zondag 31 juli 2022

Storm Queen. Grace Cummings

De Australische muzikante Grace Cummings maakt indruk met sterke songs en mooie klanken, maar intrigeert en imponeert met een hele bijzondere stem, die haar album eindeloos de hoogte in tilt.

Na haar fascinerende maar ook overweldigende debuut was ik zeker nieuwsgierig naar het tweede album van Grace Cummings, maar had ik er geen hele hoge verwachtingen van. Storm Queen blijkt echter een waar meesterwerk, waarop de songs ijzersterk zijn en de instrumentatie keer op keer prachtig is. Waar ik de stem van de Australische muzikante op haar debuutalbum van alles wat teveel vond, is deze stem het sterkste wapen op Storm Queen. Grace Cummings zingt op Storm Queen vol gevoel en zeggingskracht en omdat ze dit keer ook wat zachter zingt is de impact van de zang maximaal. Het is een stem waar je van moet houden, maar als je er van houdt is dit een album dat keer als keer aankomt als een mokerslag.

Ruim drie jaar geleden kwam ik voor het eerst in aanraking met de muziek van de Australische singer-songwriter Grace Cummings. Haar debuut Refuge Cove viel absoluut op in het aanbod van dat moment en intrigeerde me hopeloos, maar uiteindelijk wist het album me toch niet volledig te overtuigen. 

Dat lag niet aan de mooie en ingetogen instrumentatie en ook zeker niet aan de sterke songs op het album, maar vooral aan de stem van de Australische muzikante. Grace Cummings beschikt over een rauwe, krachtige en ook wat zware stem, die wel wat met me deed, maar die ik uiteindelijk toch wat te zwaar aangezet vond en bovendien niet zo goed vond passen bij de akoestische folk op Refuge Cove. 

Grace Cummings keert deze week terug met haar tweede album, Storm Queen. Het is een mooie typering van de Australische muzikante, want ook op haar nieuwe album komen de vocalen met orkaankracht uit de speakers. Toch vind ik Storm Queen een beter album dan het intrigerende Refuge Cove. Een veel beter album zelfs, want waar de stem van de muzikante uit Melbourne me op haar debuut uiteindelijk net wat teveel in de weg zat, tilt deze stem Storm Queen keer op keer naar grote hoogten. 

De stem van Grace Cummings blijft er absoluut een waar je van moet houden, maar iedereen die na beluistering van het debuut van de Australische muzikante afhaakte vanwege de zang, adviseer ik om haar nieuwe album toch eens te proberen. Storm Queen is hier en daar net wat voller ingekleurd en geproduceerd, waardoor de muziek en de zang wat meer in balans zijn en bovendien doseert Grace Cummings het gebruik van haar stem dit keer veel beter, waardoor je niet alleen de kracht maar ook de schoonheid in haar stem hoort. 

Het geluid op het album is hier en daar net wat voller dan op het debuutalbum, maar ook Storm Queen is over het algemeen genomen een behoorlijk ingetogen en grotendeels akoestisch ingekleurd album, dat qua net zo goed gecombineerd zou kunnen worden met fluisterzachte zang. 

Grace Cummings heeft een stem die het goed zou doen in wat stevigere rockmuziek, maar ook op Storm Queen verkent ze dit pad niet. De instrumentatie is wat rijker dan op het debuut, maar de nadruk ligt nog steeds op de zang en deze is, zeker na enige gewenning, prachtig. Grace Cummings vertolkt haar songs met hart en ziel en stort de nodige emotie over je uit. De Australische muzikante haalt hier en daar zo krachtig uit dat je bang bent dat de ruiten het gaan begeven, maar ze zingt dit keer ook zacht en gevoelig, wat het album voorziet van veel dynamiek. 

Zeker in de net wat voller ingekleurde songs zijn muziek en zang prachtig in balans, maar ook als Grace Cummings kiest voor een uiterst sobere instrumentatie met bijna uitsluitend akoestische gitaar of de piano, is haar muziek van een bijzondere schoonheid. Natuurlijk heb ik ook haar debuutalbum er nog even bij gepakt, maar dat overtuigt me nog altijd niet volledig. 

Grace Cummings laat op Storm Queen een indrukwekkende groei horen en heeft een album afgeleverd dat je ruw bij de strot grijpt en pas los laat wanneer de slottrack na ruim 40 minuten eindigt. In die 40 minuten kan het alle kanten op met Grace Cummings, die nog altijd uit de voeten kan met folk, maar dit keer toch vooral een veelzijdige singer-songwriter is. Storm Queen is niet geschikt voor iedereen, maar ik vind het een buitengewoon imponerend album.

Erwin Zijleman

 

Je kunt Storm Queen hier luisteren en bestellen:

https://gracecummings.bandcamp.com/album/storm-queen

zaterdag 30 juli 2022

Painless. Nilüfer Yanya

Nilüfer Yanya maakte ruim drie jaar geleden flink wat indruk met haar debuutalbum Miss Universe, waarop ze een uniek eigen geluid liet horen, dat ze op haar nieuwe album verder vervolmaakt.

Als ik probeer om Painless van Nilüfer Yanya te vergelijken met de muziek van anderen, kom ik met een wat onsamenhangend lijstje namen op de proppen. De eigenzinnige muzikante uit Londen laat zich door van alles en nog wat beïnvloeden en smeedt alle inspiratie aan elkaar in een uniek eigen geluid. In muzikaal opzicht schiet het niet alleen alle kanten op, maar klinkt het allemaal ook nog eens fantastisch, wat ook geldt voor de soulvolle stem van de Britse muzikante. Met Miss Universe leverde Nilüfer Yanya een prachtdebuut af, maar Painless is op alle fronten beter en is bovendien wat toegankelijker, zonder dat er al te veel concessies worden gedaan. Het levert een fascinerend album op dat alleen maar spannender wordt.

De Britse muzikante Nilüfer Yanya, die overigens Ierse en Turkse roots heeft, werd al een paar jaar een grote belofte voor de toekomst genoemd toen ze drie jaar geleden haar debuutalbum Miss Universe uitbracht. Het album maakte de belofte wat mij betreft meer dan waar. Nilüfer Yanya maakte op Miss Universe indruk met eigenzinnige songs waarin ze een grote verscheidenheid aan invloeden verwerkte. Ik noemde zowel PJ Harvey als Sade als vergelijkingsmateriaal in mijn recensie van het album en dat zegt waarschijnlijk genoeg over de veelzijdigheid van de Britse muzikante. 

Op het vorig jaar verschenen mini-album Inside Out liet Nilüfer Yanya horen dat ze ook op de drie EP’s die ze maakte voor Miss Universe interessant materiaal stond, maar deze week verschijnt, na bijna drie jaar wachten, nieuw materiaal van de eigenzinnige muzikante. PAINLESS (ik zal het één keer in de voorgeschreven hoofdletters typen) trekt de lijn van Miss Universe door, maar laat ook de ontwikkeling van de muzikante uit Londen horen. 

Painless springt wat minder van de hak op de tak dan zijn voorganger en is ook van een wat consistentere kwaliteit. Het betekent zeker niet dat het tweede album van Nilüfer Yanya een eenvormig album is, want ook Painless schiet meerdere kanten op. De Britse muzikante laat zich nog altijd door van alles en nog wat beïnvloeden en schakelt op fascinerende wijze tussen pop en rock. 

In de wat stekeligere songs op het album hoor ik nog steeds wel wat van PJ Harvey, maar op Painless hoor ik vooral Nilüfer Yanya. De twaalf songs op het album laten zich veelvuldig inspireren door invloeden uit de jaren 80 en 90, met een voorliefde voor new wave, indierock, postpunk, triphop en een vleugje Prince, maar uiteindelijk is Painless een album dat met beide benen in het heden staat en een uniek geluid laat horen. 

Het is een album dat zeer verschillende invloeden verwerkt, maar dat als geheel niet in een hokje is te duwen. In veel songs op het album domineren gitaarlijnen met echo’s uit een aantal decennia Britse gitaarmuziek, maar Painless klinkt ook soulvol. Dat laatste is deels de verdienste van de warme en soulvolle stem van Nilüfer Yanya, maar ook in muzikaal opzicht schuift het album af en toe op richting soul en R&B, wat fraai contrasteert met het eerder uit de indierock afkomstige gitaarwerk. 

De songs van de Britse muzikante zijn ook dit keer eigenzinnig en avontuurlijk. In een aantal songs hoor ik zoals gezegd flarden PJ Harvey, maar Nilüfer Yanya heeft zich ook absoluut laten beïnvloeden door Radiohead, om nog maar eens een naam te noemen, maar ze gooit er net zo makkelijk wat triphop beats tegenaan. Met het noemen van namen doe je de muziek van Nilüfer Yanya overigens alleen maar te kort, want vergelijkingsmateriaal verdwijnt over het algemeen net zo snel als het zich heeft aangediend. 

Hoewel Painless deels in het verlengde ligt van zijn voorganger, is het uiteindelijk toch een totaal ander album geworden. De songs zijn wat minder staccato en ook wat melodieuzer en waar de zang en voordracht van Nilüfer Yanya op haar debuut vooral extravert was, klinkt ze op haar nieuwe album wat introverter en melancholischer. 

Painless is een album dat je meerdere keren moet horen voordat alles op zijn plek valt, maar als dat eenmaal gebeurd is , zal duidelijk zijn dat Nilüfer Yanya een ontzettend knap en zeer interessant album heeft afgeleverd. Ik sla Painless inmiddels nog een stuk hoger aan dan het briljante Miss Universe. Het moet genoeg zeggen over de torenhoge kwaliteit van dit album.

Erwin Zijleman

 

Je kunt Painless hier luisteren en bestellen:

https://niluferyanya.bandcamp.com/album/painless

vrijdag 29 juli 2022

Half Me Half You. Hattie Briggs

Het is heel lang stil geweest rond de Britse singer-songwriter Hattie Briggs, maar op het deze week verschenen Half Me Half You maakt ze indruk met wat voller klinkende songs en prachtige vocalen.

Bij Hattie Briggs dacht ik tot voor kort in eerste instantie vooral aan typisch Britse folk, maar invloeden uit dit genre zijn op het deze week verschenen Half Me Half You veel minder dominant aanwezig dan op haar vorige twee albums. Het derde album van Hattie Briggs is wat voller ingekleurd dan deze voorgangers en schuwt invloeden uit de pop en de rock niet. De instrumentatie op het album is wat rijker, maar zeer smaakvol. Het is een instrumentatie die nog altijd alle ruimte biedt aan de prachtige stem van de Britse muzikante, die ook op Half Me Half You weer indruk maakt als zangeres en songwriter. Bij het grote publiek is Hattie Briggs helaas nog onbekend, maar ook Half Me Half You is weer een topalbum.

De Britse singer-songwriter Hattie Briggs heeft met Red & Gold uit 2015 en Young Runaway uit 2016 al twee uitstekende albums op haar naam staan. Het zijn albums die diep zijn geworteld in de wat traditionelere Britse folk uit met name de jaren 60 en 70, maar met name Young Runaway liet ook uitstapjes richting Americana horen. 

De eerste twee albums van de muzikante, die oorspronkelijk uit West-Sussex komt maar momenteel vanuit Londen opereert, vielen op door sterke songs en misschien nog wel meer door de bijzonder mooie stem van Hattie Briggs, die afwisselend deed denken aan een aantal gerenommeerde Britse folkies en aan de Amerikaanse zangeres Eva Cassidy. 

Op haar derde album laat Hattie Briggs weer horen dat zij bulkt van het talent. Er is hoorbaar lang en met veel precisie gewerkt aan het nieuwe album, dat met afstand het meest ambitieuze album van Hattie Briggs tot dusver is. 

Op de vorige albums van de Britse muzikant hoorde je met enige regelmaat nog flarden van haar verleden als straatmuzikant, maar Half Me Half You is voorzien van een mooi vol en fraai geproduceerd geluid. Het is een geluid dat minder goed past in het hokje van de traditionele Britse folk, maar dat invloeden uit de folk en pop fraai laat samenvloeien met hier en daar een vleugje rock. 

Half Me Half You zal waarschijnlijk minder in de smaak vallen bij muziekliefhebbers die leven op een streng dieet van traditionele Britse folk uit de jaren 60 en 70, maar ik ben zelf zeer gecharmeerd van het warme en verzorgde geluid op het album. Het is een geluid waarin de gitaren domineren en deze zijn dit keer vaker elektrisch dan akoestisch. Naast gitaren vallen vooral de fraaie bijdragen van de cello en de subtiele piano akkoorden op, maar ook op Half Me Half You draait veel om de stem van Hattie Briggs. 

Die stem excelleert in de wat soberder ingekleurde songs en in de songs waarin de piano centraal staat, maar ook in de wat rijker ingekleurde songs maakt de Britse singer-songwriter veel indruk met haar zang. Hattie Briggs klonk op haar vorige albums vaak als een typisch Britse folkie, maar nu ze in muzikaal opzicht wat meer afstand neemt van de traditionele Britse folk, herinnert ze ook in vocaal opzicht veel minder aan de folkzangeressen van weleer, zonder dat dit ten koste gaat van de pracht van de vocalen. 

Hattie Briggs laat zowel in vocaal als in muzikaal opzicht een wat meer eigen geluid horen en het is een geluid van een bijzondere schoonheid. Ik had altijd al een zwak voor de songs en zeker ook voor de stem van de Britse muzikante, maar op Half Me Half You zet Hattie Briggs in alle opzichte grote stappen. De songs op het nieuwe album zijn mooi, veelzijdig en tijdloos en de zang is bij mij talloze keren goed voor kippenvel. 

Het is wat mij betreft wel de vraag of Hattie Briggs zich met dit album vervreemdt van de folk puristen die met haar vorige twee albums nog redelijk goed uit de voeten konden, maar als dit zo is, verdient ze alle aandacht van muziekliefhebbers die zowel met folk als met pop uit de voeten kunnen. Ook voor folk puristen is er wat mij betreft genoeg te genieten op het album, want het laagje pop is over het algemeen dun. Bijna zes jaar zijn verstreken sinds het tweede album van Hattie Briggs, maar Half Me Half You is als je het mij vraagt een voltreffer.

Erwin Zijleman

 

Je kunt Half Me Half You hier luisteren en bestellen:

https://www.hattiebriggs.co.uk/order-my-album.html

 

woensdag 27 juli 2022

Fatigue. L'Rain

Fatigue van L’Rain is een wonderschoon en fascinerend, maar ook een complex en ongrijpbaar album, dat je een half uur lang betovert met muziek die met geen mogelijkheid in een hokje te duwen is.

Sla de jaarlijstjes over 2021 er nog eens op na en je komt Fatigue van L’Rain verrassend vaak tegen. Het was genoeg om mij nieuwsgierig te maken naar dit album, maar tussen de eerste beluistering en een groeiende liefde voor de muziek van L’Rain zat een flinke worsteling. Het alter ego van de uit Brooklyn, New York, afkomstige Taja Cheek heeft een complex album afgeleverd, dat niet is te vangen met één of twee genres. Fatigue is soms verrassend toegankelijk en jazzy of soulvol, maar minstens net zo vaak psychedelisch en experimenteel. Het levert een veelkleurige luistertrip op die een half uur lang nauwelijks houvast biedt en je verwonderd achterlaat, tot opeens alles op zijn plek valt.

Toen eind november de eerste jaarlijstjes over 2021 opdoken kwam ik verrassend vaak Fatigue van L’Rain tegen. Het is een album dat afwisselend in de hokjes R&B en avant-garde werd geduwd, wat me op zijn minst nieuwsgierig maakte naar het album. Ik ben geen groot liefhebber van R&B, maar koester de albums van smaakmakers in het genre als Solange en Janelle Monáe. Met het album van L’Rain had ik in eerste instantie aanzienlijk meer moeite. 

Het alter ego van de Amerikaanse muzikante Taja Cheek heeft met Fatigue immers een behoorlijk complex en ongrijpbaar album afgeleverd. Ik heb lang geworsteld met het album, waar ik zeker bij eerste beluistering geen snars van begreep, maar dat me ook hopeloos intrigeerde. 

Fatigue is een album dat zich niet zomaar in een hokje laat duwen. Het album bevat inderdaad wel wat invloeden uit de R&B en ook het hokje avant-garde is niet helemaal onzinnig, maar ik hoor ook invloeden uit de soul, gospel, jazz, psychedelica en nog veel meer. Fatigue werd gemaakt met een heel legioen aan muzikanten en werd in een flink aantal sessies opgenomen in New York en Los Angeles. 

L’Rain, een eerbetoon aan de overleden moeder van Taja Cheek (Lorraine), heeft met Fatigue een buitengewoon ambitieus album afgeleverd. Het is een album dat in tekstueel opzicht stil staat bij de vermoeidheid die optreedt bij continue verandering in de samenleving. De wereld van L’Rain werd de afgelopen twee jaar onder andere op zijn kop gezet door de coronapandemie en door de Black Lives Matter beweging en beiden komen aan bod op het album. 

Het is een album dat opvalt door bijzondere klankentapijten en texturen. Fatigue kan heerlijk soulvol en dromerig klinken of loom en jazzy, maar de muziek van Taja Cheek kan ook zomaar opschuiving richting ongrijpbare elektronische klankentapijten. De muzikante uit Brooklyn smeedt deze uitersten op haar tweede album op razend knappe wijze aan elkaar. 

Door ook nog eens gebruik te maken van allerlei geluidsfragmenten laat Fatigue zich beluisteren als een bonte muzikale collage, waarin het zeker bij eerste beluistering zoeken is naar enige houvast. Het is een muzikale collage waarin organische klanken en elektronica op fascinerende wijze hand in hand gaan en waarin L’Rain steeds weer nieuwe wegen in slaat, hierbij geholpen door een fabuleuze productie. 

In muzikaal en productioneel opzicht is het veertien tracks smullen, al strijkt het album ook met grote regelmaat tegen de haren in. Ook in vocaal opzicht is Fatigue een fascinerend album. Taja Cheek zou met haar stem een fantastische soul- of jazzplaat kunnen maken, maar de zang op haar album is net zo veelkleurig en ongrijpbaar als de instrumentatie. Het ene moment is het bloedmooi, het volgende moment schiet het alle kanten op. 

Wat voor de instrumentatie en de zang geldt, geldt ook voor de songs. Fatigue bevat zoals gezegd veertien tracks, maar deze zijn met zijn allen slechts goed voor een klein half uur muziek. Dat is kort, maar Fatigue voelt geen moment aan als een kort album. In het half uur muziek gebeurt zoveel dat je na beluistering van de veertien tracks op het album hapt naar adem. 

Ik heb eindeloos geworsteld met het album van L’Rain en kreeg er lange tijd geen grip op, maar inmiddels begrijp ik wel dat Fatigue hier en daar is onthaald als een meesterwerk en zelf zie ik het album inmiddels ook in deze categorie. Echt een album om eens te beluisteren, maar neem er wel de tijd voor.

Erwin Zijleman


Je kunt Fatigue hier luisteren en bestellen:

https://lrain.bandcamp.com/album/fatigue

dinsdag 26 juli 2022

Revolutionary Love. Ani DiFranco

Het was de afgelopen jaren wat stil rond Ani DiFranco, maar de eigenzinnige Amerikaanse muzikante is terug met een loom en soulvol album dat zich van hoogtepunt naar hoogtepunt sleept.

Ani DiFranco dook aan het begin van de jaren 90 op met rauwe protestsongs, maar heeft zich sindsdien in meerdere richtingen ontwikkeld. Op Revolutionary Love maakt de Amerikaanse muzikante lome en broeierige muziek met vooral invloeden uit de soul en jazz. De muziek is warm en stemmig, maar het is ook muziek vol diepgang en vol bijzondere accenten. Die diepgang en bijzondere accenten hoor je ook in de zang van Ani DiFranco en in haar songs, die nooit de makkelijkste weg hebben gekozen en dat nog steeds niet doen. Revolutionary Love opent verrassend toegankelijk maar sleurt je steeds dieper het bijzondere muzikale universum van Ani DiFranco in. Prachtalbum.

Toen Ani DiFranco helemaal aan het begin van de jaren 90 opdook bracht de Amerikaanse singer-songwriter aan de lopende band albums uit via haar eigen Righteous Babe Records. Ze deed dit in een tijd (het pre-Internet tijdperk) waarin het zelf uitbrengen van muziek nog niet zo eenvoudig was als het nu is, maar Ani DiFranco viel niet alleen op vanwege haar eigenzinnige aanpak, maar ook door geweldige albums. 

Het oeuvre van de Amerikaanse singer-songwriter telt inmiddels meer dan twintig albums, maar de afgelopen jaren valt haar productie toch wat tegen. Het deze week verschenen Revolutionary Love is, tussendoortjes niet meegeteld, de opvolger van het in 2017 verschenen Binary, waarop Ani DiFranco koos voor een veel soulvoller en jazzier geluid. In de tussentijd verscheen natuurlijk nog wel haar prachtige autobiografie No Walls And The Recurring Dream: A Memoir, die een prachtig inkijkje gaf in de jonge jaren van de eigenzinnige muzikante. 

De songs die uiteindelijk zijn terecht gekomen op haar nieuwe album Revolutionary Love stammen van voor de corona pandemie en werden geïnspireerd door een al door Trump verscheurd land. Ani DiFranco maakte dertig jaar geleden rauwe protestsongs met een punky attitude, maar op Revolutionary Love predikt ze de liefde om de wereld waarin we leven te kunnen veranderen. 

Ani DiFranco woont inmiddels al een aantal jaren in New Orleans, maar nam haar nieuwe album op in North Carolina, waar naast haar vaste band ook co-producer Brad Cook en muzikanten uit lokale bands als Hiss Golden Messenger, The Mountain Goats, Megafaun en Mipso opdoken. 

In muzikaal opzicht is Revolutionary Love een logisch vervolg op Binary. Ook op het nieuwe album van de Amerikaanse muzikante domineren invloeden uit de soul en jazz, met hier en daar uitstapjes richting folk en pop. 

In de openingstrack laten Ani DiFranco en haar medemuzikanten een verrassend loom en zwoel soulgeluid horen. Het is een geluid dat niet eens zoveel afwijkt van het geluid van een aantal nieuwe soulsterren die toevallig ook deze week worden gelanceerd, maar de muziek van Ani DiFranco blinkt uit door diepgang en doorleving. 

Revolutionary Love is over de hele linie een behoorlijk toegankelijk album met vooral invloeden uit de broeierige soul en jazz, maar het is ook een album dat vol verrassende wendingen zit en dat continu opvalt door muzikaliteit, intensiteit en emotie en dat ook filmische klanken niet schuwt. 

Hier en daar hoor ik een vleugje Prince, met wie Ani DiFranco twee keer samenwerkte, maar Revolutionary Love is ook een typisch Ani DiFranco album. Na de zeer toegankelijke openingstrack graaft Ani DiFranco op het vervolg van het album net wat dieper, maar Revolutionary Love blijft een loom en zwoel album dat zich op ieder moment van de dag als een warme deken om je heen slaat. 

Het is echter ook een album waarop heel veel moois te ontdekken valt en dat uitnodigt tot volledig uitpluizen. Ik heb Ani DiFranco’s debuut ook nog maar eens beluisterd de afgelopen dagen en het is een wereld van verschil met haar nieuwe album. Beide albums vallen echter op door eigenzinnigheid, muzikaliteit en intimiteit. Ik ben al dertig jaar fan van Ani DiFranco, maar ook met Revolutionary Love weet ze me weer te verrassen. En wat klinkt dit album ondertussen lekker zwoel en laid-back.

Erwin Zijleman

 

Je kunt Revolutionary Love hier luisteren en bestellen:

https://anidifranco.bandcamp.com/album/revolutionary-love

maandag 25 juli 2022

HEY WHAT. Low

De Amerikaanse band Low verrijkt haar al zo fascinerende oeuvre met een wonderschoon album, waarop uitbarsting en verstilling hand in hand gaan en het unieke Low geluid nog maar eens evolueert.

Na een elftal prachtige albums maakte Low het mij drie jaar geleden behoorlijk lastig met Double Negative, waarin het unieke geluid van Mimi Parker en Alan Sparhawk was verstopt achter piepende en krakende elektronica. Op het deze week verschenen en wederom door BJ Burton geproduceerde HEY WHAT is deze elektronica geïntegreerd in het geluid van Low. De schurende elektronica vloeit samen met vervormde gitaren, atmosferische synths en de fraaie zang van het Amerikaanse tweetal. HEY WHAT is een donker album vol fraaie spanningsbogen waarin lawaai en stilte geen tegenpolen meer lijken. Low vindt zichzelf nog maar eens opnieuw uit op een van de beste albums van de band tot dusver.

Low, de band rond Mimi Parker en Alan Sparhawk, betoverde me sinds de eerste helft van de jaren 90 tot 2018 met het ene wonderschone album na het andere. Het tweetal uit Duluth, Minnesota, verlegde op ieder album haar grenzen en kleurde haar muziek steeds weer net wat anders in, maar bij Low kon je altijd terecht voor zich langzaam voortslepende muziek die in hokjes als sadcore en slowcore werd geduwd. Je hoort het wat mij betreft het mooist op Things We Lost In The Fire uit 2001, maar vrijwel alle albums die de band tot 2018 uitbracht zijn uitstekend. 

En toen kwam precies drie jaar geleden Double Negative. Het zo karakteristieke geluid van Low was op dit album verstopt achter een gordijn van vervormde elektronische klanken. Als het gordijn werd geopend hoorde je Low, maar wanneer het werd dichtgetrokken piepte en kraakte het album en twijfelde ik aan het schijfje dat ik in de cd speler had gestopt, aan mijn geluidsapparatuur en aan mijn oren. 

Na een paar keer horen gaf ik het op, om het album pas weer een nieuwe kans te geven toen het drie maanden later menig jaarlijstje aanvoerde. Double Negative is drie jaar later zeker niet mijn favoriete Low album, maar ik hoor inmiddels wel de schoonheid en de kracht van het album, al blijft het voor mij zware kost. 

Deze week verscheen de opvolger van Double Negative, HEY WHAT. Het is het derde album waarop Mimi Parker en Alan Sparhawk samenwerken met producer BJ Burton, die op Ones And Sixes uit 2015 wat subtiele elektronica toevoegde aan het geluid van Low, maar op Double Negative helemaal los ging. 

HEY WHAT opent met vervormde gitaren, maar al snel keert de elektronica van het vorige album terug. Heel even piept en kraakt Low als op haar vorige album, maar de deken van elektronica is dit keer dunner en laat meer andere klanken door. De stemmen van Mimi Parker en Alan Sparhawk klinken krachtiger en de elektronica is wat mij betreft functioneler en versterkt de rest van de instrumentatie. 

Openingstrack White Horses is direct bijzonder indrukwekkend. Vervormde gitaren, piepende en krakende elektronica en wolken dreigende synths kleuren prachtig bij de intense zang en fraaie harmonieën, tot de song na drieënhalve minuut tot stilstand komt en een snel tikkende klok het einde van de wereld lijkt aan te kondigen. De knal blijft echter uit en Low pakt in de volgende track de draad weer op met prachtige zang en wederom dreigende geluidsmuren. 

Het is aan de ene kant typisch Low, maar het is ook Low zoals we de band nog niet eerder hoorden. Ook HEY WHAT is geen lichte kost, maar het nieuwe album is wel een stuk toegankelijker dan Double Negative, al is toegankelijk in dit geval een relatief begrip. 

HEY WHAT is een aardedonker en dreigend album, maar als je er voor open staat is het ook een album vol ruwe en bijzondere schoonheid. Track na track wordt de spanning prachtig opgebouwd, maar tot een climax komt het bijna nooit. HEY WHAT golft heen en weer tussen overweldigend en intiem en tussen lawaai en stilte en weet track na track te verrassen met bijzondere klanken. 

Het is knap hoe BJ Burton de elektronica dit keer perfect heeft weten te integreren in het karakteristieke geluid van Low, al klinkt HEY WHAT anders dan alles wat het echtpaar uit Duluth, Minnesota, tot dusver heeft gemaakt. Precies zoals je verwacht van de twee. 

Double Negative streek me drie jaar geleden net wat teveel tegen de haren in, maar HEY WHAT imponeert direct bij eerste beluistering en houdt je 46 minuten en 12 seconden in een wurggreep.

Erwin Zijleman

 

Je kunt HEY WHAT hier luisteren en bestellen:

https://lowtheband.bandcamp.com/album/hey-what