vrijdag 30 juli 2021

The Universal Want. Doves

Na een lange stilte keert Doves terug met een groots en meeslepend klinkend album, dat laat horen dat de Britse band ooit niet voor niets werd geschaard onder de smaakmakers.

Als ik denk aan Doves, denk ik vooral aan het prachtige Lost Souls dat dit jaar alweer 20 jaar oud is. De band zou nog een paar uitstekende albums te maken, maar ging een jaar of elf geleden toch behoorlijk roemloos ten onder. Doves is nu terug met een nieuw album en The Universal Want is verrassend goed. Doves is haar eigen verleden natuurlijk niet helemaal vergeten, maar durft ook verder terug te kijken en verwerkt hiernaast volop invloeden uit het heden in haar muziek. Het is allemaal behoorlijk stevig aangezet, maar er zit ook voldoende lucht in de muziek van de Britse band, die er flink wat nieuwe invloeden bij sleept, maar ook gewoon de geweldige band van twintig jaar geleden blijft.

Een jaar voordat Elbow debuteerde met Asleep In The Back, debuteerde de eveneens uit Manchester afkomstige band Doves met het wonderschone Lost Souls. Het zou nog een paar jaar duren voordat Elbow een album van het niveau van het debuut van Doves zou maken, maar waar Elbow al snel uitgroeide tot een van de smaakmakers binnen de alternatieve Britse popmuziek, verloor Doves langzaam maar zeker terrein. 

Het geweldige Lost Souls kreeg overigens een bijzonder fraai vervolg met het in 2002 verschenen The Last Broadcast en het uit 2005 stammende Some Cities, maar toen de band het in 2009 nog eens probeerde met het overigens ook uitstekende Kingdom Of Rust was bijna iedereen Doves alweer vergeten en werd de band alleen in de geschiedenisboeken nog in één adem genoemd met Elbow en Radiohead. 

De afgelopen elf jaar was het stil rond de band, maar uit het niets is Doves terug met een nieuw album. The Universal Want opent met donkere en atmosferische klanken, waarna een spannend ritme wordt ingezet, een batterij elektronica wordt opgestart en de eerste vocalen opduiken. 

Ik moet eerlijk toegeven dat ik de afgelopen elf jaar nooit meer naar de muziek van Doves heb geluisterd, maar The Universal Want klinkt op een of andere manier direct vertrouwd. De muziek van Doves is altijd wat minder verfijnd geweest dan die van Elbow en was ook nooit vies van uitstapjes richting de grootse en meeslepende muziek van Coldplay. Het is niet anders op The Universal Want, dat hier en daar alle registers open trekt, maar dat wat mij betreft ook altijd aan de juiste kant van de streep blijft wanneer het gaat om avontuur. 

Er zijn twintig lange jaren verstreken sinds het debuut van de band en dat hoor je. The Universal Want klinkt een stuk moderner dan Lost Souls en teert niet al teveel op het oude succes. Het valt meestal niet mee om na lange afwezigheid terug te keren met een album dat nog enigszins in de buurt komt van de albums uit het verleden, maar de terugkeer van Doves is wat mij betreft geslaagd. 

De band heeft gekozen voor een lekker vol geluid waarin flink wordt uitgepakt met zowel gitaren als elektronica en waarin ook de ritmesectie van zich mag laten horen, met wat mij betreft een glansrol voor de drummer van de band. Zanger Jimi Goodwin heb ik nooit een heel groot zanger gevonden, maar hij heeft wel een duidelijk eigen geluid en slaat zich prima door de songs op The Universal Want heen. 

Doves grijpt hier en daar terug op haar eigen geluid van weleer, maar duikt ook in de archieven van de Britse popmuziek en durft ook eigentijds te klinken. De meeste songs op het album klinken groots en meeslepend, waardoor The Universal Want een behoorlijk overweldigende indruk maakt, maar het flink volle geluid is wat mij betreft ook functioneel en biedt ook ruimte aan experiment. De productie verdient overigens een pluim, want zeker wanneer wat gas terug wordt genomen komt alles even helder uit de speakers. Een vleugje prog en psychedelica brengen het geluid van Doves nog wat verder op smaak. 

De release van The Universal Want was voor mij een mooie gelegenheid om de eerdere albums van de band weer eens uit de kast te trekken. Die albums zijn nog altijd geweldig, maar ook met het verrassend sterke The Universal Want blijft Doves wat mij betreft makkelijk overeind tussen de betere Britse bands van het huidige millennium. Heel goed nieuws dus dat de band terug is dus.

Erwin Zijleman

Luister naar onze Spotify Playlist om uit te vinden waar we over schrijven:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g

 

donderdag 29 juli 2021

Remedy. Azure Ray

Het was heel lang stil rond Azure Ray, maar met Remedy zijn Orenda Fink en Maria Taylor terug met een album dat net wat anders klinkt, maar dat zeker niet onder doet voor hun beste werk.

Ik was aan het begin van dit millennium zeer gecharmeerd van de muziek van Azure Ray. Het Amerikaanse duo borduurde voort op de kaders van de dreampop, maar gaf ook een eigen draai aan de invloeden uit het genre. Dat doet Azure Ray op het deze week verschenen Remedy nog steeds, maar het na een stilte van bijna negen jaar verschenen Remedy klinkt ook anders. Je hoort wat meer van de singer-songwriter pop van Maria Taylor, de harmonieën zijn wat expressiever en alles is wat voller ingekleurd, maar wat is het allemaal ook mooi. Beluister dit album met de koptelefoon en een melancholische sprookjeswereld gaat voor je open. Niet meer op gerekend, maar wat is de comeback van Azure Ray welkom.

Precies twintig jaar geleden formeerden Orenda Fink en Maria Taylor in Athens, Georgia, hun band Azure Ray. De twee werden al snel opgepikt door Conor Oberst van Bright Eyes, die Azure Ray introduceerde in de destijds zeer rijke muziekscene van Omaha, Nebraska. Orenda Fink en Maria Taylor maakten een aantal uitstekende albums als Azure Ray, maar maakten ook deel uit van de band Now It’s Overhead en droegen bij aan andere albums die werden uitgebracht op het Saddle Creek label. 

Na vier terecht goed ontvangen albums viel helaas het doek voor Azure Ray, maar ruim tien jaar geleden keerden de twee Amerikaanse muzikanten terug en werd het oeuvre van de band uitgebreid met nog twee prima albums. De afgelopen negen jaar was het stil rond Azure Ray en moesten we het doen met de soloalbums van Orenda Fink en Maria Taylor. 

Met name Maria Taylor was een aantal jaren uitstekend op dreef met geweldige albums vol tijdloze singer-songwriter pop, maar de afgelopen jaren begon het heilige vuur wat te doven bij de twee. Dat heilige vuur laait nu weer op, want negen jaar na hun laatste gezamenlijk album keren Orenda Fink en Maria Taylor terug met een nieuw album van Azure Ray. Remedy herinnert absoluut aan de dreampop uit de begindagen van het duo, maar laat zich ook zeker beïnvloeden door de vooral tijdloze singer-songwriter muziek op de soloalbums van Maria Taylor. 

Remedy werd opgenomen in de eerste maanden van de coronapandemie, waarbij het duo van afstand werd geholpen door producer Brandon Walters. Remedy nam me vrijwel onmiddellijk mee terug naar de eerste albums die Orenda Fink en Maria Taylor maakten als Azure Ray, maar er is in twintig jaar ook wel wat veranderd. Remedy klinkt net wat gepolijster en ook wat voller dan de vroege albums van het duo, maar alles dat de muziek van Azure Ray in het verleden zo aantrekkelijk maakte is gebleven. 

De instrumentatie is betrekkelijk ingetogen maar nergens kaal en altijd warm, atmosferisch en trefzeker, de stemmen van Orenda Fink en Maria Taylor kleuren werkelijk prachtig bij elkaar en de popsongs van de twee klinken niet alleen tijdloos, maar bevatten ook de herkenbare signatuur van de twee. Remedy is ook een gevarieerd album, zeker als je er met volledige aandacht naar luistert. 

De muziek van Azure Ray kreeg in het verleden vaak het stempel dreampop opgedrukt. Dat stempel past niet helemaal op Remedy, dat absoluut dromerig klinkt, maar vooral buiten de lijntjes van het genre kleurt, door ook instrumenten als de pedal steel in te zetten. Remedy is een prachtig en zeer sfeervol ingekleurd album, maar de meeste betovering komt van de stemmen van Orenda Fink en Maria Taylor, die elkaar op bijzondere wijze versterken en die het album voorzien van genadeloze verleidingskracht, die hier en daar wel wat doet denken aan het prachtdebuut van Wilson Phillips. 

Het is een album dat een nieuw hoofdstuk toevoegt aan het boek van Azure Ray en nu ik het album een aantal keren gehoord heb, durf ik al wel te beweren dat het een van de mooiste hoofdstukken tot dusver is. Remedy is een album vol melancholie, maar het is ook een album vol schoonheid. 

In muzikaal en vocaal opzicht tikt Azure Ray een zeer hoog niveau aan, maar ook de songs van het Amerikaanse tweetal zijn zonder uitzondering prachtig. Ik had al heel lang niet meer gerekend op nieuwe muziek van Azure Ray en al zeker niet op het album van het kaliber van Remedy. Ik blijf mezelf dan ook maar knijpen, maar de nieuwe Azure Ray is echt.

Erwin Zijleman

Je kunt Remedy hier luisteren en bestellen:

https://azureray.bandcamp.com/album/remedy

 

of luister naar onze Spotify Playlist om uit te vinden waar we over schrijven:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g

 

 

woensdag 28 juli 2021

Survival Of The Unfittest. Queen Of The Meadow

Survival Of The Unfittest is het derde album van het Franse duo Queen Of The Meadow en het is wederom een voltreffer met prachtig ingetogen folky songs en wat uitbundiger aangeklede songs.

Helen Ferguson en Julian Pras wisten me al twee keer eerder te verrassen met de muziek die ze maken als Queen Of The Meadow. Op hun vorige twee albums verraste het Franse duo met een mengelmoes van psychedelische folk uit de jaren 60 en 70 en wat eigentijdser klinkende en rijk georkestreerde pop. Het is muziek die ook weer is te horen op het derde album van het tweetal uit Bordeaux. Het is inmiddels een bekend geluid, maar het klinkt nog wat mooier en verleidelijker, deels door de mooie instrumentatie en deels door de prachtige stem van Helen Ferguson. Het was weer dringen met nieuwe releases, maar dit prachtalbum zou ik zeker niet laten liggen.

Ik was in de zomer van 2016 diep onder de indruk van het debuutalbum van het Franse duo Queen Of The Meadow. De uit Bordeaux afkomstige Helen Ferguson en Julian Pras betoverden op hun debuutalbum met rijk georkestreerde popliedjes die aan de ene kant herinnerden aan de Britse en Amerikaanse folk uit de jaren 60 en 70, maar die door de rijke orkestratie ook wel wat deden denken aan Belle & Sebastian en soortgenoten.

Ondanks de diepe indruk die het debuutalbum Aligned With Juniper in 2016 maakte, was ik Queen Of The Meadow alweer vergeten toen twee jaar later A Room To Store Happiness verscheen. Toen ik het album aan het eind van het betreffende jaar alsnog oppikte, bleek het tweede album van Queen Of The Meadow minstens net zo mooi of misschien zelfs nog wel mooier dan het debuut van het Franse duo. 

We zijn inmiddels weer tweeënhalf jaar verder, maar deze week verscheen het derde album van Queen Of The Meadow. Waar het Franse duo door het uitbrengen van de eerste twee albums via het Nederlandse Tiny Room Records ook een beetje onze nationale trots was, is Survival Of The Unfittest uitgebracht door het Franse Only Lovers Records. De Nederlandse inbreng is dit keer daarom nihil, maar het derde album van Queen Of The Meadow is er niet minder mooi om. 

Survival Of The Unfittest borduurt nadrukkelijk voort op de vorige twee albums van Helen Ferguson en Julian Pras. Ook op hun derde album betovert het Franse duo met akoestische folksongs die herinneren aan zowel de Britse als de Amerikaanse (psychedelische) folk uit de jaren 60 en 70, maar Survival Of The Unfittest bevat ook een aantal veel voller of zelfs uitbundig ingekleurde songs. 

Ik vind het lastig kiezen tussen de beide uitersten op het album. In de sober ingekleurde songs op het album klinkt de zachte en heldere stem van Helen Ferguson prachtig en nodigt de muziek van Queen Of The Meadow uit tot wegdromen, wat prima kan in de zomerzon. Als het duo kiest voor een wat uitbundiger geluid klinkt de muziek op Survival Of The Unfittest daarentegen net wat eigentijdser en ook daar is wat voor te zeggen. 

Gelukkig hoef ik niet te kiezen, want persoonlijk vind ik alles op het derde album van de twee Franse muzikanten mooi. Helen Ferguson en Julian Pras doen op hun derde album alles zelf, maar van compromissen is geen sprake. De instrumentatie klinkt nog wat mooier en verzorgder dan op de vorige twee albums van het duo uit Bordeaux en ook de zang van Helen Ferguson is alleen maar onweerstaanbaarder geworden. De meeste winst zit echter in de songs, die gevarieerder en nog aansprekender zijn dan die op de eerste twee albums van het Franse tweetal. 

Bij de release van het tweede album van Queen Of The Meadow was ik niet direct bij de les, maar Survival Of The Unfittest stond in de week van de release direct op mijn lijst met verplichte kost en het album heeft me zeker niet teleurgesteld. Queen Of The Meadow is aangenaam gezelschap op een mooie lentedag of een broeierige zomeravond, maar ik weet nu al dat Survival Of The Unfittest ook de herfst- en winteravonden van later dit jaar bijzonder fraai gaat inkleuren. Frans klinkt het overigens geen moment, maar wat is het weer mooi.

Erwin Zijleman

Je kunt Survival Of The Unfittest hier luisteren en bestellen:

https://queenofthemeadow.bandcamp.com/

 

of luister naar onze Spotify Playlist om uit te vinden waar we over schrijven:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g

maandag 26 juli 2021

No Place. Danielle Durack

We worden al jaren overspoeld met albums van jonge vrouwelijke singer-songwriters, maar zo af en toe duikt er nog een op die je echt niet wilt missen, wat absoluut geldt voor Danielle Durack.

Na een keer horen was ik verkocht en sindsdien is No Place van Danielle Durack me alleen maar dierbaarder geworden. Het is een knappe prestatie van de jonge singer-songwriter uit Phoenix, Arizona, want er is de afgelopen jaren nogal wat verschenen in dit genre en de lat ligt inmiddels angstig hoog. No Place van Danielle Durack weet zich wat mij betreft makkelijk te onderscheiden van alles dat er al is. Ze heeft een bijzonder aangename stem, ze kleurt haar folky popliedjes op mooie maar ook bijzondere wijze in, ze kan in meerdere genres uit de voeten en schrijft ook nog eens persoonlijke teksten die zijn verpakt in aansprekende songs. Prachtig album.

Vrouwelijke singer-songwriters met een voorkeur voor folky popliedjes, die in deze popliedjes het leed met bakken over je uit scheppen. Ik hou er wel van en heb de laatste jaren echt helemaal niets te klagen, want het aanbod in het genre is enorm. Zo kwam ik ook No Place van Danielle Durack tegen en het blijkt een album dat ik eindeloos wil koesteren. 

No Place is al het derde album van deze Danielle Durack, maar het is mijn eerste kennismaking met de singer-songwriter uit Phoenix, Arizona, die vooralsnog met bescheiden succes aan de weg timmert. 

Mistakes, de openingstrack van het album, duurt maar net een minuut, maar het is een minuut die me onmiddellijk overtuigde van het talent van de jonge Amerikaanse muzikante. Het is een track met wat sobere, maar ook fraai en bijzonder klinkende gitaarakkoorden, een mooie heldere stem met een voorzichtig rauw randje en een licht zuidelijke tongval, mooie koortjes die bestaan uit meerdere lagen van deze stem en in de tekst de aankondiging van een breakup album. 

Het zijn ingrediënten die allemaal terugkeren op de rest van het album, al zijn de meeste songs op het album veel voller ingekleurd dan de sobere openingstrack. Danielle Durack sluit met No Place aan bij een flinke stapel geweldige albums van soortgenoten, van wie ik in ieder geval Phoebe Bridgers wil noemen. Ik wil echter niet te lang stil staan bij de vergelijking met anderen, want wat is Danielle Durack goed. 

Ik was direct gecharmeerd van haar bijzonder aangename stem, die het oor intens streelt, maar het is ook nog eens een stem die flink wat gevoel kan bevatten en die zich ook makkelijk staande houdt wanneer de instrumentatie een stuk voller of steviger is. 

Deze instrumentatie is het volgende dat opvalt bij beluistering van No Place. Het is een mooie maar ook bijzondere en vaak wat donker gekleurde instrumentatie, die varieert van ingetogen tot stevig en die uit de voeten kan met invloeden uit de folk, country, pop en rock. Het is een instrumentatie die niet alleen donker, maar ook wat broeierig klinkt en die er bovendien steeds weer in slaagt om niet alleen aangenaam maar ook speels en avontuurlijk te klinken. 

Het zorgt voor een verrassend veelzijdig album dat ook nog eens vol uitstekende songs staat. Het zijn songs met een liefdesbreuk als centraal thema, wat van No Place een persoonlijk album maakt, maar Danielle Durack maakt er zeker geen overdreven gedeprimeerd album van. 

Zeker wanneer de instrumentatie nog net wat donkerder kleurt, Danielle Durack wat gevoeliger zingt en de boel versiert met koortjes van haar eigen stem, zijn associaties met het laatste album van Phoebe Bridgers nauwelijks te onderdrukken, maar ik vind No Place een stuk helderder en wat minder zompig klinken, waardoor de overeenkomsten ook weer niet overdreven moeten worden. 

Met Phoebe Bridgers hebben we overigens een van mijn favoriete singer-songwriters van het moment te pakken en ik moet zeggen dat No Place van Danielle Durack qua niveau niet al teveel onder doet voor het laatste album van Phoebe Bridgers, dat het afgelopen jaar nogal wat jaarlijstjes aanvoerde. Phoebe Bridgers is inmiddels een wereldster, terwijl Danielle Durack haar bescheiden muzikantenbestaan betaalt met een baantje in een pizzeria. Dat moet maar eens heel snel gaan veranderen.

Erwin Zijleman

Je kunt No Place hier luisteren en bestellen:

https://danielledurack.bandcamp.com/album/no-place

 

of luister naar onze Spotify Playlist om uit te vinden waar we over schrijven:

https://open.spotify.com/user/glazu53/playlist/6R9FgPd2btrMuMaIrYeCh6?si=KI6LzLaAS5K-wsez5oSO2g