maandag 17 december 2012

De voorbije dagen. Marcel R. van der Kwaak



In een park enkele meters voor de vijver zit een man. Ruimschoots zijn pensioenleeftijd voorbij geslapen en geleefd. Zijn bolhoed zit schuin op zijn hoofd en het zilveren montuur van zijn bril is een blikvanger voor de rondvliegende eksters. Hoewel hij het ochtendblad opgeslagen in zijn bevende handen heeft leest hij uitsluitend zijn verleden. Als hij af en toe wordt opgeschrikt door spelende kinderen die achter een jong wit gevlekt hondje rennen. De riem aan zijn slanke hals danst verschillende kanten op.

Wanneer de man eenmaal diep verborgen in zijn verleden zit, valt de ochtendkrant van zijn schoot. De hoed schuin op zijn hoofd geeft hem een komisch tintje. Een boot met toeristen kijken naar links en rechts terwijl de verhalenverteller zijn verhaal in verschillende talen door de microfoon spreekt. Een ekster pikt enkele stukken uit de krant bij de man en het laatste nieuws van deze dag wordt gebruikt voor een nestje. De man ziet zich in de zandbak van de kleuterschool. De juffrouw bekijkt het zandkasteel. Als ze wegloopt en terugkomt heeft zij in een kannetje water meegenomen. Ze geeft het aan de man die als kind de gracht om het zandkasteel met het water mag vullen. Zijn gedachten gaan naar zijn trouwdag. Hij kijkt met de ring in zijn hand zijn vrouw diep in de blauwe ogen, die hij al ruim dertig jaar heeft moeten missen. Hij ziet zijn drie kinderen uitwaaien het verdere leven in. Trouwen in verre landen en het altijd veel te druk hebben met van alles en nog wat.


Hij wordt opgeschrikt door een plaatselijke bui. De krant zuigt het hemelse water op en is al snel niet meer leesbaar. De man zet zijn hoed weer recht op zijn hoofd. Staat op en voelt enkele duizelingen opkomen door het lange zitten. Zijn wandelstok geeft hem genoeg steun. Terwijl hij de regen trotseert loopt hij nog even de stad in. Het is koopavond.

Niets heeft hij nog aan te schaffen, enkel een avondmaal bij de plaatselijke kruidenier. Met de radio aan eet hij een bescheiden avondmaal. Tussen muziek hoort hij sportuitslagen. Na het eten schenkt hij cognac in en zit in zijn crapaud. Steekt een pijp op en voelt zich voor even gelukkig en voldaan.

1 opmerking: