Tuesday, 30 April 2019

Juniper Resin. Oliver Oat

A few weeks back an envelop was dropped on my doormat. It contained a cd. Now this act in itself has become fairly common over the past few years, however it is still an occasion when the album comes from the artist directly. It came with a personal letter, kindly inviting me to listen to his new album.

Oliver Oat is a name that did not ring any bell. Neither did Joost de Jong, the singer-songwriter behind Oliver Oat. Then a reference to Tiny Room Records popped up: Stefan Breuer plays keyboards in the Oliver Oat live band. This explained everything.

For Juniper Resin Joost de Jong worked on 12 very different tracks with producer Floyd Atema. It took him eight years to follow up his last EP 'On The Isle Of Eye. So there is a new album it is of the kind that, almost, immediately demands attention. At first it took me a while to accommodate my ears to Juniper Resin. The first two songs do not come easy. Very different they are too. Now, they are a part of an album that impresses as a whole. How come?

What I noticed while playing Juniper Resin as a whole, is that my attention kept being drawn to the music. Something is happening the whole time. Of course that even goes for the Zangeres Zonder Naam, so that is not what I mean here. Oliver Oat truly explores music, musical styles and within the songs as individual entities. The result is, as already mentioned, a very varied album, with one constant: quality. Without going over the top like the late Scott Walker did on his first solo albums. Oliver Oat does remind me of Walker as he may have sounded had his first solo albums been made circa 50 years later. At the same time Oliver Oats dips his toes in the past and mixes these influences with modern sounds and instruments, carefully building something impressive. And that is when Jan Stroomer's The Stream comes to mind. Like The Stream songs reach a certain level of bombast. The Stream more from a U.S. Billy Joel side, Oliver Oat from a U.K. side from New Order light to The Beatles, somewhere deep down under the slightly alternative sounds. For both the guitar is not a main instrument it seems. It is in the title song that several guitars are let loose, really and truly. Right there and then I wanted to play Soup's last album again next.

Like with The Beatles anything seems to go for Oliver Oat. Just listen to some parts of 'Milk And Cigarettes' and the following 'Snowflakes'. With the French sung 'Louis Et Le Chat' a late night cabaret is suggested, with some Air elements and Serge Gainsbourg vocals. A song that could have been on the last album by his daughter Charlotte and her half-sister Lou Doillon. Three songs and so many differences.

You must have gotten the drift of Juniper Resin by now. Although it is something I write fairly easily I've found, Juniper Resin is a true adventure. There is no anticipating next steps on the album. Although the mood is fairly downcast if not depressed here and there, I find that this is all surpassed by the class the album holds as well. Just listen how 'The Glass' plays out. Yes, with a larger budget this might be the best song released this year, now it is a very good one. There are so many sounds referencing every inch between Nick Cave and Earth & Fire. 'The Glass' spans decades easily through its majesty.

Even having played Juniper Resin many times since receiving the invitation to listen to it, I still notice how the album grows by the song. Each single time. No matter how personal opening song 'Murderer' is to Joost de Jong, it is not the best song on this album. Those songs come forward by the song while progressing into the album.

With Juniper Resin Oliver Oat has not only made its first full length album, it has produced a modest masterpiece that deserves it place in the Dutch pop canon.

Wo.

You can buy Juniper Resin here:

https://oliveroat.bandcamp.com/album/juniper-resin


or listen to our Spotify Playlist to find out what we are writing about:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g


Monday, 29 April 2019

Departures. Downriver Dead Men Go

Downriver Dead Men Go uit Leiden zoekt de grenzen van de progrock op, gaat er overheen en maakt een plaat van een bijna onwerkelijke schoonheid en kracht

Progrock volg ik al een tijdje niet meer en de muziekscene in mijn woonplaats Leiden kennelijk ook niet, want een jaarlijstje moest me op het spoor zetten van de Leidse band Downriver Dead Men Go. De band maakt op Departures muziek die met één been in de progrock staat, maar die met het andere been allerlei andere genres verkent. Het levert fascinerende muziek op, die het ene moment het oor lieflijk, dromerig en melodieus kan strelen, maar het volgende moment kan ontsporen of kan omslaan in donkere en atmosferische klanken. Downriver Dead Men Go heeft mijn oude liefde voor de progrock aangewakkerd met een betoverende en bedwelmende plaat die het genre de toekomst in trekt.

Ik heb vele bronnen die ik wekelijks kan aanboren voor nieuwe muziek. De een zorgt voor de belangrijkste nieuwe releases van de grote platenmaatschappijen, de ander voor de beste Amerikaanse rootsmuziek uit Nashville en omstreken of juist uit Austin, een volgende voor de beste nieuwe Britse, Amerikaanse of Nederlandse gitaarbandjes van het moment.

Soms zoek ik muziek die net wat dieper graaft, die net wat meer tegen de haren in strijkt en die net wat nadrukkelijker het avontuur of de grenzen opzoekt. Voor dit soort muziek kan ik uitstekend terecht op de website De Subjectivisten (https://subjectivisten.nl) waarop wekelijks een stapel platen wordt besproken waarover je op geen enkele andere muzieksite iets leest en die (helaas) ook niet zomaar mijn kant op worden gestuurd.

In de jaarlijst van Jan-Willem kwam ik een beperkt aantal bekende platen tegen, maar ook flink wat obscure parels. De mooiste van het stel komt van een band uit Leiden en laat dat nu al heel veel jaren mijn woonplaats zijn. In Leiden ben ik de band Downriver Dead Men Go eerlijk gezegd nog nooit tegen gekomen, terwijl het debuut van de band in 2015 in verrassend brede kring kon rekenen op hele positieve recensies.

Ook de tweede plaat van de band, het vorig jaar verschenen Departures, werd zeker niet alleen op De Subjectivisten de hemel in geprezen, maar het is me helaas ontgaan. Helemaal onlogisch is dit niet, want Downriver Dead Men Go krijgt in alle recensies vooral het etiket progrock opgeplakt en dat is een genre dat ik niet heel nadrukkelijk volg.

Helemaal onbekend is het genre me overigens niet, want in de tijden dat het nog symfonische rock werd genoemd was het genre mijn jeugdliefde (of jeugdzonde). In de meeste melodieuze songs op de plaat herinnert de muziek van Downriver Dead Men Go me nadrukkelijk aan deze jeugdliefde. Deze melodieuze en dromerig aandoende songs met lome vocalen en al even melodieuze gitaarsolo’s doen wel wat denken aan de muziek die Pink Floyd in haar betere jaren maakte en zijn ook niet heel ver verwijderd van de muziek die andere bands de afgelopen jaren in het genre hebben gemaakt.

De muziek van de Leidse band laat zich echter zeker niet uitsluitend in het hokje progrock duwen. Wanneer de fraaie melodieën op de plaat dreigen te ontsporen, sluit de muziek van Downriver Dead Men Go ook zeker aan bij de betere postrock bands, maar Departures kan ook kiezen voor stevige rock, uitstapjes richting psychedelica of postpunk of voor melancholische flirts met ambient. Het betovert en intrigeert bijna 70 minuten lang.

Bij beluistering van Departures kwam mijn oude liefde voor de progrock direct weer naar boven, maar Downriver Dead Men Go prikkelt ook genadeloos de fantasie met alle uitstapjes buiten de gebaande paden. Het zijn uitstapjes die zoals gezegd alle kanten op kunnen gaan. De ene keer kiest de band uit Leiden voor een ruwe uitbarsting van de gitaren of kille gitaarwolken, het volgende moment voor bijna verstilde passages met bijna klassiek aandoende arrangementen en atmosferische en beeldende klanken die fraai door de ruimte zweven, maar er is ook altijd ruimte voor meeslepende en melodieuze gitaarsolo’s zoals David Gilmour ze in zijn beste dagen speelde.

Departures is een plaat vol al dan niet onderhuidse spanning en het is hierdoor een plaat die niet alleen betovert met prachtige muziek, maar die ook lang doorgroeit omdat er steeds weer iets gebeurt dat je niet verwacht. Ergens bij mij om de hoek gemaakt (zo groot is Leiden immers niet), maar Downriver Dead Men Go maakt niet alleen progrock van wereldklasse, maar ook progrock die de grenzen van het genre durft op te zoeken en te overschrijden. Departurtes is hierdoor niet alleen een bijna onwerkelijk mooie, maar ook een hele knappe plaat, die inderdaad behoort tot het beste dat vorig jaar gemaakt is.

Erwin Zijleman

Je kunt Departures hier aanschaffen:

https://downriverdeadmengo.bandcamp.com/album/departures


or listen to our Spotify Playlist to find out what we are writing about:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g
 
 

Sunday, 28 April 2019

Bobbie Gentry's Delta Sweete Revisited. Mercury Rev

Mercury Rev en een legioen gastzangeressen van naam en faam eren op bijzondere en fraaie wijze het werk van legende Bobbie Gentry

Het lijkt een wat onlogische combinatie. De songs van countrylegende Bobbie Gentry en de sprookjesachtige klanken van de Amerikaanse band Mercury Rev. Het pakt, mede dankzij de bijdragen van een ruim dozijn zangeressen van naam en faam, echter prachtig uit. Mercury Rev kiest voor iets minder uitbundige klanken dan we van de band gewend zijn en smeedt voor iedere zangeres op de plaat het perfecte klankentapijt aan elkaar. De zangeressen hoeven vervolgens alleen nog maar te schitteren in de tijdloze prachtsongs van Bobbie Gentry en dat doen ze op imponerende wijze. Het levert een wonderschone plaat op, die het werk van Bobbie Gentry eert, maar ook weer tot leven brengt.

Eind vorig jaar maakte ik voor het eerst serieus kennis met de muziek van Bobbie Gentry. Haar meest succesvolle song, Ode To Billie Joe, kende ik in talloze uitvoeringen, maar de rest van het oeuvre van de countryzangeres, die na slechts een paar jaar wereldfaam de muziek de rug toekeerde, was mij onbekend.

De fraaie box-set The Girl From Chickasaw County: The Complete Capitol Masters bracht hier verandering in en sindsdien ben ik geïntrigeerd door de muziek van Bobbie Gentry.

Het zorgt er voor dat Bobbie Gentry's The Delta Sweete Revisited qua songs niet veel verrassingen bevat, maar verder is de nieuwe plaat van Mercury Rev een verrassingspakket vol moois.

De Amerikaanse band eert op Bobbie Gentry's The Delta Sweete Revisited de songs van de zangeres die sinds de late jaren 70 koos voor een teruggetrokken bestaan in Los Angeles en doet dit op bijzonder fraaie wijze. Mercury Rev staat bekend om een vol en vaak wat sprookjesachtig geluid, maar in het verleden voegde de band uit New York ook met enige regelmaat invloeden uit de Americana toe aan haar muziek.

Op Bobbie Gentry's The Delta Sweete Revisited zijn hier en daar flarden van het sprookjesachtige geluid van Mercury Rev, dat in het verleden wel eens Efteling pop werd genoemd, te horen, maar de band blijft dit keer wat dichter bij de Amerikaanse rootsmuziek, wat gezien de genres waarin Bobbie Gentry zich bewoog niet zo gek is.

Bij het eren van de songs van een van de vergeten grootheden uit de Amerikaanse popmuziek had Mercury Rev drie opties. Zanger Jonathan Donahue had zelf het voortouw kunnen nemen, de band had een poging kunnen doen om de inmiddels 76 jaar oude zangeres te strikken voor een comeback of er kon een beroep worden gedaan op een of meerdere gastzangeressen.

De eerste optie was onverstandig geweest, de tweede optie kansloos en daarom koos Mercury Rev voor optie 3. De band pakte hierbij flink uit, want voor de twaalf songs op Bobbie Gentry's The Delta Sweete Revisited werden maar liefst dertien zangeressen uitgenodigd. Het zijn nogal verschillende zangeressen, die allemaal een eigen invulling geven aan de tijdloze songs van Bobbie Gentry.

Het zijn bovendien zangeressen van naam en faam, want wat te denken van Norah Jones, Hope Sandoval, Rachel Goswell, Laetitia Sadier, Margo Price, Susanne Sundfør, Vashti Bunyan (samen met Kaela Sinclair), Phoebe Bridgers, Marissa Nadler, Beth Orton en Lucinda Williams. Het is een imposant rijtje dat, toch wel wat verrassend, wordt aangevuld met onze eigen Carice van Houten, al maakte die een jaar of wat geleden natuurlijk een prima album.

Het zijn deels zangeressen uit de hoek van de Amerikaanse rootsmuziek en met name deze zangeressen kunnen vrij makkelijk uit de voeten met de songs van de levende legende uit het genre. Ook de zangeressen die normaal gesproken niet binnen de kaders van de Amerikaanse rootsmuziek opereren houden zich echter verrassend makkelijk staande en weten te verrassen met vaak dromerige klanken.

Iedere song op de plaat klinkt weer anders, maar Bobbie Gentry's The Delta Sweete Revisited is twaalf songs lang genieten. Mercury Rev zorgt voor de klanken bij de geweldige vocalen van al deze topzangeressen en voorziet iedere stem van een prachtig passend klankentapijt. De ene keer wat meer ingetogen, de andere keer wat uitbundiger. De ene keer sober en organisch, de volgende keer toch weer flink uitpakkend met sprookjesachtige klanken.

Het leuke van Bobbie Gentry's The Delta Sweete Revisited is dat geen enkele poging wordt gedaan om het werk van Bobbie Gentry nauwkeurig te reproduceren, waardoor het een buitengewoon interessant en bij vlagen bijzonder spannend eerbetoon is geworden.

De prachtige box-set The Girl From Chickasaw County: The Complete Capitol Masters koester is sinds ik hem in handen kreeg (wat helaas niet meevalt), maar ik zal de bijzondere versies op Bobbie Gentry's The Delta Sweete Revisited van Mercury Rev er zeker met enige regelmaat naast leggen. Mooie plaat, prachtig eerbetoon.

Erwin Zijleman

You can buy this record here:

https://mercuryrev.bandcamp.com/album/bobbie-gentrys-the-delta-sweete-revisited



or listen to our Spotify Playlist to find out what we are writing about:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g
 

Friday, 26 April 2019

Psychedelic Country Soul. The Long Ryders

Het was ruim dertig jaar stil rond The Long Ryders, maar uit het niets is de band terug met een plaat waarvan je alleen maar heel vrolijk kunt worden

The Long Ryders werden in de jaren 80 in het hokje Paisley Underground geduwd, maar dat paste maar ten dele. Het hokje alt-country was misschien beter geweest, maar dat was in de jaren 80 nog niet verzonnen. Na een stilte van meer dan 30 jaar is de band vrijwel uit het niets terug en doet het of de tijd heeft stilgestaan. Het levert een plaat op die mooie herinneringen naar boven brengt, maar die tegelijkertijd laat horen dat de muziek van The Long Ryders nog niets van zijn glans heeft verloren. Countryrock en gitaarpop vloeien weer prachtig samen in songs die blijven hangen. Een absolute feelgood plaat van een helaas wat vergeten band.

De naam The Long Ryders brengt bij mij mooie herinneringen naar boven. De band uit Los Angeles werd gedurende de jaren 80 in één adem genoemd met legendarische bands als The Dream Syndicate, The Rain Parade en Green on Red en werd door de critici in het hokje Paisley Underground geduwd.

The Long Ryders is van de genoemde bands waarschijnlijk het minst bekend en het is bovendien de band die het meest tegen de countryrock uit de jaren 70 van The Byrds en Buffalo Springfield aan schuurde.

Tussen de handvol platen die The Long Ryders in de jaren uitbrachten zitten geen echte klassiekers (wel een aantal hele behoorlijke platen) en zeker geen kaskrakers, waardoor al na een aantal jaren het doek viel voor de band.

Er gaat een mooi verhaal vooraf aan de plaat waarmee de band na een stilte van meer dan 30 jaar terugkeert. Een voormalige roadie van de band runt tegenwoordig de studio van niemand minder dan Dr. Dre en benutte wat vrije dagen in de agenda van de studio om zijn oude maten van The Long Ryders aan het werk te zetten. Het levert het uitstekende Psychedelic Country Soul op.

Het is een vlag die de lading niet onmiddellijk dekt, want op de nieuwe plaat van The Long Ryders lijkt de tijd vooral stil te hebben gestaan. The Long Ryders brachten ruim dertig jaar geen plaat uit, maar gaan op Psychedelic Country Soul verder waar ze in de tweede helft van de jaren 80 waren gestopt.

De muziek van de Amerikaanse band staat nog altijd met één been in de countryrock van de jaren 70, terwijl het andere been in de Paisley Underground van de jaren 80 staat. Het zorgt voor een aangename mix van in country doordrenkte muziek met aangenaam rammelende gitaarpop met hier en daar een vleugje psychedelica.

Het is muziek die net zo makkelijk in het hokje alt-country is te duwen, want de nieuwe plaat van The Long Ryders is ook niet zo heel ver verwijderd van platen die tot op de dag van vandaag in dit genre verschijnen. Dat is ook niet zo gek, want zeker achteraf bezien leunden alt-country pioniers als Uncle Tupelo, Whiskeytown en The Jayhawks absoluut op de platen van The Long Ryders.

Ik zal zeker niet beweren dat Psychedelic Country Soul van The Long Ryders een opzienbarende plaat is, want dat is het niet. De band slaat geen nieuwe wegen in en borduurt nadrukkelijk voort op haar gloriejaren, die inmiddels lang achter ons liggen. De comeback plaat van The Long Ryders is echter wel een hele aangename plaat of zelfs een heuse feelgood plaat.

Laat Psychedelic Country Soul uit de speakers komen en je wordt een aantal decennia teruggeworpen in de tijd, al misstaan The Long Ryders op hun nieuwe plaat ook geen moment in de hedendaagse alt-country. Psychedelic Country Soul is een plaat vol prima songs, met hier en daar een uitbarsting, prima gitaarwerk, uitstekende zang en zo nu en dan fraaie koortjes. Ik word er nog steeds heel blij van en hoor nog volop van de oude glorie van deze altijd wat miskende band. Echt helemaal niks mis mee.

Erwin Zijleman

Je kunt Psychedelic Country Soul hier kopen:

https://omnivorerecordings.com/shop/psychedelic-country-soul/


or listen to our Spotify Playlist to find out what we are writing about:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g

 

Wednesday, 24 April 2019

Rise And Fall. Tobias Bader

Here's the third instalment of today's shorter pieces.

A mini album that reached me after the release day. With a rough voice Tobias Bader leads through the six songs on Rise And Fall. With a fierce rasp he makes sure I notice him. The album starts with a folk mood, a sense of listening to ages old music. It only last a short while this impression. As soon as the acoustic guitar and voice kick in it becomes modern.

Tobias Bader is not a young man releasing his first album. Over the past 35 years he played music but never made work of his music. Now he has a collection of some 50 songs that will be released in the form of EPs and mini albums. Judging from the first instalment of songs Bader has found his voice and has made the right sort of work to present his work in a self-assured way.

Based on an acoustic guitar his songs come by in a mid tempo segment. 60s pop is mixed with folk and singer-songwriter. His voice gives the song a rougher edge. The arrangements show that Bader knows some of the classics but also that he is able to "play with them". A fact that gives a song like 'Freeway To Your Heart' not only a melancholy layer, you'll find a playful and joyful part in there as well. Something showing that Tobias Bader's debut record, despite his advanced age, is totally justified; in as far this ever is a criterium for a release.

Wo.

Listen to our Spotify Playlist to find out what we are writing about:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g

99 Cent Dreams. Eli 'Paperboy' Reed

This is today's second instalment of a short piece about a recently released album.

I can't remember having written about an album by Eli 'Paperboy' Reed. Live, yes, in 2012 at a Leiden pop festival. That is nearly seven years ago.

Listening to 99 Cent Dreams nothing has changed musically, like it has not since Reed's first album that I must have somewhere in my collection. And that is exactly the trouble with Eli 'Paperboy' Reed. His music is already based on soul music from the 60s. Music he covers, while playing his originals mind, quite aptly musically and vocally. There's absolutely nothing wrong with his albums. They have an authentic feel. He sings extremely well. Yet, somehow his albums never truly come alive. Listening to the very first notes opening 99 Cent Dreams I feel like bursting out into "How sweet it is to be loved by you", that 1964 Marvin Gaye classic. That says it all for me. Sam Cooke? Covered as well.

99 Cent Dreams is an album for soul aficionados. I am not one, so I get my fill from hearing an old hit song here and there every once in a while. And, yes, one or two Eli "Paperboy' Reed's are totally welcome as well. Running into him live at a festival? Excellent. An whole album? That is just a little too much for me. Reed follows his favourites very closely, so always colours within the lines set out close to 60 years ago. That leaves little room for originality, let alone for fireworks.

Wo.

You can buy 99 Cent Dreams here:

https://elipaperboyreed.bandcamp.com/


or listen to our Spotify Playlist to find out what we are writing about:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g

Discomfort. Jacco Wynia

Today several recently released albums will be presented. Not in the usual long style but as a smaller piece. Simply because the record deserves attention, yet somehow does not get the full attention it may deserve. This is the first instalment.

Jacco Wynia released his second album mid-March. It is an album solely filled with piano compositions. Those following this blog on a regular basis will have noticed that more records in this vein have found their way to these pages.

This is the kind of music that presents a binary choice. Either you listen and melt away in it, to become one with the music or it is not noticed at all. Not listening equals not hearing. I have listened and noticed how easy it is to simply let go while listening. My mind follows the minor changes in the compositions, that all have a slightly dark, romantic undertone. The deeper segment of the keyboard is played, making Discomfort a darkish album. The title is totally wrong in as far that I feel no qualms whatsoever while listening. Instead I am soothed if not rested when having listened to (parts of) Discomfort.

Promo photo
I have not enough knowledge of the piano to judge whether Jacco Wynia is an exceptional piano player. It is beside the point in my opinion. His music has a distinct impact on the listener, so the result is there. Discomfort is a beautiful, modest album that soothes the soul.

Wo.

Listen to our Spotify Playlist to find out what we are writing about:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g

Tuesday, 23 April 2019

't Groot Eiland. Broeder Dieleman

Opvallend is het, hoe mij overkomt dat ik een nieuw nummer hoor van Broeder Dieleman en ik denk 'o, ja, een nieuwe nummer van Broeder Dieleman. Dat klinkt nu wel bekend'. Als het daarbij bleef, was deze recensie nu al klaar. Dat is dus niet zo, want ergens tijdens dat nieuwe nummer kruipt de muziek onder mijn huid en lijkt zich met mijn genen te mengen. De impact van zijn gedragen muziek, de serieuze sfeer en de elementaire instrumentatie gaan een wisselwerking aan met mijn zijn, om er anders uit te komen.

't Groot Eiland is een nummer dat als achtergrond heeft de verdwijning van twee jonge vrouwen, vlak voor het einde van de oorlog. Twee vrouwen die "met de Duitsers heulden". Deze moffenmeiden werden na de bevrijding opgepakt, bij elkaar gedreven en vernederd in een volksgericht. De ontlading na vier respectievelijk vijf jaar onderdrukking. Iets wat tegen alle wetten en beschaving inging natuurlijk, voor een aantal dagen misschien zelfs weken werd alles even opgeschort. Zoals de Duitse bezetters en hun meelopers van hun kant nogal wat wetten en beschaving opzij hadden gezet voor hun eigen vormen van rechtspraak en willekeur. Het is makkelijk om met een bril van 2019 op dit gedrag af te keuren. Met die van 1945 en met name de jaren daarvoor, als ik die op had kunnen hebben, is het letterlijk voor iedereen een vraag waar hij of zij had gestaan bij de bevrijding. De inspiratie voor het lied komt uit een van de verhalen uit het boek 'Moffenmeiden' van Rianne Oosterom.

Hoe dat allemaal precies zit, kunt u zelf verder opzoeken. In de muziek weet Broeder Dieleman zijn bekende sfeer neer te zetten. Zijn banjo draagt de muziek. Bespeeld alsof de duivel hem op de hielen zit. Het geluid van de Canadese band Elliot Brood is steeds meer te herkennen in Broeder Dielemans muziek. Dat is de enige vergelijking, omdat Dieleman in zijn muziek voor sfeertekening gaat. Een pianonoot hier, een veeg vrouwenstem daar. De verwarring van stemmen die allemaal net na elkaar invallen, wat voor een soort vertraging in het nummer zorgt. Zoals zijn banjo spel dat ook doet. Zijn aanslagen spelen met en rondom en dwars door het ritme. De spookachtige geluiden op de achtergrond doen de rest. Alles samen maakt het een prachtig nummer dat inmiddels weer een plek heeft gevonden in mijn Broeder Dieleman canon.

Wo.

Je kunt 't Groot Eiland hier kopen:

https://snowstar-records.myshopify.com/collections/releases/products/broeder-dieleman-groot-eiland-digital-single


of luister naar onze SpotifyPlaylist:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g


Monday, 22 April 2019

TMGS live. Het Dokhuis, Amsterdam Thursday 18 April 2019

Photo Wo.
What to add to all the words I have already given this band from Antwerp via Kalmthout in the past years? Superlatives are simply not enough to describe the beauty of its music. Music that brings a little piece of heaven to earth. That ought to do.

Another venue in Amsterdam I had never heard of, Het Dokhuis. Looking at it from the decorations it is not very much unlike De Vondelbunker and only a little more alternative than De Nieuwe Anita. The venue held an exposition, artists were holding a meeting, people were eating and drinking and downstairs in the cellar every Thursday something musical happens. This Thursday TMGS.

At full force, so with a peddle steel guitar and two trumpet players, the band showed the unfortunately modest audience what it is capable of. It is a lot. Having eight people on the stage means that not only a lot of sounds comes from it, with TMGS it also stands for a richness in sound and the diversity coming with so many different instruments. It allows the band to create several moods within a song. A country element is easily interchanged for a rock sound or solo, while the trumpets bring a Mexican mariachi mood immediately. My first and still most favourite TMGS song 'Tell Everyone' (thank you for the mention and tribute!), holds all that. The song is just over six minutes of total bliss. Every time the trumpets kick in there's such a huge smile on my face and an inner happiness that is indescribable. And 'Tell Everyone' was only the beginning of my TMGS trip. Most of all though, the music holds this beautiful mix between melancholy and happiness, a longing for things past while looking with positive expectations to things to come, while living in the moment, this moment of sheer beauty. It is that word that really sums up what I heard, once again.

Photo Wo.
Peter Lodiers is a fantastic songwriter and has people around him that are able to arrange songs in excellent ways. Songs that stand out immediately. Songs that deserve to be heard the world over. Unfortunately this is all I can do to contribute. In a small circle of friends the band is known and appreciated over the past years, so there is hope.

Playing for so little people (hey, Dokhuis, if you have a band playing a mention on the website is a sort of minimum) the show becomes a public rehearsal. The TMGS members showed the fun they have in playing their songs and the focus to make this show work. They have every right to be proud of their songs and TMGS let the tiny spec of the world called Het Dokhuis know it.

Wo.

You can buy TMGS' music here:

https://tmgs.bandcamp.com/


or listen to our Spotify Playlist to find out what we are writing about:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g

Sunday, 21 April 2019

Motel In Saginaw. StumpWater

Of het een klassieker is zal de tijd moeten leren, maar het vergeten debuut van StumpWater uit 1973 is zeker een bijzondere plaat 

Het verhaal van de ontdekking van de nooit uitgebrachte plaat van de Amerikaanse band StumpWater is natuurlijk prachtig, maar aan de ene kant begrijp ik wel dat de plaat het destijds moest afleggen tegen de platen van de grote bands. Aan de andere kant is Motel In Saginaw een mooie en bijzondere plaat, die net wat andere accenten legt dan al die klassiekers die ik in de kast heb staan. Hoe vaker ik de plaat hoor, hoe meer ik ervan overtuigd raak dat StumpWater iets toevoegt aan alles dat er al is. Uiteindelijk zal ik meestal grijpen naar de inmiddels erkende klassiekers, maar zo af en toe zal ook deze vergeten plaat van StumpWater blijven opduiken.

Motel In Saginaw van de Amerikaanse band StumpWater begint met een mooi verhaal. Een prachtig verhaal zelfs. Een paar jaar geleden kwam de maker van het op psychedelica gerichte tijdschrift Galactic Zoo Dossier, ene Steve Krakow, beter bekend als Plastic Crimewave, op een rommelmarkt een single tegen van de hem onbekende band StumpWater.

De single stamde uit de jaren 70 en was nauwelijks meer af te spelen, maar Steve Krakow was geïntrigeerd door wat hij hoorde. StumpWater klonk volgens hem als “Crosby, Stills & Nash zonder de ego’s” en deed hem verlangen naar veel meer.

Dat meer leek niet direct beschikbaar, maar Steve Krakow ging toch op zoek naar meer informatie over de band uit Aurora, Illinois, die in de jaren 70 die bijzondere single had gemaakt. Tot zijn grote verbazing vond hij de band op het Internet en de verbazing groeide toen bleek dat de band nog steeds actief was en met enige regelmaat op het podium te zien was (met twee van de drie leden van het eerste uur; de derde was kort voor de start van de speurtocht overleden).

Op de setlist van StumpWater stonden de nodige Crosby, Stills & Nash covers, maar ook origineel materiaal uit de vroege jaren 70. Van dit materiaal was uiteindelijk alleen de obscure single ooit uitgebracht, maar op de plank lag nog een volledig album. Inmiddels zijn we een paar jaar verder en is Motel In Saginaw van StumpWater alsnog verschenen, 46 jaar nadat de plaat werd opgenomen en uiteraard op het label van Steve Krakow, Galactic Zoo Disc.

Het label beschrijft de plaat uiteraard als een vergeten klassieker, maar dat is te makkelijk. Als ik luister naar Motel In Saginaw hoor ik een plaat die in de vroege jaren 70 niet had misstaan tussen platen van Crosby, Stills & Nash, Bob Dylan en Phil Ochs, om maar eens een paar namen te noemen. Ik begrijp echter ook wel dat StumpWater destijds niet zo beroemd werd als hun soortgenoten.

De muziek van StumpWater is geworteld in de folkrock en countryrock van de vroege jaren 70 en is onmiskenbaar een plaat uit de vroege jaren 70. De band was destijds zelf zeer gecharmeerd van de muziek van Crosby, Stills & Nash en dat hoor je. Vergeleken met de muziek van Crosby, Stills & Nash, die destijds miljoenen platen verkochten en stadions vulden, is de muziek van StumpWater echter wel wat minder toegankelijk.

StumpWater maakt songs die wat dieper graven en die wat breder uitwaaien. Zeker bij eerste beluistering verleidt de muziek van StumpWater hierdoor wat minder makkelijk dan die van CSN en consorten, al is het gitaarwerk bij vlagen echt prachtig. Hier blijft het niet bij, want ook de hemelse melodieën die in het werk van Crosby, Stills & Nash domineren zijn minder nadrukkelijk aanwezig in het werk van StumpWater.

De zang klinkt wat rauwer en onvaster en slechts hier en daar zijn er harmonieën die goed zijn voor kippenvel. Ik begrijp daarom goed dat er van de platen van CSN miljoenen over de toonbank gingen en dat het debuut van StumpWater op de plank bleef liggen, maar Motel In Saginaw is absoluut een goede plaat.

Het is een plaat die met twee benen in de jaren 70 staat, maar het is ook een plaat die wat toevoegt aan alles dat er al is, zeker wanneer de band haar muziek breed laat uitwaaien of buiten de lijntjes van de genres kleurt. Of het inderdaad een vergeten klassieker is, zal de tijd moeten leren, maar ik ben best blij met de release van het vergeten debuut van StumpWater.

Erwin Zijleman

Je kunt Motel In Saginaw hier kopen: 

or listen to our Spotify Playlist to find out what we are writing about:
  

Saturday, 20 April 2019

Jade Bird. Jade Bird

For those who think Jade Bird is an album filled with nice, soft and sweet singer-songwriter songs may come home from a cold carnival. Based on the colourful, soft-focused album art that could be the impression a guileless listener derives from it. The blurriness of the picture is the second impression and that does say something. She is in part hiding herself behind a plastic screen or something like it. Faintly disconcerting, isn't it? Not that Jade Bird is vague in her music. Far from, she can be extremely direct and loud in her songs.

Jade Bird is an British singer-songwriter who grew up mostly in Wales and studied in London. At 21 she releases her first full length album after releasing an EP called 'Something American' in 2017. Both releases were recorded at Simone Felice's studio near Woodstock, N.Y.

The illusion of a singer-songwriter can be held up in the opening song. 'Ruins' starts off with an acoustic guitar and voice. A voice with a pleasant edge. A voice from a young someone but already with some wear and tear on the vocal cords. With time Jade Bird can grow into a Beth Hart where her voice is concerned. Musically some of the songs on Jade Bird definitely could be sung by Ms. Hart as well.

Jade Bird shows a host of influences in her songs. I can hear Alanis Morissette, Sophie Hunger, to name two artists. In my opinion there's no issue here. Her songs have a, fiery, sense of own. This singer-songwriter has a message to share and is not afraid to have the drum banged for her. 'Lottery' has this Beth Hart quality and works quite well with inner dynamics, so not all is about banging this proverbial and real drum.

Promo photo
If anything, on Jade Bird something is going on. Things to discover, but also a sense of expectation for what comes next. Each song holds the promise of something different coming up next. 'I Get No Joy' is the loudest song Sophie Hunger has never made. The album has an alternative rock side, a more, if very direct pop element and singer-songwriter songs, where Jade Bird exposes a bit more of her softer side. It obviously is not hard for her to go full out. This quality gives the album tremendous pace and urgency, without a loss of quality of songs in the respective songs. I will not go as far to call them all outstanding, but Jade Bird obviously knows how to write a nice sounding rock song, influences and all.

Later on in the album, there are a few songs where Jade Bird really shows a more vulnerable side of herself. Songs that are piano based, leaving the bulldozering guitar blast out of the picture. These songs stand in stark contrast to the early Jake Bugg pant up rockers that come by. In a modern rockabilly style these two songs are simple blasting out of my speakers.

Summing up Jade Bird is an album where the singer of the same name is working on finding her own voice by travelling along some well-known high and byways. As a result not every thing is innovative on the album, in fact some songs are very familiar in sound. On the other hand several songs are good and some even extremely good and fully charged, making Jade Bird an album that is a very worthy full length debut.

Wo.

You can buy Jade Bird here:

https://jade-bird.myshopify.com/


or listen to our Spotify Playlist to find out what we are writing about:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g


Friday, 19 April 2019

The Imperial. The Delines

Nog indrukwekkender dan het debuut deze prachtplaat van The Delines voor de kleine uurtjes (en alle uurtjes ervoor en erna)

The Delines debuteerden alweer bijna vijf jaar geleden met het fraaie Colfax, maar overtreffen dit debuut op alle fronten met het werkelijk prachtige The Imperial. De instrumentatie is warm, gloedvol en soulvol, de verhalen van Willy Vlautin zijn mooi en indringend en de zang van Amy Boone is wonderschoon en staat garant voor kippenvel. De ene na de andere prachtsong trekt voorbij en ze worden alleen maar mooier. Laat maar komen die voorspelde horrorwinter; met de warmbloedige klanken van The Delines uit de speakers blijft het ook bij -20 lekker warm. Een hele mooie start van het muziekjaar 2019.

Colfax van de Amerikaanse band The Delines was alweer bijna vijf jaar geleden een plaat die misschien niet direct een onuitwisbare indruk maakte, maar vervolgens bij iedere luisterbeurt beter en interessanter werd.

Mijn aandacht werd vijf jaar geleden in eerste instantie getrokken door de bijdragen van Richmond Fontaine voorman en schrijver Willy Vlautin. De Amerikaanse (gelegenheids?) band bestond verder uit leden van The Decemberists en Minus 5, maar de meeste aandacht werd getrokken door de van The Damnations TX (on)bekende zangeres Amy Boone.

The Delines maakten uiteindelijk diepe indruk met warme klanken, mooie (grotendeels door Willy Vlautin geschreven) verhalen en met name de prachtstem van Amy Boone. Het bleek een stem die alle kant op kon, want op Colfax maakte de band uit Portland, Oregon, zowel uitstapjes richting de singer-songwriter muziek uit de jaren 70 (Carole King, maar vooral Rickie Lee Jones) en lome alt-country (van Cowboy Junkies tot 10,000 Maniacs) als richting lome nachtclub jazz en soul.

Het is helaas lang stil geweest rond The Delines, maar met The Imperial is de band eindelijk terug. Zangeres Amy Boon moest jaren revalideren na een ernstig ongeluk, maar is gelukkig weer op de been. Op The Imperial trekken The Delines de lijn van de verrassend goede voorganger door.

De band tekent wederom voor warmbloedige klanken vol invloeden uit de alt-country, maar invloeden uit de countrysoul en pure soul hebben aan terrein gewonnen op de tweede plaat van de band (het tussendoortje Scenic Sessions uit 2015 niet meegeteld). Het zijn invloeden die meer dan uitstekend passen bij de stem van Amy Boone, die op The Imperial nog veel meer indruk maakt dan op de vorige plaat van de band.

In muzikaal opzicht slaat The Imperial als een warme deken om je heen, waarna de warme en doorleefde vocalen van Amy Boone de verleiding compleet maken. Hier blijft het niet bij, want ook op The Imperial krijgen de songs van The Delines een extra dimensie door de prachtige verhalen van Willy Vlautin, die van alle songs op de plaat een miniboek heeft gemaakt.

The Imperial is een ingetogen plaat vol subtiele klanken en al even subtiele zang. Amy Boone zingt op de nieuwe plaat van de band uit Portland, Oregon, vaak fluisterzacht, maar kan ook imponeren met een heerlijk soulvolle strot. De fraaie instrumentatie draait hier prachtig omheen en streelt het oor met onder andere prachtig gitaar- en toetsenwerk. Ook de productie van de gelouterde John Askew (Laura Veirs, Neko Case), die ook het debuut van de band produceerde, is prachtig.

The Imperial is de perfecte plaat voor de kleine uurtjes, maar ook op alle andere momenten van de dag verleidt de band met boegbeeld Amy Boone genadeloos. Het is een van de eerste serieuze releases van 2019, en direct een hele mooie.

Erwin Zijleman

Je kunt The Imperial hier kopen:

https://thedelines.bandcamp.com/album/the-imperial


or listen to our Spotify Playlist to find out what we are writing about:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g