Thursday, 31 July 2025

Blooming. Jessica Willis Fisher

Jessica Willis Fisher verwerkte op haar debuutalbum op indrukwekkende wijze een verleden vol seksueel misbruik en laat ook op het wat zonniger klinkende Blooming horen dat ze een zeer getalenteerde muzikante is.

Het verhaal van The Willis Clan hebben we in Nederland gemist, maar het is een verhaal dat van Jessica Willis Fisher een beroemdheid maakte, eerst al talentvolle piepjonge muzikante, maar later als slachtoffer van seksueel misbruik door haar vader. Het liet diepe sporen na op haar in 2022 verschenen soloalbum Brand New Day, dat in alle opzichten indruk maakte. We zijn alweer drie jaar verder en de Amerikaanse muzikante is terug met haar tweede album. Het is een album dat, net als zijn voorganger, indruk maakt met de uitstekende stem van Jessica Willis Fisher, met een aansprekende en zeer gevarieerde mix van muzikale invloeden en met prima songs. 

Ruim tien jaar geleden dook de familie Willis als The Willis Clan op in de Amerikaanse talentenjacht America’s Got Talent. Het streng christelijke gezin, dat naast de ouders bestond uit maar liefst twaalf kinderen, maakte indruk met haar muzikale en vocale kwaliteiten. 

Het leverde de familie Willis uiteindelijk een succesvolle real-life soap op. Het mooie verhaal van de muzikale familie werd echter een aardedonker verhaal toen vader Toby Willis werd beschuldigd van seksueel misbruik van een aantal van zijn kinderen, onder wie dochter Jessica, de ster van het gezin. 

Toby Willis zit nog tot 2057 achter de tralies, maar dochter Jessica, inmiddels getrouwd, debuteerde in het voorjaar van 2022 als Jessica Willis Fisher met het album Brand New Day. Het is een album waarop de Amerikaanse muzikante uiteraard uitvoerig stil stond bij het donkere verleden, maar ze maakte ook indruk met een smaakvolle mix van invloeden uit de countrypop, Americana en bluegrass. 

Jessica Willis maakte in de talenjacht en de real-life soap al indruk als zangeres en violiste en dat deed ze nog wat meer op haar debuutalbum, waarop ze in vocaal opzicht af en toe aan Alison Krauss deed denken. Brand New Day haalde dan ook met overtuiging mijn jaarlijstje en deed het ook in de Verenigde Staten erg goed. 

Deze week is het tweede album van Jessica Willis Fisher verschenen en ook Blooming laat horen dat de Amerikaanse muzikante bulkt van het talent. Blooming is met negen songs en net wat meer dan 30 minuten muziek aan de korte kant, maar ik heb wel wat met het album. 

Jessica Willis Fisher schuift in de openingstrack van haar tweede album flink op richting de countrypop en heeft de hoeveelheid pop in deze track flink opgeschaald. Ze blijft wat mij betreft wel aan de goede kant van de streep, waardoor Blooming in de openingstrack het soort countrypop album is waar ik een zwak voor heb. 

Jessica Willis Fisher zet de luisteraar ook wel wat op het verkeerde been met de eerste track, want op de rest van het album klinkt haar muziek een stuk traditioneler. De meeste songs op het album hebben zich laten inspireren door country en bluegrass uit het verleden en hier en daar duiken ook wat verrassende Keltische invloeden op. 

Ik vind de openingstrack heerlijk, maar ik kan ook met de andere songs op het album uitstekend uit de voeten. Jessica Willis Fisher beschikt over een geweldige stem, die gemaakt is voor het soort muziek dat ze maakt, waarbij het niet zoveel uitmaakt of deze modern of traditioneel klinkt. Haar stem klinkt nog wat voller en doorleefder dan op haar debuutalbum en het is een stem die mij een album lang weet te raken. Met name in de door bluegrass beïnvloede songs haalt de Amerikaanse muzikante uiteraard haar viool uit de koffer en laat ze horen dat ze ook in muzikaal opzicht kan vlammen. 

Jessica Willis Fisher is het verleden uiteraard niet vergeten, maar Blooming is vooral een positief en opgewekt album. Het is misschien wat minder indrukwekkend dan de door onvoorstelbaar leed geïnspireerde songs op haar debuutalbum, maar het levensgeluk is Jessica Willis Fisher uiteraard zeer gegund. Brand New Day deed in Nederland volgens mij niet zo heel veel, maar Blooming verdient absoluut een beter lot.

Erwin Zijleman

Wednesday, 30 July 2025

How Love Bends. Reb Fountain (2)

Vijf jaar geleden ontdekte ik de muziek van Reb Fountain en het was liefde op het eerste gezicht, die deze week nog eens wordt bevestigd door How Love Bends, dat zeker niet onder doet voor de twee wonderschone voorgangers.

Voor de muziek van Reb Fountain gaat het gezegde “wat je van ver haalt is lekker” zeker op. Ik was diep onder de indruk van de vorige twee albums van de Nieuw-Zeelandse muzikante en ook het deze week verschenen How Love Bends imponeerde direct bij eerste beluistering. Het is voor een belangrijk deel de verdienste van de echt prachtige stem van de muzikante uit Auckland, maar ook de muziek op haar nieuwe album is echt bijzonder mooi. Reb Fountain schrijft ook nog eens prachtige songs, waardoor ook How Love Bends zich weer met gemak kan meten met de beste albums in het genre. Iedereen die de muziek van Reb Fountain niet kent adviseer ik om zo snel mogelijk te gaan luisteren.

Een jaar of zes geleden begon ik de Nieuw-Zeelandse muziekscene wat intensiever te volgen, onder andere via de nieuwsbrief van de muziekwinkel Flying Out uit Auckland en de nieuwsbrief van het fameuze Flying Nun Records uit dezelfde stad. Het waren deze nieuwsbrieven die me in het voorjaar van 2020 op het spoor hebben gezet van de muziek van de Nieuw-Zeelandse singer-songwriter Reb Fountain, die werd geboren in San Francisco, maar via Lyttelton en Christchurch in Auckland was beland. 

Het tijdens de eerste maanden van de covidpandemie verschenen album bleek al het vierde album van de Nieuw-Zeelandse muzikante en het bleek een prachtalbum. Reb Fountain maakte indruk met sfeervolle songs, wat stemmige klanken en vooral met een betoverend mooie stem. Het titelloze album van Reb Fountain haalde aan het eind van 2020 mijn jaarlijstje en een jaar later deed het in de herfst van 2021 verschenen IRIS hetzelfde. 

Met de kennis van nu zouden beide albums overigens de hoogste regionen van mijn jaarlijstjes hebben gehaald, want de muziek van Reb Fountain werd me in de jaren na de release van beide albums nog een flink stuk dierbaarder. De singer-songwriter uit Auckland heeft het geduld sindsdien helaas flink op de proef gesteld, maar deze week is dan eindelijk de opvolger van IRIS verschenen. 

Voor het ontdekken van How Love Bends had ik de Nieuw-Zeelandse nieuwsbrieven niet nodig, want ik volg de socials van Reb Fountain en bovendien hebben haar geweldige albums er voor gezorgd dat ze ook in Europa voet aan de grond heeft gekregen. Door mijn enorme liefde voor de vorige twee albums begon ik met onredelijk hoge verwachtingen aan de beluistering van How Love Bends, maar wat heeft Reb Fountain weer een indrukwekkend album afgeleverd. 

Ook op haar nieuwe album maakt de muzikante uit Auckland weer heel veel indruk met haar zang. Ze beschikt over een van de mooiste stemmen die ik ken en omdat het nieuwe album ook nog eens prachtig klinkt is de zang op How Love Bends voor mij een kleine drie kwartier lang goed voor kippenvel en volledige betovering. Zeker wanneer Reb Fountain wat zachter en met wat meer emotie zingt komt haar stem echt keihard binnen en ben ik echt volledig van de wereld. 

De prachtige stem van Reb Fountain wordt ook op How Love Bends weer omringd door sfeervolle en soms wat stemmige klanken, waarin organische klanken en elektronica fraai worden gecombineerd en strijkers zorgen voor extra sfeer en versiering. How Love Bands werd gemaakt met de vaste band van Reb Fountain, die tekent voor een bijzonder mooi maar ook ruimtelijk geluid, waarin bovendien meer dan voldoende ruimte is vrij gehouden voor de stem van Reb Fountain. 

How Love Bends is geproduceerd door Dave Khan en Simon Gooding en ook de productie van het album is een kunststukje. Alle instrumenten komen even mooi uit de speakers en wanneer Reb Fountain zingt breekt haar stem op prachtige wijze door de muziek heen, wat zowel de kracht van de muziek als die van de zang versterkt. 

Gezien mijn enorme liefde voor de vorige twee albums van Reb Fountain en het feit dat deze liefde na de release van de albums nog lang door groeide, durf ik How Love Bends nog goed niet te vergelijken met deze albums, maar als ik het album vergelijk met de andere albums van vrouwelijke singer-songwriters die in de eerste twee maanden van dit jaar zijn verschenen kan ik alleen maar concluderen dat Reb Fountain een album van een bijna onwaarschijnlijke schoonheid heeft gemaakt.

Erwin Zijleman

Tuesday, 29 July 2025

One More Trip Around The Sun. Cari Cari (2)

Cari Cari is in Nederland helaas niet heel bekend, maar het Oostenrijkse duo laat ook op haar derde album One More Trip Around The Sun weer horen dat het elders wel wordt onthaald als een sensatie, en terecht.

Bij Cari Cari denk ook ik altijd nog in eerste instantie aan het geweldige debuutalbum ANAANA uit 2018, dat ik reken tot de allerbeste albums van dat jaar. Ook het tweede album van het duo uit Wenen was echter bovengemiddeld goed en ook over het deze week verschenen derde album van Cari Cari ben ik weer zeer te spreken. One More Trip Around The Sun is wat aan de korte kant, maar wat gebeurt er veel. Stephanie Widmer en Alexander Köck gaan op het derde album verder waar het tweede album ophield, maar het Oostenrijkse duo verlegt ook dit keer haar grenzen en verbreedt haar muzikale horizon. Iedereen die Cari Cari niet kent mist inmiddels drie fantastische albums.

Het Oostenrijkse duo Cari Cari leverde aan het eind van 2018 een ware wereldplaat af met haar debuutalbum ANAANA. Stephanie Widmer en Alexander Köck lieten op hun debuutalbum een fascinerend geluid horen, dat zeer uiteenlopende invloeden wist te combineren in een geluid dat in ieder geval mijn wereld op zijn kop zette. 

ANAANA van Cari Cari blies me van mijn sokken aan het eind van 2018 met bluesy gitaarakkoorden en surfgitaren, stuwende ritmes en hier en daar een didgeridoo. Hier en daar leek het wel wat op de muziek die My Baby in haar begindagen maakte, maar Cari Cari voegde genoeg bijzondere ingrediënten toe om te spreken van een uniek eigen geluid. 

Het tweetal uit Wenen wist met ANAANA de top 10 van mijn jaarlijstje te halen en vanaf dat moment volgde ik de muzikale verrichtingen van Stephanie Widmer en Alexander Köck nauwgezet. ANAANA werd in de herfst van 2022 gevolgd door Welcome To Kookoo Island. Natuurlijk kon Cari Cari met haar tweede album niet zo verrassen als met het sensationele debuutalbum, maar in muzikaal opzicht was Welcome To Kookoo Island nog wat veelzijdiger dan zijn voorganger, bijvoorbeeld door ook nog wat invloeden uit de woestijnblues toe te voegen aan het al zo bezwerende geluid van het Oostenrijkse duo. 

De twee uitstekende albums hebben Cari Cari helaas nog niet wereldberoemd gemaakt, al was de band naar verluidt wel een sensatie op het Primavera Sound Festival in Barcelona, waardoor ook het deze week verschenen derde album van het Weense tweetal in ieder geval in Nederland een vrij anonieme plek inneemt in de releaselijsten van deze week. 

Zelf had ik natuurlijk wel direct aandacht voor One More Trip Around The Sun, wat een treffende titel is voor een album van Cari Cari, want een trip is het absoluut en zonnestralen zijn nooit ver weg. Voor een ieder die de muziek van Stephanie Widmer en Alexander Köck kent voelt het derde album direct vertrouwd. Direct in de openingstracks duikt de didgeridoo weer op en ook de wat bluesy gitaarakkoorden laten niet lang op zich wachten. 

Invloeden uit de psychedelica nemen een wat voornamere plek in op het album, wat de muziek van Cari Cari ook een jaren 60 hippie vibe geeft, tot de stuwende ritmes de muziek van het Oostenrijkse duo toch weer het heden in duwen. De wat dromerige zang versterkt het lome en bezwerende karakter van het album, dat mij weer direct te pakken had. 

Omdat One More Trip Around The Sun, net als voorganger Welcome To Kookoo Island, direct bekend in de oren klinkt voor iedereen die het debuutalbum van het tweetal kent, ontbreekt ook dit keer de totale verrassing van dit debuutalbum, maar ook op haar derde album klinkt Cari Cari weer lekker eigenzinnig en vooral ook bijzonder aangenaam. One More Trip Around The Sun lijkt gemaakt voor broeierige zomerdagen en haalt deze dagen alvast binnen met lome en meer dan eens bedwelmende of hypnotiserende klanken. 

“An ethereal, hypnotic sonic kaleidoscope that floats in the ether like a delicate silken veil” lees ik in een van de schaarse recensies van het album en mooier kan ik het niet zeggen. Bij Oostenrijk denk je misschien niet direct aan goede popmuziek en al helemaal niet aan vernieuwende popmuziek, maar het Weense duo Cari Cari laat ook op album nummer drie weer horen dat het echt verschrikkelijk goed is.

Erwin Zijleman

Monday, 28 July 2025

Tripla. Miki Berenyi Trio (2)

In 1996 viel helaas het doek voor de Britse band Lush, maar Miki Berenyi, een van de frontvrouwen van de band, laat het geluid van de band herleven, maar wel in een fraai gemoderniseerde vorm.

Ik had het album van Miki Berenyi Trio niet zien aankomen en had al helemaal niet zien aankomen dat Tripla een album zou zijn dat de drie albums van Lush uit de jaren 90 naar de kroon zou steken. Miki Berenyi begint op Tripla bij het geluid van haar roemruchte band, maar heeft de dreampop van Lush vervolgens volledig gemoderniseerd. De zang van Miki Berenyi klinkt nog hetzelfde, maar in muzikaal opzicht is het geluid verfrist en verrijkt met invloeden uit andere genres. Het wordt allemaal gecombineerd in veelkleurige songs die behoren tot het beste dat Miki Berenyi heeft gemaakt. Het levert een fraai en eigentijds album met een aangenaam nostalgisch tintje op.

Miki Berenyi voerde samen met Emma Anderson de Britse band Lush aan. De band maakte tussen 1992 en 1996 drie albums (Spooky, Split en Lovelife) die wat mij betreft moeten worden gerekend tot de kroonjuwelen van de dreampop. De mix van dreampop, shoegaze en perfecte pop kreeg ondanks de hoge kwaliteit van de albums van Lush helaas nooit de waardering van de critici die de band wat mij betreft verdiende en ook het grote publiek liet de band helaas links liggen. 

De zelfmoord van drummer Chris Acland in 1996 gaf Lush de nekslag en deze kwam de band niet meer te boven. Het werd vervolgens stil rond Miki Berenyi en deze stilte werd pas in 2015 doorbroken toen Lush besloot om weer bij elkaar te komen voor een aantal optredens. Het leverde een tour en in 2016 een prima EP (Blind Spot) op, maar hier bleef het helaas bij. 

Miki Berenyi dook vervolgens op in de band Piroshka, die deels voortborduurde op het geluid van Lush, maar ook een wat experimenteler geluid liet horen. Piroshka bleef steken op twee prima albums, waardoor het oeuvre van Miki Berenyi, absoluut een van mijn muzikale helden, bleef steken slechts op een handvol albums. 

De Britse muzikante leverde een paar jaar geleden de indringende autobiografie Fingers Crossed: How Music Saved Me from Success af en duikt deze week gelukkig weer op met nieuwe muziek. Tripla, het eerste album van Miki Berenyi trio wordt vooralsnog niet overladen met aandacht, maar dat zegt niets over de kwaliteit van het album. 

Miki Berenyi Trio bestaat naast Miki Berenyi zelf uit Kevin ‘Moose’ McKillop, die ook deel uitmaakt van Piroshka, en Oliver Cherer. Heel veel tijd voor hooggespannen verwachtingen was er niet, want het debuutalbum van Miki Berenyi Trio kwam voor mij ook wat uit de lucht vallen. 

Het blijkt een enorm aangename verrassing, want bijna dertig jaar na het laatste album van Lush vindt Miki Berenyi het geluid van de band opnieuw uit. Het zorgt er voor dat Miki Berenyi Trio meer dan eens klinkt als Lush, maar dan wel Lush uit 2025 in plaats van Lush uit de jaren 90. 

Dat Miki Berenyi Trio klinkt als Lush uit het verleden heeft alles te maken met de uit duizenden herkenbare stem van de Britse muzikante. Wat wel opvallend is dat de stem van Miki Berenyi nog net zo mooi of zelfs mooier klinkt dan bijna dertig jaar geleden. Ook in de muziek hoor je af en toe echo’s van de albums die Lush in de jaren 90 maakte, bijvoorbeeld in de aan de dreampop van weleer herinnerende gitaarlijnen, maar Miki Berenyi heeft het geluid van weleer ook grondig gerenoveerd. 

Dat hoor je bijvoorbeeld in de elektronica, die je de ene keer de dansvloer op sleurt en de volgende keer benevelt met prachtige soundscapes of toch weer alles heeft wat de dreampop zo verleidelijk maakte. Alles op Tripla klinkt even fris en eigentijds, wat van het debuutalbum van Miki Berenyi Trio een bijzonder album maakt. 

Het is een album waar je vanwege de flarden van het Lush geluid uit het verleden makkelijk het etiket dreampop op plakt, maar Miki Berenyi en haar twee bandgenoten maken op Tripla ook muziek die zich continu ontworstelt aan het hokje dreampop. Tripla bevat immers niet alleen invloeden uit de dreampop, maar laat ook psychedelica, prog, synthpop, Kraftwerk, dance, shoegaze en wat eigenlijk niet horen. We hebben Miki Berenyi de afgelopen decennia vaak moeten missen, maar met Tripla levert ze misschien wel haar beste werk tot dusver af.

Erwin Zijleman

Sunday, 27 July 2025

From Newman Street. Kassi Valazza

Kassi Valazza zette zichzelf twee jaar geleden op de kaart met het echt prachtige Kassi Valazza Knows Nothing en laat met het nog wat mooiere From Newman Street horen dat dit album zeker geen toevalstreffer was.

Wanneer de eerste noten van From Newman Street uit de speakers komen word je een aantal decennia terug geworpen in de tijd. Kassi Valazza laat zich ook op haar derde album weer beïnvloeden door de country, folk en psychedelica uit de jaren 60 en 70. Het klinkt allemaal fantastisch en het past ook nog eens perfect bij de stem van de Amerikaanse muzikante, die klinkt als de folkies en countryzangeressen van weleer. From Newman Street ligt in het verlengde van het debuutalbum van Kassi Valazza en van Kassi Valazza Knows Nothing, maar de Amerikaanse muzikante weet zich ook weer wat te verbeteren, wat een meer dan uitstekend album oplevert.

De Amerikaanse singer-songwriter Kassi Valazza leverde in het voorjaar van 2019 met Dear Dead Days een werkelijk fantastisch debuutalbum af. Het is een debuutalbum dat de muzikante die destijds opereerde vanuit Portland, Oregon, had moeten scharen onder de grote beloften van de country en de folk van dat moment, maar het album kreeg helaas nauwelijks aandacht, ook niet van mij overigens, want ik ontdekte het album pas veel later. 

Hoe anders was het bijna precies vier jaar later, toen het tweede album van Kassi Valazza verscheen. Kassi Valazza Knows Nothing werd terecht de hemel in geprezen in de roemruchte Britse muziektijdschriften Mojo en Uncut en kreeg ook in Nederland de nodige aandacht. Ook ik was bijzonder enthousiast over het album, dat aan het eind van 2023 de hogere regionen van mijn jaarlijstje wist te bereiken. 

Kassi Valazza Knows Nothing was nog een stuk beter dan het debuutalbum van de Amerikaanse muzikante en betoverde met een geluid dat deed denken aan de folk en country van een aantal decennia eerder. De muziek op het debuutalbum van Kassi Valazza klonk tijdloos, maar de instrumentatie op Kassi Valazza Knows Nothing was ook bijzonder mooi en veelzijdig. Ook de kwaliteit van de songs sprak zeer aan, maar het tweede album van de Amerikaanse muzikante maakte vooral indruk met de geweldige zang, die de songs en verhalen op Kassi Valazza Knows Nothing op prachtige wijze tot leven bracht. 

De genoemde Britse muziektijdschriften waren de afgelopen maand ook weer erg enthousiast over het deze week verschenen derde album van Kassi Valazza en ik kan ze alleen maar gelijk geven. From Newman Street is vanaf de eerste noten een warm bad en dat blijft het tien songs lang. 

Kassi Valazza en haar band hebben ook het derde album van de Amerikaanse muzikante voorzien van een mooi en bijzonder geluid. Het is een geluid dat je mee terug neemt naar de folk en country uit de jaren 60 en 70, maar er is ook een fraai laagje psychedelica uit deze periode aan toegevoegd, wat het album een kosmisch sfeertje geeft. 

De band van Kassi Valazza speelt ook dit keer de sterren van de hemel en tekent voor een nostalgisch maar ook bedwelmend geluid vol uitstekend snarenwerk, waaronder uiteraard de pedal steel. Alleen met de muziek op From Newman Street was ik al dik tevreden geweest, maar Kassi Valazza tekent ook dit keer voor zeer aansprekende songs, die zich direct opdringen. 

Het zijn songs die stuk voor stuk prachtsongs worden door de geweldige stem van Kassi Valazza. De muzikante die een nieuw thuis heeft gevonden in New Orleans, Louisiana, zingt op From Newman Street nog mooier dan op haar vorige twee albums en moet wat bij betreft worden geschaard onder de mooiste stemmen binnen de Amerikaanse rootsmuziek van het moment. Ze klinkt ook anders dan de meeste andere folk- en countryzangeressen van het moment en herinnert aan de grote zangeressen in deze genres uit een ver verleden. 

Ik vond Kassi Valazza Knows Nothing twee jaar geleden al een bijna perfect album, maar het wederom in mei verschenen derde album van Kassi Valazza is nog wat beter. From Newman Street is een album waarvan ik alleen maar zielsgelukkig kan worden en iedere keer als ik naar het album luister voelt het weer wat beter. Kassi Valazza moet wat mij betreft dan ook definitief worden gerekend tot de smaakmakers binnen de Amerikaanse rootsmuziek.

Erwin Zijleman

Saturday, 26 July 2025

Heartstrings. Snowpoet

Snowpoet uit Londen heeft al een aantal bijzonder mooie en spannende albums op haar naam staan, maar met het net wat toegankelijkere en wederom wonderschone Heartstrings legt de band de lat nog wat hoger.

De eerste twee albums van de Londense band Snowpoet heb ik gemist, het derde album ontdekte ik bij toeval en ook het deze week verschenen vierde album van de band rond Lauren Kinsella en Chris Hyson had ik zomaar kunnen missen. Het zou doodzonde zijn geweest, want ook het vierde album van de Britse band is echt prachtig. Het is een album dat niet goed in een hokje past, dat continu de fantasie prikkelt met even mooie als bijzondere klanken, dat een serie bedwelmend mooie songs bevat en dat ook nog eens betovert met de bijzonder mooie stem van Lauren Kinsella. Het is een album dat ik de komende tijd intens ga koesteren en dat zouden echt veel meer mensen moeten doen.

Wait For Me, het derde album van het Britse band Snowpoet, verscheen aan het begin van 2021 in een week met een absurd aantal interessante nieuwe albums. Ik selecteerde het album in eerste instantie niet voor een plekje op de krenten uit de pop, maar het album bleef me intrigeren en uiteindelijk besprak ik Wait For Me van Snowpoet een paar weken later alsnog. 

Het album van de band rond zangeres Lauren Kinsella en toetsenist Chris Hyson klonk anders dan alle andere albums van dat moment en betoverde en verwonderde met avontuurlijke maar ook wonderschone muziek. Het kleurde prachtig bij de al even mooie en bijzondere stem van Laura Kinsella, die zich in de unieke mix van folk, jazz en avant-garde als een vis in het water voelde. Met deze drie genres deed ik de muziek van Snowpoet overigens nog flink tekort en ook het aangedragen vergelijkingsmateriaal bleef niet lang houdbaar. 

Een oplettende lezer wees me op het deze week verschenen nieuwe album van Snowpoet, Heartstrings. Ik ben deze lezer zeer dankbaar, want ook het nieuwe album van de band uit Londen is weer van een bijzondere schoonheid. De band rond Lauren Kinsella en toetsenist Chris Hyson vertrouwt op haar vierde album deels op de ingrediënten die we kennen van het vorige album, maar slaat ook nieuwe wegen in.

Lauren Kinsella bedwelmt en betovert je vrijwel onmiddellijk met haar bijzonder mooie stem, die ook dit keer wordt gecombineerd met zeer mooie en sfeervolle klanken. Piano en synths spelen de hoofdrol in de muziek op Heartstrings, maar de subtiel en jazzy spelende ritmesectie mag zeker niet onvermeld blijven en dat geldt ook voor de trefzekere accenten van de saxofoon. 

De muziek van Snowpoet doet ook op Heartstrings jazzy aan, maar ook invloeden uit de folk en de pop spelen een belangrijke rol op een album dat je met geen enkel etiket recht doet. De muziek van de band uit Londen is nog altijd complex en fantasierijk, maar het label avant-garde is wat mij betreft niet langer van toepassing. Snowpoet tovert op haar nieuwe album immers ook de ene na de andere prachtige song uit de hoge hoed en het zijn songs die zich makkelijk opdringen en even makkelijk blijven hangen. 

De band nam haar nieuwe album zo goed als live in de studio op, wat heeft gezorgd voor een toegankelijker geluid, al mocht er ook flink geïmproviseerd worden. Het is een zich redelijk langzaam voortslepend geluid dat is volgestopt met subtiele accenten en hier en daar met meerdere lagen van de mooie stem van Lauren Kinsella. 

De muziek van Snowpoet heeft soms een bijna bedwelmende uitwerking, maar biedt ook de perfecte soundtrack voor de rustige start van een mooie lentedag. Heartstrings is misschien wat minder spannend dan het vorige album van Snowpoet, maar persoonlijk vind ik het wat toegankelijkere geluid op het nieuwe album net wat mooier en zeker niet minder interessant. 

Luister met volledige aandacht naar het nieuwe album van Snowpoet en je blijft je verbazen over de subtiliteit en pracht van de muziek op Heartstrings, die het oor streelt maar ook de fantasie prikkelt. Minstens even mooi en subtiel is de stem van Lauren Kinsella die fraai ingetogen zingt, maar je ook maar blijft betoveren met loepzuivere noten. 

Wait For Me van Snowpoet kreeg in 2021 echt veel te weinig aandacht en ook Heartstrings zal niet veel aandacht krijgen, maar iedereen die dit album een kans geeft ontdekt een album van een unieke schoonheid en kracht. Wat ben ik blij dat ik dit bijzondere album niet heb gemist.

Erwin Zijleman

Friday, 25 July 2025

Planting By The Signs. S.G. Goodman

De Amerikaanse muzikante S.G. Goodman deed werkelijk alles goed op haar vorige twee albums, maar op het prachtig klinkende Planting By The Signs doet de muzikante uit Kentucky alles nog net wat beter.

Na de eerste keer horen was ik diep onder de indruk van het deze week verschenen derde album van de Amerikaanse muzikante S.G. Goodman, maar Planting By The Signs is sindsdien alleen maar beter geworden. Dat de muzikante uit Kentucky een geweldige zangeres is wisten we al, maar de zang op haar nieuwe album kinkt nog wat beter. In muzikaal opzicht zet ze nog wat grotere stappen, want het album is aan de ene kant geworteld in de Amerikaanse rootsmuziek uit het diepe zuiden van de Verenigde Staten, maar begeeft zich aan de andere kant ook regelmatig buiten de grenzen van het genre. Ik wist al dat S.G. Goodman heel goed is, maar toch ben ik zeer aangenaam verrast door dit geweldige album.

S.G. Goodman maakte in 2017 een album (Kudzu) met haar band The Savage Radley, maar trok pas echt de aandacht met het onder haar eigen naam uitgebrachte Old Time Feeling uit 2020. Het debuutalbum van de muzikante uit Murray, Kentucky, is zo’n rootsalbum waarop echt alles klopt. 

Haar band zorgt voor een ruimtelijk en gloedvol rootsgeluid vol gitaren dat zowel ingetogen kan klinken als kan rocken, de productie van My Morning Jacket voorman Jim James is feilloos, de persoonlijke songs van de Amerikaanse muzikante herinneren aan het beste dat binnen de country en countryrock uit de jaren 70 werd gemaakt en S.G. Goodman beschikt boven alles over een geweldige of zelfs weergaloze stem, die vanaf de eerste noten van Old Time Feeling dwars door de ziel snijdt. Het is een lekker rauwe en emotievolle stem die echt fantastisch klinkt in combinatie met het heerlijke gitaarwerk, dat volgens S.G. Goodman is geïnspireerd door het werk van Link Wray. 

De op het platteland van Kentucky opgegroeide muzikante, die haar eerste stapjes in de muziek zette in het lokale kerkkoor, liet op het drie jaar geleden Teeth Marks horen dat haar geweldige debuutalbum geen toevalstreffer was. Het door Drew Vandenberg (Faye Webster, Stella Donnelly) geproduceerde album klinkt nog wat mooier en veelzijdiger dan het debuutalbum en laat wederom horen dat S.G. Goodman een fantastische zangeres is. 

Zowel Old Time Feeling als Teeth Marks klinken zowel authentiek als eigentijds en dat is een knappe combinatie. Het is een combinatie die ook weer is te horen op het deze week verschenen Planting By The Signs, het derde album van S.G. Goodman. Ook op haar derde album imponeert de muzikante uit Kentucky in eerste instantie met haar stem, die ruw en doorleefd klinkt, maar ook ingehouden en gevoelig. 

In muzikaal opzicht klinkt Planting By The Signs net wat anders dan zijn twee voorgangers. Ook het derde album van S.G. Goodman heeft zich absoluut laten inspireren door de country(rock) uit het verre verleden en de alt-country van iets recentere datum, maar de Amerikaanse muzikante slaat ook op bijzondere wijze een brug naar de rockmuziek van dit moment. 

Voor de productie deed S.G. Goodman wederom een beroep op Drew Vandenberg, maar ook de op het oude nest teruggekeerde Matthew Rowan levert een bijdrage aan de fraaie productie van het album en is bovendien verantwoordelijk voor het fantastische gitaarwerk op het album. In productioneel opzicht doet het af en toe wel wat denken aan de producties van Daniel Lanois en dat is een groot compliment voor Planting By The Signs. 

Het klinkt allemaal fantastisch, zeker in combinatie met de uitstekende stem van S.G. Goodman, maar de songs op het nieuwe album, die soms flink worden opgerekt, zijn ook spannend en laten nog lang nieuwe dingen horen. Het album werd opgenomen in Alabama en ademt deels de spooky en broeierige sfeer van het diepe zuiden van de Verenigde Staten, maar S.G. Goodman beperkt zich zeker niet tot de kaders van de Amerikaanse rootsmuziek, waardoor ik Planting By The Signs nog wat interessanter vind dan haar vorige twee albums. 

S.G. Goodman maakte al twee fantastische albums, maar haar derde album is nog een stuk beter en zou zomaar uit kunnen groeien tot een van de beste albums van 2025. Ik schrijf het album alvast op.

Erwin Zijleman

Thursday, 24 July 2025

sweet dreams, see you tomorrow. la loye

De Nederlandse muzikante Anne Lieke Heusinkveld heeft als la loye met sweet dreams, see you tomorrow een debuutalbum van een bijna onwerkelijke schoonheid afgeleverd, dat alleen maar indrukwekkender wordt.

Het aanbod binnen genres als indiefolk en indiepop is momenteel groot, waardoor albums van nieuwkomers makkelijk tussen wal en schip vallen. Het zou echt doodzonde zijn als dit zou gebeuren met sweet dreams, see you tomorrow van la loye, want wat is dit een betoverend mooi album. Het alter ego van de Nederlandse muzikante Anne Lieke Heusinkveld maakt diepe indruk met zeer sfeervolle songs, die op prachtige en fantasievolle wijze zijn ingekleurd. De muziek op het album is echt prachtig en de zang doet hier zeker niet voor onder. Het lome en dromerige sweet dreams, see you tomorrow sleept je veertig minuten ver weg van alles en maakt diepe indruk. Wat een prachtig album.

Anne Lieke Heusinkveld maakt inmiddels al een aantal jaren muziek onder de naam la loye. Het leverde aan het eind van 2021 de bijzonder mooie EP to live under water op, waarop de Nederlandse muzikante indruk maakte met een handvol prachtige (indie)folksongs. 

Anne Lieke Heusinkveld heeft vervolgens de tijd genomen voor het debuutalbum van la loye, dat deze week is verschenen. Met sweet dreams, see you tomorrow (wederom zonder hoofdletters) maakt la loye de belofte van de inmiddels ruim drie jaar oude EP meer dan waar. 

Op het album gaat de Nederlandse muzikante deels verder waar de EP ophield. Ook sweet dreams, see you tomorrow bevat voornamelijk ingetogen en wat dromerig klinkende songs, waarin de stem van Anne Lieke Heusinkveld een belangrijke rol speelt. Vergeleken met de songs uit het verleden klinkt het debuutalbum van la loye wel een stuk voller, al blijft de muziek in de meeste songs redelijk subtiel. 

Er is hoorbaar heel veel aandacht besteed aan de inkleuring van de songs op sweet dreams, see you tomorrow. De meeste songs bestaan uit meerdere lagen, waarvan er een aantal vooral atmosferisch en ruimtelijk klinken. Het wordt gecombineerd met subtiele ritmes en mooie gitaarakkoorden die diepte aanbrengen in het bijzondere geluid van la loye. 

De muziek op sweet dreams, see you tomorrow is song na song echt betoverend mooi en hoe vaker je naar het bijzondere klankenpalet op het album luistert, hoe mooier het wordt. Het is een geluid dat nog altijd is te omschrijven als indiefolk, al doe je la loye met het label indiepop ook niet te kort. 

De bijzonder mooie klanken op het debuutalbum van la loye worden gecombineerd met de al even mooie stem van Anne Lieke Heusinkveld. De Nederlandse muzikante zingt vooral fluisterzacht, maar ook met veel gevoel en precisie, wat uitstekend past bij de verzorgd klinkende muziek op het album. 

Wanneer la loye opschuift richting indiepop hoor ik wel wat van Phoebe Bridgers en zeker ook van Billie Eilish, die de afgelopen week zoveel indruk maakte met haar concerten, maar sweet dreams, see you tomorrow roept ook associaties op met meerdere (indie)folkies. 

Het is druk in de indiepop en indiefolk, maar het debuutalbum van la loye springt er in meerdere opzichten in positieve zin uit. In muzikaal opzicht verrast Anne Lieke Heusinkveld continu met bijzondere geluiden, fraaie accenten van uiteenlopende instrumenten waaronder blazers en een hele bijzondere sfeer. 

Ook de zang op sweet dreams, see you tomorrow is elf songs lang echt prachtig en op een bijzondere wijze in balans met de muziek, die uiterst ingetogen maar ook groots en meeslepend kan klinken. En dan zijn er ook nog eens de songs, die eigenlijk onmiddellijk indruk maken, maar vervolgens steeds mooier en bijzonderder worden. Ik ga er van uit dat sweet dreams, see you tomorrow van la loye met bescheiden middelen is gemaakt, maar het album klinkt echt fantastisch. 

Wanneer een Britse of Amerikaanse muzikante een album als dit zou hebben gemaakt zouden de Pitchforks van deze wereld superlatieven tekort zijn gekomen, maar la loye moet het vooralsnog doen met bescheiden aandacht. Ik heb het debuutalbum van de Nederlandse muzikante zelf ook min of meer bij toeval ontdekt, maar wat ben ik onder de indruk van sweet dreams, see you tomorrow.

Erwin Zijleman

Wednesday, 23 July 2025

Blush. There's A Tuesday

Nieuw-Zeeland heeft een stevige reputatie wanneer het gaat om nagenoeg perfecte en zonnige popsongs en voegt met het debuutalbum van There’s A Tuesday uit Christchurch een volgende prachtplaat toe.

Zonder de wekelijkse nieuwsbrief van Flying Out zou ik het debuutalbum van de Nieuw-Zeelandse band There’s A Tuesday nooit hebben ontdekt en wat is het weer een geweldige tip van de muziekwinkel uit Auckland. There’s A Tuesday maakt op Blush indiepop, indierock en indiefolk en vindt de balans tussen sprankelende pop en intieme folk. In muzikaal en productioneel opzicht klinkt het allemaal waanzinnig lekker en ook de songs van de band zijn uitstekend, maar het is vooral de stem van Minnie Robberds die goed is voor de ultieme verleiding en het kippenvel. Het levert een album op dat doet uitzien naar een geweldige zomer, maar ook goed is voor alle andere seizoenen.

De wekelijkse nieuwsbrief van de Nieuw-Zeelandse muziekwinkel Flying Out had slechts drie korte zinnetjes over voor het vorige maand al verschenen debuutalbum van de band There’s A Tuesday, maar het was voor mij genoeg om te gaan luisteren naar Blush. Mijn conclusie was al snel dat Flying Out best wat superlatieven en uitroeptekens toe had mogen voegen aan de aanprijzing van het album, want There’s A Tuesday heeft wat mij betreft een geweldig debuutalbum afgeleverd. 

Het is een album dat een zomerse zaterdag voorziet van nog net wat meer glans, maar het is ook een album dat veel langer mee gaat dan slechts één zomerdag in mei. Flying Out is in de uitgebreidere beschrijving van het album nog wat enthousiaster over het eerste album van There’s A Tuesday, maar de rest van de Nieuw-Zeelandse muziekpers doet er nog een schepje bovenop. 

Blush wordt onder andere “wildly impressive” genoemd en iedereen is het er over eens dat There’s A Tuesday een enorme aanwinst is voor de muziekscene van Aotearoa (Nieuw-Zeeland). Ik kan me hier volledig in vinden, want ik ben echt diep onder de indruk van de muziek van de band uit Ōtautahi (Christchurch). 

There’s A Tuesday doet op Blush eigenlijk alles goed. De Nieuw-Zeelandse band heeft elf zeer aansprekende songs geschreven en het zijn songs die je een goed gevoel geven, maar die je ook raken. There’s A Tuesday maakt op Blush vooral indiepop, indierock en indiefolk en kan in alle drie de genres uitstekend uit de voeten. 

De ingetogen en wat folky klinkende songs moeten het hebben van de emotie, maar het album bevat ook een aantal zeer melodieuze en wat meer uptempo songs, die het humeur een geweldige boost geven. De wat aanstekelijker klinkende songs strooien flink met zonnestralen en overtuigen makkelijk, maar ook de wat meer introspectieve songs dringen zich heel snel op. 

Het album werd geproduceerd door de mij onbekende Will McGillivray. Het is een producer met een nog niet heel omvangrijk CV, maar met Blush van There’s A Tuesday levert hij fraai werk af. De zang komt echt prachtig door de speakers, terwijl de muziek op het album continu warm en ruimtelijk klinkt. Het is muziek die op het eerste gehoor vooral aangenaam klinkt, maar ook vol zit met subtiele maar zeer waardevolle details. 

Ik ben nog niet toe gekomen aan de zang, maar het is vooral de stem van zangeres Minnie Robberds, die van Blush zo’n imponerend debuutalbum maken. De Nieuw-Zeelandse muzikante beschikt over een hele mooie stem, maar het is ook een stem die in iedere song weer net iets anders kan klinken en die veel gevoel bevat. 

Blush van There’s A Tuesday doet me bij vlagen denken aan het debuutalbum van boygenius, waarbij Minnie Robberds afwisselend Phoebe Bridgers, Julien Baker en Lucy Dacus is. Blush heeft ook wel wat van de allerbeste momenten van K’s Choice, maar de muziek van de band uit Christchurch heeft ook de lastig te definiëren maar absoluut aanwezige Nieuw-Zeelandse touch. 

Blush opent fantastisch, maar elf songs later is duidelijk dat There’s A Tuesday het hoge niveau een album lang vasthoudt. Er komt de laatste tijd echt heel veel uitstekende rootsmuziek uit Nieuw-Zeeland, maar There’s A Tuesday laat horen dat het land ook nog altijd een voedingsbodem is voor perfecte popsongs. Jaarlijstjesmateriaal, dat is zeker.

Erwin Zijleman

Tuesday, 22 July 2025

Game Of Life. Loki Project

De Nederlandse muzikante Lieke Dijkstra heeft als Loki Project met Game Of Life een buitengewoon interessant en intrigerend album afgeleverd, dat anders klinkt dan alle andere albums van het moment.

Direct vanaf de eerste noten is Game Of Life van Loki Project een album dat de fantasie prikkelt. In muzikaal opzicht klinkt het eerste album van het project van de Nederlandse muzikante Lieke Dijkstra bijzonder fascinerend en ook de zang op het album trekt direct de aandacht. De soms wat minimalistisch maar ook avontuurlijk klinkende songs op het album zijn op het eerste gehoor behoorlijk ongrijpbaar, maar uiteindelijk vallen alle puzzelstukjes in elkaar. Lieke Dijkstra laat zich door van alles beïnvloeden en combineert uiteenlopende genres in een uniek eigen geluid. Game Of Life van Loki Project is een album van eigen bodem waar we best trots op mogen zijn en dat alle aandacht verdient.

Tussen de releases van deze week kwam ik min of meer bij toeval Game Of Life van Loki Project tegen. Bij snelle beluistering van het album intrigeerde het me wel en nu ik het album wat beter ken ben ik nog een stuk enthousiaster over het debuutalbum van Loki Project. 

Ik heb nog niet heel veel info kunnen vinden over de achtergrond van Loki Project, maar op bandcamp staat een informatief verhaaltje: “Loki Project is the artistic persona of experimental musician and visual artist Lieke Dijkstra. Known for her expressive voice and genre-defying sound, her music is characterized by a certain minimalism, within which an explosiveness unfolds, which often brings across a paradox: there is lightness yet also something more dark is to be found.” 

Ik heb meestal niet zo heel veel met dit soort omschrijvingen, maar in het geval van Game Of Life vind ik de tekst best treffend. De naam Lieke Dijkstra was ik nog niet eerder tegen gekomen, maar ze timmerde tot dusver vooral aan de weg als kunstenares. Ik weet niet of Game Of Life haar eerste stap in de muziek is, maar het is hoe dan ook een hele knappe stap. 

Het debuutalbum van Loki Project bevat acht tracks, waarvoor Lieke Dijkstra en haar medemuzikanten ruim 36 minuten nodig hebben. Het project van Lieke Dijkstra neemt de tijd voor het uitwerken van de songs op het album en dat levert fascinerende songs op. Het zijn songs die geen van allen zijn te omschrijven als toegankelijke popsongs, maar ontoegankelijk is de muziek van Loki Project ook zeker niet. 

Het is jammer dat er op de bandcamp pagina van Loki Project maar heel weinig informatie is te vinden over de muzikanten en de instrumenten die zijn te horen op het album, want in muzikaal opzicht klinkt Game Of Life heel bijzonder. Het album opent met wat Oriëntaals aandoende klanken, die worden gecombineerd met prachtige baslijnen. Het doet inderdaad wat minimalistisch aan, maar in muzikaal opzicht is Game Of Life een typisch voorbeeld van “less is more”. 

De bijdragen van uiteenlopende instrumenten zijn subtiel, maar hebben hierdoor juist een maximaal effect. De wat minimalistische of in ieder geval subtiele klanken bieden veel ruimte aan de zang en die ruimte pakt Lieke Dijkstra op indrukwekkende wijze. De Amsterdamse muzikante beschikt over een hele mooie en ook nog eens zeer veelzijdige stem. Het is een stem die wat onderkoeld kan klinken en hierdoor associaties op kan roepen met uiteenlopende Scandinavische zangeressen, maar de zang op Game Of Life klinkt ook verrassend soulvol. 

De combinatie van bijzondere klanken en hele mooie zang keert terug in alle songs op het album, maar het debuutalbum van Loki Project kiest steeds een net wat andere invalshoek en verwerkt hierbij invloeden uit nogal verschillende genres, variërend van ambient tot hiphop. Het levert een album op dat niet goed of eigenlijk helemaal niet in een hokje is te duwen en dat klinkt als geen enkel ander album, maar de songs van Loki Project dringen zich verrassend makkelijk op. 

Het zijn songs die door de bijzondere en vaak repetitieve klanken en de al even bijzondere zang een bijna hypnotiserende uitwerking hebben en ondertussen de fantasie eindeloos prikkelen. Dat blijft Game Of Life doen, want door het bijzondere karakter van de muziek en de zang en de eigenzinnige songstructuren blijf je nieuwe dingen horen op dit album. Wat mij betreft een hele bijzondere verrassing van eigen bodem.

Erwin Zijleman

Monday, 21 July 2025

Luster. Maria Summerville

De Ierse muzikante Maria Somerville combineert op Luster ambient achtige klanken met invloeden uit de postpunk en de shoegaze en voegt vervolgens prachtige zang toe, wat een album van een bijzondere schoonheid oplevert.

Maria Somerville maakte iets meer dan zes jaar geleden een mini-album en keert deze week terug met Luster, dat een stuk beter is. Om te beginnen klinkt het album een stuk mooier, maar het spreekt ook in muzikaal opzicht meer aan. De Ierse muzikante is nog altijd niet vies van ambient achtige klanken, maar deze worden nu gecombineerd met invloeden uit de postpunk, dreampop en shoegaze. Luster heeft af en toe een jaren 80 en 90 vibe, maar de muziek van Maria Somerville klinkt ook origineel en eigentijds. Haar stem verzoop zes jaar geleden nog wat in de mix, maar is van een bijzondere schoonheid op het prachtige Luster dat bij iedere beluistering weer een beetje mooier is.

De Ierse muzikante Maria Somerville debuteerde ruim zes jaar geleden met het op zich fascinerende (mini-)album All My People. Ik zeg op zich fascinerend, want uiteindelijk was de combinatie van ambient klanken en folky popsongs me net wat te zweverig en vond ik bovendien de wat zompige mix van het album niet mooi. All My People krijgt deze week een vervolg met Luster, wat gezien kan worden als het volwaardige debuutalbum van Maria Somerville. 

Het album opent met fluitende vogeltjes en wat zweverige en sprookjesachtige klanken, die twee minuten aanhouden. Hierna begint het album wat mij betreft echt met het prachtige Projections, dat de toon zet voor de rest van het album. Het is een track die wat zweverige klanken combineert met donkere ondertonen, wat een bijzondere spanning oplevert. Het doet wel wat denken aan de muziek van Cocteau Twins uit de jaren 80 en 90, maar het heeft ook wel wat van de aardedonkere muziek van Grouper om maar eens twee namen te noemen. 

Op All My People was de stem van Maria Somerville onderdeel van een wat zompig geluid, maar op Luster komt haar stem gelukkig glashelder uit de speakers. De Ierse muzikante beschikt over een zachte maar bijzonder mooie stem, die prachtig kleurt bij de wat zweverige klanken op het album. 

Ook op Luster verwerkt Maria Somerville invloeden uit de ambient, maar waar deze All My People domineerden, hoor ik op Luster ook flink wat invloeden uit de postpunk, de dreampop en de shoegaze. De zwaar aangezette baslijnen en de benevelende gitaarlijnen passen prachtig bij de atmosferische klinkende wolken van synths en doen het ook uitstekend in combinatie met de wat onderkoelde zang van Maria Somerville. 

De Ierse muzikante koos voor het opnemen van haar album voor het Ierse platteland waarop ze opgroeide en dat hoor je in de muziek die wijds klinkt. Het is prachtige en zeer sfeervolle muziek, waarbij het heerlijk ontspannen is en ook de prachtige stem van Maria Somerville nodig uit tot ontspannen. 

Op hetzelfde moment is de Ierse muzikante op Luster goed voor fraaie spanningsbogen. Het ene moment hoor je fluitende vogels en kabbelende beekjes, het volgende moment zweef je hoog boven het ruwe Ierse platteland om vervolgens te worden overspoeld door wonderschone gitaarlijnen. 

Het kabbelt allemaal bijzonder aangenaam voort op de achtergrond, maar Luster komt wat mij betreft pas echt tot leven wanneer je het album met de koptelefoon beluistert en bijna veertig minuten lang ondergaat. Dan pas valt op uit hoeveel lagen de muziek op het album bestaat en hoeveel prachtige details Maria Somerville en haar medemuzikanten hebben toegevoegd aan de songs op Luster, die veel spannender zijn dan je bij oppervlakkige beluistering kunt vermoeden. Ook de zang van de Ierse muzikante komt nog beter tot zijn recht bij beluistering met de koptelefoon en heeft dan een bijna hypnotiserende uitwerking. 

Op het mini-album van Maria Somerville was ik zes jaar geleden snel uitgekeken, maar sinds de eerste beluistering van haar nieuwe album is Luster alleen maar mooier en indrukwekkender geworden. Je moet tegen een beetje zweverigheid kunnen, maar als je dit kunt is Luster een wonderschone en buitengewoon fascinerende luistertrip vol mysterie.

Erwin Zijleman

Sunday, 20 July 2025

The Smile You Send Out Returns To You. Constant Follower

De Schotse band Constant Follower maakte in 2021 diepe indruk met het album Neither Is, Nor Ever Was, dat deze week wordt gevolgd door het nog mooiere en indrukwekkendere The Smile You Send Out Returns To You.

Direct vanaf de eerste noten betovert de Schotse band Constant Follower op haar tweede album The Smile You Send Out Returns To You met prachtige klanken en met twee bijzonder mooi bij elkaar kleurende stemmen. Het is de tweede keer dat de band uit Glasgow zoveel indruk maakt, want het in 2021 verschenen Neither Is, Nor Ever Was hoorde bij de mooiste albums van het betreffende jaar. Op het tweede album gaat Constant Follower verder waar het in 2021 ophield, maar alles klinkt nog net wat mooier. De van melancholie overlopende songs zijn van een bijzondere schoonheid en die wordt alleen maar indrukwekkender door de prachtige muziek en de stemmen van Stephen McAll en Amy Campbell.

De Schotse band Constant Follower kleurde de herfst van 2021 echt prachtig in met haar debuutalbum Neither Is, Nor Ever Was, dat uiteindelijk de dertiende plek in mijn jaarlijstje wist te halen. Neither Is, Nor Ever Was betoverde tien songs lang met wonderschone en zeer stemmige klanken, met de fraaie productie van de legendarische Kramer en zeker ook met de prachtige stemmen van voorman Stephen McAll en zangeres Amy Campbell, die elkaar op indrukwekkende wijze wisten te versterken. 

Het debuutalbum van Constant Follower kreeg vooral het label folk opgeplakt, maar Neither Is, Nor Ever Was herinnerde me op een of andere manier en waarschijnlijk vooral door de combinatie de stemmen van Stephen McAll en Amy Campbell ook aan de muziek van mijn jaren 80 helden The Dream Academy en vooral Prefab Sprout. 

Een paar weken geleden stond het nieuwe album van Constant Follower al in de lijsten met nieuwe albums, maar deze week is het album dan echt verschenen. In de tussentijd heb ik Neither Is, Nor Ever Was herontdekt en is het debuutalbum van de Schotse band me nog wat dierbaarder geworden dan het al was. 

Op Spotify kwam ik overigens ook het prima album tegen dat Constant Follower vorig jaar maakte met de Schotse gitarist Scott William Urquhart, maar het deze week verschenen The Smile You Send Out Returns To You is de echte opvolger van het geweldige debuutalbum uit 2021. 

Het is een album dat in meerdere opzichten in het verlengde ligt van het debuutalbum van de band uit Glasgow. Ook op The Smile You Send Out Returns To You maakt Constant Follower folky songs, maar bedwelmt het de luisteraar ook met zeer sfeervolle klanken. In muzikaal opzicht klinkt het allemaal nog wat mooier en stemmiger dan op het debuutalbum van de band. 

Bijzonder fraai gitaarspel wordt gecombineerd met vooral weidse klanken die de ruimte vullen met warmte. The Smile You Send Out Returns To You is niet alleen in muzikaal opzicht nog beter dan het debuutalbum van de band, want ook de zang van Stephen McAll en Amy Campbell komt nog wat harder binnen. 

Constant Follower wist voor haar debuutalbum met Kramer een producer van naam en faam te strikken en dat is ook gelukt voor het tweede album. The Smile You Send Out Returns To You werd opgenomen in Austin, Texas, in de studio van Dan Duszynski, die we kennen van de bands Gold Motel, Cross Record en vooral Loma en als producer van de albums van Jess Williamson. Dan Duszynski heeft het unieke geluid van Constant Follower onaangetast gelaten en alleen nog net wat mooier gemaakt. 

De melancholie druipt er ook dit keer van af, waardoor het album het uitstekend doet tijdens de winteravonden van het moment, die worden gekleurd door steeds absurder wereldnieuws. De wonderschone songs van Constant Follower voorzien deze winteravonden van warmte en hoop en dat kunnen we momenteel goed gebruiken. 

Het debuutalbum van de band uit Glasgow maakte drieënhalf jaar geleden een onuitwisbare indruk en zorgde voor onrealistisch hoge verwachtingen met betrekking tot The Smile You Send Out Returns To You, maar na een paar keer horen kan ik alleen maar concluderen dat de Schotse band deze verwachtingen zelfs heeft overtroffen. Constant Follower heeft een van de mooiste albums van 2025 gemaakt, dat is zeker.

Erwin Zijleman


Saturday, 19 July 2025

Louisiana Lonely. Page Plaisance

Het was in 2024 dringen binnen de Amerikaanse rootsmuziek waardoor veel albums tussen wal en schip vielen, maar het uitstekende Louisiana Lonely van Page Plaisance had echt wel wat meer aandacht verdient.

Countrymuziek uit Austin, Texas, klinkt over het algemeen anders dan countrymuziek uit Nashville, Tennessee. De muziek van Page Plaisance klinkt nog wat anders, want je hoort op Louisiana Lonely dat ze aan de oevers van de Mississippi is opgegroeid. Het levert een wat traditioneler klinkend Amerikaans rootsalbum op met veel country en een vleugje soul. Page Plaisance heeft een geweldige band om zich heem verzameld, die zorgt voor flink wat muzikaal vuurwerk. Het past prachtig bij de krachtige stem van de Amerikaanse muzikante, die een ander geluid tegenover alle countrymuziek uit Nashville zet. Louisiana Lonely van Page Plaisance is een uitstekend debuutalbum dat naar veel meer smaakt.

Het debuutalbum van de Amerikaanse singer-songwriter Page Plaisance verscheen afgelopen zomer al, maar ik kwam het album pas op het spoor toen het deze week opdook in een nieuwsbrief van Angela Backstrom, een promotor van Amerikaanse rootsmuziek, waarin de openingstrack van het album wordt aangeprezen. Highway 65 is inderdaad een geweldige track, die goed laat horen wat Page Plaisance in huis heeft. 

Page Plaisance werd geboren in Louisiana en groeide op in een boerderij aan de oevers van de Mississippi. Haar muzikale geluk zocht ze echter in Austin, Texas, waar ze twee jaar geleden haar eerste EP uitbracht. De Amerikaanse muzikante heeft de oevers van de Mississippi misschien achter zich gelaten, maar op haar debuutalbum Louisiana Lonely klinkt haar geboortegrond nog nadrukkelijk door. 

Page Plaisance maakt op haar debuutalbum wat traditioneler klinkende Amerikaanse rootsmuziek met onder andere invloeden uit de country, de soul en de honky tonk. In muzikaal opzicht is het smullen vanwege het werkelijk fantastische gitaarwerk op het album, dat Louisiana Lonely voorziet van soul, en het al even goede vioolspel, dat de country naar binnen haalt in de songs van Page Plaisance. 

Ook met het pianospel op het album is overigens niets mis en ook de ritmesectie verdient een compliment. De muziek van de muzikante uit Austin, die verder wordt verrijkt met een greep uit instrumenten die binnen de Amerikaanse rootsmuziek een voorname rol spelen, klinkt wat traditioneler dan de muziek die in Nashville wordt gemaakt en hoewel ik zeker niet vies ben van wat moderner klinkende countrymuziek of countrypop, viel ik direct als een blok voor het geluid op het debuutalbum van Page Plaisance. 

De gitaren en de viool vechten song na song prachtige duels uit, maar Louisiana Lonely is ook voorzien van een warm en wat broeierig geluid, dat de verzengende hitte in het diepe zuiden van de Verenigde Staten uit de speakers laat komen. Volgens Spotify heeft de mij onbekende Texaanse muzikant Jonathan Tyler het album geproduceerd en die heeft knap werk geleverd, want Louisiana Lonely klinkt echt heel mooi, zeker wanneer ook nog wat ruimtelijk klinkende lagen worden toegevoegd aan de songs. 

Wie de muzikanten op het album zijn kan ik helaas niet direct vinden, maar de gitarist op het album is een held. In muzikaal opzicht is het debuutalbum van Page Plaisance dik in orde, maar ook haar songs zijn zeer aansprekend. Het zijn songs die direct een warm gevoel geven, maar het zijn ook songs die mooier worden wanneer je ze vaker hoort. Het zijn songs die ook een halve eeuw geleden gemaakt hadden kunnen zijn, maar Louisiana Lonely klinkt zeker niet achterhaald. 

Over de stem van Page Plaisance heb ik het nog niet gehad en ook die spreekt zeer tot de verbeelding. Het is een krachtige maar ook mooie stem, die uitstekend gedijt in de net wat traditioneler klinkende Amerikaanse rootsmuziek die de singer-songwriter uit Austin maakt. Page Plaisance gooit haar ziel en zaligheid in de zang op haar debuutalbum, zoals de grote countryzangeressen dat in het verleden deden, en het is bij mij in meerdere songs goed voor kippenvel. Er is nog maar heel weinig geschreven over Louisiana Lonely van Page Plaisance, maar het is echt een fantastisch album.

Erwin Zijleman

Friday, 18 July 2025

La symphonie des éclairs. Zaho de Sagazan

Zaho de Sagazan timmert momenteel stevig aan de weg en dat is volkomen terecht, want wat is het in 2023 al verschenen La symphonie des éclairs een origineel, spannend en vooral indrukwekkend mooi album.

Volgens mij hou ik de Franse popmuziek best goed in de gaten, maar Zaho de Sagazan heb ik volledig gemist. Het is een beetje of je gemist hebt dat de zon schijnt op een snikhete zomerdag, want Zaho de Sagazan is een ware sensatie. De Franse muzikante kan op haar debuutalbum La symphonie des éclairs uitstekend overweg met het traditionele Franse chanson, dat ze met veel emotie en met een prachtige diepe stem vertolkt. Ze kan de rijke tradities van het Franse levenslied echter ook combineren met een flinke bak elektronica, wat een wonderlijke combinatie maar ook prachtige en fascinerende muziek oplevert. La symphonie des éclairs is een baanbrekend en sensationeel goed album.

In het Volkskrant magazine las ik vorig jaar een artikel over de Franse muzikante Zaho de Sagazan. Het is een naam die ik echt nog nooit had gehoord en ook haar debuutalbum La symphonie des éclairs ben ik vorig jaar niet tegengekomen. Ik heb kennelijk niet goed opgelet, want Zaho de Sagazan verkocht onlangs in no-time zowel Paradiso als Tivoli Vredenburg uit. 

Haar debuutalbum verscheen al in het prille voorjaar van 2023, maar een paar weken geleden verscheen een luxe-editie van het album. La symphonie des éclairs (Le dernier des voyages) bevat 21 tracks en houdt je 70 minuten lang aan de speakers gekluisterd. Het is een album dat me sinds de ontdekking in een wurggreep houdt en ook nog wel even zal houden.

De muziek van Zaho de Sagazan wordt omschreven als het traditionele Franse chanson, maar dan omgeven door een flinke bak elektronica. Dat is op zich een goede omschrijving, al bevat het album ook een aantal songs die genoeg hebben aan een piano en de stem van de Franse muzikante. In die songs vertolkt Zaho de Sagazan het Franse chanson op prachtige en vrij traditionele wijze. 

De zangeres uit Saint Nazaire beschikt over een geweldige en wat donker klinkende stem, die is gemaakt voor het weemoedige Franse chanson. Het is een stem die je vrijwel onmiddellijk bij de strot grijpt en die de aandacht moeiteloos 70 minuten vast houdt en de songs van Zaho de Sagazan voorziet van urgentie en doorleving.

Wanneer Zaho de Sagazan het Franse chanson op oorspronkelijke wijze vertolkt is het resultaat prachtig, maar het resultaat wordt ronduit fascinerend wanneer de Franse muzikante zich omringd met elektronica. Bijdragen van synths duiken soms op vrij subtiele wijze op in de songs op La symphonie des éclairs (Le dernier des voyages), maar hier en daar gaat de elektronica ook stevig los en betovert het album met sprookjesachtige klanken of sleurt Zaho de Sagazan het Franse chanson de dansvloer op. 

Bij de inzet van al die elektronica kent de Franse muzikante haar klassiekers. In een aantal tracks klinken invloeden van Kraftwerk nadrukkelijk door, maar ook Krautrock uit de jaren 70 en synthpop uit de jaren 80 hebben hun sporen nagelaten op La symphonie des éclairs (Le dernier des voyages). Het combineert verrassend goed met duidelijk Frans getinte muziek, die de songs van Zaho de Sagazan weer onmiddellijk richting het Franse chanson van bijvoorbeeld Barbara, een van haar muzikale helden, duwt. 

De emotievolle zang in het Franse chanson doet het vaak goed met organische en wat weemoedige klanken. Op voorhand leek het Franse chanson met flink wat elektronica me daarom een vreemde combinatie, maar het pakt echt prachtig uit. Het biedt Zaho de Sagazan de mogelijkheid om kleine en intieme popliedjes in een keer groots en meeslepend te laten klinken of om traditionele Franse muziek in een keert fris en modern te laten klinken. 

70 minuten muziek is natuurlijk wel erg veel en meestal teveel van het goede, maar wanneer je eenmaal in de flow van de muziek zit is La symphonie des éclairs (Le dernier des voyages) een album dat je keer op keer van de eerste tot en met de laatste noot wilt beluisteren. 

Ik vond Zaz en Christine & The Queens de afgelopen jaren een klasse apart binnen de Franse popmuziek, maar met Zaho de Sagazan hebben ze er een hele serieuze concurrent bij. La symphonie des éclairs (Le dernier des voyages) is een album van een geweldige zangeres en een muzikante met een fascinerende visie op het gebruik van elektronica in een door tradities gedomineerd genre. Echt een razend knap album.

Erwin Zijleman

Thursday, 17 July 2025

Troubled Waters. Isaac Roux

Het is een goede week voor de Belgische popmuziek, want naast het prachtalbum van Sylvie Kreusch, maakt ook singer-songwriter Isaac Roux indruk met een album dat bij iedere keer horen mooier wordt.

We worden al tijden overspoeld door jonge singer-songwriters die vooral melancholische indiefolk maken. Het moment van verzadiging is bij mij zo langzamerhand bereikt, maar ik maak graag een uitzondering voor Troubled Waters van Isaac Roux. De singer-songwriter uit Gent levert een veelzijdig debuutalbum af en het is een debuutalbum dat in alle opzichten kwaliteit ademt. De songs dringen zich makkelijk op, de instrumentatie is song na song mooi en doeltreffend en de Belgische muzikant beschikt over een prachtige stem, die hij op meerdere manieren kan inzetten. Het is zoals gezegd dringen in het genre, maar een uitstekend album als Troubled Waters moet absoluut boven komen drijven.

Ik kan nog altijd geen genoeg krijgen van gekwelde jonge vrouwelijke singer-songwriters die zachte en van melancholie overlopende popliedjes maken. Wanneer hun mannelijke collega’s ongeveer hetzelfde doen ben ik echter veel minder enthousiast en ik durf zelfs wel te beweren dat ik een lichte allergie heb opgebouwd voor mannelijke singer-songwriters met een zacht en wat weemoedig repertoire. 

Op basis van deze allergie (of zijn het stiekem toch vooroordelen?) wilde ik Troubled Waters, het debuutalbum van de Belgische singer-songwriter Isaac Roux, eigenlijk direct terzijde schuiven, maar op een of andere manier deed de openingstrack van het album wat met me. Het is een sfeervol ingekleurde track, die makkelijk schakelt tussen ingetogen en meer uitbundige passages, en het is een track die laat horen dat Isaac Roux, overigens het alter ego van Louis de Roo, beschikt over een mooie en veelzijdige stem, die zich makkelijk aanpast aan de meer ingetogen of juist stevigere passages in de muziek. 

In de openingstrack van zijn debuutalbum is Isaac Roux nog niet zo heel ver verwijderd van flink wat van zijn collega’s, maar naarmate het album vorderde raakte ik steeds meer onder de indruk van Troubled Waters. Isaac Roux heeft voor zijn eerste album een aantal lekker in het gehoor liggende en direct aansprekende songs geschreven, maar waar ik dit soort albums, zeker in het mannelijke segment, na een paar songs dodelijk saai begin te vinden, houdt de muzikant uit Gent de aandacht verrassend makkelijk vast. 

Dat heeft alles te maken met de veelzijdigheid van het album en de kwaliteit van de songs. Isaac Roux maakt op Troubled Waters het soort indiefolk dat momenteel heel veel wordt gemaakt, maar hij maakt ook wat nostalgischer klinkende folksongs en kan zijn songs bovendien ook nog eens veel voller inkleuren, waarbij hij gebruikt maakt van zowel gitaren als synths. 

De Belgische muzikant is nog een twintiger, maar heeft de tijd genomen voor het uitbrengen van een debuutalbum en dat hoor je. De muzikant genoot zijn opleiding aan The Liverpool Institute for Performing Arts (LIPA), dat momenteel, en mede dankzij puissant rijke sponsors als Paul McCartney, Richard Branson en Mark Knopfler, stevig aan de weg timmert. Hij heeft daar de kunst van het schrijven van goede popsongs hoorbaar opgepikt, want popsongs van de kwaliteit van die op Troubled Waters kom ik niet heel vaak tegen. 

Ook de stem van de muzikant uit Gent is van uitstekende kwaliteit. Hij heeft een groot bereik, kan bijna griezelig hoog zingen en zingt met veel gevoel, zonder dat het een kunstje wordt, een kunst die ook bijvoorbeeld David Gray goed beheerst. Het is een stem die op Troubled Waters altijd mooi is en bovendien altijd oprecht klinkt. 

De veelzijdigheid van de muziek op het album heb ik al genoemd, maar de instrumentatie op het debuutalbum van Isaac Roux is echt opvallend mooi. Zijn akoestische gitaarspel is subtiel, maar zeer trefzeker en dat geldt ook voor alle accenten die zijn toegevoegd aan de muziek op het album. Het geldt voor het wat stevigere gitaarwerk dat af en toe opduikt, het geldt voor de subtiele percussie en het geldt voor de wolken synths die zijn toegevoegd, maar het geldt ook zeker voor de blazers die ik een enkele keer hoor en die wat mij betreft een voornamere rol hadden verdiend op een album dat ik echt steeds beter en indrukwekkender ga vinden.

Erwin Zijleman 

Wednesday, 16 July 2025

Camelot. Jennifer Castle

Jennifer Castle is een, helaas ook door mij, wat onderschatte Canadese muzikante, die al een aantal prima albums op haar naam heeft staan, maar met haar nieuwe album Camelot nog wat meer indruk maakt.

Camelot, het vijfde album van Jennifer Castle, wordt vooralsnog zeker niet overladen met aandacht, maar de recensies die ik ben tegengekomen zijn uitermate positief. Ik begrijp dat inmiddels volkomen, want Camelot is in alle opzichten goed. Het album herinnert in muzikaal opzicht aan de grote singer-songwriter albums uit de jaren 70, maar laat ook een gevarieerd geluid horen. Het is een geluid dat alle ruimte biedt aan de bijzondere maar na enige gewenning bijzonder mooie stem van Jennifer Castle, die op haar vijfde album ook nog eens goed is voor zeer aansprekende songs en mooie verhalen. Ik kom hier en daar flink wat superlatieven tegen wanneer het gaat om Camelot en daar valt echt niets op af te dingen.

Camelot, het deze week verschenen vijfde album van de Canadese singer-songwriter Jennifer Castle, is in het december nummer van het Britse muziektijdschrift Uncut het album van de maand en krijgt het rapportcijfer 9. Het maakte me direct nieuwsgierig naar het nieuwe album van de muzikante uit Toronto, ook al heb ik tot dusver een wat moeizame relatie met haar albums. 

Van de vorige vier albums besprak ik alleen het in 2018 verschenen Angels Of Death en ook dat album liet ik in eerste instantie lang liggen. Het gekke is dat ik bij eerste beluistering van de muziek van Jennifer Castle altijd onder de indruk ben van haar songs en haar stem, maar haar albums vervolgens toch laat liggen. De kunst is vervolgens om ze na een tijdje toch weer op te pakken, waarna het kwartje alsnog valt. 

Het is iets dat ik ook had met de albums van de Amerikaanse singer-songwriter Laura Nyro, die aan het eind van de jaren 60 en het begin van de jaren 70 een aantal prachtige albums maakte. Laura Nyro is een naam die ik noem in mijn recensie van Angels Of Death en het is een naam die ook opkomt bij beluistering van Camelot, waarmee ik direct wat geduldiger geweest dan ik normaal gesproken ben met nieuwe albums. 

Ook op haar nieuwe album maakt Jennifer Castle muziek die herinnert aan de albums van de grote vrouwelijke singer-songwriters uit het begin van de jaren 70. Naast Laura Nyro moet ook zeker Carole King genoemd worden. Op haar vorige album, het in 2020 verschenen Monarch Season, gaf Jennifer Castle haar songs vooral een psychedelisch tintje, maar op Camelot maakt de Canadese muzikante weer vooral tijdloze singer-songwriter muziek met uitstapjes richting folk en country. 

Camelot opent prachtig met fraaie pianoklanken en stemmige strijkers, die prachtig zijn gearrangeerd door de onder andere van Arcade Fire bekende Owen Pallett. De centrale rol voor de piano wordt met grote regelmaat verruild voor akoestische gitaren, maar luister ook zeker naar alles dat er buiten de basisklanken gebeurt op het album, dat varieert van zeer ingetogen tot verrassend uitbundig. Alles op Camelot klinkt even aangenaam, maar in muzikaal opzicht is het album avontuurlijker dan je bij vluchtige beluistering ervaart. 

De tijdloze klanken passen uitstekend bij de stem van Jennifer Castle, die anders klinkt dan de meeste andere zangeressen van het moment. De zang op Camelot spreekt makkelijk aan, maar is ook voldoende eigenzinnig om het nieuwe album van Jennifer Castle te voorzien van onderscheidend vermogen. De stem van de Canadese muzikante wordt overigens op mooie en zeer functionele wijze ondersteund door meerdere achtergrondvocalisten, die het nostalgische karakter van het album nog wat versterken. 

Als ik naar Camelot luister begrijp ik eigenlijk niet dat ik de muziek van de singer-songwriter uit Toronto tot dusver niet veel intenser heb omarmd, want net als Uncut vind ik het een hoogstaand album. Het is een album dat makkelijk vermaakt met tijdloze klanken en mooie zang, maar het is ook een album met alleen maar aansprekende songs, die net als de muziek en de zang mooier en interessanter worden wanneer je ze vaker hoort. Het geldt ook voor de teksten, die mooie verhalen vertellen en nog wat diepgang toevoegen aan de muziek van Jennifer Castle, die mij met Camelot definitief heeft overtuigd en dat ook nog eens op zeer indrukwekkende wijze heeft gedaan.

Erwin Zijleman

Tuesday, 15 July 2025

Blue Mind. Tess Liautaud

Tess Liautaud heeft Franse en Amerikaanse wortels, maar haar muzikale geluk vond ze in Nieuw-Zeeland, waar ze deze week indruk maakt met een heerlijk album vol echo’s uit een inmiddels ver verleden.

Laat Blue Mind van Tess Liautaud uit de speakers komen en je wordt een aantal decennia mee terug geworpen in de tijd. Het tweede album van de vanuit Nieuw-Zeeland opererende muzikante vindt de inspiratie vooral in de jaren 70, maar toch klinkt Blue Mind niet als een retro album. De invloeden uit de jaren 70 worden gecombineerd met wat tijdloze invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek en zijn gegoten in bijzonder lekker in het gehoor liggende songs, die stuk voor stuk onmiddellijk vertrouwd klinken. In muzikaal opzicht staat het als een huis, maar Tess Liautaud is ook een prima zangeres. Wat je van ver komt is niet altijd lekkerder, maar dit is weer een aangename verrassing van de andere kant van de wereld. 

De nieuwsbrief van de Nieuw-Zeelandse muziekwinkel Flying Out Records was de afgelopen maanden niet heel scheutig met prachtalbums van Nieuw-Zeelandse bodem die mij direct wisten te overtuigen, maar de afgelopen week had de winkel en webshop uit Auckland, die me de afgelopen jaren al zoveel mooie muziek heeft opgeleverd, er weer eens een. Het gaat om Blue Mind van de vanuit Christchurch opererende Tess Liautaud, die overigens Amerikaanse en Franse wortels heeft en eerder New York en Parijs als thuisbasis had. 

Blue Mind is voor zover ik weet het tweede album van Tess Liautaud en het is een album dat is gestoken in een wat nostalgisch aandoende hoes. Het is een hoes die zo uit de jaren 60 of 70 zou kunnen stammen en de hoes is niet het enige dat herinnert aan vervlogen tijden. Ook in muzikaal opzicht maakt Tess Liautaud immers muziek met een hang naar het verleden. Luister naar Blue Mind en je hoort flarden Laurel Canyon folk en 70s folkrock en countryrock. 

Hier blijft het overigens niet bij, want af en toe klinkt de muziek op Blue Mind verrassend soulvol en zo zijn er nog wel wat bijzondere uitstapjes op het album. Het door gitaren gedomineerde geluid van Tess Liautaud klinkt, zeker wanneer je in een nostalgische bui bent, bijzonder lekker met hier en daar heerlijke gitaarsolo’s als kers op de taart en aangename orgeltjes als smakelijk bijgerecht. 

De Frans-Amerikaanse muzikante had een crowdfunding campagne nodig om haar nieuwe album op te nemen en gelukkig werd haar talent in de rijke muziekscene van Christchurch op de juiste waarde geschat. Blue Mind is in muzikaal opzicht een heerlijk album, dat zowel nostalgisch als gloedvol klinkt. Er zijn momenteel veel meer albums die hun inspiratie vinden in een ver verleden en ook de genres waar Tess Liautaud uit put worden momenteel druk bezocht. 

Toch klinkt het tweede album van de muzikante uit Christchurch wat mij betreft anders dan de meeste andere albums met vergelijkbare invloeden. Dat zit hem voor een belangrijk deel in de songs, die de tijd durven te nemen, die alle ruimte bieden aan muzikale intermezzo’s en geen moment de neiging hebben om zich te ontworstelen aan het tijdperk waarin dit soort muziek vaker werd gemaakt. Blue Mind klinkt hierdoor heerlijk authentiek, maar het album klinkt wat mij betreft geen moment gedateerd. De songs van Tess Liautaud liggen bijzonder lekker in het gehoor en een aantal songs op het album kan absoluut als aanstekelijk worden bestempeld, zeker wanneer een vleugje 70s Fleetwood Mac opduikt in de muziek. 

Blue Mind is zeker niet alleen in muzikaal opzicht een interessant album, want de stem van Tess Liautaud is misschien nog wel het meest interessante ingrediënt op dit aansprekende album. De Frans-Amerikaanse muzikante beschikt over een zeer aangename en aansprekende stem, die perfect past bij de muziek die ze maakt op haar nieuwe album. Het is een stem waarin ik heel af en toe een beetje van Chrissie Hynde hoor, maar Tess Liautaud heeft ook een duidelijk eigen stemgeluid en het is er een die het wat nostalgische karakter van haar nieuwe album verder versterkt. Flying Out Records heeft me zoals gezegd al heel wat bijzondere albums opgeleverd en ook Blue Mind van Tess Liautaud is er wat mij betreft een.

Erwin Zijleman

Monday, 14 July 2025

Ecce Homo. Gavin Friday

Het was heel lang stil rond Gavin Friday, maar met Ecce Homo geeft de eigenzinnige Ierse muzikant eindelijk weer eens een teken van leven af en het is er een die zowel intrigeert als overtuigt.

Na dertien lange jaren wachten kan een comeback album eigenlijk alleen maar tegenvallen, maar de Ierse muzikant Gavin Friday laat met Ecce Homo horen dat het ook anders kan. Het zat Gavin Friday in zijn muzikale carrière vaak tegen, waardoor hij niet heel veel muziek op zijn naam heeft staan, maar de albums die hij maakte zijn me dierbaar. Ook Ecce Homo is weer niet zo goed als het briljante solodebuut Each Man Kills The Thing He Loves uit 1989, maar wanneer de wat pompeuze beats uit de eerste tracks vervagen overtuigt Gavin Friday steeds meer met eigenzinnig ingekleurde songs, de bijzondere bespiegelingen van de Ierse muzikant en natuurlijk met zijn bijzondere stem. Goed dat hij terug is!

Het verhaal is inmiddels bekend. De Ierse muzikant Gavin Friday (echte naam: Fionán Martin Hanvey) creëert samen met zijn vrienden Paul en David de fantasiewereld Lypton Village in het Dublin van de jaren 70 en samen zetten ze hun eerste stappen in de muziek. In 1977 formeert Gavin Friday de band Virgin Prunes, die in de jaren 80 zal uitgroeien tot een cultband, maar nooit verder komt dan dat. 

Gavin Friday raakt langzaam maar zeker in de vergetelheid terwijl zijn jeugdvrienden Paul en David als Bono en The Edge wereldberoemd worden met hun band U2. Het eerherstel komt in 1989 als Gavin Friday het in alle opzichten briljante Each Man Kills The Thing He Loves uitbrengt. Even lacht het succes de Ierse muzikant toe, maar Adam 'n' Eve (1992), Shag Tobacco (1995) en Catholic (2011) zijn niet zo goed en succesvol als het debuutalbum van de Ierse muzikant, wiens carrière op een laag pitje komt te staan. 

Er zijn al jaren geruchten dat Gavin Friday zou werken aan een nieuw album, maar de afgelopen dertien jaar was het vooral stil. De geruchten blijken gelukkig toch te kloppen, want deze week is er opeens een nieuw album van de Ierse muzikant. Ecce Homo is ook in een luxe editie verschenen, die goed is voor dertien tracks en ruim 50 minuten muziek. Op voorhand was voor mij duidelijk dat Gavin Friday met Ecce Homo het niveau van het briljante Each Man Kills The Thing He Loves niet zou kunnen benaderen laat staan overtreffen, maar een gewoon goed album van de Ierse muzikant is ook niet verkeerd. 

Voor de productie van zijn nieuwe album deed Gavin Friday een beroep op Michael Heffernan en Dave Ball. Laatstgenoemde is natuurlijk bekend van Soft Cell, maar produceerde ook een van de albums van Virgin Prunes. Dave Ball heeft Ecce Homo hier en daar voorzien van flink wat elektronica, maar de songs op het album zijn ook verrijkt met een opvallende selectie blazers en hier en daar strijkers. 

Zeker in de eerste tracks lijkt Gavin Friday te kiezen voor veel synths en nogal pompeuze beats. Dat deed hij in het verleden ook wel eens en dat leverde niet mijn favoriete Gavin Friday songs op. Gelukkig verdwijnen de stevig aangezette beats na een tijdje uit beeld en kiest de Ierse muzikant voor een subtieler geluid, waarin elektronica en organische instrumenten op bijzondere wijze tegen elkaar in strijken. 

Het lijkt niet direct op het geluid dat het debuutalbum van Gavin Friday zo bijzonder maakte, maar de wat meer ingetogen songs en de songs die op een aangename manier bombastisch klinken overtuigen vrij makkelijk, zeker wanneer Gavin Friday zijn ze karakteristieke stem inzet. 

Bij eerste beluistering viel er bij mij eerlijk gezegd nog niet zo heel veel op zijn plek, maar nu ik Ecce Homo vaker heb beluisterd vind ik het een intrigerend album met een aantal prachtige songs en een aantal songs die zich op een of andere manier toch lekker opdringen, waardoor zelfs de uptempo songs met flinke beats iets met me doen. 

Gavin Friday sleepte er in het verleden van alles bij en dat doet hij ook dit keer. Van de pioniers van de elektronische muziek tot heel veel David Bowie en van glamrock tot Eurodisco, maar alle songs op Ecce Homo dragen ook het eigenzinnige en unieke stempel van Gavin Friday. Natuurlijk had ik liever een wat cabaretesk en weemoedig album als Each Man Kills The Thing He Loves gehad, maar ik schat Ecce Homo zeker niet lager in dan de vorige albums van deze bijzondere Ierse muzikant en dat is al met al een knappe prestatie.

Erwin Zijleman

Sunday, 13 July 2025

A Songwriter's Diary. Lanie Gardner

Lanie Gardner werd beroemd met haar bijdrage aan een werkelijk afgrijselijke versie van een Fleetwood Mac klassieker, maar laat op haar debuutalbum horen dat ze een zeer getalenteerde singer-songwriter is.

Zonder de voorgeschiedenis van Lanie Gardner te kennen begon ik aan haar debuutalbum A Songwriter’s Diary. Die voorgeschiedenis moeten we wat mij betreft maar vergeten, want de songs op haar debuutalbum zijn veel interessanter dan die zo succesvolle Fleetwood Mac cover. Lanie Gardner maakt country en folk met een dun randje pop, schrijft lekker in het gehoor liggende maar ook persoonlijke songs en is ook nog eens gezegend met een prachtige warme stem. Lanie Gardner heeft in het genre waarin ze actief is momenteel talloze concurrenten, maar op basis van hetgeen dat ze laat horen op het uitstekende A Songwriter’s Diary voorspel ik haar een prachtige toekomst. 

Lanie Gardner is tot dusver vooral bekend van de David Guetta versie van de Fleetwood Mac klassieker Dreams, die alleen op Spotify al 75 miljoen keer is beluisterd. Ik laat het zelf bij één keer luisteren, want de met veel elektronica opgetuigde en nogal goedkoop aandoende versie spreekt mij in muzikaal opzicht totaal niet aan en doet de prachtige song van Stevie Nicks geen recht. 

Het enige dat in positieve zin opvalt is de stem van Lanie Gardner, die overigens zelf ook nog een versie van Dreams opnam die wel de moeite waard is en een stuk dichter bij het origineel blijft. Desondanks had ik op basis van haar eerdere verrichtingen geen wonderen verwacht van Lanie Gardner, die deze week haar debuutalbum heeft uitgebracht. A Songwriter’s Diary laat echter horen dat de in North Carolina opgegroeide singer-songwriter beschikt over heel veel talent. 

Op haar debuutalbum laat de inmiddels naar Nashville uitgeweken muzikante allereerst horen dat ze beschikt over een prachtige stem. Dat hoorde je al in de zo succesvolle versie van Dreams, maar in het organische geluid op A Songwriter’s Diary komt de stem van Lanie Gardner nog veel beter tot zijn recht. Lanie Gardner is pas 25, maar ze beschikt over een warm en krachtig stemgeluid met een aangenaam ruw randje, wat haar songs voorziet van de scherpe randjes die vaak ontbreken in de countrypop die Lanie Gardner maakt. 

Er zijn momenteel hele veel goede countrypopzangeressen, maar Lanie Gardner beschikt over de potentie om uit te groeien tot een van de smaakmakers in het genre. De uitstekende zang is niet het enige dat in positieve zin opvalt bij beluistering van A Songwriter’s Diary. Lanie Gardner heeft een serie persoonlijke songs geschreven die terugkijken op haar jeugd aan de voet van de Appalachen in North Carolina en op de strijd die ze moest voeren om een voet aan de grond te krijgen in de meedogenloze muziekscene in Nashville. 

A Songwriter’s Diary bevat niet alleen persoonlijke songs, maar ook aansprekende songs, die de balans hebben gevonden tussen pure countrymuziek en country met een randje pop. Lanie Gardner vist meer dan eens in dezelfde cijfer als bijvoorbeeld Kacey Musgraves, maar haar songs klinken door de totaal andere stem en door wat dominantere invloeden uit de country ook flink anders. 

Door het succes van Dreams kon Lanie Gardner een vet platencontract tekenen, waardoor er hoorbaar veel geld is gestoken in haar debuutalbum. Ik heb niet veel informatie over de muzikanten en de producers die hebben bijgedragen aan het debuutalbum van Lanie Gardner, maar het zijn hoorbaar topkrachten uit Nashville. Desondanks klinkt A Songwriter’s Diary niet als het zoveelste aalgladde countrypop album uit de Amerikaanse muziekhoofdstad. 

Lanie Gardner laat absoluut invloeden uit de pop toe in haar songs, maar vergeleken met de meeste andere countrypopzangeressen blijft ze veel dichter bij de traditioneler klinkende Amerikaanse rootsmuziek die ze thuis in North Carolina zo vaak hoorde. Lanie Gardner is zoals gezegd vooral bekend als de zangeres in de wanstaltige versie van een Fleetwood Mac klassieker, maar wat mij betreft is ze vanaf nu een van de grote beloften binnen de Amerikaanse rootsmuziek van het moment en potentieel een van de allergrootsten binnen de countrypop. Lanie Gardner, onthouden die naam.

Erwin Zijleman