere tijd geen reden om de digitale release langer op te houden, waardoor we nu al kunnen genieten van Song For Our Daughter (vooralsnog dus alleen via de streaming muziekdiensten).
 
Het is een album over moederschap (niet van Laura Marling zelf overigens) en misschien nog wel meer over verbondenheid en geborgenheid. Het zijn dingen die Laura Marling heeft gemist tijdens haar jarenlange verblijf in Los Angeles. Voor haar een van de redenen om terug te keren naar het vertrouwde Londen, al zal het verlies van haar platencontract ook meegespeeld hebben.
 
In muzikaal opzicht staat Song For Our Daughter nog wel met minstens één been in de Verenigde Staten en in het bijzonder in de Laurel Canyon bij Los Angeles. De rijke muzikale traditie van de heuvels rond Los Angeles klinkt in flink wat songs op het album nadrukkelijk door, waardoor Song For Our Daughter een groot deel van de tijd klinkt als een verloren singer-songwriter album uit de jaren 70.
 
Laura Marling verloochent haar Britse roots echter zeker niet en lijkt op haar nieuwe album niet alleen beïnvloed door de muziek van Joni Mitchell, maar ook zeker door het jaren 70 werk van Paul McCartney, terwijl in een aantal songs ook haar liefde voor Britse folk weer op laait en aan het eind van het album ook nog een beetje country, compleet met pedal steel, opduikt.
 
Laura Marling heeft Song For Our Daughter in eigen beheer uitgebracht en heeft gekozen voor een betrekkelijk sober geluid, waarin de basis wordt gevormd door akoestische gitaar of piano en strijkers en hier en daar achtergrondvocalen de schaarse extra versiering aanbrengen.
 
Ze tekende deels zelf voor de productie van het album, maar kon ook nog deels een beroep doen op vertrouwde kompanen als Ethan Johns en Dom Monks. Song For Our Daughter klinkt prachtig, maar vooral intiem. De keuze voor een instrumentatie zonder opsmuk heeft er voor gezorgd dat de stem van Laura Marling centraal staat en haar stem verricht op haar nieuwe album wonderen.
 
Ik vond de stem van de Britse singer-songwriter altijd al prachtig, maar op haar nieuwe album is het een stem die van alles met je doet. De emotie in de stem van Laura Marling is op Song For Our Daughter bijna tastbaar en voorziet het album van een bijzonder intieme sfeer. Laura Marling lijkt je persoonlijk troost te bieden in deze onzekere tijden en staat met grote regelmaat garant voor kippenvel.
 
Ook de songs op het nieuwe album van de singer-songwriter uit Londen zijn van een bijzonder hoog niveau. Laura Marling heeft een tijdloos album gemaakt, dat het in de jaren 70 ongetwijfeld geweldig had gedaan, maar dat ook in 2020 essentieel en urgent klinkt. De instrumentatie is misschien sober, maar met name het akoestische gitaarwerk op het album is bijzonder mooi en ondersteunt de bijzondere stem van Laura Marling op fraaie wijze.
 
Het in eigen beheer uitgebrachte Song For Our Daughter is ongetwijfeld met een beperkter budget gemaakt dan de vorige albums van Laura Marling, maar ook in dit geval is less weer more. Laura Marling heeft een aantal geweldige albums op haar naam staan, maar dit is wat mij betreft de meest indrukwekkende.

Erwin Zijleman

Je kunt Song For Our Daughter hier luisteren en bestellen:

https://lauramarling.bandcamp.com/


of luister naar onze Spotify Playlist om uit te vinden waar we over schrijven:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g

Friday, 29 May 2020

De Liefde Is De Eerste Wet. broeder Dieleman

Dat was nogal een tweet die broeder Dieleman de wereld instuurde. "Mijn beste album tot op heden". Hoe vaak heb ik geen artiesten in interviews horen opgeven over hun geweldige nieuwe plaat, die ze bij het uitkomen van de volgende zelf genadeloos afsabelen. Laat ik gaan luisteren en u meenemen op het avontuur dat broeder Dieleman de wereld aanbiedt.

Aan De Liefde Is De Eerste Wet zit een verhaal vast. Als een overkoepelende inspiratiebron staat Jan de Prentenmaker centraal. Hij was marskramer in knipselkunst. Een 19e eeuwse figuur die zich van een levensonderhoud voorzag door al rondtrekkend mensen zijn knipkunst te verkopen. In het Zeeuwse is zijn werk nog steeds te zien in sommige huishoudens. De plaattitel (en artwork) is ontleend aan zijn werk. Als vraag. Weet iemand hoe de man echt heette?

Heel langzaam wordt Toon Dieleman een chroniqueur van het Zeeuwse erfgoed. Wordt? Hij is het al. Hij duikt in zijn eigen en de Zeeuwse geschiedenis en vertaalt dat in teksten en muziek. Waar het die muziek betreft, is het de meest normale cd van de band rond Dieleman. Gisteren schreef ik dat over De Kift en de nieuwe, 'Hoogriet'. Een heel verstandige zet van broeder Dieleman, want met 'Komma' was de grens van het schetsmatige muziekmaken bereikt. Hoe knap ook, het moest anders en het gaat anders.

Ik noem De Kift niet voor niets, want met zijn werk schaart broeder Dieleman zich in een uiterste niche van de popmuziek. Daar komt het Zeeuwse dialect/accent op deze plaat, bovenop. Voor mij is het benoemen van de niche een eretitel, want ondanks de totale eigenheid weet ook broeder Dieleman een uitzonderlijk hoog niveau te bereiken. Daarmee geef ik al iets weg van mijn beoordeling van De Liefde Is De Eerste Weg.

Nu zijn de eerste twee singles, 'Jacobsladder' en 'Nieuw Raam' al positief op dit blog besproken. Dat zegt natuurlijk al iets. Het album begint heel klein. Zang en een harmonium bepalen 'Glasvol, Liefje'. Dieleman krijgt antwoord van zangeres Janine van Osta en enkele heren in zijn band. Zijn glas is vol en zij legt hem geen strobreed in de weg. Het zal nog even duren voordat hij thuiskomt, schat ik zo.

Het album gaat na, dit mooie openingsstuk echt van start met de single 'Nieuw Raam'. Mooi, melancholiek, de droge bas van Peter Slager en de drums van Leo Fabriek die het nummer samen een body geven. Genoeg om een viool overheen te laten dromen, met zang als een zucht wind op een warme, zomerse dag. Het begin van het album is op een heel bescheiden manier overdonderend.

Dit niveau haalt broeder Dieleman verder moeiteloos. Het titelnummer en slotstuk springt er voor mij extra uit, net als het rustige 'Eerst De Koffie' en het meer uitbundige 'Lied Van Het Riet'. Favorieten zonder een ander nummer naar beneden te halen. Deze hele plaat is mij nu al dierbaar. Ik leen dit wordt maar eens van Erwin Zijleman, die ook op dit blog publiceerd. Ik gebruikt het doorgaans niet, maar in dit geval is het het meest treffende woord.

Ter conclusie. Ik ga het citaat van Toon Dieleman als volgt nuanceren. 'Uut de Bron' en in ieder geval een deel van 'Komma' zijn kunstwerken op zichzelf. Zeker de eerste is een gesamtkunst werk qua muziek en de laatste ook qua verpakking. De Liefde Is De Eerste Wet is broeder Dieleman's beste muziek album tot op heden. Iets dat ik zonder voorbehoud zo kan opschrijven. Sterker, de band heeft weer een jaarlijstjes plaat afgeleverd. Zo sfeervol, zo mooi en zo doordrenkt van het leven, nu en in het verleden. Zijn unieke band mag hier net zo trots op zijn, want zij zijn in Nederland uniek. En Bonnie 'Prince' Billy? Die kan zijn borst nat maken met zo'n collega.

Wo.

Je kunt De Liefde Is De Eerste Wet hier kopen:

https://snowstar.bandcamp.com/album/de-liefde-is-de-eerste-wet-pre-order


of luister naar onze Spotify Playlist om uit te vinden waar we over schrijven:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g

Thursday, 28 May 2020

Hoogriet. De Kift

Ja, u ziet het goed. Dit is de nieuwe, uiterst kunstzinnige verpakking van de nieuwe cd van De Kift. Nu deed de band altijd al haar best om niet in mijn cd verzameling te passen, maar met Hoogriet zijn definitief de grenzen van de plooibaarheid van muziekkast bereikt. Ik zal de plaat moeten opbergen tussen mijn administratie. Het is niet anders.

De Kift keert terug op de pagina's van WoNoBlog, nadat de band al vanaf het prille begin ook in WoNo Magazine heeft gestaan. 'Koper' zal de eerste plaat zijn geweest in 2001. Op Spotify vielen al enige tijd een paar nummers te beluisteren, maar ook de cd pesentatie in Paradiso een kleine twee weken terug beloofde veel. Een aantal nummers is ook ten gehore gebracht in de film 'Water, Wieg Me', die onlangs werd uitgebracht en op tv is getoond. En nee, uw recensent wordt niet teleurgesteld

Hoogriet begint met het enorm gedreven 'Ik Ken'. De vaart zit er direct goed in. De gitaar drijft het ritme op, gesteund door bas en drums. De toeters zijn bijna neurotisch te noemen. Waarbij de steeldrums niet onbenoemd mogen blijven. Het rustpunt is de prachtige trompet solo, die een mariachi uitstraling heeft. Bij zanger Ferry Heijne zitten de hellhounds van Robert Johnson hem duidelijk te dicht op de hielen. Het is een wedstrijd waarvan het verloop niet is te voorspellen.

In 'Ik Ken' komt alles wat De Kift zo goed maakt direct goed samen. Oost-Europese ketelmuziek, Tom Waits en de Noord-Hollandse polder, het zit er allemaal in verwerkt.

Het is in mummer twee, het titelnummer, waaruit weer blijkt dat De Kift nog steeds stappen maakt. Niet dat her nummer iets anders is dan eerder, nee, het is volkomen herkenbaar. Het nummer is gewoon 100% prijs. De melancholie, de leegte, de samenzang, het schuift allemaal prachtig in elkaar. Het is een weemoed die gevangen wordt, die kenmerkend is voor deze band. Daarnaast is ieder lid in staat een stap terug te doen en alleen dat te brengen wat nodig is voor een optimaal resultaat. Om even later weer allemaal te knallen zodra het kan. Dit gebeurt met mate in 'Donauboot'. "Een gitaar in de vorm van een Donauboot". Alles kan in een droom. Het spettert en knettert, maar is ook sober. Dit is een nummer met een fabelachtige dynamiek in zang en muziek. Live ongetwijfeld een prima nummer.

Hoogriet is misschien wel het meest diverse album van De Kift tot op heden. Dat zal deels te maken hebben met de samenwerking die is gezocht met andere muzikanten. Niet zoals vijf jaar geleden met Rats on Rafts, waar beide bands met elkaar nummers meespeelden. Geweldig dynamische plaat overigens. Nee, deze muzikanten spelen of schreven samen met De Kift bij het maken van de nummers. Het leidt allemaal tot een verbreding van het geluid, terwijl alles onmiskenbaar De Kift blijft. Er zijn niet veel bands die een sound als dit hebben. (Door mijn lokale platelaar als "middle of the road" aangeduid. Als de muziek van De Kift iets niet is ....)

Hoe vaker ik de plaat draai hoe meer ik er van overtuigd raak dat dit ook de meest toegankelijke, "commerciële" plaat van De Kift tot op heden is. Dat is bij deze band een zeer rekkelijk begrip, maar meer en meer hoor ik liedjes. Liedjes met rare ritmes, dwarse melodieën, afwijkende samenzang, maar liedjes zijn het met vaak prachtige, inventieve melodieën en harmonieën. Opnieuw zit er zoveel werk in het kloppend maken en opleuken. Dit gaat soms ten koste van het grote gebaar, waar Ferry Heijne in uitblinkt. Er staat veel subtiel werk op Hoogriet. Dit wordt dan weer volledig gecompenseerd door 'Kolken', dat compleet van de rails afschiet in een kakafonie van herrie en de surfgitaar, 'Peter Gunn' achtig, met spetterend koper en een wijdloops scheurende solo gitaar.

Eigenlijk staat er teveel om op te noemen op Hoogriet. Daarom ga ik het album aan u overdragen lezer. Ga uw voordeel doen met de nieuwe plaat van een van de meest bijzondere bands van ons land. Maar vooral heel erg goede band. Ondertussen wordt mijn exemplaar in elkaar geknutseld door drummer Wim en zijn leger vrijwilligers. Mijn ordnerkast kent binnenkort een uitbreiding.

Wo.

Je kunt Hoogriet en al het andere van De Kift hier bestellen:

https://winkel.dekift.nl/


of luister naar onze Spotify Playlist om uit te vinden waar we over schrijven:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g

Wednesday, 27 May 2020

Flying The Wrong Way. The Wooden Faces

It may well be that youngsters these days do not recognise what is in this picture. This medium was unsafe for the little fingers of toddlers I can tell you. How my toddler son managed to destroy two of the unreplaceable tapes from between all the hundreds of other tapes he could have chosen, remains a mystery, but after I explained what they were for, it was over. Just like his book tearing days were over when I explained that I would not be able to read those book to him.

So here's 2020 and the band The Wooden Faces releases its first record on a cassette tape. The second tape release finding its way to me after the maxi single of A Fugitive some years ago. Where the music is concerned the music could not be more different though.

The story on the tape is a bit more complex. It is a sort of experiment. The music was recorded simultaneous analogue and digital. The former was recorded on tape but is released on tape as well. The latter as a digital download and recorded digitally. This allows for hearing the difference, is the concept behind it. Buy the cassette and get the download for free is the idea. I only have a digital version, so cannot compare. Yes, there is a tapedeck somewhere in the house, but since the one in the car died years ago, I have not played a single tape since.

The Wooden Faces work from an Americana singer-songwriter idiom. The basis of this music is American, but not without allowing some pop as well as some darker elements into the songs, hiding the underlying singer-songwriter capabilities quite adequately at times. The result is an eclectic mix, just like a record made by musical friends from different backgrounds and bands should sound like.

Dan Donnelly is the singer, Gouven Hamel the guitarist and Anth Mills the drummer. With a background in The Levellers, The Wonder Stuff and Celtic Social Club the musical direction gives itself a little bit away. It is also a direction to which this blog is no stranger. Several records have been presented on these pages. For Dan Donnelly it's the third time, in just as many musical guises.

I will not go so far and state Flying The Wrong Way is an outstanding album. For that most songs sound to familiar. They all have ties to things that have gone on before and sometimes better. Once we pass this remark, there is more than enough to enjoy on the album. The three musicians obviously were inspired. Hamel, who lives in France, flew to the U.K. and recorded all his parts in 24 hours and left for home again. In a way this can be seen as symbolic for Brexit, just like the first song obviously is an enthusiastic outing, with REM/The Byrds like chiming guitars, where the album ends with a small, bit glum song.

The music on Flying The Wrong Way moves between these extremes and in the most pleasant of ways. There are true songs on the album and The Wooden Faces manage to bring out a pop element in most songs, making them so easy to listen to. What I hear is 60s jangly pop with Britpop singing and that U.S. component. It gives huge chunks of Flying The Wrong Way a bite and something to chew on as well. Through the album's diversity and nice details, it is also the kind of album that tends to grow over time. Nice little details to (re)discover. For what seems to be a special project between the three musicians, a lot of love and care was put into it.

Flying the wrong way, eh? My advice would be to not fool yourself, The Wooden Faces, and keep a steady course. It seems like you're going the exactly right way to me.

Wo.

You can buy Flying The Wrong Way here:

https://www.gentlemenrecordings.com/nl/product/the-wooden-faces-flying-the-wrong-way/

Tuesday, 26 May 2020

Ghosts. Cowboy Junkies

Zomaar uit het niets een nieuw album van de Canadese band Cowboy Junkies en het is net als al zijn directe voorgangers een hele mooie en bijzonder indrukwekkende.

Cowboy Junkies maakte met All That Reckoning in 2018 een van de mooiste albums van de band. Vlak na de release van het album en na het overlijden van de moeder van de Timmins telgen in de band werd Ghosts opgenomen. Oorspronkelijk bedoeld als extraatje bij een luxe vinyl uitgave van All That Reckoning, maar nu dan verschenen als volwaardig album. En wat is het weer een mooi en indrukwekkend album. Soms rauw en stevig, soms intiem en ingetogen, soms zweverig, soms aards, maar altijd intens en van de hoge kwaliteit die we de laatste jaren van Cowboy Junkies gewend zijn. Nu al een van mijn favoriete albums van de laatste maanden en Ghosts groeit nog wel even door.

Op de website van de Canadese band was er helemaal niets over te vinden en in de releaselijsten kwam het album ook niet voor, maar opeens stond er op Spotify een nieuw album van Cowboy Junkies.
 
Uit een interview met gitarist Michael Timmins weten we inmiddels dat Ghosts nieuw materiaal bevat. Het is materiaal dat de band na de release van het prachtige All That Reckoning uit 2018 en vlak na de dood van de moeder van Margo, Michael en Peter Timmins opnam.
 
Ghosts was oorspronkelijk niet bedoeld als nieuw album, maar als bonus bij een nieuwe vinyl uitgave van All That Reckoning. Deze vinyl uitgave is uitgesteld tot het einde van het jaar, maar inmiddels kunnen we gelukkig wel genieten van de digitale versie van Ghosts.
 
De band uit Toronto begon met de vier albums in The Nomad Series tien jaar geleden aan haar tweede jeugd en bevestigde de goede vorm met het in 2018 verschenen All That Reckoning dat ik niet alleen reken tot de beste albums van Cowboy Junkies, maar ook tot de beste albums van 2018.
 
Ghosts gaat verder waar All That Reckoning bijna twee jaar geleden ophield en biedt een ruim een half uur durend vervolg. All That Reckoning was bij vlagen al een donker album, maar Ghosts klinkt nog wat donkerder, wat gezien de aanleiding voor het album ook niet zo gek is. Cowboy Junkies verwerkt op Ghosts het verlies van een ouder en doet dit met intense en ook dit keer wonderschone songs.
 
Net als All That Reckoning klinkt ook Ghosts weer minder gepolijst dan het oudere werk van de band en vergeleken met zijn voorganger klinkt het nieuwe album van Cowboy Junkies nog net wat ruwer. Ghosts is ook net wat experimenteler en neemt hier en daar de tijd om wat breder uit te waaien, wat het album voorziet van een bijzondere sfeer. Het is een sfeer die wordt gedomineerd door melancholie, maar er gloort ook hoop op het album.
 
Cowboy Junkies leek lange tijd verstilling als wapen te kiezen, maar ook Ghosts bevat weer een aantal behoorlijke stevige songs, met geweldig gitaarwerk van Michael Timmins. Het is een geluid waarin de fluisterzachte stem van Margo Timmins in het verleden nog wel eens verzoop, maar de stem van de Canadese zangeres heeft de afgelopen jaren aan kracht en diepte gewonnen en blijft makkelijk overeind.
 
Omdat Ghosts net wat experimenteler klinkt dan de terecht zo bejubelde voorganger, maakt het album niet de overrompelende indruk die All That Reckoning direct bij eerste beluistering maakte, maar Ghosts blijkt een groeiplaat. De songs op het album winnen bij herhaalde beluistering flink aan kracht en ook de instrumentatie spreekt steeds meer tot de verbeelding, met de mooie stem van Margo Timmins als cement.
 
Ghosts is bij vlagen een rauw en stevig album, maar het bevat ook een aantal uiterst ingetogen songs, waarin de instrumentatie zich beperkt tot piano of ukelele en alles aankomt op de stem van Margo Timmins, die wel raad weet met dit soort songs. Het levert een album vol dynamiek, onderhuidse spanning, emotie en schoonheid op.

Ik grijp nog regelmatig naar de muziek van Cowboy Junkies met de laatste jaren een voorkeur voor The Nomad Series en All That Reckoning. Het uit het niets verschenen Ghosts sluit hier perfect op aan en ik verwacht dat het album me snel minstens net zo dierbaar zal zijn. De aanleiding voor het album was triest, maar het resultaat is ook dit keer indrukwekkend mooi.

Erwin Zijleman


Luister naar onze Spotify Playlist om uit te vinden waar we over schrijven:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g

Sunday, 24 May 2020

Sam Doores. Sam Doores

Het soloalbum van The Deslondes voorman Sam Doores lijkt een album vol aangenaam klinkende retro, maar vervolgens begint het album te groeien en te groeien en te groeien.

Sam Doores timmerde het afgelopen decennium aan de weg met Hurray For The Riff Raff en The Deslondes, maar jarenlang werkte hij tussen de bedrijven door ook aan een soloalbum. Dat soloalbum is nu verschenen en het is een heel bijzonder soloalbum. De Amerikaanse muzikant doet een greep uit een aantal decennia popmuziek en sleept er van alles bij, maar op hetzelfde moment is het rijk ingekleurde album een bijzonder intiem en persoonlijk album vol persoonlijke misère en weemoed. Het is een album waar je makkelijk het etiket retro op plakt, maar het is ook een groeialbum dat je iedere keer weer net wat dierbaarder wordt. 

Sam Doores maakte een jaar of acht geleden al eens een soloalbum, maar was toen nog een vrij onbekende muzikant. De afgelopen jaren tekende de singer-songwriter uit New Orleans met Hurray For The Riff Raff en vooral met The Deslondes voor een aantal onbetwiste jaarlijstjesplaten. Ook zijn deze week uitgebrachte titelloze soloalbum is er een, al duurt het even voor je dat door hebt.
 
Sam Doores nam zijn nieuwe album gedurende een langere periode op en deed dat vooral in Berlijn, samen met producer Anders ‘Ormen’ Christopherson. Uiteindelijk werden ook nog opnamesessies in Nashville en New Orleans toegevoegd en schoven meerdere muzikanten aan. Desondanks is het titelloze album van Sam Doores een heel intiem en persoonlijk album geworden.

Het album opent instrumentaal met stemmige pianoklanken en weemoedige strijkers. Het zet direct de toon, want Sam Doores heeft een album gemaakt waarop weemoed een belangrijke rol speelt. Verloren liefdes keren steeds terug op een album dat een inkijkje geeft in de ziel van Sam Doores.
 
Na de instrumentale openingstrack vervolgt Sam Doores met muziek die lijkt weggelopen uit de jaren 50. Strijkers worden dit keer gecombineerd met fraaie gitaarlijnen die herinneren aan de muziek van heel lang geleden, wat wordt verstrekt door achtergrondzang zoals die in de jaren 50 gebruikelijk was en de melancholische zang van Sam Doores zelf. Producer Anders ‘Ormen’ Christopherson heeft het geluid prachtig volgestopt en heeft ook nog een weemoedig scheurende mondharmonica toegevoegd.
 
Het woord retro dringt zich nadrukkelijk op bij beluistering van de tweede track van het album van Sam Doores en dat gebeurt misschien nog wel sterker wanneer Sam Doores in de derde track samen met Alynda Segarra (Hurray For The Riff Raff) nog wat dieper de jaren 50 in duikt in een fraai duet.
 
Naarmate het album vordert wordt de muziek van Sam Doores steeds mooier en veelkleuriger. 50’s pop, rock ’n roll, country, jazz, psychedelica, folk, 70s singer-songwriter muziek: het heeft allemaal zijn weg gevonden naar de muziek van de Amerikaanse muzikant en er is nog veel meer. Het is muziek die in eerste instantie klinkt als bijzonder aangename retro, maar het titelloze soloalbum van Sam Doores is veel meer dan dat.
 
Invloeden uit minstens een handvol genres en invloeden uit een aantal decennia popmuziek vloeien samen in songs die stiekem ook eigentijds en in ieder geval urgent klinken. Geluiden van een flink arsenaal aan instrumenten vloeien samen in een bijzonder fraai en uiteindelijk ook tijdloos geluid, dat prachtig past bij de warme stem van Sam Doores, die weemoed en melancholie over je uit strooit in songs die maar aan kracht en diversiteit blijven winnen.
 
In 14 songs en drie kwartier muziek komt er zoveel voorbij dat overdaad op de loer licht, maar omdat Sam Doores altijd puur en oprecht klinkt, wordt ook dit gevaar met gemak getackeld. En zo ontwikkelt het titelloze soloalbum van Sam Doores zich van een album met prima songs en een fraai retrogeluid tot een album met geweldige en veelkleurige songs die alleen maar mooier en indrukwekkender worden. We moeten ons in deze bijzondere tijdens steeds verder afzonderen. Dit album van Sam Doores is hierbij een bijzonder dierbare metgezel.

Erwin Zijleman

Je kunt Sam Doores hier luisteren en kopen:

https://samdooresmusic.bandcamp.com/album/sam-doores


of luister naar onze Spotify Playlist om uit te vinden waar we over schrijven:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g

Saturday, 23 May 2020

7 singles

Once again Wo. takes a look, well listen actually, at recently released singles and comes up with a special mix of folk, dreamy songs, rock and roll and what not. Enjoy this interesting musical journey.

Nieuw Raam. broeder Dieleman
De tweede single van het nieuwe album van broeder Dieleman is een serieuze affaire, natuurlijk gezongen in zijn eigen Zeeuwse dialect. De viool speelt stemmige solo noten. De band beperkt zich tot het meest elementaire. Een droge bas van Peter Slager en functionele, sobere drums van Leo Fabriek en een eindeloos geplukte gitaar. Een enkele, ferme tik op de snare drum is al heel wat in dit geval.

broeder Dieleman mag dan een nieuw raam hebben, het is niet dat hij er een serieus feest omheen wenst te bouwen. Hij kijkt het allemaal eens rustig aan en "geeft het alle tiet". Melancholiek kijkt hij uit de verse, nieuwe ruit en aanschouwt de wereld alsof hij het niet direct vertrouwt wat hij er allemaal door heen ziet. Eerst maar eens gewoon doen en dan zien we verder. De nuchterheid van de vlakke polder en de wind die daar altijd overheen jaagt.

Nieuw Raam is een prachtig, klein, melancholisch lied en exemplarisch voor de muzikale weg die broeder Dieleman is ingeslagen. Iets wat zich al aankondigde op plaat 1 van 'Komma', maar hier wordt doorgetrokken. Nog één week, dan komt 'Liefde Is De Eerste Wet' uit. Dan wordt 'de sex terug gezet in de knipkunst' om broeder Dieleman te citeren.

Angela. The Kik
Luisteraars van Radio 2 weten inmiddels alles over Angela, de nieuwe single van The Kik. De plaat is wat in mijn jeugd de Alarmschijf heette. Tegenwoordig heeft iedere zender zijn eigen tip van de week, het tipschap nogal devaluerend.

'Jin' is al enige tijd uit, maar Angela is zo leuk dat wat extra aandacht zeker verdiend is. Angela is misschien wel de meest ondeugende The Kik song tot op heden. De 'Stacy's Mum' van The Kik. Niet dat het een groot onderwerp van gesprek was, voor zover ik me kon herinneren, maar alle jongens hadden het toch wel een keer over die knappe lerares in mijn jeugd, dus misschien droomden ze ook wel van die knappe buurvrouw of vriendin van je moeder. Wie zal het zeggen?

Dave von Raven bezingt de moeder van een vriendje in haar volle voormalige glorie. Deze Angela lijkt de perfecte vrouw voor de puber Dave. Tegelijkertijd is het nummer ook een voorbeeld van de nieuwe sound van The Kik. De jaren 60 liggen duidelijk achter de band. Niet waar het de melodie van de zang betreft, perfecte pop blijft het doel. De oude synthersizer die klinkt door het nummer is weliswaar dezelfde als in bijvoorbeeld 'Runaway', in de beat tijd was die niet of nauwelijks te vinden. De gitaren zijn ook zwaarder aangezet om samen uit te komen op een bijzonder fraai popliedje.

Hoeveel de Radio 2 topsong nog voorstelt, weet ik niet. Hiet is in ieder geval fijn om te zijn, lijkt me gezien de week lange, gegarandeerde aandacht, maar bovendien behoorlijk terecht.

Truth Or Dare. Fridolijn
The second new release in five years time by Fridolijn is an extremely dreamy song. Her voice hovers softly over the song that is part acoustic guitar, part atmospherics and part an extremely unique sort of percussion. Musically Truth Or Dare has reference to the U.K. folk of the late sixties. This has to do with the dreamy way of singing. The electronics underneath the dreamy part of the song were unimaginable 50 years ago. The mellotron was far from that subtle.

In a way the electronics derail the song in subtle ways. It gives pause to the song, and force the listener to pay more attention to what is really going on beneath the surface. Not all is dreamy pink here. Just going with the flow of the front part is not enough. Fridolijn has put more effort into Truth Or Dare than just a beautiful melody. It is these finer details that give the song its extra's. Whether in the mysterious rhythm, the way the synths come to the fore to drop away quite suddenly or the angelic harmonies, it all adds up to an extremely beautiful song.

False Prophet. Bob Dylan
Can we call the pre-album released songs nowadays singles or are they just a promotional release? Bob Dylan releases a third song and announces a new album 'Rough And Rowdy Ways'. False Prophet again is a different song. Dylan croaks his way through the lyrics. Let's face it, there's not much left of his voice, but that is what it is. Again he sings titles from other songs. I recognise 'Hello Mary Lou' straightaway at the beginning.

Dirty sounding guitars play in a accidented rhythm. The song holds back the whole time, allowing Dylan to sing-song his lyrics. "I ain't a false prophet. I just said what I said", is the central message of False Prophet. Lyrically he acquits himself once and for all from whatever people wanted him to be and is not. He just "said what he said". It is up to others to discern the value and meaning. A truth that is not, necessarily, his.

The music reminds me a little of New Orleans Mardi Grass music. The marching band is totally missing. The step for step rhythm certainly is not. I see a James Bond movie scene, from whatever older, probably Sean Connery, in my mind's eye. The passing marching/funeral band and the abduction, all in one swift go.

Musically the sound comes close to 1972 the Rolling Stones songs, except they certainly made the songs on 'Exile On Main Street' a lot more exciting. Dylan has a message to convey and the music, again, is complementary, but certainly worked out in detail. The guitars play elementary notes and chords, yet intricately together. That takes work and not improvisation. So another Dylan song, I can't say one of his best, but it does sound inspired. Let's see what the near future brings.

Little Mine. The Dirty Truckers
If I remember correctly, The Dirty Truckers were my introduction to Rum Bar Records. A compilation album I received in a packet of several albums sent to me about two years ago. The beginning of a great relationship with the Boston label specialising in powerpop-rock'n'roll-garagerock of old, made by bands in the here and now. But all with a great longing for times long gone.

The Dirty Truckers is no exception. The band rocks out in a dirty sweet way reminiscent of the band with that name from San Diego active in the mid 00s, but of course much more with the music made in the mid 70s. Much more melodic than The Faces ever were and just this little rougher than The Outlaws on its first album. That part is probably the influence of bands people talked about that I missed out on in the 80s like The Replacements or some such. U.S. underground rock music op the 80s remains something of a mystery to me.

Not The Dirty Truckers. Washed or not, this band just rocks away. This is fun, a little dirty without drawing outside of the board. The guitars are rough in a nice kind of way. Little melodies and short burst of solo's fly around in the 3 minutes and 2 seconds the song last. Add up the nice harmony singing and another near perfect rock songs is released by Rum Bar. The standard in rock on this label is so steadily high that it is in fear of being taken for granted instead of being seen as exceptional. Not the exception it is. What a luxury to be basking in.

Little Daggers. Jay Allen & the Archcriminals

The proof of this statement is delivered straight away. Little Daggers is a totally different song. More punky and garagey. A The Stranglers organ fills in part of the song. (Dave Greenfield of The Stranglers passed away this month and is commemorated on this blog.) It gives the song a little extra.

It would be very easy to put Jay Allen and his band away as just copycats of the late 70s punk. Elvis Costello, The Stranglers, Joe Jackson, the pre-'So Lonely' The Police, let's say the more clever side of U.K. punkrock, all leave their traces in Little Daggers. There's no denying here. But let's face up to the facts, and I'm not nervous but relaxed, Little Daggers is done so well. Just over 40 years ago this would have been a huge hit, because the song holds up easily with 'Watching The Detectives', 'Fall Out', or 'On My Radio'. It is on par with those songs.

A dose of energy is always welcome and Jay Allen c.s. deliver the jolt with obvious glee. Little Daggers is the kind of song I want to hear when I am in need of a little extra energy. "I'm alive", alright. For the band members that could be a different thing though. Death by bass guitar. What about a title for a new song, gentlemen?

I'm A Dreamer. Josephine Foster
A rush release this single seems to be as the song gained popularity by airplay in a television series. The song from the same titled album from 2013 featured in the series 'End Of The F**cking World'. I haven't watched it (yet?). Josephine Foster is not the obvious choice for background music. Her voice is, to make a nice comment, wobbly, at best. Not something I like to listen to every day.

I'm A Dreamer' is a softly brushed song. The piano has the biggest voice with large, Abba like chord playing, in an almost bare song. A harmonica comes in for some finishing touches. It also ends this totally unpretentious song. Soft, modest, barely noticeable even. Except for the distinctive voice of Josephine Foster. That may take some getting used to for some people. It is worth it though. The harmonica conjures up Neil Young in his most country mode. The contrast between the emptiness and the large piano is a well found way to make this song special. The melody that has pre-1960s qualities is interesting in its own right. So all in all, I start to understand the choice of the series people a lot better having invested in I'm A Dreamer beyond the first listen.

Wo.


or listen to our Spotify Playlist to find out what we are writing about:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g

Friday, 22 May 2020

False Alarm. Brad Marino

Would Brad Marino have been happier had he been born earlier, by a few decades? The down side is that he would be much older now of course. On the other hand he would have found a bigger audience for his songs. Just imagine the Marino originals on this mini album between hits of the late 70s. They would have looked fab between 'Hanging On The Telephone' and 'What I like About You'.

In other words my question can't be answered, just mused about some. Fact is that Brad Marino musically loves an era that has gone for good. An era I lived through as a youngster. In fact I like it a lot better now than I did then. And having someone like Brad Marino delivering new songs in the genre this good is an icing on my own personal cake.

Last year his first solo outing, 'Extra Credit', already went down well with me. With False Alarm some more boxes get ticked in the right way. False Alarm is at heart a three song single, with a digital 5 songs extension. The title song has already featured on this blog as it was the first digital single of the album. So I just refer you there: http://wonomagazine.blogspot.com/2020/04/6-singles.html.

With 'At Night' the new songs kick off. It starts with a Beatlesque psychedelic opening. Straight away the song itself kicks in, loud. Fast paced, strongly played with no frill in sight. A tight rhythm section goes for it, rhythm guitars seal up the song and the lead guitar is allowed to sail off the coating. If there are frills it is the harmonies Brad Marino creates around and behind his vocals. The song ends as psychedelic as it started. Just this little loose end that is no part of the song. Just an idea that floated around on an instrument hanging around somewhere.

'What's My Scene?' is another extremely strong song. In fact the pop level of 'What's My Scene'?  is much higher than The Romantics' and The Knacks' best songs. The original version by Hoodoo Gurus is sort of obliterated by Brad Marino, but of course a nice song. It starts with Marino being the much better singer. Also the guitar work is much more pronounced. Something that perhaps in 1987, among the worst years in rock, was impossible to come up with. Other music ruled. Marino knows no inhibitions here and rips the song up in grand style. All in all this is my favourite song of the album. It rocks so extremely nice. Permit me to write that this is my scene!

In general the influences of Brad Marino are much wider than just powerpop/rock. The dirty Rolling Stones of the early 1970s and the rock and roll of Chuck Berry are easily discernable. For example in some of the solo's Marino plays. They have a high rock and roll feel, like Keith and Mick Taylor were influenced by. So it is not just the 'Peggy Sue Got Married' Buddy Holly cover that ends False Alarm giving his influence away.

From there on there're five more songs that keep the party pumping into the late hours. Nothing is a false alarm on this album. It rocks, it rocks harder and then some more to become the hardest. False Alarm swings. I can imagine it being so much fun, not to say satisfying, when Brad Marino has finished writing and recording a new song, knowing to his inner core that he's nailed it again. False Alarm is an album that all lovers of retro powerrock must get acquainted with. Not doing so means losing out on the biggest of musical parties alright.

Wo.

You can order False Alarm here:

https://rumbarrecords.bandcamp.com/album/false-alarm



or listen to our Spotify Playlist to find out what we are writing about:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g



Thursday, 21 May 2020

La Vita Nuova. Maria McKee

Maria McKee was lange tijd een mooie herinnering uit een ver verleden, maar keert nu terug met een zwaar aangezet en zeer persoonlijk album dat steeds meer indruk maakt.

Het voelt nog als de dag van gisteren dat een jonge Maria McKee de geweldige band Lone Justice aanvoerde, maar het is inmiddels echt 35 jaar geleden. Na een aantal prima soloalbums, waaronder de klassieker You Gotta Sin To Get Saved, werd het na 2007 stil rond de Amerikaanse zangeres, maar opeens is ze terug. Terug met een zwaar aangezet album vol pathos en drama, waarin zowel in instrumentaal als in vocaal opzicht zeer stevig wordt uitgepakt. Het zal voor velen wat teveel van het goede zijn, maar ik word weer genadeloos ingepakt door Maria McKee, net als in 1985 met het debuut van Lone Justice.

In 1985 verscheen het titelloze debuut van de Amerikaanse band Lone Justice. De band met het jonge boegbeeld Maria McKee maakte diepe indruk met een album dat achteraf bezien in het hokje alt-country paste voordat het genre aan het begin van de jaren 90 officieel werd geboren.
 
Lone Justice werd zeer warm onthaald, maar toen het tweede album van de band een jaar later verscheen was het doek eigenlijk al gevallen. Maria McKee begon aan een solocarrière en debuteerde in 1989 met een titelloos album dat toch een beetje tegenviel, onder andere omdat producer Mitchell Froom wel erg veel polijst had gebruikt.
 
Een jaar later scoorde de Amerikaanse zangeres overigens wel een wereldhit met het van een filmsoundtrack afkomstige Show Me Heaven, maar persoonlijk vond ik het in 1993 verschenen You Gotta Sin To Get Saved veel indrukwekkender. Het album mag wat mij betreft worden gerekend tot de kroonjuwelen van de alt-country en legde de lat hoog voor de albums die zouden volgen.
 
Maria McKee zou tussen 1996 en 2007 nog vier studioalbums en twee live-albums afleveren. Wat mij betreft allemaal niet zo goed als You Gotta Sin To Get Saved, maar stuk voor stuk de moeite waard. De afgelopen 13 jaar dook de naam van Maria McKee helaas nauwelijks meer op, maar een maand of drie geleden was er dan eindelijk de aankondiging van een nieuw album, dat deze week is verschenen.
 
La Vita Nuova is zeker geen lichte kost. Maria McKee keert terug met een album dat ruim een uur muziek bevat en het is muziek die behoorlijk binnen komt. La Vita Nuova is een album waarop de piano een belangrijke rol speelt en de pianoklanken zijn nogal zwaar aangezet. Het wordt allemaal nog wat zwaarder door de inzet van flink wat strijkers en blazers en zeker ook door de zang van Maria McKee.
 
De Amerikaanse singer-songwriter, die tegenwoordig in Londen woont, kon in haar jonge jaren al flink uitpakken met haar stem, maar de hoeveelheid drama is op La Vita Nuova flink opgevoerd. Ik kan me daarom goed voorstellen dat lang niet iedereen gecharmeerd zal zijn van het nieuwe album van Maria McKee, maar ik vond het direct bij eerste beluistering prachtig en bij herhaalde beluistering is het alleen maar indrukwekkender geworden.
 
La Vita Nuova is een album dat gemaakt had kunnen worden door Scott Walker, door David Bowie of door Jacques Brel in hun meest dramavolle dagen, maar dat je niet snel zult associëren met andere zangeressen (misschien met Nina Simone). De grote hoeveelheid drama en pathos past echter wel bij de krachtige stem van Maria McKee, die de afgelopen decennia zeker niet aan kracht heeft verloren. Zeker bij de eerste kennismaking met het album raast La Vita Nuova met orkaankracht over je heen, maar hoe vaker je naar het album luistert hoe meer emotie en dynamiek je hoort.
 
De zeer traditioneel opgevoede Maria McKee ontdekte past de laatste jaren haar seksualiteit en heeft van La Vita Nuova een persoonlijk album gemaakt dat strijdt voor de rechten van de LGBTQ (of LHBTI of LHBTIQAPC) gemeenschap. Heel af en toe geeft de Amerikaanse singer-songwriter wel heel veel gas en wordt het drama ook mij even teveel, maar wanneer even gas terug wordt genomen, bijvoorbeeld door de piano even te verruilen voor de akoestische gitaar, heeft ze me direct weer te pakken met een indrukwekkend en intens album. Na 13 jaar afwezigheid had ik niet meer gerekend op een comeback van Maria McKee, maar wat ben ik blij dat ze terug is.

Erwin Zijleman

Je kunt La Vita Nuaova hier luisteren en kopen:

https://mariamckee.bandcamp.com/album/la-vita-nuova


of luister naar onze Spotify Playlist om uit te vinden waar we over schrijven:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g

Wednesday, 20 May 2020

Flight Music. Combo Qazam

Listening to Flight Music there was one band that I could not shake off: Field Music. Then a similarity struck me: Breuer - Brewiss in combination with brothers. I could go on, e.g. both bands have two five letter words as a band name, but the most important one is that both know how to make complex songs sound like listening to a pop song. That is what struck me most listening to Flight Music.

Combo Qazam, for 50% it is an incredibly old-fashioned name -who even knows what a combo is in 2020?- works with complex rhythms but knows how to find the right melody to go with it. Its music is not necessarily a showcase of complexity, it serves a purpose and that is to entertain. Several songs are extremely danceable. Take 'Owls'. The rhythm propulses all limbs into movement.

Combo Qazam is a new band by old hands who have all made music in various bands, several of which are also released by the Tiny Room Records label. Ab al Tamimi, Gino Miniutti, Arno and Stefan Breuer have teamed up and soar to great heights together. The Brewiss brothers may be ahead by many records, as a band, Combo Qazam is close behind Filed Music with its first record. Having to chose between the records of 2020, I have not made up my mind yet, saying a lot about how good Flight Music is.

The music on the album has elements of experimental rock within it (and reading the bio, krautorck, but I have no clue what that is, still having to catch up) but there certainly are prog elements as well. The band does not spin out its motifs for a quarter or more. Why bother if you can do the exploration in 30 seconds within a song also? The funny thing is that all the influences Combo Qazam mentions in its bio either are no favourites of mine or totally unknowns for me. So it must be a small wonder that I like the album so much. Even small wonders need to be treasured. That is what I'm doing once again right now.

Press photo
To give an example of why I like the album. 'Waveforms' starts with a rhythm that is not your every day's rhythm. It gives the song a stop start feel that is kind of sluggish. The bass and guitars find their way in between the rhythm, while the lead guitar stresses the stop-starts. The vocals over the whole are dreamy, softly floating. The melody is not so much brilliant. It is utterly mesmerising. The rock interludes give the song a counter weight, resulting in the light and the shade that is important for rock songs to have. Finally a guitar or three shoot off into the stratosphere playing the song towards a sonically violent end. The result is an extremely fascinating and good song, showing several sides to the composition.

This is just one example of the many things going on on Flight Music. Nearly each song has surprises like these within it. Yes, the music is challenging. Anyone expecting a pop song starting at A and drive directly to B is at the wrong address. People who like the scenic route in music, including a detour, will find many interesting vistas along the way. Combo Qazam is technically proficient and able to write songs that make listening to proficiency worthwhile. An album to invest time and money into.

Wo.

You can buy Flight Music here:

https://tinyroomrecords.bandcamp.com/merch


or listen to our Spotify Playlist to find out what we are writing about:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g

Tuesday, 19 May 2020

Let It All In. Arbouretum

Arbouretum heeft al een flinke stapel geweldige albums op haar naam staan, maar het bijzonder indrukwekkende en bezwerende Let It All In is als je het mij vraagt de beste van het stel.

In Nederland hoor je helaas nog niet heel veel over de Amerikaanse band Arbouretum en dat ondanks een aantal geweldige albums. Het moet dan maar gaan gebeuren met het in maart verschenen Let It All In, dat imponeert met een mix van onder andere folkrock, psychedelica en Americana. Arbouretum heeft een zeer melodieus en vaak benevelend album gemaakt vol flarden uit een ver verleden, maar de muziek van de Amerikaanse band klinkt op een of andere manier ook eigentijds. Het levert een album op waarop weer geweldig wordt gemusiceerd, dat je vrijwel onmiddellijk te pakken heeft, maar dat dan nog  moet beginnen met groeien.

Met name de Amerikaanse en de Britse muziekpers zijn al een aantal jaren zeer enthousiast over de albums van de Amerikaanse band Arbouretum. Ondanks een flinke stapel uitstekende albums is de band uit Baltimore, Maryland, in Nederland helaas nog altijd vrij onbekend en daar moet maar eens verandering in komen, want ook het nieuwe album van de band is weer uitstekend.
 
Arbouretum werd opgericht in 2002 en brengt sinds 2006 albums uit. Zelf ken ik de band sinds het in 2009 verschenen Song Of The Pearl, dat vooral countryrock à la Neil Young & Crazy Horse liet horen. Sindsdien weet de band uit Baltimore me iedere keer weer te verrassen met een net wat anders klinkend geluid.
 
Arbouretum heeft inmiddels negen albums op haar naam staan en met name de laatste paar albums verwerken nogal verschillende invloeden. Naast verschillen zijn er ook zeker overeenkomsten, want de muziek van Arbouretum grijpt vrijwel altijd terug op muziek uit het verleden met een voorkeur voor de 70s. Zo greep de band de afgelopen jaren niet alleen terug op de gloriedagen van de countryrock, maar vonden ook invloeden uit de folkrock, hardrock, progrock, Britse folk en psychedelica hun weg naar het geluid van Arbouretum.
 
De band krijgt door het verwerken van flink wat invloeden uit het verleden nogal makkelijk het etiket “retro” opgeplakt, maar hiermee doe je de albums van Arbouretum flink tekort. Naast invloeden uit het verleden zijn er immers ook altijd eigentijdse accenten te horen in de muziek van de band en bovendien vermengt Arbouretum invloeden die in het verleden niet vermengd werden.

Het gaat ook op voor Let It All In, dat de afgelopen tijd al uitvoerig werd bejubeld in de gerenommeerde Britse muziektijdschriften. En terecht. Het in 2017 verschenen Song Of The Rose, tot voor kort het laatste wapenfeit van de band, leunde voor Arbouretum begrippen wat zwaar op Britse folk, hardrock en progrock uit de jaren 70. Het zijn invloeden die ook hoorbaar zijn op Let It All In, maar het nieuwe album van de band uit Baltimore klinkt toch ook weer flink anders dan zijn voorganger.
 
De band rond Dave Heumann had de afgelopen albums een hoorbaar zwak voor Britse muziek, maar klinkt op Let It All In weer wat Amerikaanser. Invloeden uit de psychedelica hebben flink aan terrein gewonnen, maar ook invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek spelen een belangrijkere rol dan op het vorige album van de band.
 
Arbouretum vermaakt ook op Let It All In weer met melodieuze songs vol muzikaal vuurwerk. Zeker het gitaarwerk op het album, dat varieert van zweverig tot rauw is van hoog niveau, maar ook de andere muzikanten van de band hebben weer het beste uit zichzelf gehaald.
 
Door de lange tracks en de invloeden uit de psychedelica is er volop ruimte voor jam-achtige stukken, maar Arbouretum verliest de song met een kop en een staart nooit uit het oog, beschikt in de persoon van Dave Heumann ook nog eens over een uitstekend zanger en weet bovendien wat rocken is, zoals in de ruim 11 minuten durende titeltrack. Let It All In is een even tijdloos als eigentijds album waarbij het vaak heerlijk wegdromen is, maar waarvan je ook geen noot wilt missen.

Erwin Zijleman

Je kunt Arbouretum hier luisteren en kopen:

https://arbouretum.bandcamp.com/album/let-it-all-in


of luister naar onze Spotify Playlist om uit te vinden waar we over schrijven:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g

Monday, 18 May 2020

De Kift cd presentatie Hoogriet

De nieuwe plaat van De Kift, de eerste sinds 'Bal' uit 2017 werd aangekondigd voordat de ernst van de Covid-19 crisis echt doordrong tot Nederland. Het leek allemaal ver weg, tot dat in het zuiden van het land een explosie van besmettingen teweeg gebracht werd door de combinatie van terugkerende skivakantiegangers en carnaval. Het carnaval in het dorp waar ik deels ben opgegroeid was een van de brandhaarden.

De crisis leidde tot uitstel, tot het cancelen van de tour rond Hoogriet en wachten. Waarop?, moeten de mensen van De Kift gedacht hebben. Daarom besloot men de release van de plaat alsonog te vieren met een cd presentatie. Social distancing op het grote podium van Paradiso en een livestream van het optreden.

Een totaal onwerkelijk iets moet ik zeggen. Zittend achter de laptop samen kijkend naar een show waar we zonder twijfel bij waren geweest. Klappend voor het scherm voor weer een prachtig nummer, terwijl de band daar niets van meekrijgt. De enorme leegte die ik ervoer bij de start van het concert en de warmte die toch ontstond door de wijze waarop de band het voor elkaar kreeg toch een concertgevoel te geven. De inzet mocht aanvankelijk minder lijken, ook voor de band zelf moet het een een rare gewaarwording zijn te spelen voor een lege zaal, dat veranderde per nummer.

Ik hoorde op één nummer na alles voor het eerst, dus het is moeilijk te oordelen, maar ik heb een aantal prachtige nummers gehoord, die mij opnieuw doen vermoeden dat De Kift weer een groeispurt heeft doorgemaakt waar het harmonieën en melodieën betreft. Natuurlijk, dat heerlijk dwarse was er ook, het soort muziek dat de band apart zet van 99% van de muzikale pop/rock/punkwereld. Maar ook hemelse, engelen wil ik schrijven maar bedoel, melodieën. En passent komt er ook een nieuw instrument het al weide assortiment van De Kift binnen. Pim Heijne bespeelt een cimbalom alsof hij zijn hele leven niets anders heeft gedaan.

De Kift is the last man standing van mijn drie grote K's. Kaizers Orchestra, De Kift en Krang. Allemaal ontdekt tussen 1997 en 2001. Alle drie blijven volgen tot dat er bij twee niets meer te volgen was. De Kift wel en opnieuw geeft een nieuw album alle reden tot vreugde. Binnenkort daar ongetwijfeld meer over op dit blog.

In de live chat na afloop van de stream schreef iemand: "ik wou dat ik midden in dat kringetje mocht staan. Ik ben een gelukkige die dat een keer heb mogen doen, tijdens een repetitiemiddag en -avond, waar tussendoor mijn zoon en ik kookten voor de band. Midden tussen de muziek die 'Bidonville' zou worden niet veel later. Te zien dat voor iedere band het instuderen van nieuwe nummers hard werken is. Lees daarover meer hier: https://wonomagazine.blogspot.com/2014/05/cooking-for-de-kift.html. Ik voelde mij zeer bevoorrecht die avond.

Gaandeweg de cd presentatie had ik dat gevoel ook weer. In zekere zin speelde de band exclusief voor Mijn Lief en mij. Zo ver weg en toch zo dichtbij. Ik zal niet zeggen dat het een vervanging is voor live shows, maar tot dat er een vaccin is, zou ik toch onderzoeken of mensen hier geld voor over hebben. Het zou zo maar eens kunnen van wel, naast vrijwel zeker noodzakelijk. Ik had hier zeker voor betaald.

Wo.

Hoogriet kun je hier bestellen:

https://winkel.dekift.nl/


of luister naar onze Spotify Playlist om uit te vinden waar we over schrijven:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g

Sunday, 17 May 2020

Dave Greenfield (1949 - 2020)

Almost unnoticed Dave Greenfield passed away on 3 May. Time to spend a little time and attention to the keyboard player of (post) punk band The Stranglers, as he certainly placed his stamp on modern music.

"Golden Brown, texture like sun", Hugh Cornwell sings, but it is the keyboard that makes the song, that gives it its so utterly distinct melody, texture and attractiveness. I do not know any songs in the post punk years that incorporated something that seems to come from the Middle Ages to be transported into early 80s Britain. Utterly successful as well. 'Golden Brown' is a Dave Greenfield composition. The song is set apart from all contemporary music and the punk where the band, finally, broke through with. So delicate, musically so strong but above all different. This includes the subtle drumming of Jet Black and the playful guitar solo of Cornwell. It is the whole band that brings 'Golden Brown' to a next level, resulting in the band's most well known and greatest hit.

I have never been a real The Stranglers fan, as went for the whole of punk at the time. I was more curious that interested. So The Stranglers were discarded as not so interesting at the time. I think I have three albums. All from 'La Folie' onwards, with the singles of 'Aural Sculpture' as my favourites. There was no reason to go backwards after a first listen in the mid 80s.

Were the members of The Stranglers true punks or more the stragglers, jumping the punk train? They were years older than their contemporaries, like e.g. The Police members and Ian Dury were also, and had been active in many bands, including progrock where Greenfield was concerned. He joined The Stranglers in 1975 when punk did not exist yet. The band pretended to be punk in my opinion, but then why not? It gave the world a few very special songs in the 80s, that have more in common with new wave than punk.

Greenfield's keyboard (and original musical interest and influences) set the band apart from most other punk bands that just had guitar-bass-drums as a basis. Most likely the members were more experienced and proficient on their respective instruments than necessary for a punk band. The production in the 80s perhaps is more what the band originally had in mind, once it could do what it wanted. It certainly became more interesting.

I have put on the 'No More Heroes' album on Spotify to see if I'm wrong with my past pre-conceptions and listen to a nice keyboard solo in 'Bitching' and 'Dead Ringer'. The latter could have been played on any Yes record. There's absolutely nothing punk about it. Cornwell's sneering way of singing, certainly is, but also sounds a bit forced. I do not have to change my opinion, I find, but in a way that is a shame.

Dave Greenfield remained a member of The Stranglers until his death through a Covid-19 infection. The band played regularly without its original singer who left the band a long time ago and performs the same songs solo. What remains is a fairly original sound in songs that, for me, never belonged to the top in music. Dave Greenfield has given the world that sound. Foremost in 'Golden Brown', just like I perk up my ears when I hear 'Skin Deep' and especially 'No Mercy' which contends for my favourite The Stranglers song ever, where 'Aural Sculpture' is my favourite album.

Wo.

Listen to our Spotify Playlist to find out what we are writing about:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g

Saturday, 16 May 2020

1959 & 1970. It was 50 years ago on 11 April. A Discussion

Mark sent an iconic photograph to the group showing late teenage The Beatles, actually The Quarrymen at that point in time, playing together in the house of the mother of to be drummer Pete Best, the Beatle who was no longer a Beatle when the band's recording career began. The picture is simply iconic, almost too good to be true. George and Paul really seem to have made a gigantic musical discovery, where John is just trying to be cool. 16, 17, 18 years old. Totally emersed in the music.

That summer Paul and George helped out painting the, to be, Qasbah Club in the Best family's cellar, the place where the band got its first regular gig.

The discussion around the find moved to the fact that on 11 April it was 50 years ago the split was made known, to what happened soon after and thoughts are spent on what ifs? Time to let the three men take over.

Mark, 11-04:
…..in an upstairs room making a rough and ready racket that would eventually be channelled into a revolution in music that would sweep across the world. This is a recently discovered photo now doing the rounds on Facebook. It was taken in 1959 at Pete Best's mother's house in the West Derby suburb of Liverpool. The Casbah Club where the group really got going was in the basement of the house. John is playing his new Hofner Club 40 which he'd bought with the money he made as a builder's labourer (he was sacked after 6 weeks). You can almost hear the energy bursting out of the photo.

Gary, 11-04:
And there’s more! 

https://www.bbc.co.uk/news/uk-england-merseyside-52255022 

The Beatles' handwritten Hey Jude lyrics sell for £731,000

The new old Quarrymen picture
Wout, 13-04:
That photo. It is almost as if Paul and George discover a new chord, a harmony or a song. It could be posed but it seems so spontaneous, while John is being ultra cool, the other two have hit on something. It is a great picture.

Where was it found? In a photo album never looked at again until last week and then recognition hit? Intriguing question, isn't it?

50 Years. I actually do not have an active memory of the Beatles quitting. We had just moved to Brabant, pirate station reception was dismal in that part of the country for some reason and the local youths were not into music. I couldn't even find a copy of the Top 40 until into 1971, so either I must have missed the news on The Beatles or it just didn't make a too big impression on me. In 1970 I had one single, Hey Jude and only knew a ton of the others. In 1973 and 1974 this changed with the red and blue album I was given within a few weeks from each other. The earliest singles and some albums came into my life. From 1978 onwards the later albums one after the other. I somehow never really bothered with the earlier ones.

How's that for you? Any active memories? 

Mark, 13-04:
The photo was recently found in a cache of material acquired by a specialist dealer called Tracks  (I've bought some original postcards of The Beatles from them). There is no info on who may have taken the photo - possibly somebody in the Best family.

Attached is a later photo when playing the clubs in Hamburg, the trio now joined by Pete Best and Stu Sutcliffe on bass and shades (he stayed behind in Hamburg and died young there -  buried in a cemetery in Liverpool).  John again with his Hofner which Paul is also photographed with in Hamburg. John sold it and it is now lost without trace - so conceivably it still exists somewhere in Hamburg, its cultural significance unrecognised - but doubtless worth substantially more than that scribbled Hey Jude lyric!
Wout, 14-04:
The train yard photo's by Astrid are quite iconic. In hindsight only of course, they show a promise of much more. The boys as they were not much more at the time, show their rock and roll cool. Brian Epstein knocked that out of them, but their own songwriting talent did that as well. The Beatles took everything they had heard before and turned that into their own magic. Influencing a whole world along the way and being influenced by the best themselves to evolve further. Dylan, Roger McGuinn, Indian music, psychedelia. The combination of influencers and very early adaptors, total frontrunners in every way. The Beatles will outlast their own era and lifetimes for centuries to come.

We are now 50 years since the Beatles split, in the newspaper thanks to Paul's press release. The split may go back to September 1969 when John announced wanting "a divorce". That was not announced because of all the releases scheduled for the coming months. The band even recorded a final song (section) for 'Let It Be' very early in 1970, 'I Me Mine', without John. Looking at those 50 years, is there one solo album that had the impact any of the band efforts had? In my opinion that answer is no. Not 'All Things Must Pass', not 'Band On The Run', nothing by Lennon and Starr. What is your take on the solo albums?




That John guitar. My guess is doesn't exist any more, simply because the guy who bought it, had no clue who he bought it from. Perhaps never laid the connection. So he sold it off soon after, gave it away or threw it away. the connection being lost forever. The only other option is that he can't prove the sale and is tearing out his last remaining hairs because of it. Most likely not, because it is always worth the try on the basis of photo's.

Where the photo is concerned. I agree with you, Mark, that most likely it was taken by someone in the Best family or entourage. But even then, why wait for so long? The photo was worth money for a few decades already. So it may have been elsewhere, a fan who was present and forgot about it being in her/his album? If I were a true journalist, I would be going after the story. It is not everyday a spectacular photo like this one turns up. 

Mark, 17-04:
Just picking up your comment about the Beatles solo albums, Wout. I think it would have been too much to expect any of the group members as solo artists to match the group's albums in terms of impact. The group comprised three extraordinary writers and innovators and inevitably when they came together in the studio the results were extraordinary and the wealth of material and variety of the musical styles was truly mind-boggling. There was a kind of chemical reaction born out of the camaraderie, rivalry, intimacy, humour and passion of these four kindred spirits that enabled them to experiment but also together to keep everything in check as to what would work on the final record. They worked intimately together in the studio, bouncing ideas off each other in mutual respect for each other that allowed each of them without fear to support or reject the ideas of the others, but each contributing nonetheless and producing music together as a result which was unique and incredibly inspired. Sure there were arguments, scrapes and awkward moments but ultimately it was "one for all; all for one." The one time they each had space to stretch and "do their own thing" was the White Album - and sure enough the quality control sagged and creaked at times on that album (Wild Honey Pie, Why Don't We Do It In The Road....). After the split, they each relished and seized the opportunity to expand in total control of what they each did, regardless of what the others were doing or expected each other to do on those individual records: the egos ran riot at times as a result.

I think you can go through most of the solo records and extract individual songs that are outstanding and then put them all together in a kind of de facto Beatles album. If you do this just for the period November 1970 to September 1971 albums with its run of three artistically and commercially highly successful albums - Ram, Imagine and All Things Must Pass - then you would have something to rival Abbey Road in musical polish, beauty, poetry, diversity and sheer rock power and spine-tingling oomph! Actually I used to do this with my trusty cassette recorder:  record and carefully sequence tracks from all the solo records onto a couple of C90s. I haven't mentioned Ringo but then again he did play the drums on quite a lot of the solo records by the other three so it's ok. he's there as well - and some of the Ringo album in 1973 also passes muster I think (e.g. Photograph which is a collaboration with George as was It Don't Come Easy, the one off single - from 1971 actually).  So we can allow him a vocal track or two, just like the old days......

I accept though that there were fallow and not so impressive years for the ex-Fabs, such as 1979 when the group and its members were embarrassingly uncool. I'm always reminded though when I occasionally pull out largely forgotten albums, such as from that year Back To the Egg and George Harrison, how much interesting songwriting and top notch musicianship are hidden away on them. What a pity in view of the tragedy the following year, that Lennon had opted to retire from music during the previous four years of his "househusband" phase following his last proper solo album, Walls and Bridges in 1974. That is another album that I think is worth re-visiting for its sweep of musical styles and gutsy passion (at a time when he was separated from Yoko). Just hearing his voice on songs other than the tediously perennial Imagine and Happy Christmas sends tremors up and down my spine.

The attached rare photo shows John and George just landed in New Delhi in 1968. 

Gary, 17-04:
Don’t forget that the ‘fifth’ Beatle George Martin’s control on the band’s product? Without Martin’s direction the Beatles would have sounded very different and probably some of their masterpieces may never have been produced… Of course Martin did work with Ringo and Paul on some of their solo work but I doubt if his brief/influence would have been the same as during the band’s formation?

I would suggest that Martin acted as a force of discipline and focus within the band. In my view he was very much a catalyst for the creative process within the band suggesting new influences and techniques… the same would also apply to the technical input and expertise from studio staff like Geoff Emerick!
Wout, 23-04:
To follow up, Mark, I think for certain that the foursome would have made a great album late 1971 had they had the patience to let everyone blow off steam. The question what if they had followed The Stones for once and went out on the road together for a huge U.S. tour in 1970, with the modern equipment that had become available in the past two years, remains an interesting one to ask. Would that have saved The Beatles? They never did, but it also seemed like a futile one to ask. Relationships had soured beyond the repair point. Or, would the love of playing the music have inspired them and brought the camaraderie back? The worst of the mania would have been behind them as well. Everyone was older and wiser.


Just looking back on what these four guys, helped by George Martin, have accomplished in that seven years they were active as recording artists, remains incomprehensible really. No one has managed that kind of output since. Abba certainly came close, but all artists nowadays appear to have teams behind them responsible for output. That is output, leaving out growth or they produce one album every three to four years. Just compare 'Love Me Do' with 'The End' and there is a giant, vast space of compositorial strength, development, creativity, dare, etc., in between that is simply stunning.

To come back to the solo what ifs. I always have liked 'It Don't Come Easy', also a Harrison - Starkey piece of work. This team would have produced several fine The Beatles works, but would never have been released as a single, like George's work always would have been album tracks or a B-side to the Lennon-McCartney A-side. We would have missed gems in the charts like 'My Sweet Lord' and 'What Is Life', always one of my Harrison faves. In that sense the going solo has given us more.

To imagine an album including 'Imagine', 'Jealous Guy', 'Maybe I'm Amazed', 'Another Day', 'Eat At Home', 'Wah Wah' all in a The Beatles coating remains something to marvel at.

It was 50 years ago this month the split was official, because Paul did not want to wait a few weeks with his first solo release, as requested by the other three. 50 Years that show how far we have moved since. I wonder if the music world is as exiting for the youth of today when Armin van Buuren or Taylor Swift release a new single. That moment when I heard a new single or album on the radio for the first time! In some cases I can still remember it. I don't know the answer for certain, but looking at the few youths in the home, they do not seem to care. Music is always there, everywhere and (nearly) for free. No one buys anything (yes, games), but not music. It's there for them, something that was so different for us in our youth. We depended on radio and the pocket money scraped together to buy that one single. And in a lot of the cases that single still matters, to me at least, just like those I really, truly wanted to buy but could not. I have nearly all got them second hand in later years and when I play them I still can feel a little of the excitement I felt as an 8, 9 and 10 year old.



Last night I put on Led Zeppelin II. It starts with 'Whole Lotta Love'. I remember having saved enough to buy it, finally, and the shop in the village we lived in did not have it. So I bought something else instead. 'Marie Jolie' by Aphrodite's Child. The memory came back to me immediately while listening to that huge, great riff. The Led Zeppelin song is still exciting and so good. The single I still haven't found though. It is not in large second hand supply

Where The Beatles singles is concerned, there are still some hiatuses before 1965, but the rest is pretty well covered and treasured. That all started with 'Hey Jude' for me. The rest was all scored second hand over the decades and every once in a while I run into a "new" one.

The Beatles were always more than the sum of its parts and not just because of George Martin. So the solo albums could not be that good and it is unfair to expect them to be. My favourites are 'Walls And Bridges', also, 'Flaming Pie', Band On The Run', 'All Things Must Pass'. 'Venus And Mars' and 'London Town' come close. Mostly McCartney yes. Was Paul the most talented? I can't truly say but certainly the one with the most ambition or, if not that, drive. He may still be busy proving himself, next to being an, for all appearances, incredibly nice man.
Mark, 24-04:
Interesting thought about whether they would have toured again in the 1970s, Wout: a fabulous "what if...…" I think it may have been possible - maybe not before 1973. At the time of Get Back/Let It Be they were playing more as a no frills, back to the roots band and touring again would have been a logical extension of the reverse direction they were heading - I think Paul hinted at this in interviews at the time. George had already got an enjoyable taste of touring when he joined Delaney and Bonnie's band at the back of the stage for several nights. It wasn't so long before Paul could not resist the urge and do his first tentative (and unannounced) university gigs with Wings in 1972 (though no fab four encore requests please).

A big question is whether John would have been up for touring with his bandmates as this would have required him to drop most if not all of the radical political activism he shared with Yoko in the early 70s - and out on the world stage he would not have been able to get back into the US without that precious green card. Meanwhile the footloose Ringo's ambitions in the movie business will have reached a dead end in 1973 so he would have been up for picking up his sticks again in front of an audience - and we now know how much he enjoys singing With A Little Help From My Friends on stage with his friends.

Attached those lads up on the roof in 1961 and 1969. 

Wout: 24-04:
1973? Now that is an interesting thought. All the politics and personal developments apart, 1973/1974 would have made a good point to tour. The release of the multi million units worldwide selling Red and Blue album, the Red always sold better over here, while the Blue is so much more interesting, would have been the moment to announce a new album and tour. It never happened. What the two double albums did show was the endurance of The Beatles fairly soon after the band's career had faltered. There was no knowing the iconic status the band was to get from the mid-90s onwards, when they came back in vogue to never leave again. No band singing harmonies can avoid having "Beatlesque" influences.


Speaking of moments to remember a new single coming out. This morning I had switched on the radio after getting up. I can't hear much when boiling tea and stuff. When that had finished there was a man introducing a request he had made. As I hadn't heard the beginning I had no clue what it was about, except that he had only been able to hear a tinny sounding version on his cell phone.


It turned out he requested the new The Rolling Stones single that was released as a stream last night, 'Living In A Ghost Town', a new track referring to the lockdown, including a video showing the empty streets and subways/underground worldwide. It is a sort of reggae track and as usual with new music by a band or artist I'm following like my whole life it took some adjusting. After three times I was quite alright with a new song by my other heroes. The Beatles were "selected" for me, I became a Stones fan myself in the mid 70s. When I'm honest, no matter how good I think The Stones are and how much I love many of the songs, there's simply no comparison between the two. The Beatles is in a league of its own. That aside, talking about a release I will probably remember for some time as it came totally unexpected. A soothing for surreal times. There's no physical version until 28 June, I was just told. So perhaps released sooner because of the strange times?



New Dylan songs, now a new Stones song. Too bad The Beatles can't match that any more.

Gary
Mark
Wout

Listen to our Spotify Playlist to find out what we are writing about:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g