maandag 7 januari 2013

De reflectie van onze geest

De lucht als ruit naar de eeuwige duisternis. Zo zag Tommy Cley het door zijn telescoop. Al in zijn vroegste jeugd was Tommy geobsedeerd door de vuurtoren. Elke keer als hij met zijn ouders naar het strand ging, moest hij vlakbij de vuurtoren zitten. Op een dag vlak voor zijn vertrek uit zijn ouderlijk huis las hij een advertentie dat de vuurtoren te koop stond. Een jeugddroom ontwaakte in werkelijkheid. Al tientallen jaren is het zijn domicilie, de vuurtoren. Vanuit hier werkt hij als filosoof en bestudeert hij het immense universum. Het dorp waar hij woont, is inmiddels volledig ontrokken aan de mens. Onbewoonde huizen in een voormalige woonwijk en braakliggend land waar een winkelcentrum was gelegen. Wat voordelen had, de natuurlijke rust is er voor teruggekomen. Voor boodschappen en allerlei andere benodigdheden moest Tommy naar de stad. Lange wandelingen maakt hij geregeld langs de vloedlijn als hij nog een laatste ronde doet, voordat hij bovenin de vuurtoren, achter het raam zijn warme maaltijd nuttigt en in de verte enkele schepen voorbij ziet komen. Zijn onderzoek, De Reflectie Van Onze Geest, was voor hem een lastig vraagstuk. Voorheen had hij wel een gedachtegang hoe de menselijke geest zich vertoonde tegenover de gehele schepping. Maar sinds hij enkele jaren terug, vier weken in coma was geraakt, had hij visioenen ontvangen die hij nooit zonder deze comateuze toestand de zichtbare werkelijkheid zou kunnen begrijpen. Zijn onderzoek begon met dartpijlen die hij op een sterrenkaart gooide. Als dan alle drie de pijlen een hemellichaam hadden getroffen ging hij die met zijn sterrenkijker nader bestuderen. Immers wist hij dat toeval niet kon bestaan. Dat dit uitsluitend te maken heeft met ernstige tekortkomingen in de verhouding tot ons denk gedrag en verwachtingspatroon. Inmiddels is zijn werk in een laatste fase. Over enkele dagen de voltooiing van zijn onderzoek en zou de Nobelprijs hem niet kunnen ontgaan, wist hij. Deze nacht zou er iets opmerkelijks en volkomen onverwacht in het leven van deze onderzoeker verschijnen. Tommy Cley, is deze avond vermoeid. Na lange dagen achtereen gewerkt te hebben zonder geslapen te hebben, is hij vroeg naar bed gegaan. Zelfs het bord en bestek en de lege drinkbeker is ongewassen op de eettafel achtergelaten. Door het openstaande raam, bladert de wind het boek met zijn onderzoek door. Een slagregen zorgt dat de nog vochtige inkt van de kroontjespen het laatste hoofdstuk met alle conclusies in zwarte bladzijdes inkleurt. Tommy Cley droomt ondertussen van een ontvangst van de Nobelprijs.

Marcel R. van der Kwaak

1 opmerking: